N ummer 4. Zondag 11 Januari 1880. m 3e. Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. Grootmoedigheid en Zegepraal, BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. v. Spai Engeland. Uitgever: ANT00N TIELEN te Waalwijk. nje. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door bet geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden aan derr Uitgever. Advertentiën 17 regels ƒ0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. Opnieuw heeft men zich in de verwachting bedrogen dat de werkstaking der mijnwerkers in de Borinage met deze week eindigen zou. Naar 'tsehijntoefent een aantal kwaadgezinden een hoogst betreurenswaardig terrorisme uit waartegen de autoriteiten niet bij machte schijnen om de goedgezinden in bescherming te nemen. Zaterdag o. a. werden de arbeiders te Bonverie, die zooals den vorigen dag aan hun werk wilden gaan door bedreigingen en zelfs door feitelijk heden gedwongen naar huis terug te kecren. Een regen van steenen dwong hen van hun voor nemen om in de mijn te gaanaf te zien. Gisteren (Dinsdag) zijn omstreeks 2000 grévis- ten van Cuesmes naar Bergen gekomen en ten 11 ure 's ochtends voor het hotel var. den pro vincialen gouverneur samengeschoold. Zij gedroe gen zich volkomen rustig en keerden zeer kalm terugnadat de gouverneur eene deputatie van drie vrouwen uit hun midden ontvangen en haar geraden had het werk te hervatten. Met welk doel zij zich naar den gouverneur begeven had den blijkt uit de depêche niet. Te Frameries zijn bij verscheidene opzichters brieven bezorgd waarin zij met den dood be dreigd werden als zij zich naar de mijn zouden begeven. Latere berichten luiden weder gunstigerin vele mijnen heeft de meerderheid der arbeiders het werk hervat en slechts in één mijn staat het werk nog geheel stil. Gernchten omtrent ©ene werkstakingwelke in het kolenbekken van Charleroi uitgebroken zou zijn waren gis teren te Bergen in omloopdoch de bladen van Charleroi melden daarvan niets zoodat naar alle waarschijnlijkheid deze geruchten eiken grond missen. Het nieuwe Fransche Kabinet schijnt het moeilijk te kunnen eens worden over zijn pro gramma althans er wordt nog steeds over be raadslaagd zonder dat men iets te weten komt. „Zoo, dat is goed", zeide Ruth. „En geef mij nu ook mijne flesch eens aan mijn kind uit het hoekje van de kast; ik heb nog kokend water. Gij zietmiss Judith, dat ik zoo wat mijne eigene provisie heb, Ik moet mijn oude lijf met dat koude weder nu en dan eens goed doen met een warme teug. Nu en dan krijg ik het een en ander van de jonge dames en altijd zorg ik iets voor den winter te sparen." Judith ging met zooveel eetlust en zulk een kalmte aan tafel zitten als iemand dat doen kanwiens geweten hem niet beschuldigten toen de maaltijd geëindigd was schoven de beide vrouwen hare stoelen weder bij het vuur en hernieuwden haar vertrouwelijk gesprek. De oude Ruth was recht in haar schik dat mejuffrouw Bateby dezen avond van hare ge woonte afweek en na het avondeten vergat een weinig bij haar te komen keuvelen, hoe verlangend de goede oude anders de komst dier praatzieke vrouw verbeidde. J azij bemerkte zelfs hare afwezigheid nietvoor zij reeds laat eene bood schap ontvingdat de huishoudster verhinderd werd te komen. „Mejuffrouw Bateby", zeide de meid, „meent dat gij haar voor ditmaal wel zult willen ver- schoonen bij u te komen daar gij toch gezel schap hebt en zij zelve zoo vermoeid is, dat zij naar rust verlangt. Ook verzocht zij mij u te zeggen dat het haar speet geen slaapplaats voor Hoogst waarschijnlijk zal dan ook daaromtrent wel niets uitlekken voor Maandag a. s., wanneer de gewone zitting der Kamers zal worden geo pend. Naar blijkt zijn een aantal leden van Se naat en Kamer te Parijs aanwezig. Reeds is besloten dat de zitting niet met een boodschap van den President zal worden geopend. Het rainisterieele programma zal aan de Kamers worden aangeboden in den vorm van cëne ver klaring en niet onder den meer deftigen vorm van een boodschapwaarbij de President der Republiek zich eenigermatc zou verbinden. De Heer Grévy zou dit uitdrukkelijk hebben verlangd maar daarentegen ook aan Frcvcinel, evenals hij hem alle vrijheid heeft gelaten bij de samenstelling van het Kabineralle verant woordelijkheid hebben gelaten voor het door hem te ontwerpen programma. Nog altijd bestaat er eenigc hoop dat Saint- Vallier te Berlijn zal blijven. Freycinet behield hem gaarne. Voor 't. geval echter, dat hij mocht blijven weigeren zal Challemel-Lacour zoo goed als zeker benoemd worden. Zeer spoedig zalnaar verzekerd wordthet Journal Officiel een aantal wijzigingen bevatten in het personeel der rechterlijke macht. In de ambachtsschool te Angers hebben feiten plaats gehad die de tusschenkomst der justitie noodzakelijk hebben gemaaktnadat de administrative overheid te vergeefs had gepoogd aan de sedert eenigen tijd daar voorkomende wanordelijkheden een einde te maken. Twee leerlingen inzonderheid moeten van den kant hunner kameraden aan ergerlijke mishandelingen hebben blootgestaandie voor een hunner zelfs den dood ten gevolge heeft gehad. De Gaulois bericht, dat de inschrijving voor e :n gedenkteeken ter nagedachtenis van prins Louis Napoleon thans gesloten is. In 't geheel is er ingeschreven voor eene som van 200,000 fr. De heer Haussmann, voorzitter van de commissie voor het gedenkteeken heeft voorgesteld eene kapel op te richteuen dit denkbeeld moet goedgekeurd zijn. De treurige voorspellingeneenigen tijd geleden gegeven aangaande den verraoedelijken wijnoogst in Frankrijk zijn door de uitkomst geheel bevestigd gelijk de Bulletin de Statisti- mejuffrouw Graystone te hebben, docli dat gij misschien wel zoo goed zoudt willen zijn een hoekje voor haar in te schikken." „Bekommer u over mij niet", zeide Judith, „ik zal toch wel slapen, zonder de goede Ruth van hare rust in het minst te berooven. Haar bed is maar voor een persoon en ik zal slapen als een os in dezen gemakkelijken leuningstoel." „Ik zal u een paar wollen kleeden brengen zoo gij in dien stoel den nacht wilt doorbrengen, mejuffrouw", zeide liet meisje op vriendelijken toon en zonder op een antwoord te wachten was zij ras verdwenen om weldra met het be loofde terug te keeren. „Gij hebt nog steenko len genoeg in den emmerzoodat gij den haard kimt aanhouden tot gij in slaap valt", waren hare eerste woorden toen zij weder binnenkwam. Judith dankte haar voor hare vriendelijkheid, waarna de dienstbode haar een goeden nacht wenschte en het tweetal verliet. Hetzij de geestrijke drankdien de oude Ruth bij haar avondeten gebruikt hadhetzij de opgewondenheid door het onverwachte bezoek van haar voedsterkind aan wie zij zoo innig gehecht was er de oorzaak van was zooveel is zekerdat de slaapniettegenstaande hare pogingen om wakker te blijven haar geheel overweldigde, zoodat Judith reeds begon te denken dat voor de oude de stoel en voor haar het bed tot rustplaats bestemd was. Zij was juist begonnen haar gemakkelijk in een der wollen dekens te wikkelen door de zorg der dienstbode voor haar eigen gebruik bestemd met het voornemen bij hare zoogmoeder te blij ven zitten wachten tot haar eerste slaapje voorbij zou zijn toen de goede vrouw eensklaps ont waakte en hevig over hare slaperigheid begon uit te varen. „En dat, nu gij hier zijt juffrouw Juditb", tique aantoont. De geheele opbrengst was 25,7 millioen HL. of 23 millioen minder dan in 1878 en 30 millioen minder dan de gemiddelde op brengst der laatste 10 jaren. De slechtste dis tricten waren BourgondiëChampagne en de Charentes verder de streken in het midden des lands en de oostelijke departementen. In het Zuidoosten alleen was de oogst gunstig. Met dat al heeft Frankrijk wel ongunstiger jaren ge kend, bijv. van 1853 tot 1856, toen het oïdium zich het eerst vertoonde en de opbrengst was 22, 21, 15 en 10 millioen HL. Van 1863 tot 1875 evenwel was de gemiddelde opbrengst niet minder dan 50 a 60 millioen en in 1S75 werd zelfs S3 millioen HL. verkregen. La Epoca verhaaltdat toen Woensdag jl. de Koning en de Koningin zonder gevolg in hetzelfde rijtuig als den vorigen dag waren uit gereden de Madridsche bevolking HH. MM. een warme ovatie bracht. Overal was de jeugdige Vorst, die zelf mende, vei plicht stapvoets te rijden door het gedrang van een juichende me nigte en in alle straten en op alle wandelwegen begroette men HH. MM. met levendig gejuich: de dames wuifden met haar zakdoeken en tal van bouquetten werden in het Koninklijk rijtuig geworpen. De ruiters schaarden zich achter het rijtuig en vormden zoodoende een vrijwillige eerewacht. De Koningin had moeitede ontroering te verbergen over zoovele bewijzen van liefde. Haar oogen vol tranen verrieden wat in haar bewogen gemoed omging. .Wat Otero betreftdeze heeft een paar dagen lang niet willen eten. Hij toonde zich zeer te- neergeslagen en bewaart een onverbrekelijk stil zwijgen waardoor bet onderzoek natuurlijk groo- telijks wordt vertraagd. Een ding is duidelijk, dat Otero van de politiek niet afweetdat hij valschelijk beweerd heeft medeplichtigen te heb ben dat hij ook in andere opzichten gelogen heeft en dat hij een wreedaard is. Het blijkt gelukkig onjuist te wezen wat als gerucht in Engeland algemeen verspreid werd zeide zij „en ik had zooveel met u te praten, dat ik gaarne den geheelen nacht zou willen wakker blijven." „Maar het is reeds laat", zeide Judith. „Ik geloof reeds meer dan middernacht zoodat het niet te verwonderen isals gij slaperig zijt. Mij dunkt gij moet aan de stem der natuur gehoor geven. Ik zal u help :n u te ontkleeden en zoo gij dan van nacht wakker wordtdan zal een enkel woord mij uit mijn gerusten slaap wekken en wij kunnen weder ons gesprek in de duisternis opvatten. Kom moedertje, geef mij nu eens mijn zin geloof mij, dat is veel beter voor u." Na lang tegenstribbelens gaf de blinde Rutb eindelijk toe maar zij sliep zeer onrustig en reeds driemaal was Judith uit haar gerusten slaap gewekt door de onrust der oudetoen zij opnieuw opsprong door eene beweging der oude vrouw die ditmaal begon te spreken. „Juditb juffrouw Judith zijt gij wakker?" vraagde zij. „Ik heb zoo gedroomddat ik er zoo moede van ben alsof ik op gebleven was. Maar hoe gij zijt niet in bed en gij hadt het mij beloofd er spoedig in te zullen komen." „Maar ge laagt daar zoo op uw gemak dat ik den moed niet had u te storen", hernam Judith. „Bovendien zit ik hier heerlijk. Ik wenschte dat ge het eens kondet zien, hoe ik er zit ingepakt als een oude Laplandergij zoudt er om lachen. „Ha nu brengt ge mij juist een mijner droomen te binnen", zeide Ruth. „Ik droomde dat de oude graaf, mijn laatste heer, op zijn uiterste lagc-n dat ik (die gedurende zijne ziekte zijne kamer niet verlaten heb) voor zijn bed zat in dezelfden stoelwaarin gij nu zit en Iemand mij eenige bonte dekkleederen bracht om mij te verwarmen. En nu herinner ik het en geloof vond namelijk"dat het transportschip Euphrates1100 man aan boord hebbende met man en muis zou zijn vergaan. De Admi raliteit die een nauwkeurig onderzoek deed in stellen weerspreekt het bericht ten stelligste maar verklaart tevens niet te weten te kunnen komen wie het alarm het eerst in de wereld heeft gezonden. Het schip heeft op Nieuwjaars dag Malta bereikt en is van daar den 2deu Ja nuari n'aar Port-Saïd vertrokken. Dat zulke geruchten zoo gereedelijk geloof vinden is niet te verwonderen na de vele onge vallen die de Britscho Marine reeds hebben ge troffen en nog voortdurend treffen on ook dat wordt weer begrijpelijkwanneer men nagaat boe kolossaal veel schepen Eegelaiul in de vaart heeft. Blijkens de nieuwe scheepslijst b winden zich op het oogenblik 131 Britsche oorlogssche pen op verschillende punten der wereld in dienst, In de Chineesche wateren zijn er niet minder dan 23 in de Middellandsche zee 21 in de wateren van Noord-Amerika 14en in die van Oost-Indië 12. Tien schepen onder vice-admi- raal Stirling bewaken den Stillen Oceaan aan de Kaap kruisen er 10 en 9 in de wateren van Australië. Overigens zijn er nog 12 oorlogsschepen uit op bijzondere expeditie waarvan 6 alleen bezig zijn met het doen van opmetingen. Generaal Roberts is zoo verstandig de ge moederen te Kabnl door verdere terechstellingen niet tot het uiterste te verbitteren en heeft eene algemeene amnestie afgekondigd waarvan alleen de hoofden van „den opstandkortheidshalve worde dit onjuiste woord gebezigd zullen zijn uitgesloten. Reeds is gemeld, dat Abderrhampn-Khan, oom van wijlen Shere-Alidie gedurendo een tiental jaren op Russisch gebied heeft gewoond en van een Russisch pensioen heeft geleefd plotseling is verdwenen en naar alle waarschijn lijkheid naar zijn land is teruggekeerdblijk baar om zich als pretendent naar den vacanten Emirszetel op te werpen. De Engelsche bladen, vooral de Pall Mall Gazette steken den draak met Abderrhaman's „ontsnapping,, aan zijne Russische bewakers en geven vrij duidelijk te kennen dat het een nieuwe list van Rusland mij", riep zij in geestdrift eenèklaps uit„dat zelfde tijgervel, met de klauwen er aandat Jessie u dezen avond gebracht heeft, hing ge woonlijk over den leuningstoel in de kamer van mijnheer. Nu dan ik droomde dat ik sliep en mijnheer mij noodig had doch ik kon mij van de kleeden en dekens niet ontdoen waarin ik zat gewikkeld. En hoe meer ik mijne uiterste pogingen inspandedes te meer g?raakte ik er in verward totdat ik eensklaps ontwaakte. O en voor dezen had ik nog een anderen droom ik dacht dat ik nog in Winchley Park was en de graaf tot mij zeide „wij moeten van die kleine Judith eene dame maken, Ruth. Dat arm kind zij is geen meisje om op zich zelve te staan en voor zich zelve te zorgen nu hare moeder dood is. Ik zal voor haar zorgen zoo lang zij leefteven als voor u, Ruth. Waartoe zouden ons onze rijkdommen dienen zoo wij er niet mede konden doen wat wij wilden Het zijn nagenoeg dezelfde woorden die mijn oude meester eens tot mij sprak jufvr. Judith. Ik verzeker u dat ik de waarheid spreek." „Daaraan twijfel ik volstrekt niet, mijn lieve min", zeide Judith. „Maar misschien kunt ge het u niet begrijpen dat de graaf zso gemeenzaam met mij was", vervolgde Ruth. „Hij praatte some zeer ver trouwelijk met mij. En o, hij was zoo goed voor mij gedurende den tijd toen mijn gezicht zoo achteruitging. Ik heb zooveel fraaie ge schenken die ik in dien tijd van hem gekregen heb. Hebt gij daar ook een licht, Judith Gij moet dien prachtbijbel eens zien en den gouden bril en dien fraaien breikoker. Hij kocht altijd iets voor mij als hij naar Londen ging." Wordt Vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1