Nummer 6. Donderdag 21 Januari 1881. 4e. Jaargatv Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. rn„ llLiU Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. Verwaarloosde krachten. Aan den heer Redacteur-uitgever van de Echo van het Zuiden. „Hoe men in Noordbrabant over de overstrooming denkt,. Si De Echo van het Zuiden, D't blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00, tianco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden nz., franco te eenden aan den Uitgever. ufclfc?**win*- Advertentiën 17 regels 0,60. daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, driemaal ter plaatsing opgegeven, worden tweemaal in rekening gebracht. Reclames beneden de rubriek Binnenland 15 cent per regel. Verleden Zaterdag, nadat de vóórpagina van het dien dag verschijnend nummer onzer courant reeds was afgedrukt, ontvingen wij het stuk getiteld „verwaarloosde krachten", met verzoek het op de eerste bladzijde op te nemer.. Daar dit in het gegeven geval onmogelijk was, waren wij verplicht not tot Woensdag te latei» liugen. Dinsdag ontvingen wij van dezelfde hand het schrijven, getiteld „aan den heer redacteur uitgever van de Echo van het Zuiden." Beide stukken laten wij hier volgen. Het artikel „verwaarloosde krachten" voorko mende in No 10 van het Dagblad van Z.H-dl. én 's Gravenhage, zal zeer zeker de aandacht vooral van menig lezer uit en bij de tengevolge van de jongste waterrnmp in Noordbrabant ge ïnundeerde en verwoeste streek getrokken hebben. De bedoeling van het opstel om de verwaarloosde» krachten van onze gevangenendie nochtans schatten gelds aan onderhoud kosten, ten nutte van bet laud aan te wenden, heeft ontcgenzeg gelijk veel voorwellicht ook ditdat onder behoorlijke discipline de zedelijke verbetering van die „eigenaardige renteniers", zooals het Dagblad hen betitelter bij winnen zou. Dat de zaak evenwel ook zijne keerzijde heeft, wordt ouder anderen erkend door de bedenkingen, die in het zelfde opstel er tegenover worden geplaatst. Hoe het zij de aangelegenheid door den schrijver ter sprake gebracht is zeker belangrijk genoeg omzooals aan het slot van het artikel gezegd wordt, er eens over na te denken. Bij de overweging van een zoo gewichtig vraagstuk sullen zich naar mijne overtuiging wel tal van bezwaren van allerlei aard voordoen, tot welker oplossing een gezette studie van het onderwerp noodzakelijk zal blijken. Het betrenswaardige feit dat tot het schrijven van het artikel in het dagblad aanleiding gal' zal ii tusschen van het aangegeven denkbeeld geen voordeel kunnen trekken. De voorziening toch van de waterramp bij Nieuwkuik kan op den uitslag van de overwegingen tot oplossing van de vraag, of de verwaarloosde werkkrachten van een groot gedeelte onzer gevangenen al dan niet voor publieke water» en grondwerken kun nen benuttigd worden niet wachten. Maar iets anders is het of niet op andere, toch iu de ge geven omstandigheden, doelmatige wijze herstel mogelijk is. Ik meen ja. Zoo is men van den aanvang af onverdeeld geweest iu de meening, dat de plaats van den doorbraak het gat iu den Heidijk, spoedig rooest worden gedicht en dat dit ook zeer goed geschieden kon. Het kon te gereedernaarmate het water overal, en dus ook daar bij voeten, gevallen was. Materialen werden aangevoerd en van mond .tot mond ging de vreugdeinare„de omringiug nadert hare voltooiing." Zou het waar zijn Och neen want in hetzelfde nummer van het Dagblad en gistereu reeds in locale bladen las men met een gemengd gevoel van veibazing en medelijden, dat de bewoners van de overslroumde streek zich Dij ZEx. den Minister van waterstaat, enz. over de traagheid van het werk beklaagd heb ben. Mogen die verzuchtingen verhoord worden. Terwijl men nu het water vrij spel liet om te bederven en te verwoesten wat tot nu toe ge spaard bleef, laat men tal van arbeiders hier ou daar verpleegdhun tijd in ledigheid doorbren gen. Hoe gemakkelijk ware het geweest deze mensehen d&ar te Werk te stellen. De locale commissiën, die reeds zooveel en met z lul- waardigei; ijver gedaan hebben, z >udct; voorz. A.-r ook in deze hulp hebben geboden. Een enkele oproeping ware voldoende geweest om een legertje van arbeiders, berekend voor hunne taak, met schop en spa gewapend op de been te brengen. Doch ontbrak het aan orgardseerende, aan lei*- dende kracht Er moet gewikt en gewogen en getheorisetrd worden, en „Senatu d lib rante enz. Hoe dit zijvorst en sneeuw zullen het nu niet bet»?r hebben gemaakt. Doch hopen wij dat he4 nog niet te laat is en dat weldra het werk voltooid moge wezen. Maar straks, als de sneeuw zaL zijn gesmolten, als het water zal zijn afgezakt, als het veld bloot zal liggen, dan niet slechts gejammerd en getreurd maar de lnnden uit de mouwen, dan aangevuld wat is weggespoeld, ge» ffend wat uitsteektVoorzeker, dat zal moeite kosten en geld maar het kost bare land zal weder vruchten opleveren, zal weder productief worden. Geen wiel of modder poel mag het welvarende. Nieuwkuik ontsieren, geen zandhruvel bedekken de plaats waar de noeste landbouwer werkte, zaaide en oogstte. Alle sporen van deze ontzettende ramp moeten zooveel mogelijk verdwijnen. De geschiedenis zal die in herinnering houden en, helaas, de vele ongclukkigen, die zonder genoegzame hulp den harden slag niet kunnen te boven komen. Maar wat hersteld kan Worden moet hersteld, maar door wien Door het. krach'ig initiatief van welke macht dan ook. Er zullen wel handen zijn om het werk te doen en wel geld om het te betalen. Dat het zoo zij Wolamicewat is er toch geworden van mijn „verwaarloosde krachten"?Ik had me al verkneukeld in het vooruitzicht een kolommetje van uwen Echo te hebben ingenomen en van zoovele andere, naar de leer van oorzaak en gevolg daaruit mogelijke eventualiteiten maar ja welalsof het u te doen was de kroon op het werk te zetten ook gij verwaarloost mijn „verwaarloosde werkkrachten." En dat nogwel tegenover uw vriend of is het niet mooi genoeg voor de krant? Dat i« niet aardig van je; be denk dan toch dat alle begin celen raoeielijk zijn en dat men aldoende leest dat is zoo geen aanmoediging en de vriendschap kan van een kant niet komen. Had me nog maar de satis factie gegund van met een paar correspondentie woorden te laten weten waarom u mijn artikeltje geen plaatsje in uw blad waardig keurdetdaii had ik tenminste geweten waaraan mij te boude», enTerwijl ik zoo zit te schrijven wordt er schuchtii aan de bel getrokken'; een vrouw wilde me sprekenLaat binnen komenTk zal de lezers van uw blad het verhaal besparen van ariuoe en ellende ons door deze vrouw ge schetst van deze huismoeder, die nog zoo kort geledej» met haar mari en kinderen zoo gezegd „fatsoenlijk den kos' verdiende", maar thans bij Zoo weinig weik. en zooveel mindere verdiensten en het stijgen der uitgaven van de noodzake lijkste behoeften haar noo 1 moest komen klagen. En h velen zijn er zoo, wat wordt er niet ge leden buiten h. t weten van de liefdadigheid; en dat er liefdadigheid in onze gemeente huist is vooral de laatste dag' n gebleken. Met hoeveel toewijding toch is de taak der verpleging van de vluchtelingen van den watersnood behartigd. I d. i li: ij\. .1 ziel» om het uiec?t hulo te bieden; en gaven in geld, in mondbehoeften en iu kleederen niets was te Veel. Iu uieu nood was voorzien en zal zoolang het nog duren mocht, wel voorzien wordenMaar vergeten wij nu onze eigene vrienden niet 1 De winter is met al zijne gestrengheid de woningen onzer armen binnengedrongende levensmiddelen zijn duur, en de verdiensten zeker in geen jaren terug op het -lage p;-il van thans. Bij geen mogelijkheid kan er in het hoog noodige van velen, door eigen verdiensten voorzien worden. Eu wie zijn het, die armoe en ontbeering lijden Ga èens zien, lietdadige Waalwijkers breng eens bezoek in menig huisgezin", informeer en onderzoek. Laat ik u den toestand niet zoo donker voor- s ellen als hij werkelijk is; ga en overtuig u /.••If, en laat dan hulp niet achterwege. Buiten gewone nood eischt railden bijstand. Gij allen, die zooveel, gedaan hebt voor uwe buren, laat •ok de bede van uwe noodlijdende gemeentena ren niet onverhoord. Geeft en geeft voortdurend, zoolang deze barre winter duurt, totdat betere dagen komentotdat de natuur weder hulp biedt totdat de verdiensten rijzeu en de behoef ten minderen. Laat ons allen, ieder naar zijn vermogen de armoe bestrijden, den harden nood lenigen, hulp brengen en troost, waar het r.oodig is. Onze kisten en kasten nog eens omgeschom- ineld wellicht is hier en daar nog eenig oud kleedingstuk nog wat ongebruikte dekking te vinden. Nooit beter dan nu kan het aangewend worden. Er ligt zooveel onbenuttigd in menig gezinwaarvan men niet goed scheiden kan zonder te weten waarom, misschieh omdat men meent dat het nog te pas kan komen. Juist, te pas kan komen dat is nu het geval laat ons er dus gebruik van maken, en laat niet het verwijt andermaal zich opdringen, wanneer in 't voorjaar de schoonmaak ons die ongebruikte overvloed onder de oogen brengt „daarmede had ik de armen kunnen dekken en kleeden." Dat ware jammer voor hen en ook voor ons, wantweldoen geeft genot 1 In de N. TL Ct. van verleden Zaterdag komt een artikel voor met het opschrift Ofschoon het eigenlijk veel te lang is om in ons. blad te worden opgenomen hebben wij toch gemeend onzen lezers hetzelve niet te mogen onthouden, omdat wij het voorzeker hielden dat eene kennismaking met dit belangwekkend stuk hun niet dan hoogst aangenaam zijn kon. Nadat de schrijver in korte trekken den wa terstaats-toestand van Noordbrabar.t geschetst heeften aan hen, die het niet weten heeft uitgelegd hoe het mogelijk was, dat Nieuwkuik uit de zuidelijke richting overstroomd werd, ver volgt hij Den 28sten December 's morgens was door eenige kinderen in het binnentalud van den dijk op eenige decimeter afstand van de teen een straal water ontdekt. Zij gaven hunne in de nabijheid wonende ouders daarvan kennis die op hunne beurt de buren waarschuwden waardoor aanstonds eene massa menschen met den burgemeester naar de plek liepen. De ont steltenis was dra zoo grootdat het grafwaarts dragen van het lijk van den eigenaar van het „Land van Beloften" daardoor vertraagd werd. De polderwerkers in de zoogenaamde Peper straat wonende, vónden „dat het er niet deugde", eu de burgemeester achtte deze waterstraal van zooveel gewichtdat hij ijlings den dijkstoel en den ingenieur van den waterstaat te Heusden deed waarschuwen en een renbode te paard naar den burgemeester van Vlijmen zond zijnde de wel achter Nicewkuik op Vlijmens gebied gele gen. inmiddels werd op last van den burgemeester van Nieuwkuik met de werkzaamheden voor het stoppen van de wel aangevangen. De burg meester van Vlijmen en die van Herptals v tegenwoordiger van den dijkstoel, achtten dew van geen beteekenis. Op menige plaats in d dijk sijpelt water dooren hier was het nie erger. Zoo luidde het bescheid van deze auto teiten en van eenige andere boeren en qua deskundigen. Had de burgemeester van Nieuw kuik niet zoo krachtig op voorziening nangedro' gen dan zou vermoedelijk in het geheel ni aan den dijk zijn gewerkt. Onder toezicht van den ingenieur van de waterstaat, die uit Heusden dra ter plaatse vè scheen, werd nu buitendijks tot na het vall van den. avond gewerkt. Daarop werd de a beid gestaakt en aan de arbeiders meegedeel dat zij den volgenden ochtend voor het wer dat zij dien dag gedaan hadden 50 cent lo konden komen ontvangen slechts 50 ct. ouub de leden van den dijkstoel alleen betaling to stonden voor zoover, op hun last gearbeid \va. en niet voor liet werk dat vóór hunne koms op last van den burgemeester van Nieuwkui had plaats gevonden. Deze laatste liet niet zoo krachtig mogelijk zijne bedenkingen te lat hooren tegen het besluit van het staken d werkzaamheden maar men. gaf hem ten ant woord dat het verder niet noodig wasen di de dijkstoel er geen geld meer voor uitgaf, n i e tegenstaande de w e 1 d o o r b 1 e e f 1 o c pen, en de tot hiertoe gedane werkzaamhed klaarblijkelijk in het minst geen doel haddei gttroffen. Van verzakking van den dijk v niets te bespeuren en hel dansen van een*'* tal poldergasten op verschillende plaatsen wlfS niets uit. I)e burgemeester bleef, met heto°; op het groote gevaar, dat zijns inziens de gfe raeente bedreigdeop voortzetting van den ar beid op den volgenden dag aandringen mad zijne vertoogeu en die van eenige andere inge zetenen werkten niets uit. De ingenieur va den waterstaat schijnt zich door de reeds ver' melde deskundigen ?-te hebben doen bepraten zoodat des avonds den 28stei: alles tot ru wederkeerdemet uitzondering van de bewone der nabijgelegen huisjesdie niet nalieten oo den volgenden dag aanhoudend naar de wel t loopen. De Staatscourant heeft medegedeeld d onverwachts een dijkbreuk boeit plaat gevonden dit na moge de o f f i c i e e l e waa beid zijn maar de waarheid was het nie De dijk -bleef dan ook bewaakter werd ee lantaarn bij de wel geplaats met een wacht va vijf man. Wij wenscben ons niet tot drager te make van de geruchten die de doorbraak niet allee aan de elementen toeschrijven, omdai. elk bewij voor de waarheid daarvan ontbreekt cn oo nooit meer te leveren zou zijn. Die geruchte zullen bij zulk een ramp vermoedelijk nooi ontbreken en spruiten veelal voort uit de ze^ nuwachtige opgewondenheid van de slachtoffer" Maar een andere vraag is het of na het ont dekken van den waterstraal gedaan is wat ge daan had kannen worden om de ramp t voorkomen. En op die vraag zouden wij nie gaarne een toeste r mend autwoord geven. Immer bestond de dijk grootendeels uit zand, en moch de helderheid van het water dezer wel alzo geen bewijsgrond voor het meerdere of minder gevaar opleveren. Het zand filtreert het water Op hetzélfde oogeublik waarop 80 uren late de wacht vuil en slijk zag medevoeren, verdub belde de breedte van den stiaal en nam d persing oogenblikkelijk zoodanig toedat aai geen stoppen meer te denken vielen de dijl enkele minuten later uiteen barstte. Toen maar ook te laat bleek maar al te zeer dat he geene gewone doorsijpeling van water was ge weest, zooals men die bijv. aan den voet vai den dijk tusschen Besoijer. en Capelle veelvuldig aantreftmaar wel degelijk een weldie dei dijk onderraijde. De samenstelling van dien dijl was volstrekt niet oubeke d. Men kon du:; weten dat op de helderheid van het water niet o n voor waardel ij k mocht worden Vertrouwd; en met het oog op de groote gevolgen die eer doorbraak daar ter plaatse hebben moest gevolgen die by den dijkstoel wel bekend moes

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1881 | | pagina 1