N,°. 44.
Donderdag 6 Jnni 1878.
1°, Jaargang.
ID1
T
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
BINNENLAND.
STAAT VAN BRIEYEN
Werkstakingen.
II
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door liet geheole rijk f 1,15. Brieven gelden enz. Jranco in te zenden aan den uitgever
Antoon Tielen, te Waalwijk, ot bij de redactie L. G. van der Donck, te Tilburg. Brieven, ingezonden stukken enz., uitsluitend de redactie betreffende, aan de redactie te Tilburg.
Advertentiën van 1 tot 7 regels 0,00, daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëndriemaal ter plaatsing opgegeven, worden slechts tweemaal inrekening gebracht.
Reclames of aanbevelingen beneden de rubriek Binnenland 15 cent per gewonen regel.
geadresseerd aan onbekenden.
1. A. van der GorpLoonopzand. 2. I. N.
Donker, Amsterdam. 3. Mej. E. van Dam, Am
sterdam.
Kunnende door tusschenkomst van het Post
kantoor te Waalwijk worden teruggevraagd.
De Directeur,
BAGGERMAN.
Waalwijk, 4 Juni 1878.
Door de alhier bestaande sub-commissie zal
de navolgende circulaire met een inschrijvings
biljet aan de ingezetenen worden toegezonden.
Aan de ingezetenen van Waalwijk.
Naar aanleiding der Circulaire van het Na
tionaal Comité te Amsterdam voor het hulde
blijk bij gelegenheid van het huwelijk ran Z. K.
H. Prins Hendrik der Nederlanden met H. K.
PI. Prinses Marie van Pruisen en op verzoek
van den heer Burgemeester alhier, hebben de
ondergeteekenden zich tot eene sub-commissie
gevormd met het doelom tot voorschreven
einde gelden in ontvangst te nemen en aan de
hoofd-commissie over te maken.
De commissie houdt zich overtuigd van uwe
ingenomenheid met hare pogingen en heeft de
eer u hierbij een inschrijvingsbiljet te zenden,
met beleefd verzoek daarop naam en voornaam,
zoomede het bedrag waarvoor wordt ingeschreven
duidelijk te vermelden, en de bijdrage ter Secre
tarie of bij een der ondergeteekenden te doen
bezorgen.
De Sub-Commissie voornoemd,
Dr. J. B. DE HAAN, Voorz.
Dr. L. G. VAN HEIJST.
Mr. H. C. E. RITS.
A. J. RANT Jr.
F. W. VAN LIEMPT, Secret.
Waalwijk, Juni 1878.
In ons vorig artikel over „werkstakingen"
gewaagden we met een enkel woord over de
verregaande uitspattingen, waaraan in opstand
gebrachte werklieden in de laatste dagen in
Engeland zich hadden overgegeven en we
verheugden ons, datzulke tooneelcn hier
nog niet waren voorgevallen. Wc wezen op
de uitnemende verstandhouding tusschen den
industrieel en zijne werklieden, op de ge
trouwe en loyale vervulling der plichten, die
cn aan den patroon èn aan den werkman
ten opzichte van elkaar in elke welgeordende
maatschappij zijn voorgeschreven en we zagen
in de stipte nakoming dier plichten een
deugdelijken waarborg om de toekomst met
gerustheid te geinoet te gaan. Wij gevoelen
ons echter genoopt aan die beschouwingen
nog eenige opmerkingen en wenken vast te
knoopen en wel bepaaldelijk voor den werkman.
Niet zelden toch is deze dc oorzaak, dat
een in den regel welgezind en rechtschapen
patroon maatregelen inoct nemen, die de on
tevredenheid bij sommige zijner werklieden
opwekt en hen over zijne handelwijze doet
klagen en morren. Zij zien echter niet in,
dat zij zeiven hiervan in de meeste gevallen
de aanleidende oorzaak geweest zijn. Gaan
wij toch eens na, hoe de patroon, die met
opoffering van een tamelijk groot deel zijner
winsten, zelfs soms met verlies, in tijden van
weinig handel en 'vertier zijne eenmaal aan
genomen werklieden houdt en betaalt, soms
door zijn volk behandeld wordt, als er meer
drukte, grootere bedrijvigheid komt. Ge
beurt het dan niet menigmaal, dat men zulk
een patroon in den steek laat en bij een
ander zich vervoegt, somtijds om slechts eene
bespottelijke kleinigheid meer te verdienen,
ja, niet zelden om nog veel onbeduidender
redenen Ziet men niet dikwijls werklieden,
die van af hunne eerste jongelingsjaren in
dienst van een patroon geweest zijn, al hunne
kunde en bekwaamheid aan dezen alleen te
danken of geheel zijn vertrouwen verworven
hebben, zulk een patroon, die hun opleider
en weldoener tevens was, verlaten, om anderen
de vruchten te doen plukken van de moeiten
en zorgen, die hij zich voor hen zoovele jaren
getroost heeft Is dit nu billijk Is dit
nu ware dankbaarheid? Moet ieder welden
kend man eene zoodanige handelwijze niet
wraken Kan men het dan den industrieel
soms wel euvel duiden, dat hij minder wel
willend, minder liefderijk, minder bezorgd is
voor dezulken Mag de industrieel, die zijn
volk flink en loijaal behandelt, niet een
beetje erkentelijkheid inoogsten? Moet- hij
niet wrevelig worden, als hij ziet, dat zij,
die alles aan hem verschuldigd zijn, die hij
in tegenspoed en ziekte immer liefderijk
onderschraagde, hem dadelijk in den steek
laten, zoodra zij zich krachtig en sterk ge
noeg gevoelen om hem te kunnen missen
En zijn die voorbeelden wel zoo zeldzaam
Zien wij zulks niet vaak in tijden van groote
levendigheid en drukte gebeuren En bleef
het daar nog maar bij, het zou nog zoo erg
niet wezen. Maar zeer dikwijls gaat de on
dankbaarheid en karakterloosheid nog verder.
Bij een ander meester geplaatst, schroomt
men zelfs niet om de belangen van zijn
vorigen patroon te benadcelen en dikwijls op
een verregaand schandelijke wijze. De ge
volgen van zulke daden kunnen niet uit
blijven. De industrieel, die zulke droevige
ervaringen telkens moet opdoen en zulke
grievende teleurstellingen en misrekeningen
op zijnen weg ontmoet, zal ten laatste op
houden die waardeering en hoogachting voor
zijne .werklieden te blijven koesteren, welke
hij hun aanvankelijk betoonde. En het kan
niet anders of op die wijze gaan vaak de
beste, rechtschapen meesters ten laatste tot
eene wijze van handelen over, die zeer veel
met dc vroeger gevolgde verschilt en zelden
ten bate van den werkman zal eindigen.
Zoo berokkent de laatste zich dikwijls groote
nadeelen en den rechten weg wanende in te
slaan, om zijn positie in do maatschappij te
verbeteren, grijpt hij juist het middel aan
om bij slot van rekening zijn lot minder
gulistig te maken, ja in de meeste gevallen
merkelijk te schaden
Het gebeurt soms dat flinke, brave, op
passende werklieden eens het voorrecht ge
nieten in de zaak van hun meester als ven
noot opgenomen, of, onder toezicht van dezen
zeiven, aan het hoofd eener zaak geplaatst
worden. Vraag het nu eens aan dezulken,
of zij die zeldzame en uitstekende begunsti
ging wel op de boven beschreven manier
zich verworven hebben. Zij zullen u ant
woorden, dat zij door langdurige plichtsbe
trachting dit voorrecht verkregen, hun ouden
meester, al ware de bekoring om weg te
gaan ook nog zoo sterk en aanlokkelijk,
nooit verlaten, maar hem steeds trouw, vlij
tig en eerlijk in tijden van tegenspoed, zoo
wel als in die van voorspoed gediend en zich
nooit aan sterken drank te buiten gegaan,
maar altijd en overal hun goeden naam en
faam bewaard hebben.
Een treffend bewijs van het goed gehalte
onzer meeste werklieden vinden wij in de
alhier voor korten tijd opgerichte spaarbank.
We behoeven slechts een vluchtigen blik te
slaan in de van tijd tot tijd openbaar ge
maakte staten dezer uitnemend werkende
instelling om ons hiervan ten volle te over
tuigen. Pleiten de goede resultaten dezer
Bank aan de eene zijde voor de degelijkheid
en voortreffelijkheid van het meerendeel onzer
werklieden, ze logenstraffen aan den anderen
kant ook de bewering, als zoude de indus
trieel hier zijne werklieden geheel en al ten
eigen bate exploiteeren zonder acht te geven
op verdiensten, ijver, gedrag en maatschappe
lijke behoeften. Wij kunnen daarom de deel
name aan deze uitmuntende instelling niet
genoeg aanbevelen. Zuinigheid en spaarzaam
heid zijn de zaden van vele goede en lofwaar
dige daden, zeer doeltreffende middelen om
dronkenschap, verkwisting en losbandigheid,
die drie groote kankers onzer hedendaagscke
samenleving te weren en uit te roeien en
een gelukkig familieleven voort te brengen
en te bevorderen.
In het vorige jaar werden te Munchen 68822
onderzoekingen van levensmiddelen gedaan
waarvan 5686 van Brood, 1652 van Meel, 2923
van Bier, 16467 van Vleesch, 18345 van Melk,
8723 van verschillende stoffen en verder 9036
maat en gewicht visitaties. Tengevolge hiervan
werden 51 personen vervolgd voor het verkoopen
van slecht Bier, 18 wegens het verkoopen van
bedorven of van zieke dieren afkomstig Vleesch,
84 wegens Melkvervalsching35 wegens den
verkoop van bedorven Eetwaren606 wegens
overtreding van de verordening op Maten en
Gewichten.
De twee eigenschappen, welke de waarde der
granen bepalen zijn: het uitwendig voorkomen
ien het soortgelijk gewicht, ul. liet gewicht eener
bepaalde hoeveelheidhoe hooger dit is hoe
duurder. Hiermede nu wordt bedrog gepleegd
vooral bij de Weit. Er komt nl. weit in den
handel die vermengd is met een weinig Raap
olie (1 dl. op 1000 dl.) waardoor dc korrels
een schoon glad uiterlijk verkrijgen, terwijl op
het gezicht geen olie is te ontdekken. Doordien
de korrels nu glad zijn, gaan er veel meer in de
maat welke gewogen wordt, dit kan zelfs 10 tot 12%
sckeelén, en schijnbaar is het soortgelijk gewicht
der weit evenveel zwaarder.
Een ander bezwaar tegen deze bedriegerij is
nog, dat de korrels zich zeer moeielijk laten
lijn malen door het gehalte aan olie, terwijl het
meel slecht bakt cn veel spoediger bederft.
Om dit bedrog op te sporen schudde men
eenige korrels in een volkomen droge doos met
een weinig Curcumapoeder (in de apotheek te
verkrijgen). Zijn de korrels niet geolieddan
nemen zij de oranje-kleurstof niet aan, doch is
ér bedrog gepleegd, dan kleuren de korrels zich,
vooral aan den baard en in de voege (spleet).
De kunst, om uit het handschrift het karak
ter en de eigenschappen van den schrijver af
te leiden, en daaruit zekere gevolgtrekkingen te
maken de graphologie is dezer dagen door
de burgerlijke rechtbank te Montpellier te hulp
geroepen. 5 September 1877 overleed te Aniané
eene rijke weduwe, mevr. Nollet-Bouniol. Hare
nalatenschap werd op een millioen francs geschat.
Zij had geen kinderen, en liet geen andere erf
genamen na dan tien neven. Zij wilden deze
erfenis tot zich nemenmaar nog voor het tot
deeling kwam, trad zeker heer Loujon, een oud
vriend der overledenete voorschijn met een
olographisch testamentwaarbij hij tot univer
seelen erfgenaam benoemd werd. De neven
verzetten zich natuurlijk hiertegen verklaarden
het olographisch testament voor valschen
een proces was het gevolg. Vergeefs raadpleegde
de rechtbank verschillende experts in schrift.
Zij durfden geen bepaalde opinie uiten. Toen
besloot de rechtbank ook den heer Michon te
hooren, bekend als een bijzonder ervaren beoe
fenaar en onderwijzer in de graphologie. Zonder
dat hein iets van het bedoelde proces werd ge
zegd, gaf men hem een drietal brieven van de over
ledene, op verschillende tijdstippen, aan verschil
lende personen en over onderscheidene zaken
geschreven. De heer Michon bestudeerde ze en
zond ze aan de rechtbank terug, met deze kant-
teekening, als slotsom van zijn onderzoek: „Schrift
van een spaarzame vrouw, lastig in zaken, schriel
van karakter." Deze karakteristiek was volkomen
juist.
Daarna werd hem het testament ter bestu
deering gegeven. Zijne bevinding luidde als
„Letters met zachte krommingen; nergens scherpe
hoeken te bespeuren, kenteekenen van een zacht
karakter, zorgeloosheid en kwistigheid." Alsnu
stelde de rechtbank den heer Michon deze en
kele vraag: „Kan de persoon, die dit testament
geschreven heeft, in een of ander levenstijdperk
een hand geschreven hebben als die der u ge
toonde brieven? Kan het testament van dezelfde
hand zijn als de brieven?" Daarop antwoordde
de heer Michon ten stelligste en nadrukkelijk:
„neen."
De rechtbank hoeft het olographisch testament
nietig verklaarden de erfenis blijft aan de
neven.
Zekere S., te West-Graftdijk, had zich vóór
eenige dagen failliet verklaard. Bij het inven
tariseeren vond men slechts eenige zaken van
geringe waarde, dooh later kwam men tot de
ontdekking, dat hij bijna geheel zijn huisraad
en inboedel naar een bloedverwant zijner vrouw
in een naburige plaats had laten vervoeren. Hij
is daarop dadelijk in hechtenis genomen. Toen
men later ook zijne vrouw kwam gevangen
nemen, is deze in den regenbak gesprongen ca
Verdronken.
Het aantal dieverijen op spoorwegen, stoom-
booten enz. vermindert nog altijd niet. Nu
weder meldt de heer L. Lotz aan het Nieuws
van den Dagdat hij met de expeditie Van
Gend Loos een goed dichtgemaakt pak verzond
uit Gorinchem naar Delft. In dat pak was een
doosje, waarin f3.50 aan geld. Het doosje kon
slechts gevonden worden, nadat hot pak geheel
cn al was los gemaakt eu ontrold.
Vóór eenige dagen werd van 's-Hage per spoor
naar Middelburg verzonden een kartonnen doos,
inhoudende eenige dames-artikelen. De doos
was in een grauw papier gewikkeld, dat met
een kruistouw, van lakzegels voorzien, toege
bonden was. Het spoorwegpersoneel heeft de
zegels verbroken, liet voorwerp dat de meeste
waarde had uit de doos genomen, daarna het
overige er vrij slordig ingestopt en de doos met
het papier met een stuk wit band weder toege
bonden. Uit de zeer merkbare visohlueht, dio
aan de overblijvende artikelen bespeurd werd,
was op tc maken, dat de dief zich waarschijn-r