Nummer 79.
Donderdag 7 October 1880, 3e. Jaargang
I
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
De Yerstootene.
Spanje.
Engeland.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels f 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter
plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht
Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel.
Te Huyle bij Brugge hebben ongeregeldheden
plaats gehad. De boeren wilden den Begeerings-
Commissarisbelast met de tenuitvoerlegging
der nieuwe sehoolwetwegjagen waarop ge
noemde commissaris de gewapende macht ont
bood. Toen dit niet baatte liet hij vuur geven,
waardoor een man werd gedood en een tweede
zwaar gekwetst.
De rust is in die gemeente hersteld en een
onderzoek wordt ingesteld.
Te Aalst hielden Maandag werklieden door
de leiders der beweging bij trompet-signaal
opgeroepen, met dreigende houding samenscho
lingen voor het locaal, waar de parlementaire
commissie van enquête voor de Scholen zitting
hield; zij hoonden de afgevaardigden en den
inspecteur van het onderwijs. Versterking van
gendarmes is ontboden.
„Le Télégraphe" berichtdat het Fransche
escader de wateren van Tunis verlaten zal.
Deze maatregel strekt om aan de Italiaansche
regeering een bewijs van sympathie en hoffelijk
heid van de zijde der Fransche regeering te
geren.
Terwijl de werkstaking der schrijnwerkers
in den faubourg St. Antoine te Parijs nog niet
geëindigd is, hebben twintig schrijnwerkerspa
troons te Marseille hun werkplaatsen gesloten.
De aanleiding was, dat de werklieden de patroons
door staking in enkele vakken willen dwingen
de door hen gestelde voorwaarden aan to nemen,
welke in hooger loon en vermindering van den
werktijd bestonden.
Eene vergadering van ingenieurs heeft _op
de Tuilerien plaats gehad om zich bezig te
VII.
In de kamer der huishoudster.
„Dan moet ik gaan mijn zoon", zeide mrs.
Carruthers terwijl zij hem teeder kuste. „Ook
gij moogt niet langer hier blijven. Kom met mij,
Ellen. Zij zal u brengenwat ik u beloofd
hebGeorge ge moogt de terugreis niet
zonder een warmen jas ondernemen. Met deze
woorden verliet zij de kamer. Mrs. Brooks volgde
haar en George bleef alleen achter.
„Mijne dierbaregoede moederzij is zoo
goed en gevoelig als ooit", sprak hij in zich
zelf. „Ik veroorzaak haar verdriet en kommer,
en zij denkt er aan dat ik mij een rok moet
koopenmaar dit zal ook de laatste maal zijn
dat ik zoo voor haar verschijn. Ik houd niet
van die treurspelen maar hiermede zweer ik
plechtig, mijne belofte getrouw na te komen."
Weinige minuten later keerde mrs. Brooks
terug.
„Hier is het geld mijnheer George", zeide
zij. „Mrs. Carruthers zendt u hare oprechtste
groeten en zal u te Londen schrijven."
Met deze woorden stelde zij hem een toege
vouwen papier ter hand. Het was een bank
noot van twintig pond.
„Ik dank u, Ellen", zeide hij. En nu zal ik
gaan. „Liever bleef ik hier nog een uurtje, om
met u wat te praten maar het is beter dat ik
mij verwijder. Mijne moeder zou in onaange
naamheden kunnen komen zoo ik langer hier
bleef. Neengeen wijn meerEllen, en ook
geen eten meerik dank u. Vaarwel Hoe
zal ik weder heengaan Door het venster
„Neen mijnheer George, ik zal u een ande
ren weg wijzen."
George knoopte zijn rok zorgvuldig dicht
trok zijne handschoenen aan en vertrok. Toen
houden met de quasstie van den stank te Parijs
en de middelen om daarin te voorzien. Er werd
tot eene algemeene reiniging van de riolen be
sloten overal waar de behoefte daarvan zal
blijken te bestaan. Indien het noodig is zullen
extra werklieden worden aangenomen. Bovendien
zal een gestrenge surveillance worden uitgeoefend
over de aannemers van de openbare reiniging,
die geen rekening genoeg houden met de be
staande reglementen.
In de rue de l'Arbre Sec is een man in
hechtenis genomen, die, wegens zijn verdacht
voorkomen en tegenspraak in zijn verklaringen
een huiszoeking uitlokte.
De commissaris van politie, hiertoe in bijzijn
van den gevangene overgaandebemerkte dat
deze steeds een onrustigen blik naar den hemel
van zijn ledekant sloeg.
De commissaris kreeg daarop den invalde
gordijnen van boven los te maken. Hoe groot
was niet zijne verbazing toen onmiddellijk een
regen van diamanten zich over hem uitstortte.
Een zestigtal diamanten, waaronder van de
grootste soort, werden door de agenten opgeraapt.
Daar de vreemdeling eerst sedert eenige dagen
te Parijs is aangekomen, vermoedt men bij zijn
stilzwijgen dat de juweelen in de provincie
gestolen zijn.
De koning en de koningin moeder Isabella
hebben aan Maarschalk Martinez Canipos hun
verlangen te kennen gegeven peter en meter te
worden van zijn jongste dochter. Na al wat in
den laatsten tijd gezegd is aangaande kuiperijen
enz. tegen Campos is dit feit zeker niet zonder
betcekenis.
Naar aan „Le Temps" uit Berlijn wordt
geschreven, onderhandelt Duitschland met Spanje
over den aankoop (door Duitschland) van de
Marokkaansche havenplaats Santa-Cruz.
Castelar heeft bij gelegenheid van een
hij mrs. Brooks door den marmeren gang der
benedenverdieping volgde zag hij oplettend rond
zich. „De bedienden mijner moeder wonen vrij
war beter dan ik prevelde hij in zich zeiven
doch het was meer eene gedachteloozedan
bittere opmerking. Weldra hadden zij de deur
bereiktdie naar het voorplein voerde en het
was niet zonder aandoening dat zij van den
jongeling afscheid nam.
„De groote poort staat open", zoide zij. „Al
de bedienden zijn nu in de voorzaal of in de
dienstbodenkamer, Nog geen der gasten heeft
zijn rijtuig gevraagd. Gij kunt dus ongemerkt
wegsluipen. Mocht tl echter iemand zien dau
zal men denken dat gij hier te huis behoort."
„Dat zou al een zeer zonderlinge vergissing
zijn lieve Ellen," hernam hij met een lach, ter
wijl hij haar nogmaals hartelijk de hand schudde
en toen in den donkeren kouden nacht verdween.
Een bitter gevoel van verlatenheid maakte zich
van hein meestertoen zij de deur achter hem
sloot. Hei voorplein was ledig snel spoedde
hij zich voort en had weldra de laan bereikt
die langs het terras liep. Terwijl hij deze volgde
zag hij zich weldra tegenover de verlichte ven
sters der balzaalmaar hij bleef nog staan, om
er nog een blik in te werpen.
„Zoo ga ik dan tien pond rijker van hier en
met de belofte mijner moeder", zeide hij in zich
zelf. „Maar neen, ik heb nog iets de mir
tentak het toevallig geschenk der aanzienlijke
erfgename dat ik noch vergeten noch verliezen
mag.. Ik wenschte Ellen gevraagd te hebben
van wien dat meisje eigenlijk een kind is, zoo
veel tijd had ik nog wel langer kunnen toeven.
Het is overigens zoo koud niet meer als te voren."
Hij had zich verwarmd had gegeten en nieuwen
moed gevat. George Dallas vatte al zeer spoedig
nieuwen moed, zelfs als de gevolgen zijner licht
zinnige levenswijze hem zwaar drukten. „Ik gevoel
mij weder sterk", vervolgde hij in zijne alleen
spraak „de nacht is helderder en het dorp zal
mij een ellendig verblijf aanbieden. Het best
zal zijn zoo ik naar Amherst ga. Het is slechts
feestiuaül te Alegro een redevoering uilgesproken,
waarin hij wees op ul noodzakelijkheid om een
groote democratische partij ie vormen op zeer
liberaal-conservatieve grondslagen. Het aanwenden
van geweld keurdè hij ten zeerste afwant
zeide hij de wet moest geëerbiedigd worden
en het beoogde doel bereikt op vredelievende
wijze.
Tristany, de bekende Carlistische hoofdman,
is overleden.
In den jongsten ministerraad moet zijn gecon
stateerd dat al de mogendheden wat betreft
het nog volkomen eens zijn. De ministerraad
zou zich eenparig hebben uitgesproken ten gunste
eener staatkunde van krachtig handelen.
Dat de overeenstemming tusschen de.mogend-
heden gehandhaafd blijft is voornamelijk te
danken aan Frankrijk's nieuwen minister van
buitenlandsche zakenBarthélemy-Saint-Hilaire,
die op het stuk van non-interventie niet zoo
streng schijnt te denken als zijn voorganger
Freycinet. De tegenwoordige Fransche regeering
beseft zeer goeddat alleen een gezamenlijk
optreden der mogendheden de Porte tot toegeven
kan dwingen. Heeft de regeering aan den
commandant van haar eskader gelast aan een
eventueel bombardement niet deel te nemen
dan is dit slechts geschied omdat ze geen
voedsel wil geven aan binnenlandsche agitatie.
Want de regeeling heeft niets tegen zoodanig
bombardement. De regeering wil in deze aan
Engeland den voorrang laten.
Barthélemy-Saint-Hilaire had een zeer vriend
schappelijk onderhoud met lord Lyonsden
Britschen gezant. Dit strekt zeker tot bevesti
ging van bovenstaande mededeeling.
Inmiddels moet door de mogendheden aan de
Porte die zeer verbaasd is over der mogend
heden eensgezindheideen nieuwe termijn van
uitstel en wel tot 3 Octoberzijn bewilligd. Na
afloop daarvan zou de Porte beloofd hebben
eenige uren van hier en Carruthers zal er niets
van hooren als ik daar blijf, terwijl het hem
lichtelijk ter oore zou komen als ik in het dorp
bleef en zulks aanleiding zou kunnen geven tot
onaangenaamheden voor mijne moeder."
Hij ging de laan ten einde vond de poort
van het park open en sloegzonder dat men
op Poynings iets van hem bemerkt had met
snellen tred den weg naar Amherst in.
Toen hij den volgenden morgen in het spoor-
weghötel van het stadjewaar hij overnacht
had ontwaakte was zijn eerste werk te verne
men naar den tijdwanneer de eerste trein
naar Londen afreed en tevens naar een kleederen-
magazijn le vragen. Van een en ander onder
richt begaf hij zich ijlings op weg, om een goeden
overjas te koopen.
Zijne stemming was heden geheel anders dan
den vorigen dag. Zijn tred was lichtzijne
houding vrij en vast en ofschoon de koude wind
hem nog altijd door en door koud maakte
verdroeg hij dit met het meeste geduld. Het
scheen hem telkens nieuwen moed te geven
zoo dikwijls hij de hand in zijn zak stak en
het stijve papier voelde van de banknoot, welke
hij van zijne moeder had ontvangen. Op den
weg had hij zijn schat twee of driemaal uit den
zak gehaald en beschouwd in de stad kon
hij dat niet doen en moest zich daarmede ver
genoegen dien te betasten. Hij had sedert lang
geen geld bezeten zoodat het bezit daarvan
hem hoogst gelukkig maakte en thans gevoelde
hij zoo weinig lust er van te scheiden dat hij
het kleedermagazijn dat hem was aangewezen
voorbij ging. Eerst toen hij het oude kerkhof
aan het einde der stad bereikte waar de wind
zich zelfs des zomers soms met kracht deed ge
voelen hoeveel te meer dan nu in den barren
wintertijd kwam de jongeling tot de overtuiging
dat hij onmiddellijk voor een warmen jas moest
zorgen. Hij keerde daarom terug en ging recht
streeks naar het kleerenmagazijn.
De winkelwaarboven „Evanskleermaker",
stond zag er zeer netjes en zindelijk uit. Ook
de indiening van een nieuw voorstel, strekkende
tot oplossing van al de hangende quaestien. Dit
klinkt natuurlijk veel te mooi om waar te kunnen
wezen.
Admiraal Seymour is opnieuw naar Cettinje
vertrokken. Aan die reis woidt groot gewicht
gehecht. De admiraal heeft enkele schepen uit
de haven vau Bagusa doen vertrekken en bij
Teodo Golf van Cattaio laten stationneeren, niet
dus heet het om een veiliger ankerplaats te
zoeken maar wegens staatkundige redenen.
Montenegro vraagt onmiddellijk steun van het
eskaderop grond van onmogelijk langer te
kunnen wachten daar de troepen te veel aan
het gure weder zijn blootgesteld. Naar men
gelooft zal lord Seymour adviseeren Dulcigno
terstond aan te vallen en met of zonder mede
werking der andere mogendheden hulp te ver-
leenen.
Eene beloon ing van duizend pond sterling
f 12,000 is door den onderkoning van Ierland
uitgeloofd voor het aanhouden der moordenaars
van lord Mountmorres. Volkomen vrijheid
zonder eenige vervolging hoegenaamdwordt
beloofd aan alle medeplichtigen, die aanwijzingen
zullen doenwelke tot de veroordeeling der
moordenaars kunnen leiden.
Dat dit tot iets leiden zal is niet zeer waar
schijnlijk. In zekeren zin mag de geheele streek
aan de gruweldaad medeplichtig geacht worden,
en wie 't niet is staat zoodanig onder den invloed
der kwaadwilligen dat hij het wel laten zal een
woord te spreken of een vinger uit te steken
dat bleek duidelijk toen de verslagene begraven
werd. Op in het oogloopende wijze begaf zich
dien dag een aantal pachters van den overledene
naar eene kermis in de nabijheid. Toen men
het lijk zou kisten wilde niemand assit.entie ver-
leenen zoodat men de hulp der politie moest
inroepenen toen men zoover wasweigerde
de koetsier van den lijkwagen een anderen weg
te rijdendan die door het dorpwaar het
kermis was voerde. Dat echter bracht toch de
familliemet aanwending van eenig geweld, hem
droeg de koperen plaat van de deur dezelfde
lettersalsmede de ijzerdraden horretjes yoor
de ramen. Evans, een dik, rood manneke met
grijsachtig haar aan de slapen en een klein rond
lokje op het midden van zijn hoofd, als een
deksel op een trekpotstond achter de toonbank.
Waarschijnlijk had hij zijn geheel ie ven voor
anderen zooveel moeten snijden dat hij er nooit
toe had kunnen komen voor zich zeiven te
zorgen want hij stond op dien kouden winter
morgen in zijne hemdsmouwen in den winkel.
George Dallas trad binnen en de oude man
vraagde met eene buiging, wat hij verlangde?
Dallas antwoordde dat hij. een dikken, warmen
overjas verlangde.
„Ha, zoo iets! Ja, misschien zal ik er een
hebben ofschoon het eigenlijk geen artikel is
dat wij in voorraad hebben", antwoordde mr.
Evans. „Wij zijr. hoofdzakelijk gesorteerd voor
spoorwegbeambten en kanaalschippers welke
onze beste klanten zijn. Een warme, dikke
overjas wordt gewoonlijk alleen op bestelling
gemaakt. Ik geloof toch halfdat een stuk
zooals gij verlangt bij ons is blijven liggen
omdat de vreemdeling, die in de „Leeuw" ge
logeerd was te spoedig weder vertrok. Laat mij
eens zien", vervolgde hij, terwijl hij drie of vier
laden opende. „Ik ben zoo jong niet meer als
vroeger, mijnheer; ik heb door een tocht kou
gevat en dan daarbij dat verwenschte gas dat
wij eerst sedert dezen winter hier gekregen
hebben maarha dacht ik het niet dat
heet eerst een warmen dikken overjas, blauw
witney met plaid gevoerd. Het is een artikel,
dat ik u kan recommaodeeren wij hebben hem
zelf gemaakt, hiervan kunt gij u overtuigen
hij wees op een strookje zijde, aan den binnen
kant van de kraag gestikt en dat in gouden
letters het onweersprekelijk bewijs droeg dat
„Evans, kleermaker te Amherst", de vervaardi
ger van het kleedingstuk was.
(Wordt vervolgd.)