Een tocht door het zwaar geteisterde gebied van het Land van Heusden en Altena. Ken dezer dag<eu maakten wij met een collega een tocht door het zwaarst geteisterde deel van het Land van Heusden en Altena. Ons eerste bezoek gold Almkerk, n.l. het bureau van den Wederop bouw aldaar, waar wij werden ont vangen door den lieer G. v. Loe- nen, Hoofd van hel Bureau Bouw en Woningtoezicht voor het Land van Heusden en Altena en tevens Hoofd van het Bureau van den We deropbouw voor deze streek. Onder het gebruik van een kop thee, verstrekte de heer v. Loe- nen alle gewenschte gegevens en werd onzen kijk op de enorme schade die de streek tengevolge van de oorlogshandelingen heeft geleden, door een groot aantal fo to's, die wij te zien kregen en waar van wii er eenigen in bruikleen ontvingen om in ons blad af te drukken, zeer werd verduidelijkt. Ons bleek daarbij tevens, dat in dit gebied reeds veel tot stand is gebracht, tal van woningen defi nitief zijn hersteld, andere voor- loopig. „zoodat zij weer als woning kunnen dienst doen, terwijl ook een groot aantaJ noodwoningen zijn ver rezen. De heer v. Loenen toonde ons een en ander aan de hand van cijfers aan. In gemeld gebied zijn 584 ge bouwen waaronder 334 woningen totaal verwoest. Zwaar beschadigd werden, de zoogenaamde groep B, 317 woningen, waarvan er 206 de finitief zijn hersteld en 108 voor molen zal dus gaan verdwijnen. Van Dussen ging onze tocht over Meeuwen naar Babiloniënbroek en Eethen om vervolgens in Genderen te eindigen. Ook in deze plaatsen konden wii jconstateeren dat reeds zeer veel en goed werk is verricht. Zeker er blijft nog veel te doen en er zullen vermoedelijk nog wel jaren moeten veriaopen, voordat aan alle wenschen en verlangens zal zijn voldaan, maar den indruk die wij bij dezen tocht hebben ver kregen is dat reeds heel wat is tot stand gebracht en dat dit nog niet meer het geval is geweest, De zwaar gehavende toren met kerk te Wijk. loopig. Licht beschadigd werden 2592 woningen, waarvan er 1948 definitief, 644 voorloopig zijn her steld. Gereed of in aanbouw waren op dat oogenblik 175 noodwonin gen, waarvan er 162 bewoond wa ren. Toegewezen waren aanvankelijk voor 1946 52 urgentiewoningen, welk getal later is verhoogd tot 62. Reeds gegund of in aanbouw waren toen reeds 49 en dezelfde weeK zouden er nog 8 woningen worden gegund. Dat de afbouw dezer wonin gen niet vlotter verloopt, is uitslui tend te wijten aan de schaarschte van materialen. Al kon de heer v. Loenen ons de verzekering ge ven, dat de streek in dit opzicht zeer behoorlijk werd bediend. Vooral de laatste drie maanden doet het gebrek aan materialen, zicli zeer geducht gevoelen, en moet den bouw herhaaldelijk worden stil gelegd. omdat op dat oogenblik de vereischte materialen niet aan wezig zijn. Vooral de houtpositie is bedroevend en is dan ook oor zaak dat in 't vervolg voor iedere woning slechts 6 M3. 'hout wordt toegewezen. Druk wordt feeds gewerkt aan de bouwplannen voor het volgend jaar. Dat in de streek behoorlij ke voortgang wordt gemaakt, dankt men voor een goed gedeelte aan het feit, dat 'het Hoofd van Bouw en Woningtoezicht en Hoofd voor den Wederopbouw in één persoon zijn vereenigd, waardoor verschil van meening, geharrewar en on derlinge naijver, uit den aard der zaak niet voorkomen. Na ons onderhoud, werd aan verschillende zwaar getroffen ge deelten een bezoek gebracht. Als eerste plaats ging onzen tocht naar Werkendam, waar tengevolge van het laten springen van den molen, die zeer zwaar was geladen, een 50-tal woningen zwaar werden be schadigd of totaal vernield. Een groot aantalt was door verbouwing weer voor bewoning geschikt ge maakt. Van de resten dezer wonin gen was op zeer vernuftige wijze gebruik gemaakt en werd een aan tal bewoners geholpen. Van Werkendam ging het over Nieuwendijk naar Hank-Dussen, waar wij ons konden overtuigen, dat een groot aantal behoorlijke noodwoningen waren verrezen, waardoor in de allergrootste wo ningnood wordt voorzien. De heer v. Loenen deelde ons mede dat de R. K. kerk, zal wor den gerestaureerd en vermoedelijk de eerste kerk in de streek zal zijn, die weer wordt opgebouwd. Van de Hank ging het naar Dus sen, alwaar hetzelfde beeld te aan schouwen viel. De heer v. Loenen deelde ons daar mede, dat van het herstellen van den molen aMaar wordt afge zien, aangezien de kosten van her stelling van dien aard zijn, dat men daarvoor terugschikt. Deze Noodwoningenhn Hank-Dussen. r**— zeker niet. te wijten is aan hen, die met den wederopbouw zijn belast, doch uitsluitend en alleen aan 'het feit, dat niet steeds de benoodigde materialen aanwezig zijn. Wij willen ons artikel, waardoor wii hebben willen bijdragen onze lezers en vooral de bewoners der streek een beteren kijk op den wederopbouw hunner dorpen te verschaffen, besluiten, met een woord van dank voor het rondge leide en de inlichtingen, die de heer v. Loenen ons verschafte. Wij zijn hem daarvoor zeer er kentelijk. WZ* 111 HUWPSB I R.K. Kerk met toren te Dussen, die geheel afgebroken moest worden. Het verduurzamen van hout Reeds voor den oorlog kon men herhaaldelijk in de pers en in de tijdschriften lezen, dat het van zoo'n groot belang was het hout, dat ongeverfd in de buitenlucht wordt toegepast, tegen bederf te laten bereiden alvorens het in ge bruik te nemen. Toen was er, zoo als men algemeen dacht. %hout ge noeg, om het te vernieuwen wan neer het verrot was. En toch be grepen velen toen reeds, dat men zeer veel geld kan besparen door het hout te laten bereiden tegen bederf. Tegenwoordig is er een ontstel lende schaarschte aan hout. De bouwnijverheid, die niets liever zou doen, dan al wat vernield is in ons land, vlug weer op te bouwen, ligt bijna stil, want slechts voor de allernoodigste werken wordt hout beschikbaar gesteld. Wij gijn nu eenmaal te arm geworden om de groote hoeveelheden hout, die we noodig hebben uit het buiten land in te voeren. Het zal dan ook noodzakelijk zijn, dat de grootste zuinigheid wordt betracht bij het verwerken van nieuw hout. De laatste bouw verordeningen schrijven dan ook reeds voor, dat er in nieuwe woon huizen slechts de helft van het hout verwerkt mag worden, dat er vóór den oorlog voor noodig was. Iedereen weet, dat de mooie bouwstof hout aan vroegtijdig ver gaan onderhevig is, vooral indien ze ongeschilderd in de buitenlucht wordt toegepast. Het hout binnens huis. vooral als het geschilderd wordt is vrij veilig, ofschoon ook de balken onzer vloeren en de binten onder het dak dikwijls rot- lingsverschijnselen vertoonen. Zoo ook de vensters en kozijnen als ze niet geregeld bijgeschilderd worden. Het ergste is het echter gesteld niet het hout van omrasteringspa- len, schuttingen, kippen- en var kenshokken, bruggetjes en schu ren, die ongeschilderd aan de in vloeden van het k imaat zijn bloot gesteld. Dikwijls is het hout hier van reeds vergaan, als het 3 of 6 jaren heeft dienst gedaan. Ofschoon ook de insecten het hout dikwijls aantasten, zijn het in ons klimaat voornamelijk de hout- zwammen, die zonder dat wij het in den beginne bemerken in het inwendige van het hout doordrin gen en de wanden der houtcéllen verteren. Het hout verliest hierdoor zijn stevigheid en ten laatste kun nen we het met de vingers af brokkelen. Velen schijnen niet te weten, dat er afdoende middelen zijn om men. Hoogstens bestrijken ze het dit vroegtijdige rotten te voorko men. Hoogstens bestrijken ze het hout met wat carbolineum om dan na eenige jaren te bemerken, dat het zoo weinig geeft, indien dat bestrijken niet geregeld herhaald wordt. Wat zou het een besparing geven, indien men alle hout, dat verwerkt wordt, eerst in een hout- bereidingsfabriek behoorlijk bet creosoteeren, want goed gecreo- soteerd hout zal zeker 25 tot 30 jaren dienst kunnen doen zonder dat het nog een nabehandeling noodig heeft. Hierover hopen wij in een volgend artikel terug te komen. Lr- rwsïxïSiW:? w t H -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

De Sirene | 1946 | | pagina 6