Nummer 77. Donderdag 30 September 1880* 3e. Jaargang rr PI D Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUIL LETON. J Bekendmakingen. BUITENLAND. Frankrijk. De Yerstootene. Spanj Engeland. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk e. De Echo van li mm m Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend le datter voldoening aan art. 10 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad no. 125)eene commissie uit Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Brabantbijgestaan door den daartoe door het algemeen bestuur aangewezen ingenieur en het hoofd van het Bestuur der gemeente in het gemeentehuis aldaar zitting zal houden den 15 October 1880, des voormiddags ten 10 ure, teneinde de bezwaren van belanghebbenden aan te hooren tegen het plan van aanleg van den spoorweg van Zwaluwe naar 's Hertogenbosch en noodigt belanghebbenden uitom hunne bezwaren ter plaatse en ure vermeld, mondeling of schriftelijk aan genoemde commissie mede te deelen 2e dat de stukken bedoeld bij de eerste alinea van art. 12 en ter voldoening aan de tweede alinea van dat artikel van voornoemde wet ter inzage van een ieder worden nedergelegd ter secretarie der gemeente van den 29 September 1880 tot dat de commissie hare werkzaamheden binnen de gemeente heeft volbracht 3e dat het uitgewerkt plan van het geheele werkbedoeld in de laatste alinea van art. 12 van meergenoemde wet voor een ieder ter inzage zal liggen op de provinciale Griffie van Noord- Brabant van den 28n dezer tot en met den dag, waarop de commissie hare werkzaamheden in betrokken gemeenten heeft volbracht. Waalwijk 25 September 1880. De Burgemeester voorn. VAN DER KLOKKEN. Aan de diplomatieke vertegenwoordigers in het buitenland is thans door den nieuwen mi- V. In de kaïncr der huishoudster. George Dallas had van de spijze welke Mrs. Brooks hem had voorgezet slechts weinig gebruikt. Hij was vermoeid cti in een opgewonden stem ming en het wachten in het stille vertrek der huishoudster vervulde hem met koortsachtig on geduld. Onrustig begon hij op en neder te loopen bleef nu en dan bij den haard staan, om de verkoolde blokken met den voet in een te stooten zag dan weder naar de klok die hem het verloop van den tijd aanwees. Een half uurdat hem driemaal langer toescheen was voorbijgegaan sedert Mrs Brooks hem verlaten had. De zachte, onbestemde tonen der dans muziek ruischten in zijne ooren en vermeerder den zijne opgewondenheid. Een woeste onte vredenheid verduisterde zijne wezenstrekken. z/Ik zou wel eens willen weten of zij er aan heeft gedacht, dat ik eigenlijk ook hier moest zijn of dat zij zonder mij hier ook niet be hoort", bromde hij op denz 'li'den toon, als hij zijne alleenspraak in de laan gehouden had. //Ben ik dan niet haar zoon en zou zij niet, als zij het wilde iets voor mij kunnen doen De oude zegt dat Mr. Carruthers zijne vrouw lief heeft en trotsch op haar is en te recht. Maar wat baat dat alles zoo zij hem niet weet te leiden Wat zijn die vrouwen toch dwaas Als zij overleg bezatenen van den beginne zich haren weg behoorlijk afbakenden, zouden zij eiken man kunnen beheerschen. Maar zij vreest hem en heeft zulks getoond en dat is voor haar zelve het ergste. Maar waarom komt zij nog niet tot mij Hij moest nog cenigen tijd wachtenwant een derde kwartier ging voorbij, voor Mrs. Brooks terugkeerde. nister van buitenlandsche zaken de vroeger be sproken circulaire verzonden. Daarin zegt Saint Hilaire dat hijdoor het vertrouwen van den president der republiek aan het hoofd van 't buitenlandsch departement geroepen het als zijn eersten plicht beschouwt tot de gezanten het verzoek te richten aan de Regeeringenwaarbij ze geaccrediteerd zijn de verzekering te geven dat het nieuwe kabinet geenerlei verandering zal brengen in de staat kunde door het vorige kabinet tegenover het buitenland gevoerd. Nooit heeft Frankrijk meer prijs gesteld op de handhaving des vredes die zoo bevorderlijk is voor 's lands welvaart en eer. Dit stelselaldus vervolgt de minister in gevoerd door de wijsheid van Thiers met wien ik zoo langen tijd ben bevriend geweestis sedert de laatste tien jaren standvastiglijk ge volgd en heeft uitnemende vruchten gedragen. Aan zoo gelukkige traditiën zullen wij getrouw blijvenen alles zal gedaan worden om de goede betrekkingen verder te ontwikkelen die de Fransche Republiek met andere landen on derhoudt. Wat niij persoonlijk betreft, dus eindigde Barthélémy Saint Hilaire ik zal daartoe al mijn krachten aanwenden en ik reken om mij in die vaderlandslievende taak behulpzaam te zijn, op de medewerking en toewijding van al de vertegenwoordigers der diplomatie. Door den minister van binnenlandsche zaken is een schrijven aan de niet-erkende congregaties verzoudenin antwoord op hare bekende verklaring. Eerst Zondag zal de ftekst daarvan in het Journal Officiel worden mede gedeeld. Het tribunaal der conflicten is tegen half October bijeengeroepen. De Semaine religieuse deeltmet eenige nieuwe stukken omtrent de bekende verklaring, ook de wordingsgeschiedenis van deze mede. 't Is niet juist, zegt ze, dat de kardinaal-aarts- ,,Komt zij vraagde hij driftig, toen eindelijk de kleine vrouw met haar bleek gezicht weder in de kamer trad, „Ja, zij zal komen. Gij moet nog wachteh tot de eerste partij der gasten aan het souper zit. Dan zal haar echtgenoot haar het minst missen." Daarop trad de oude vrouw op hem toe nam zijne rechterhand in hare beide handen en zag hem teeder en met medelijden in het gelaat. „George", zeidc zij, „George, mijn liet kind, ik hoop dat gij haar geen slechte tijding brengt." Hij wilde lachen en zijne hand uit die zijner oude verzorgster losmaken. „Zoudt gij meenen dat goede tijding mij her waarts voert, waar mij het huis ontzegd is, en ik alleen door list kan binnensluipen Medelijdend schudde zij haar hoofd. „In elk geval leeft gij nog, zijt gezond en kunt haar zelf verhalen, wat u kwelt en bekom mert dat zegt reeds veel voor haar", zeide de oude vrouw. Op hetzelfde oogenblik ging de deur open en Mrs. Carruthers trad driftig in de kamer. George Dallas vloog haar in de armen. „Moeder lieve moeder „Mijn kind mijn lieve zoon Mrs. Brooks verliet de kamer en de jongeling had nu de gelegenheid zijne moeder onder vier oogen liet doel van zijn bezoek mede te deelen. „Ik durf nauwelijks vragen wat u herwaarts voert", begon mrs. Carruthers terwijl zij op de sofa plaats nam en haar zoon bij de hand naast zich plaatste. „Het verheugt mij u te zien, maar ik ben beangst u naar de oorzaak uwer komst te vragen." Eene mengeling van vreugde en bezorgdheid jprak uit hare stem en haar gelaat. „Te recht moogt gij daarvoor beangst zijn wat mij den verstootene hier in dit prachtig huis voertwaar uw gemaal heer en meester is en waar ik verboden waar beu", antwoordde de jongeling. bisschop van Parijs en eenige andere prelaten den heer Freycinet gelijk er beweerd is, zouden gedrongen hebben om onderhandelingen aan te knoopen. De aartsbisschop van Parijs met name heeft van de geheele zaak eerst kennis gekregen door eene mededeeling van den Heiligen Stoel, 't Is door den Franschen gezant bij het Vati- caan dat de heer Freycinet aan Z H den Paus heeft doen weten dat zoo de geestelijke orden niet konden besluiten hare erkenning aan te vragen de Fransche regeering zich tevreden zou stellen met een verklaring van de hoofden dier orden dat alle vijandelijke gezindheid tegen de republiek en hare instellingen haar vreemd is en vreemd blijven zal. De Paus had geen bezwaar hiertegen zulk eene verklaring toch licht geheel in de traditiën der kerk. Op die wijze nu is de verklaring in de wereld gekomen. De zedelooze dagblad-litteratuur neemt in 'Frankrijk en vooral in Parijszoo toe, dat het OLM. bij de Corr. rechtbank dezer dagen die uitvaagsels van de pers openlijk meende te moe ten brandmerken. Het is onbegrijpelijk zeide de rechterlijke ambtenaarhoe er schrijvers gevon den worden die hun pen mot zulk een arbeid bezoedelen. Het is noodigeen dam tegen dezen stroom op te werpen welks uitbreiding de maatschappij met bezorgdheid gadeslaat. De pers behoort gezuiverd en verlost te worden van zulke parasietendïe haar onteeren. Daarom verlangde hij een voorbeeldige straf tegen den beklaagde die nu terecht stond. Deze werd dan ook tot drie maanden gevangenisstraf en fr 500 boete veroordeeld. Het gold twee artikelen in een schotschrift „le Bocace", en getiteld het een in verzen Bas-reliefs, het ander in proza un lendemain de noces. De beklaagde beweerde, slechts stroopop-gérant ,te zijn a 80 fr. per maand en betaald te worden door een professor, die echter zelf niet aan het blad medewerkte. De gérant schaamde zich, na lezing van de arti kelen, zoo zeer voor zichzelf, dat hij opstaanden- voe* zijn ontslag zou nemen. "Op Dominico een der Markiezeneilauden, „George, George riep zijne moeder op treurig verwijtenden toon. „Welnu, ik weet wel dat het uwe schuld niet is", hernam de zoon. „Maar het is hard voor mij en ik ben zulk een monster niet, waarvoor Mr. Carruthers mij houdt. Ik ben zoo slecht nietals de jongelieden doorgaans zijnwier stiefvaders of eigen vaders het noodig achten hun het huis te ontzeggen. Maar gij zijt bang voor hem eR „George", zeirle Mrs. Carruthers kalm en op vasten toon, „gij zijt immers niet, nadat wij sedert negen maanden elkander niet gezien hebben herwaarts gekomen om uwen toorn tegen hem lucht te geven mij onrechtvaardig te beschuldi gen en te verwijten wat ik niet in staat ben te veranderen. Zeg mij dus wat u herwaarts voert, slechts weinige minuten mag ik uw bijzijn ge nieten want men kan mij elk oogenblik mis sen. Verhaal mij daarom in weinige woorden, wat u drijft, om het uitdrukkelijk bevel van mijn echtgenoot te wederstrevenofschoon het mij eene onuitsprekelijke zaligheid is u te zien." Hierop sloeg zij haren arm om den hals van den verloren zoon en kuste hem teeder. Hare tranen stroomden af op zijne ordelooze bruine lokken. „Ween niet om mijmoeder. Ik ben het r.iet waardig ik ben het nooit waardig ge weest en gij moogt niet met bleeke wangen en betraande oogen bij uw gezelschap terugkeeren. Bovendien is het niet zoo erg als het zou kun- neu zijn, want ik ben, zooals mijne oude min zegt, levend en gezond. De zaak is deze," ver volgde hij, terwijl hij opstond $n de kamer op en neer liep „de zaak is deze, dat ik geld hebben moot. Verschrik niet ik heb geen misdaad gepleegd maar de gevolgen van hetgeen ik gedaan heb zouden mij in groot gevaar bren gen. Ik heb mij noch aan diefstalnoch aan vervalsching schulaig gemaakt, noch mij aan het eigendom van anderen vergrepen maar ik heb eene vrij groote som met het spel verloren. is, volgens de jongste berichten de bevolking in verzet gekomen tegen het Fransch gezag, maar na een kort gevecht wisten de blanken liun gezag te herstellen dauk zij de tusschen- komst van eene inmiddels gearriveerde kanon neerboot. Uit Cuba wordt gemeld dat de twee laatste hoofden van den opstand zich hebben overgegeven en dat er nu geen enkel insurgent meer op het eiland is. Met zijn beidjes hebben dus deze twee heeven in den laatsten tijd den opstand voorgesteld. Met de neger-Republiek Liberiagegrond door vrijverklaarde negerslaven uit Amerika wordt door de Spaansche Regeering onderhan deld over de emigratie van neger-arbeiders naar Cubawaar gebrek aan handen schijnt te zijn, Z. II. de Paus zond aan de infante Mer cedes weer een keurig zijden jurkje. De provincie [Gallicië in Spanje wordt zoodanig door wolven geteisterddat de kapitein generaalten einde raad aan den minister van oorlog twee compagnieën soldaten verzocht heeft, om groote drijfjachten te houden op deze ver scheurende dieren die in den laatsten tijd reeds zoovele ongelukken veroorzaakt hebben. Vuurballen bij on weder. Meer en meer wordt in den laatsten tijd gesproken over de geheimzinnige vuurkogels die soms een onweer vergezellen. Uit Londen wordt gemeld dat eenigen heeren de navolgende waarneming deden. Een schitterende bliksemstraal werd gevolgd door een ratelenden donderslagtegelijkertijd daalde een groote vuurbal uit de wolken neer tot in het water van een meertje. Nadat de onweersbui overgedreven was vond men meer dan honderd groote en kleine'visschen dood op de oppervlakte van het water in den omtrek Eene som, welke ik niet beziten die ik zonder u niet betalen kan." „Spreek verder", zeide Mrs. Carruthers. Zij was doodsbleek geworden en hield hare handen krampachtig gevouwen. Hij zag haar een oogenblik aan cn vertraagde toen zijne schreden. „Zoo een vriend mij niet het geld geleend had zou ik geheel geruineerd zijn", vervolgde hij met eene heesche stem. „Speelschulden moeten betaald worden en Routh, ofschoon hij niet veel rijker is dan ik wilde mij nietbij gebrek aan eene helpende hand, ten eenenmale ongelukkig zien. Maar hij heeft zelf het geld moeten leenen en gaf het mij daar niemand mij een enkelen schilling borgt. Ik kon nu mijne schuld betalen. Binnenkort echter moet ik het geld met den interest terug betalen het geluk was ons beiden ongun stig." „U beiden, George vraagde Mrs. Carruthers. „Is uw vriend dan ook een speler." „Ja", zeide George Dallas op ruwen toon. „Hij is ook een speler. Al mijne vrienden zijn spelers en dronkaards en eenigen nog meir. Maar hoe kan het anders waar had ik zedige, deugdzame, fatsoenlijke vrienden kunnen vinden. Ik bezit geen enkelen shillinggeen maatschap pelijke betrekking en uw gemaal heeft gezorgd, dat ik ook geen credict heb. Iedereen weet dat Mr. Carruthers mij heeft verstooten en het mij verboden is mij hier op Poynings te vertoo- nen dat ik dan ook zooals gij zietniet durf wagen.". Hierop barstte hij in een schate rend laehen uitdat zijne moeder van smart deed ineenkrimpen. „Maar ofschoon mijn vriend een speler is toch helpt hij mij, als ik hulp behoef, en stelt hij zich zelfs bloot in ongele genheid te geraken en dat is misschien meer dan ik van fatsoenlijke vrienden zoo ik die nog had zou kunnen verwachten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1