Nummer 91. Donderdag 18 November 1880. 3e. Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. De Yerstootene. Spanje. Portugal. Engeland. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. XV. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,00, daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. De Kamer lieeft Zaterdag een aanvang ge maakt met de discussie over het wetsontwerp betreffende de rechterlijke organisatie. Door Ribotvan 't Linker Centrum werd het bestre den- en met name het opheffen der onafzetbaar heid. Dat zou een aantasten zijn der rechterlijke ambteuaren in huu geweten en de politiek in de magistratuur brengen. Door Waldeck-Rousseau werd opgemerkt, dat dit ontwerp niet de magistratuur aantastte, maar slechts die rechterlijke personen welke zich, ge dekt door hunne onafzetbaarheidin allerlei avonturen wierpen. Maandag werd de discussie over de hervorming der rechterlijke macht voortgezet. Legrand sluit zich aan bij de hervormingen voorgesteld door de commissie. Niel verwerpt zeomdat hij de onafzetbaarheid onmisbaar acht voor de rechter- terlijke macht om haar eerlijkheid te verzekeren. In den senaat was Maandag een groote toe vloed van nieuwsgierigen. Buffet, het ministerie interpelleerende betoogtdat het heengaan van Frycinet om onbeteekenende redenen niet te pas kwam en dat de laatste wijziging in het minis terie niet van die soort isdie een verandering in 't bestuur der zaken medebrengen. Hij prees die magistraatspersonen die vonnis sen geen dienstbetoon geven. Hij vraagtof het gouvernement recht had als booswichten de kloosters binnen te sluipen. De redenaar neemt de uitdrukking booswichten terugmaar houdt vol, dar de verrichte feiten misdrijven zijn. Ferry hem aantwoordendespreekt formeel tegen dat de ministerieele crisis door de bui- tenlandsche politiek zou zijn veroorzaakt. Hij weerlegt Buffets argumenten tegen de tenuitvoer legging der decreten. Frycinet legde een verklaring af over zijn aftreden. Het was volgens hem niet de qnaestie, of de decreten wettig waren maar of het aan te raden was maatregelen van gestrengheid te nemen. Hij gelooft, dat als hij minister ge bleven was hij de onderwerping der congregaties Het Diner. Op den avond voor het diner bepaald stond mr. Philip Deane aan den ingang van de deur der restauratie Burton aan het strandblijkbaar in alles behalve in besten luim. Zijn gelaat, dat er nooit zeer vriendelijk en innemend uitzag, droeg de sporen van ontevredenheidtelkens greep hij met de rechterhand naar zijn horlogie in zijn vestzakterwijl hij met de linkerhand met eene badine tegen zijn been sloeg. Mr. Deane had reden tot ontevredenheid. Het was reeds kwart over zeven en het diner was op juist zeven uur bepaald. Eene menigte men sehen liepen in de restauratie af en aan, eeniger. om hunnen eetlust te gaan bevredigen, anderen reeds verzadigd. Meer dan een der eersten stiet Mr. Deane in het voorbijgaan op eene onzachte wijze ter zijde en mr. Deane wilde niet gestooten zijn. Zoo stond hij daar ontevreden zijne sigaar te rooken beet zich op de lippen sloeg tegen zijn beenen tot George Dallas die buiten adem kwam aanloopen hem de hand op den schouder legde. „Ik vraag u duizendmaal verschooning, waarde Deane", zeide hij waarlijk het was mijne schuld niet „Dat is het natuurlijk nooitantwoordde Deane. „In dit geval zeker niet. Ik moest op het bureau der „Mercurius" eene proef nazien en daardoor was ik gehouden. Vervolgens over zeker punt een artikel schrijven dat ik reeds vroeger behandeld had en waarover „Niemand anders natuurlijk schrijven kan", had kunnen verkrijgen. Vervolgens zou hij een wet op de vereenigingen hebben- aangeboden want het was onvermijdelijk dat vraagstuk op te lossen. Hij brengt hulde aan Ferry's ver zoeningsgezindheid maar hij voorzagdat het aanwenden van gestrenge maatregelen betreurens waardige gevolgen zou hebben. Hij gelooft dat de toekomst aan de republiek behoortmaar onder voorwaarde dat. men een politiek van bevrediging en verzoening volge. Over de bui- tenlandsche politiek sprekendeherhaalt hij: wij willen den vredemaar een waardiger, vrede zonder pralerij en zonder zwakheid. Wegens beleeding var. politie-agenten bij de jongste uitzettingen van monniken en wegens oproerige kreten zijn door de Parijsche rechtbank onderscheidene personen tot gevangenistraffen van 14 dagen of geldboeten veroordeeld. Eeir postbeambte te Parijsdie belast was met het bestellen van brieven en pakketten van waardeis op de openbare straat door een paar dieven aangevallen en van alles wat hij bij zich hadter waarde van 600.000 fr., beroofd. Hij is een oppassend huisvader en reeds 25 jaren in dienst. Dit is nu de vierde berooving van brievenbe- stelleis, die in den laatsten tijd te Parijs is voor gevallen. Het laatste slachtoffer was een bestel ler wier. een kistje met diamanten, ter waarde van 300,000 fr. ontstolen werd. Madrid14 November. De dagbladen ver halen dat een oude vrouw die gister toen de koning en de koningin de kathedraal van Atocha verlieten bedreigingen en scheldwoorden uitteonmiddellijk in hechtenis genomen is; zij bleek krankzinnig te zijn. Grootvorst Constantijn is hier aangekomen en door den koning aan het station ontvarigen. Lissabon 14 Nov. Bij ministerieele veror dening wordt gelastdat strenge maatregelen zullen genomen worden om te beletten dat Je zuïeten zich in Portugal vestigen. Dit geschiedt viel Deane hem in de reden. „Gij hebt nogal idee van u zeiven -mijnheer dagbladschrijver En waarom is Routh niet mee gekomen „Ik heb Routh in geen drie dagen gesproken. Is hij nog niet hier „Lieve hemelSedert zeven uur sta ik hier op dezen ellendigen stoep en kijk mijne oogen naar hem uit. Wij zullen echter nu niet langer wachten kom met. mij." Met deze woorden ging hij door de voorkamer naar de groote eetzaal. Dallasdie hem volgde zag hoe hij een oogenblik voor een der spiegels in de voorkamer bleef staan den hoed een weinig ter zijde schoof en de met b«nt gevoerde jas een weinig opensloeg. Onder dit kostbaar klee- dingstuk droeg Deane een zwarten rok, een fijn hemd met drie groote diamanten knoopenals mede een zwaren, gouden ketting en aan den pink van elke hand een diamanten ring. Zoo smaakvol gekleed trad Deane met waggelenden gang de eetzaal binnen terwijl hij zich met zijn badine tegen de beenen sloeg. Eindelijk bleef hij bij een onbezette tafel staan en sloeg met zijn mes tegen een glas. „Nu, kellriervlug! Wees nu wakker en draag het eten op tafel. Een mijner vrienden is gekomen en den anderen zullen wij niet langer wachten. Die er niet is wordt niet gerekend Maarverduiveld wat beteekent dat Een twaalfjarige knaap met een morsig gezicht en dito handen met een pet zonder bodem en een gescheurd buis stond voor hen. Hij scheen hard geloopen te hebben want hij was buiten adem en zijn gelaat was rood en verhit. „Heidaarwat doe jij hier?" vraagde de kellner die den blik van Deane gevolgd was. Jij hebt hier niets te maken jongen. Yersta je?" „Ja ik versta je wel", antwoordde de knaap, zonder da1- zijn gelaat de minste verlegenheid uitdrukte. Maar je hoeft zoo niet te schreeuwen, krachtens een wet van 1773 en een decreet van 1834, die nog altijd vail kracht zijn. Wat er thans bij Clare-morris in het graafschap Maye voorvalt, geeft beter dan alle beschrijving een denkbeeld van den gespannen toestand in het Westen van Ierland. Bij Clare-morris woont een zekere kapitein Boycott, rentmeester van lord Erne. Deze persoon heeft zich door zekere handelingen tirannie van het standpunt der pachters, trouwe plichts betrachting van-zijn eigen standpunt de volle ongenade op den hals gehaald van de Land- League, met het gevolg, dat hij reeds sinds weken binnen zijn huis zit opgesloten, als in een staat van beleg. Zijne woning wordt door bri gadiers bewaaktzonder sterk geleide zijn huis te verlaten ware voor hem zoo goed als een wisse dood; niemand in den omtrek wil of durft hem iets verkoopen; hij kan zelfs geen glas voor zijn horloge krijgen. Doch wat erger voor hem is, zijn oogst moet verrotten op het land, omdat geen arbeider voor hem een hand durft uitsteken. Teneinde hem nn in laatstgemeld opzicht te gemoet te komen, heeft men in Ulster, in het Noorden van Ierland, eene expeditie op het touw gezet, om kapitein Boycott te ontzetten en te helpen. Eerst was het planuit Ulster 500 gewapende burgers naar Clare-morris ts zenden; doch het uittrekken van zulk eene armee werd met reden door de regeering verboden. Men heeft zich toen bepaald tot een troep van vijftig vrij willigers, die met de spade op den schouder en de revolver in den gordelzijn uitgerukt om voor Boycott de aardappels te rooien, Natuurlijk zouden er van die vijftig man ondanks hunne revolvers, niet veel naar Ulster terugkeeren, indien er geen troepen waren om hen te beschermen. De volkswoede, die overal langs den weg zich tegen hen luchtte, was be wijs genoeg, hoezeer zij hun militair geleide noodig hadden. Men rekent dat er in den omtrek van Clare-morris thans een 7000 man soldaten en politie gekampeerd liggen, gereed om bij de eerste'botsing tusschenbeide te komen. Deze geduchte machtsontwikkeling heeft tot goeje vrindik ben niet doofen bovendien zoudt ge je borst kunnen benadeelen." „Wil je maken dat je weg kom of „Neen dat ben ik niet van plan", hernam de knaap op brutalen toon. „Mijnheer, gij zij t mijn man", vervolgde hij, zich tot Deane wen dende. „Ik moet u dit ter hand stellen bij deze woorden haalde hij een eind touween mondharmonica en eindelijk een verkreukten brief uit den zak dien hij pan Deane ter hand stelde. Deane trad ter zijde om het briefje te lezen, terwijl de knaap tot groote ergernis van den kellner op éen stoel plaats nam en met zijne beenen heen- en weerslingerende het publiek met de grootste onbeschaamdheid opnam. Niets scheen zijn opmerkzaamheid te ontgaan. Nu eens lichtte hij met zijne vuile vingers den tip van het tafelkleed opclan weder streek hij met de hand zacht over de overjas die George uitge trokken over een stoel gehangen had. Dit laat3te gaf den kellner opnieuw gelegenheid om het met den knaap op te vatten. „Wil je dien jas wel haten liggen Denk je misschien dat het jou eigendom is vraagde hij op schimpenden toon terwijl hij de jas op nam en aan den kapstok hing. „Ik geloof even wel dat dit je merk niet is jou kleermaker woont immers niet te Amheist?" „Wat gaat je mijn kleermaker aan oude gek? Misschien verlangt ge mijn kaartmaar net spijt mijdat ik er geen bij mij heb. Mijn naam en mijn adres kan ik je toch wel zeggen. Deze zijn zeer aristocratisch. Ik heet Jim Swain je kan ook wel Jem zeggen Tullwoods Rents, 60. Maar zeg me nu ook eensman wie je kapper is.!" De kellnerwiens hoofd zoo glad en kaal was als een biljartbal, was door deze opmei king, die rondom gelach verwekte niet weinig belee- digd en zou zeker aan zijn toorn op eene ge- dusverre het volk zich stil doen houden. De 50 vrijwilligers 'vrrrichtèn op Boycott's grond het werk, onder de onmiddellijke hoede van eenige honderden voetvolk en ruiterij. Te Sligo werd een man uit zijn bed gelicht en met een gloeiend ijzer gebrandmerkt. Zijne overtreding bestond in niets ergers, dan dat hij eenig werk verricht had voor een herbergier, die eene hoeve gehuurd had, uit welke de pachter was ontzet. Een landagent, met name Harry Wheeler wonende bij Cola, in het graafschap Limerick werd door een vermomden moordenaar doodge schoten. Een ander agent in dienst van den kolonel Cooper van Dalystown, werd dicht bij zijn woning door een geweerschot getroffen en gevaarlijk gewond. Op den weg naar Ennis werd een handels reiziger door drie gewapende mannen te paard aangevallen. Ziende dat zij zich in den persoon vergist hadden en hij geen veroordeelde landheer was, lieten zij hem door; maar ter nauwernood een halve mijl verder werd de man opnieuw aangevallennu door vijf ruiters met zwart gemaakte gezichten. Slechts in het uiterste geval, heet het, zal de Engelsche regeering er toe overgaan wegens de gebeurtenissen in Ierland het parlement in buitengewone zitting bijeen te roepen. Wel is ze volgens de Pall Mali Gezette, die het kan weten, van plande gewone zitting reeds in Januari te doen aanvangen. Onder de dwangarbeiders in de gevangenis te Darmouth, (graafschap Devonshire) is onlangs een oproer uitgebroken. De gevangenen vielen op een opzichter aan en brachten hem ernstige verwondingen toe. De andere opzichters, die hun makker 'te hulp kwa men, vuurden op de weerspannigen en doodden een hunner, den aanlegger van het complot terwijl een ander doodelijk gekwetst werd. De overige dwangarbeiders waren weldra weer in verzekerde bewaring gebracht. Er moet in Engeland Jeene maatschappij zijn opgericht voor het ad verteeren op porselei nen borden. De advertentien worden op de gewone wijze daarin gebrand, en de logement- voelige wijze lucht gegeven hebben indien Deane zich op dien oogenblik niet juist tot hem had gewend. „Breng spoedig het eten op en zet dat derde couvert maar ter zijde. De andere heer komt niet. Waar wacht ge op, knaap?" „Geen antwoord terugmijnheer „Neen." „Goed. Wilt gij mij nu mijn sixpence geven of morgen 't is beter effen rekening te maken." Deane kon een glimlach niet onderdrukken. Hij haalde een klein muntstuk uit zijne beurs en gat het den knaap die het bekeek en daarna in den zak stak. Toen knikte hij Dallas en Deane onbeschroomd toe en liep fluitende weg. „Routh heeft zeker afgeschreven vraagde Dallasterwijl zij zich aan tafel zetten. „Hij laat ons in den steeknadat ik een couvert voor hem besteld heb dat ik natuurlijk betalen moet. Hij heeft echter buiten den waard gerekendals hij meent mij voor den gek te kunnen houden. Ik verdraag zulke aardigheden nieten hij zou beter doen zich van zulke grappen te onthouden dunkt mij." „Misschien heeft hij §en dringende reden die hem belet te komen want ik weet „Eene dringende reden Dat kunt gij anderen wijs maken. Ik duld niet dat iemand mij lomp behandelt en hij heeft mij meer noodig, dan ik hem en dat zal hij spoedig ondervinden. Ik zou morgen op zijn kantoor komen maar hij kan lang wachten Doch daar is ons diner. Ik deuk dat het goed zal zijn en gij kunt Routh zeggen wat hij verzuimd heeft." Daarop opende Deane zijn servet. Er lag eene booze hatelijke uitdrukking op zijn gelaat. Dallas bemerkte- hetmaar sloeg er verder geen acht op en het diner liep af onder het bespreken van alledaagsche onderwerpen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1880 | | pagina 1