Binnenland I minder dan de helft van den tijd en in hetzelfde jaar voer Olivier van Noort den aardbol om. „Reeds we/zdde Houtmans kiel, in Gama's wed gedreven, Door 't zog des Portugees, naar Bantams ree den steven Reeds grijpt van Noort het roer, en stuurt zijn ranke vloot Door Magellanes straat, en om den wereldkloot." Indië lag open voor den Holland- schen ondernemingsgeesteen nieuwe bron van welvaart begon te vloeien. In 1602 oprichting der Oost-Indi sche Compagnie met een kapitaal van 6V2 millioen gulden, verdeeld in aan- deelen van f 3000. In 1605 werd reeds 15 pCt. winst uitgedeeld, in 1606 75 pCt. en in 1610 had ieder aandeelhou der reeds 225 pCt. winst ontvangen. In de bijna 2 eeuwen van haar bestaan, 16021798 werd door de O.-I. Com pagnie jaarlijks ruim 18 pCt. rente uitbetaald, terwijl de aandeden veelal op 600 pCt. stonden in het jaar 1720 zelfs op 1260 pCt. Onze voorouders legden den grond slag tot de uitgestrekte heerschappij, |die hun weldra in Azië ten deel viel. Meer en meer verloren de Portugieezen en de Hollanders vonden bij de inlan ders een gunstiger onthaal. In 1610 aanstelling van den eersten gouverneur-generaal Pieter Both. Een zijner opvolgers was Jan Pietersz. Coen. Met een klein legertje wist Coen de verovering van Jakatra tot stand te brengen, welke stad verder den naam van Batavia ontving en de hoofdstad van Ned.-Indië werd. „Siet en conside- reert, doch, wat een goede courage vermach en hoe d' Al mogende voor ons gestreden en UEd. gezegent heeft", zoo schreef Coen aan de Heeren Ze ventien, de bewindvoerders der O. Ind. Compagnie. Coen drong aan op het zenden van schepen met manschappen en geld, voor al ook ten opzichte a van Engelschie naijver. „JDispereert niet, ontsiet uw vijan den niet, want God met oins is, can daer in Indië wat groots verricht worden." Tegen den zin van Coen ging men een handelsovereenkomst met En geland aan. „Ik begrijp niet", zoo schrijft hij „waarom de Engelschen een derde van de noten en de foeli krijgen, terwijl zij niet één „sandekén" van het strand in de Molukken, Amboina noch Banda te pretendeeren hebben." In 1623 samenzwering van Enge- schen en eenige Japaneezen tegien het Nederlandsch gezag op Ambon. Aan 9 Engelschen werd het doodvonnis voltrokken. Deze zaak werd door En geland de moord van Ambon genoemd. In Londen waren Nederlanders niet vei lig en nog bij den vrede van Westmin ster in 1654 (einde van den eersten Engelschen oorlog) werden wij ver plicht aan de nagelaten betrekkingein der terechtgestelden een schadeloosstel - ling te geven. Aanknooping van handelsbetrekkingen met Japan, wat de keizer van dat land welwillend toestond. Van 1640 tot 1853 was Japan voor alle Europeanen ge sloten, behalve voor de Hollanders. Van 16421660 leverde de handel met Japan voor de I. Compagnie een netto winst op van ruim 12 millioein gulden. Jan Pietersz. Coen is de grondlegger geweest van ons gezag in Indië, door Engelschen invloed dikwijls tegenge werkt. Toen eenmaal ons gezag geves tigd was wilde Coen dat meerdere land bouwers en vooral huisgezinnen uit Holland naar Indië overkwamen, om er alzoo eene volksplanting van te maken, wier nakomelingen dan een an der menschensoort zou geweest zijn dan de inlanders, en veel nauwer met het moederland verbonden. Hij is hierin door de heeren van de O. I. Compagnie, bij wien het maken van groote winsten dikwijls te veel op dien voorgrond stond, tegengewerkt. Jan Pietersz. Coen werd in 1629 door den dood tengevolge van de cho lera uit zijn werkzaam leven wegge rukt in den ouderdom van slechts 42 jaren „zijne ziel bevelende aan de grondelooze genade Gods/' Een van Coen£ merkwaardige opvol gers was Anthonie van Diemen, gou verneur-generaal van 16361645. In 1641 ging Malakka van de Portugeezen in Nederlandsch bezit over. In den tijd van dezen landvoogd ontdekte Abel Tas man het grootste gedeelte van Austra lië en Nieuw-Zeel and. t in 1655 onder den gouverneur Johan Maetsuyker werden de Portu geezen van Ceylon verdreven, welk eiland het „kostelijk juweel der Com pagnie" werd genoemd. Overal waar het Hollandsche gezag gevestigd wrerd, kwamen godsdienstlee raren den dienaren des Woords voor de militairen en dienaren der O. I. Compagnie, maar „niet minder om het Christendom onder de Inlanders voort te planten, opdat God de overwinning der Nederlandsche wapenen moge dienstbaar maken aan de uitbreiding van zijn Naam en Koningrijk onder de volken die in de duisternis leven." Gustaaf Willem Baron van Imhoff, gouverneur-generaal van 1743-1750 had tot zinspreuk: Eerst religie, dan justitie, dan negotie. Indië levert op kleine hoeveelheden goud, zilver en diamant, verder ti.n^ steenkool en petroleum, cultures van cacao, rijst, tabak, koffie, thee en spe cerijen. Vooral uitvoer van suiker, rub ber en petroleum. „En de Ooster Indiaan op Java's kust begroet, Bevrachtte Neerlands vloot met 's werelds overvloed." De 18e eeuw is ook voor Ned.-Indië de eeuw van verval geweest. Slechte ambtenaren, die de bevolking uitzogen om binnen korte jaren met grooten rijk dom naar Holland terug te keeren, kwamen menigvuldig voor. In 1798 opheffing der Oost-Indische Compagnie. De Bataafsche republiek nam de bezittingen en schulden der Compagnie over. Van 18081811 was gouverneur- generaal Mr. H. W. Daendels op aan beveling van keizer Napoleon door ko ning Lodewijk Napoleon hiertoe be noemd. Een man van militaire bekwaam heid en streng gezag. Krachtig bestuur, aan ambtenaren verboden om geschen ken aan te nemen; zij die zich schuldig maakten aan vervreemding van 's lands goederen boven een bedrag van 30.000 rijksdaalders, werden met den dood gestraft. Hij liet in één jaar een post weg op Java aanleggen over een af stand, waarvoor men anders 40 dagen noodig had en welke men nu in 6 dagen kon afleggen. In 1811 teruggeroepen. Later door koning Willem I tot gouver neur van Opper-Guinea benoemd. In 1811 landing der Engelschen op Java en moest het Nederlandsche leger weldra capituleeren en verloren wij! geheel Indië aan Engeland. Alleen op het kleine feilandje Decima bij Japan bleef de Hollandsche driekleur wappe ren. De gouverneur Hendrik Doef al daar bleef doof voor de verleiding om ook dit stukje grond aan Engeland over te leveren. Gedurende die jaren hunner afzondering, toen alle verbin ding zoowel met het moederland als met Indië verbroken was, werden de Hollanders door de Japaneezen „bo ven allen lof verheven, ridderlijk ver zorgd". (H. M. v. Kol „Oud en Nieuwi Japan" 1921). In 1816 kwam Ned.-Indië weder aan Nederland terug en werd de Engelsche gouverneur Raffles, die beweerde dat de Javanen reeds Engelschen waren, teruggeroepen. De erfenis der vaderen werd echter aanzienlijk ingekrompen, daar wij lang niet alles terugkregen. Lord Raffles bewerkte nog in 1819 door een „piratenstreek" (Kamerling „Onze Oost") dat Singapore aan Engeland kwam. De eerste Gouverneur-Generaal na het Engelsche tusschenbestuur was Ba ron van der Capellen 18161826. In 1824, tractaat van Londen, waar bij alle bezittingen in Voor-Indië, Ma lakka en Singapore aan Engeland kwa men, terwijl Engeland zijn bezittingen op Sumatra en rechten op Biliton aan Nederland afstond. Van 18301833 Gouverneur-Gene raal Johannes van den Bosch. Tijdens zijn bestuur, invoering van het z.g.n. cultuurstelsel, waarbij werd bepaald dat een vijfde gedeelte van het land moest %vorden bebouwd met producten ten bate der regeering. Ruime bijdragen uit de koloniale geldmiddelen kwamen hierdoor ten bate der regeering, de z.g.n. „ba tig slot" politiek. Misbruik van dit stelsel leidde tot uitzuiging van de inlandsche bevolking en deed verzet ontstaan. Omst(reeks 1870 opgeheven. Minister de Waal 1868 1870 zegt: met het geld uit de In- d'sche bijdragen zijn de Ned. Staats schuld en de Ned. Spoorwegen betaald. Bij mislukking van den oogst werd dikwijls de inlander door slechte amb tenaren, die altijd maar gunstige rap porten bij de regeering indienden, uit gezogen, om foch de opgelegde pro ducten aan de regeering te leveren. ,t>e Javaansche boer leed dan zelf hon ger. In 1860 verscheen een boek van den assistent-resident van Lebak E. Douwes Dekker, getiteld „Max Have- laar," hetwelk veel bijdroeg tot de ken nis der toestanden van den inlander en tot verbetering van de positie van den Javaan. In denzelfden tijd verscheen er een gedicht: „De laatste dag der Hollanders op Java", als een waar schuwing voor wat er geschieden zou als de Hollanders voortgingen den Ja vaan te vertrappen. We laten een vier tal coupletten volgen: I. „Zult gij nog langer ons vertrappen, Uw hart vereelten door het geld, En, doof voor de eisch van recht en rede De zachtheid tergen door geweld?"! 3. „Dan schroeie de oorlogsvlam uw velden Dan roll' de wraak langs berg en dali, Dan stijg' de rook uit uw paleizen, Dan trill' de lucht van't moordgeschal". 6. „En als de zon in 't Westen neerdaalt, Beneveld door den damp van 't bloed, Ontvangt zij in het doodsgerochel De laatste Hollandsche afscheidsgroet". II. „En als de zon in 't Oosten opdaagt, Knielt elk Javaan voor Mohamed, Wijl hij het zachtste volk der aarde, Van Christenhonden heeft gered". Wij kunnen hieruit leeren wat de gevolgen zijn als we als Christenen, als een Christennatie onze plichten ver geten, en onze naaste al is die ook een Heiden, ja al is die onze ergste vijand niet als mensch behandelen en zich, jegens hem niet als Christen gedragen. Dan wordt het Christendom tot een aanfluiting en de naam Gods om onzenti- wil .gelasterd. (Wordt vervolgd). De „Almanzora" in Amsterdam. De „Almanzora", waarop zich 1900 uit Indië terugkeerende Nederlanders bevinden is Donderdagavond om on geveer 6 uur te Amsterdam aangeko men. Berucht oplichter gearresteerd. Voor eenige dagen is in België ge arresteerd de beruchte oplichter S. Wreszynsky, die in Nederland in 1939 een bankinstelling voor 10 millioen gul den had opgelicht. Hij is thans gear resteerd op' grond van zijn oplichters- praktijken,- die hij in België bedreef. In Febr. 1940 werd hij door de Ne derlandsche rechtbank tot enkele ja ren gevangenisstraf veroordeeld. De Duitschers lieten hem ofschoon Poolsche Jood van geboorte na ver loop van tijd vrij, zoodat hij weer zijn beroep kon uitoefenen. Deze toe standen wisselden zich meermalen af; nu eens was hij op vrije voeten, dan weer zat hij achter de tralies. In de tijden dat hij op de maatschappij werd losgelaten, wist hij aanvankelijk velen joden, maar in April en Maart 1945 ook anderen door de Duitschers vervolg-- den, geld af te persen. Voor de z.g.n. vrijmaking van politieke gevangenen, die per slot van zaken natuurlijk niet losgelaten werden, ontving hij bedragen van ongeveer f 50.000. Naar schatting heeft hij alleen voor deze zaken al een f 500.000 bij elkaar gekregen. Direct na de bevrijding is hij naar België uitgeweken, waar hij zijn prac- tijken voortzette om tenslotte in de val te loopen. In Februari eiken dag naar Indië. De heer Martin, onderdirecteur van de K.L.M. heeft verklaard, dat hij hoopte, dat een ééndaagsche luchtver- binding met Indië in Februari van dit jaar tot stand zou komen. Onze kerkklokken. Volgens betrouwbare bron moeten van de 60.000 door de moffen gevor derde kerkklokken, drievierde deel voor goed verloren zijn. Auto reed op een mijn. Te Aldemonde heeft dezer dagen een érnstig ongeluk plaats gehad, Een wa gen met vijf personen, waaronder vier kinderen, wilde draaien op den polder dijk en liep toen op een tankmijn. Alle inzittenden werden van den wagen ge slingerd. Twpe kinderen van 8 en 12 jaar, resp. afkomstig uit Hillegom en Bergen op Zoom, die logeerden bij de familie te Dreu, werden op slag ge-; dood, de twee andere kinderen evenals de bestuurder, ongedeerd. Admiraal Helfrich naar Nederland terug. Volgens een verklaring van de Ne derlandsche marinevoorlichtingsdienst te Batavia, zal luitenant admiraal Helfrich naar Den Haag torugkeeren om zich' geheel te kunnen wijden aan de functie van commandant van de marinestrijd krachten. Hij zal echter Batavia niet verlaten eer hij de reorganisatie haeft voleindigd, die noodig is geword(ert door het besluit dat de functjie van bevelhebber van alle Nederlandsche! strijdkrachten in het Oosten zal komen te vervallen. Een brief voor het leger. Het Ministerie van Oorlog maakt be kend, dat in overleg met de Ministeries van Marine, overzeesche gebiedsdeelen en het Hoofdbestuur van de P.T.T. in zake de postverbindingen met het Ne derlandsch- en Nederlandsch-Indisch mi litair personeel in Engeland, het Verre Oosten en Australië de volgende rege ling getroffen is: le. Postverbinding met het Verre Oosten en Australië. a. voor al het militair personeel niet behoorende tot de Kon. Marine,, (voor zoover niet gestationneerd zijnde te Colombo, zie hiervoor onder lc). Toegelaten zijn brieven en briefkaar ten t.m. een gewicht van 2000 gram, aanteekening is ook mogelijk. Voor brieven (en briefkaarten) van een gewicht tot en met 20 gram en ge adresseerd aan Nederlandsche militai ren (in ruimen zin opgevat, dus ookf Nica personeel, Ned. Roode Kruis een heden en ex-krijgsgevangenen) in het Verre Oosten en Australië is verschul digd een port van 7i/2 cent voor brie ven en 5 cent voor briefkaarten Is het gewicht hooger dan 20 gram, dan is het normale tarief verschuldigd, inlichtingen worden verstrekt door de P.T.T. kantoren. Hoewel voor de brieven (en brief kaarten) t.m. 20 gram slechts resp. 7V2 en 5 cent port verschuldigd is, wordt een en ander per directe Ne derlandsche Luchtpost verzonden en wel 3 maal per week. De adresseering dient als volgt te geschieden Rang1, naam, voorletters, legernum- mer. Legeronderdeel (bijv. 1-14 R.I.) S.E.A.C. b. Voor het personeel van de Kon. Marine(voor zoover niet gestation neerd zijnde te Colombo). De regeling is dezelfde als onder a Het adres moet echter luiden: Rang, naam, eerste voornaam, ge volgd door de verdere voorletters, zoich mogelijk met vermelding stamboeknr. naam schip, onderdeel, of mariniers brigade in Nederlandsch-Indië en vervolgens niet de aanduiding S.E.A.C. doch de aanduiding „Marine Postkantoor, Batavia (C)". c. post bestemd voor het te Colom bo gestationneerde personeel. Zoowel marine als land- en luchtstrijdkrachten de regeling is dezelfde als onder a. Het 'adres moet echter luiden rang, naam, 1ste voornaam, gevolgd door de verdere voorletters ;f nummer nadere aanduiding van schip, inrich ting of onderdeel c/o Flag-officier in command Ne therlands Forces Far East Colombo. 2e. Postverbinding met troepen ver blijvende in Engeland, ongeacht of de ze behooren tot de land-, zee- of lucht strijdkrachten. Toegelaten brieven en briefkaarten t.m. een gewicht van 2000 gram, aan teekening is ook mogelijk voor brieven en briefkaarten geldt het binnenlandsche tarief, luchtrecht is niet verschuldigd. Hoewel voor de brieven en brief kaarten slechts het binnenlandsch ta rief verschuldigd is, geschiedt de ver zending eenmaal daagsch per directe Nederlandsche luchtpost, en zoo dit door weersomstandigheden onmogelijk is met de snelste bootgelegenheid, op het belang van een duidelijk en goed adres wordt nogmaals de aandacht ge vestigd. a. correspondentie gericht aan Ne derlandsche militairen in opleiding in Engeland of behoorende tot de diverse staven en bureaux, welke gestationneerd zijn in Engeland, moet als volgt wor den geadresseeerd Rang, naam, voorletters, legernum- mer, onderdeel (bijv. detachement Lon den, ministerie van oorlog) Royal Netherlands army, Great Bri tain. b. Correspondentie gericht aan troe pen, welke in Engeland vertoeven in afwachting vertrek naar N.O.I. moet worden geadresserdRang, nummer, worden geadresseerd: Rang, nummer, voorletters, legernummer, legeronder deel bijv 112 R.I.), naam van het kamp, Engeland; c. Correspondentie, gericht aan per soneel van de Kon. Marine in Snge- land moet worden geadresseerd: Rang, naam, 1ste naam, gevolgd door verde re voorletters, nadere aanduiding van schip of inrichting; c/o Royal Nether lands Navy, 4 North row, London W. 1. d. Correspondentie gericht aan per soneel van het Directoraat der Neder landsche luchtstrijdkrachten moet wor den geadresseerd: Rang, naam, voor letters, legernummer, onderdeel, c/o di rectoraat Royal Nederlandsche lucht strijdkrachten Lane, London W. 1.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

De Sirene | 1946 | | pagina 2