Italië.
Turkije.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
Over de houding der militairen te Agram
gedurende de aardbeving is men algemeen zeer
voldaan. Toen de eerste schokken gevoeld werden
waren de troepen juist bezig met exerceeren.
Daar waren er wel velen die benauwd keken
in de gelederen, maar de officieren en onderof
ficieren konden zonder veel moeite de orde be
waren. Een sergeantHernalser van geboorte,
hield daarbij tot zijne manschappen in het
Liechtenthaler dialect de volgende kernachtige
toespraak:
„Dat is nou een aardbeving; en wat zou dat?
Al zakt de heele boel rondom ons in eikander,
dan moeten wij, keizerlijke soldaten, ons nog
kalm houden. En als de wereld nu eens ver
ging! Dan marcheèren wij allen te zameu netjes
in het gelid er uit! 13 dat niet veel mooier dan
dat wij een voor een uitknijpen? Ik wil dus in
mijne afdecling .geen zure gezichten zien. Kop
hupsch! We gaan voort!"
De flinke militair had zijn manschappen aan
het lachen gekregen er. dus gewonnen spel. Bij
de verdere exercitien gaf niemand het minste
teeken van angst.
In de Itaiiaansche Kamer duurt het debat
over de staatkunde der regeering nog steeds
voort en best mogelijk i% het dat weer een cri
sis dreigt. Altans een der redenaars, de heer
"Romano, heeft verklaard de discussie te betreu
ren, omdat ze alleen strekken kan om door een
coalitie het ministerie te doen omverwerpen.
Minghetti heeft de buitenlaudsche politiek der
regeering afgekeurd. Hij voorziet ernstige ver
wikkelingen uit de Turksch-Grieksche grens-
quaestie. Met de biunenlandsche staatkunde der
regeering kon hij zich beter verecnigen.
Namens de uiterste linkerzijde verklaarde
Cavalotte, dat hij aan dit kabinet geen vert» ou
wen kon schenken. Maar wegens het aanhangig
ontwerp tot uitbreiding van het stemrecht zou
zijne partij niet tegen de regeering stemmen.
De heer Crispi verklaarde dit wel te zullen
doen.
De Itaiiaansche bladen bevatten nadere
bijzonderheden over de ernstige rampdie in
de wateren van Spezzia heeft plaats gehad. De
Oncle Joseph kwam van Napels en zette naar
Genua koers. Er waren 300 passagiers aan
boord behalve de equipage. Het waren meest
allen emigranten uit de zuidelijke provinciën
naar Amerika. Bijna allen zijn omgekomen
ook de kapitein. Onder de passagiers bevonden
zich verscheidene vrouwen. De matrozen van de
Ortiglia konden onmogelijk al de ongelukkigen
opnemendie in het water met den dood lagen
te spartelen. De Ortiglia was op weg naar
Livorno of naar Napels dat schip heeft door
de botsing veel geleden. Op 'i oogenblik van
den schok was de zee bijna kalm. Er was alleen
wat mist. De Oncle Joseph schijnt echter de
door het reglement vereischte lichten niet te
hebben ontstoken. De Ortiglia naderde het
schip aan stuurboordzij stopte onmiddellijk
en werkte terugdoordien de Oncle Joseph dat
voorbeeld niet heeft gevolgdwas de schok zoo
groot.
In verband met deze aanvaring wordt een
treffende gebeurtenis verhaald: „De kapitein
Paranque van de stoomboot Marie Louise had
op zijn reis, ter hoogte vau Kaap Mele een
schipbreukeling van de Oncle Joseph opgenomen.
De arme man een Poolhad zich aan eene
tafel vastgeklemd en vijftig uren met den dood
geworsteld. Toch had hij nog de kracht om
zelf aan boord van het reddende vaartuig te
klimmen. Kapitein Paranque veranderde terstond
van koers in de hoop van in die streken meer
ongelukkigen te reddenmaar hij vond niets
dan lijken planken fiesschen en andere drijvende
voorwerpen. In de haven van Genua gekomen,
lag de Marie Louise naast een ander Fransch
schip welks gezagvoerder Nicolaiaan kapitein
Paranque mededeeldehoe het hem gelukt was
een Rus te redden die aan boord van de Oncle
Joseph was geweest. De Pooldie het verhaal
hoordevroeg den naam van den geredde en
hoorde tot zijne verbazing en vreugde dat deze
zijn reismakker een zijner dierbaarste vrienden
wasdie hij reeds lang had dood gewaand.
De plotselinge blijdschap was echter te veel
voor den man die al zooveel geleden had. De
Pool moest terstond naar het hospitaal vervoerd
worden en men vreest dat zijne geestvermogens
den schok niet te boven zullen komen.
Men zal zich [herinnerendat voor een
jaar of wat langer eene som van 2.400.000 lire
aan de nationale bank is ontvreemd. Het ge
rechtshof heeft thans uitspraak gedaan in deze
zaak. De hoofdschuldige i3 veroordeeld tot 12
jaren en twee anderen tot acht en vier jaren
dwangarbeid. De andere beschuldigden zijn
vrijgesproken.
Na een hevig on weder is de Tiber opnieuw
sterk gewassen en hebben de burgerlijke en
militaire overheden reeds maatregelen beraamd
voor mogelijke overstroomingen. Z. M. de Koning,
van het dreigend gevaar verwittigd heeft bevolen
dat eenige officieren van zijn huis zichals het
noodig isnaar de meest bedreigde punten der
stad moeten begeven.
De lagere gedeelten van Rome staan reeds
onder water en de bewoners moeten in schuitjes
worden vervoerd. Ondanks de 10 millioen, die
reeds aan den Tiber zijn ten koste gelegd, keeren
die toestanden periodiek terug.
De bezetting van Dulcigno door de Monte-
negrijneu is Vrijdagmiddag begonnen en om 6
uur 's avonds volbraeht. De militaire conventie
werd den nacht te voren onderteekend.
Volgens Daily New3 duurde het gevecht tus-
scher. Turken en Albaneezen 2 nren. Derwiseh
pacha liet eerst in de lucht schieten maar de
Albaneezen mikten en doodden al dadelijk vier
stafofficieren. Men schat het verlies der Turken
op 70 man dooden en het gezamenlijk verlies
aan gekwetsten op 300.
De Dulcignoten zijn ontwapend. Derwisch-
pacha die zijn zending heeft volbracht, is met
zijne troepen teruggekomen en heeft gezegd naar
Epirus tc zullen vertrekken.
De Agence Russe zegtdat ingeval de
Perzen onmachtig mochten blijken om de Koerden
te overwinnen Ruslandwegens de nabijheid
van den opstand bij zijne grenzen zonder twijfel
genoodzaakt zou zijn te komen helpen.
Garfield, de nieuwbenoemde president der
NoOrd-Amerikaansche Unie, ontving dezer dagen
eene deputatie van republikeinen ten gehoore
die hem kwam verzoeken om verandering te
brengen in het stelsel der benoeming vau amb
tenaren
In ziju antwoord zeide Garfield, dat hij hoopte
op de medewerking van 't congres tot verkrijging
van een wettelijken grondslag voor een beter
stelsel van benoeming en wel zoo, dat niemand,
zelfs niet de president bij machte zal zijn een
kundig, trouw of eerlijk ambtenaar af te zetten.
Onlangs kwamen te Boston twee schip
breukelingen aan, die zes volle dagea op een
stuk van het dek, zonder eenige levensmiddelen
op zee rondzwierven.
Zij hadden behoord tot de bemanning van het
kolenschip County of Richmond, dat op zijn reis
van New-York naar St. Thomas door een he-
vigen storm zoozeer werd beschadigd dat het
zonk met allen, die er op waren, negen in getal.
De beide booten, waarin men zich wilde redden,
waren onbruikbaar gebleken.
De twee mannen, de eenigedie den dood
ontkwamen, slaagden er in een stuk van het dek
te bereiken, waar zij betrekkelijk veilig waren
hoewel zij zich om niet door de woedende gol
ven te worden weggeslagen, er aan vast moesten
binden.
Zoo dreven zij rond zonder door de schepen,
die zij in de verte zagen, opgemerkt te worden.
Beiden werden ontzettend gekweld door honger
maar meer nog door dors:. Het eenige wat zij
in al dien tijd konden drinken waren een paar
druppels, die zij in den mond opvingen, toen er
na den zonneschijn, die op den storm volgde
een zachte regen viel.
Eindelijk op den zesden dag gelukte het hun
door het wuiven met een hunner kleedingstuk-
ken de aandacht van een voorbijkomend schip
te trekken, dat de ongelukkigen die uitgeput
waren door al de ontberingenopnam en te
Boston aan wal zette.
Tilburg, 1 December 1880.
Blijkens achterstaande advertentie verzoekt de
heer Diepen bij de herstemming ter benoeming
van een lid der Tweede Kamer niet in aan-
merkiug te komen. Hij verklaart eene benoeming
niet te zullen aannemen.
Tot leden van de kamer van koophandel
en fabrieken zijn hei kozen de heeren J. H. A.
Diepen, M. J. Deen, J. C. de Boudt en B. F.
Strater. Van de 514 kiezers hadden slechts 53
hunne stem uitgebracht.
Een kind van nog geen jaar had men alhier
met den kinderstoel in de nabijlieid van een
brandend petroleumtoestel gezetwaarop een
pot met soep stond te koken het kind trok
den pot om en kreeg den inhoud over het hoofd
en het lichaa.n. Het bekwam ernstige brand
wonden.
Waalwijk1 December 1880.
Naar men verneemtis door den heer H. F.
Monté, telegrafist bij de exploitatie-maatschappijn
een middel bedacht om te beletten dat een trein
een openstaande brug nadertzonder dat dit
door locomotief- en treinpersoneel wordt bespeurd.
Genoemd middel geeft op eene hoogst duide
lijke wijzereeds zoo tijdig kennis van het
openstaan der brugdat voor het tot stilstand
brengen van den trein tijd in overvloed bestaat.
Gisteren is voor de arr. Rechtbank op
nieuw de zaak behandeld tegen den gewezen
hoofdond. van der Ven, te Drnnen, wegens ver
grijp tegen de zeden.
Thans was de beklaagde verschenen en werd
door den advocaat Mr. Godefroij bijgestaan. Het
O. M. eischte wederom een jaar celstraf en
f150 boete.
Te Kaatsheuvel ia jl. Zondag avond een
schuurtje gedeeltelijk afgebrand terwijl de bewo
ners niet te huis waren.
Te 's Boech bestaat het voornemen wan
neer het vallen van het water thans blijft aan
houden te trachten de in aanbouw zijnde
nieuwe sluiswerken aan den Hekel met allen
spoed gereed te maken waardoor aan die zijde
reeds de water keering tot vrijmaking ,der stad
voltooid zou zijn. 4
Van af verleden Maandag is de personen
trein die tot dan ten 6.5 uit 's Bosch vertrok,
om ten 6.25 te Boxtel te arriveeren, opgeheven.
Wij ontleenen het volgende aan de Prov.
Noordbr. Ct.LI. Donderdag had de ter aarde
bestelling plaats van het lijk van den te vroeg
ontslapen Dr. E. A, P. Van den Bogaertge
neesheer-directeur van de geneeskundige inrich
ting voor krankzinnigen „Coudewater" onder
Rosmalen ridder van de orde van den Nederl.
Leeuw secretaris van den geneeskundigen raad
voor Noordbrabaut en Limburg, vice-president
van den Psychiatrischen kringlid van vele
andere geleerde genootschappen zoo binnen- als
buitenlands enz.
De overledene had altijd verlangd op het
kerkhof der inrichting die haar ontstaan en bloei
aan hem te danken hadte rusten. Zijn wensch
is helaas te spoedig vervuld. Ten li1/» uur
kwam uit 's Bosch voor de treurige ple htigheid
der begrafenis de lijkwagen gevolgd door elf
andere rijtuigen waarin behalve de familiebe
trekkingen de HH. inspecteurs van de genees
kunde voor Noordbr. en Limb., en voor Utrecht
en Gelderlandeene commissie van het bestuur
der gemelde geneeskundige inrichtingeene van
„Amicitia", waarvan de ontslapene voorzitter
was zich bevonden en vele vrienden.
Des morgens was eene plechtige Requiem-Mis
in de in rouw gehulde kapel des gestichts op
gedragen door den WelEerw. rector VY. A. J.
'Pielen. Na deze hadden zich eenige familieleden
in de groote receptiezaalter ontvangst hiertoe
ingerichtvereenigd met den burgemeester en
andere notabelen van Rosmalen en Berlieum.
tiet dienstdoend personeel had zich in den
gang bij de groote deur geplaatst. Juist voor
hen waren in twee rijen tusschen welke het
lijk zou gedragen wordende Eerw. overate
en zusters, aan welke de verplegiug-der lijderes
sen is opgedragen geschaard die van het begin
af van het ontstaan der inrichting den liefde-
volleg steun uitmaakten van den door haar zoo
diep betreurden overledene. Rondom de lijkbaar
hadden zich de niet minder liefderijke medehulp,
de Eerw. broeder-overste en de andere broedeis
gerangschiktdie aan de verpleging der manne
lijke patiënten verbonden zijn en aan wie tevens
de treurige taak was opgelegd het lijk van den
hooggeschatten overledene over te nemen uit den
lijkwagen.
Onder het gelui der klokken aan de inrichting
werd de dierbare ontvangen door den mede
directeur Poinpe en den geneesheer v. d. Kroon.
Toen het lijk op de daarvoor bestemde plaats
in de smaakvol gedrapeerde en tot ehapelle
ardente veranderde vestibule geplaatst was, be
gonnen de lijkplechtighcden door den gemelden
Eerw. heer Tielengeassisteerd door de W.Ew.
H.H. pastoors en kapelaans van Berlieum en
Rosmalen.
Aan de lijkbaar hield dr. Pompe de lijkrede.
De redenaar schetste in treffende, verhevene en
sierlijke taal al wat de hooggeschatte oprichter
van deze inrichting met noesten vlijt, practischen
geest, doortastend genie ten spijt van alle moeie-
lijkheden volvoerd had die nu door een aller
treurigst toeval zoo onverwacht aan streveu en
werken was ontrukt. Hij schetste in de roerend-
ste bewoordingen de diepe rouwe van de zoo
zwaar geschokte weduwe van den eenigen zoon,
den oogappel des dierbarenvan den grijzen
vadervan de geliefde zusters. Hij wees op
het groote verlies ook voor de andere belang
rijke betrekkingen waarin hij met zooveel kunde
en vlijt is werkzaam geweest en eindigde in de
boeiendste eu roerendste taal afscheid nemende
van zijn hooggeroemden vriend in wiens talrijke
beslommeringen hij als mede-oprichter en mede
directeur zoo belangrijk een aandeel had gehad.
De lijkplechtigheden werden daarna voortgezet
en in eene ernstig plechtige stilte zette zich de
talrijke stoet in beweging. Ter zijde van het lijk,
gedragen door de Eerw. broeders gingen de
geneealieeren en leden der maatschappij tot ver
pleging van krankzinnigenvoorafgegaan door
de Eerw. Heeren geestelijken en verdere broeders
onder het zingen van het „in paradisum" naar
het kerkhof, alwaar het dierbaar overschot in
een daartoe bestemden grafkelder in de schaduw
van het kruis aan de kille aarde zou worden
toevertrouwd.
Nadat de H. wijding van en verdere lijkplech
tigheden aan het graf gedaan waren, keerden de
diepgetroffene aanwezigen biddend weder met het
smartelijk bewustzijn een groot en verdienstelijk
man, vooral voor Coudewater, verloren te hebben.
Het II.blad verhaalt het volgende nieuwe
geval van inbraak te Amsterdam
De eenige dwarsstraat in de eerste Sarphati-
straat is de iluddestraat- Komt men de Hud-
destraat in dan heeft men rechts den zijmuur
van het hoekhuis der Sarphatistraatdan een
steenen tuinmuur en daarna drie perceelen.
Een daarvan het eerstestaat leeg, het tweede
wordt bewoond door dr. P. K. Peldan volgt
het huis van prof. Hertz en daarna tot aan de
vest een ijzeren tuinhek. Aan de overzijde van
dit hek loopt de Tulpstraat. De Iluddestraat
strekt zich langs de vest verder uit.
In het huis bewoond door dr. Pel is in den
afgeloopen nacht ingebroken.
Uit de mod dersporen op de dwarsijzers van
het hek laags den tuin van prof. Hertz, schijnt
men te mogen opmakendat twee personen
dat hek zijn overgeklommen. Toen hebben ze
hun weg gevonden over de schutting, die dezen
tuin scheidt van den tuin van een perceel in de
Sarphatistraaten daarna hadden ze nog over
een lage schutting te klimmen om eindelijk te zijn
in den kleinen tuin achter het huis van dr. P.
K. Pel.
Daar werd een glasruit uit de tuindeur ge
sneden en de van binnen gesloten deur gemak
kelijk opengemaakt.
In huis stonden de dieven op een kruispunt.
In het portaal waar ze zich bevonden, leidt een
trapje naar beneden en een trap van een trede
of zes naar boven. Zij schijnen eerst naar be
neden te zijn gegaan om de sleutels om te
draaien van de deuren der bergplaatsen, dit '3
morgens alle goed gesloten werden gevonden
en door de inbrekers wellicht als de kamers der
dienstboden werden beschouwd.
Toen de trap op naar boven.
Maar de deur boven aan de trap was gesloten.
Met een centerboor en naar het schijntook
met een beitel werd een gat gemaaktgroot
genoeg om er een hand door te steken en den
sleutel van binnen te kunnen grijpen.
De sleutel was echter voorzichtigheidshalve
uit het slot genomen.
Nu werd handig in den stijl van de deur
zooveel uitgestokendat men bij het slot kon
komen dat gelicht werd zoodat de deur open
was.
De dieven waren nu in den bovengang.
Evenals bij inbraak in perceel 47 in de Sar
phatistraat werden in de voorkamer de over
gordijnen nauwer toegehaald en een paar boe
ken dienden om te beletten dat een reetje kon
openblijven. Aan één venster lieten de inbrekers
het ondergordijn zakken.
Uit de gevonden lucifers en uit de stearine-
vlekken blijkt ten duidelijkstedat zij onder
behoorlijke verlichting de kamers op deze ver
dieping hebben doorzocht. In de achterkamer
namen ze uit een kastje, waarvan ze den sleutel
in een der laadjes vonden, een som van f120,
in bankpapier en gereed geldeenige oude
munten benevens een vijftal portemonnaies, waar
van een van zilver.
De laden van een buffet werden doorsnuffeld.
Servetringen die vau de servetten genomen
waren vond men achter in de lade terug, ver
moedelijk omdat de uoorwerpen gemerkt waren.
Vau al het zilver werden slechts elf ongemerkte
lepeltjes "meegenomen. Verder blijkt, dat zoo
wel voor als achter behoorlijk huiszoeking is
gedaan maar de daders schijnen niets van hunne
gading meer te hebben gevonden ook niet in
de door hen geopende kast met instrumenten
van den dokter.
En de dieveu gingen heen zooals ze waren
gekomen.
Woensdag jl. ontving de landbouwer J.
Neervensir. Gesteleen brief waarin hij met
moord en brandstichting werd bedreigd. Een
sterk vermoeden rees bij hem op tegen zekeren
J. Sprengers oud 21 jaren, thans wonende te
Dommelen die vroeger eenige jaren bij hem in
dienst was geweest. De wachtmeester der ma
réchaussee te Venloo onderzocht dientengevolge
de zaak en moclP er in slagen den verdachte
tot volle bekentenis te brengen. Om alle ver
denking van zich af te wenden had Sprengers
ook zich zeiven een bedreiging tot moord ge
schreven met welks inhoud hij dadelijk na dt
ontvangst, den burgemeester ter zijner woonplaats
bekend maakte.
Laatstleden Woensdag hebben de maré-
chaussées te Maastricht een gezelschap aange
houden, ocstaande uit een heer en twee vrouwen,
welke met het spoor van Aken aldaar arriveer
den. Onder weg waren zij door den wacht
meester der maréchaussées uit Vaal» die zich
in burgerkleeding in dezelfde spoorwegceupé
bevondbetrapt op het spelen om geld met
twee reizigers die niet tot de snuggersten sche
nen te behooren. Bij onderzoek bleekdat
hunne papieren in orde waren maar bij hen
werden eenige honderden francs en eenige gouden
en zilveren horloges gevonden. Nadat van een
en ar.der proces-verbaal was opgemaaktwerden
zij weder op vrije voeten gesteld.
Uit Gennep wordt van 28 November ge
meld
Gisteren avond voelde de machinist van den
laatsten trein van Boxtelin de onmiddellijke
nabijheid van het station alhiereen lichten
schok. Bij het onmiddellijk ingesteld onderzoek
vond men tusschen de rails het lijk van zekeren
II. W., de linker arm was geheel verpletterd,
en de geheele linkerzijde zwaar gekneusd.
De ongelukkige, een oppassend jonkman, leed
nu en dan aan zwaarmoedigheid; men vermoedt
daaromdat hij zich opzettelijk heeft laten
overrijden.
Te Haarsteeg onder de gemeente Hedik-
huizen ontstond deze week brand in de hop-
schuur en leerlooierij van den heer J. Van der
Aa. Door krachtige inspanniug slaagde men er
in het gedeelte dat tot looierij dient, te behou
den. De schade aan hop is vrij aanzienlijk.
Alleen het gebouw was verzekerd. De oorzaak
wordt toegeschreven aan onvoorzichtigheid bij
het smelten van zwavel tot bereiding der hop.
Eenige dagen geleden heeft een bemiddelde
weduwe, die met hare dochter te Kuilenburg
woonteen dreigenden brief ontvangendie
onder de deur door was geschoven. In den
brief wordt haar gelast f400 te leggen in een
kuiltje, waarvan de plaats nauwkeurig was aan
gewezen. Het kuiltje is gevonden en was op
zettelijk gemaakt. Voorts wordt in den brief
bevolen noch de politie noch de geestelijkheid
er mede in kennis te stellen, want dat alsdan
de dochterwaar zij zich ook mocht bevinden,
zou worden vermoord. Als een bijzonderheid
wordt in den brief nog medegedeelddat de
eisch zeer matig gesteld is daar iu den Haag
wel 75,000 werd gevraagd. De bedreigden
hebben onmiddelijk aangifte by de politie gedaan
en den brief overgelegd. De commissaris heeft
eerst de zaak geheimgehouden, eene enveloppe,
met papier gevuld op de aangewezen plaats
doen leggen en nauwkeurig toezicht doen hou
den. De brief is evenwel niet afgehaald.
De beteekeuing van het arrest van terecht
stelling en acte van beschuldiging in zake ca.
YV. M. de Jongh heeft gisteren plaats gehad,
De rechtsdag wordt later opgegeven.