Nummer 44.
Donderdag 2 Juni 1881.
4e. Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmaking.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk
Verslag der kamer van koophandel
en fabrieken te Waalwijk.
Algemeene beschouwing.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk,
ontvangen hebbende aanschrijving van Z.Exc. den
commissaris des konings in deze provincie van
den 23 April 1881, 3e afdeeling, (Bijbl. no 50.)
Gelet op de 2e zinsnede van art. 139 der wet
van 19 Augustus 1861, (Stbl. no 72.)
Maken bekend
Dat het te houden onderzoek (inspectie) van de
verlofgangers der nationale militie in deze prov.
voor aeze gemeente zal plaats hebben op Maandag
den 13 Juni 1881, des voorm. 10 ure, ten raad-
huize der gemeente.
Dat tot de bijwoning van die inspectie zijn
gehouden alle verlofgangers der militie te land,
aie vóór 1 April van het jaar der inspectie in het
genot zijn gesteld van onbepaald verlof, om het
even tot welke lichting zij behooren.
Dat de voorschriften der aangehaalde wet onder
anderen luiden als volgt:
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het
onderzoek in uniform gekleeden voorzien van
de kleeding- en uitrustingstukken hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130
kan een arrest van 2 tot 6 dagen, te ondergaan
in de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest, door den
militie-commissaris worden opgelegd aan den
verlofganger
lo. Die zonder "geldige redenen niet bij het
onderzoek verschijnt
2o. Diedaarbij verschenen zijndezonder
geldige redenen niet voorzien is van de in liet
voorgaande art. vermelde voorwerpen
3o. Wiens kleeding-of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat^worden be
vonden
4o. Die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens
het voorgaande art. arrest is opgelegdbij het
onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk
onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich
niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij
op schriftelijke aanvrage van den militie-comm.
te richten aan den burgemeester der woonplaats
van dien verlofganger, aangehouden en onder
verzekerd geleide naar de naastbijgelegen pro
voost of het nabijzijnde huis van' bewaring oj
arrest gebracht.
Art. 143. Onverminderd de straf in art. 141
vermeld, is de verlofganger verplicht, op den
daartoe door den militie-comm. te bepalen tijd
en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven
wijze, voor hem te verschijnen om te worden
onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herha
ling schuldig maakt aan het feit, sub.'4o. van
art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143
voor den militie-comm. verschijnt, of, aldaar ver
schenen zijnde, in het geval verkeert sub. 2o. en
3o. van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen
geroepen en van 3 tot 6 maanden gehouden.
Dat zij de verlofgangers verder opmerkzaam
maken, dat zij gedurende den tijd, die het onder
zoek duurt, en in het algemeen wanneer zij in
uniform gekleed zijn, volgens het aangehaald'art.
130 2e en 3e lid der wet, worden geacht onder
de wapenen te zijn, en het crimineel wetboek en
het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk
te lanae op hen van toepassing is.
En opdat niemand onwetendheid zou kunnen
voorwenden zal deze na afkondiging op de gewone
wijzeworden aangeplakt ter plaatse waar zulks
te doen gebruikelijk is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DER KLOKKEN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Waalwijk, 17 Mei 1881.
Advertentiën 17 regels 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal ter plaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per reg.
bepaalde tijdstip, voor dezelve hebben te sisteeren
als zullende degenen, welke zulks mochten ver
zuimen gehouden worden geene redenen van
vrijstelling te hebben, en voor zooverre zij dienst
plichtige nommers getrokken hebbendéniet
vallen in de termon van art 3, a, b, c, 1 en
m en artikel 4 der wet, bij de schutterij worden
ingelijfd, tot zij in een volgend jaar hunne recla
mes op voorschreven voet zullen hebben doen
gelden.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid
zoude kunnen voorwenden, zal deze worden af
gekondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze
gemeente gebruikelijk is.
Waalwijk, 30 Mei 1881.
De burgemeester voornoemd,
VAN DER KLOKKEN.
(Vervolg.)
SCHUTTER IJ.
De burgemeester van Waalwijk maakt aan de
belanghebbenden bekend
Dat de commissie, ingevolge art 15 der wet,
belast met het onderzoeken nopens de al of niet
gegrondheid der redenen, welke tot vrijstelling
of uitsluiting van de dienst der schutterij zijn
ingebracht, zitting zal houden op Dinsdag dén
7 Juni e. k., tot onderzoek van hen, aan wie in
het voorgaande jaar voorwaardelijk vrijstelling is
verleend.
Wordende de belanghebbende personen ten over
vloede uitgenoodigd, de schriftelijke bewijzen tot
staving hunner redenen van vrijstelling, bij dc
wet gevorderd, alsnog;, voor zooverre zulks 'niet
alreeds is geschied drie dagen te voren, ter secre
tarie alhier over te leggen.
Terwijl eindelijk aan de geconcerneerde perso
nen wordt kennelijk gemaakt, dat zij zich stipt
op het door de voornoemde commissie daartoe
Het afgeloopen jaar was voor onze nijvere
gemeente nog evenmin rooskleurig als de
beide voorgaande jaren. De twee voornaamste
lakken van industrieleerlooierij en schoen
makerij verkeerden niet in opgewekte stem
ming; in beide vakken waren de winsten
voor den fabrikant gering en de handel niet
geanimeerd.
De looierij alhier heeft dit voor, dat zij
hoofdzakelijk in soliede handen zit; dienten
gevolge behoefde de looier niet met verlies
te verkoopen en heeft het kapitaal, dat ge
bezigd wordt, nog steeds gerendeerd.
De gunstige ligging onzer gemeente ten
opzichte dezer industrie aan stroomend water
komt den looier zeer te stade. Het Waal-
wijksche leder vindt altijd gretige koopers
van daar ookdat de meeste looierijen on
geveer op denzelfden voet bleven doorwerken
in afwachting van betere tijden.
Omtrent de reden van den minder gun-
stigen stand van zaken verwijst de kamer
naar haar verslag van het vorig jaar.
Anders is het gesteld-met de schoenma
kerijen. Tijdens de gunstige jaren was het
voor den flinken schoenraakersbaas moeielijk
zijne werklie len te behouden, omdat de
laatsten bovenmatig hooge loonen vorderden
en velen van dezen, gesteund door een al te
lichtvaardig crediet, zich zei ven als fabrikant
leveranciers vestigden. Het gevolg daarvan
wasdat men een aantal schoenmakersbazen
verkreeg met weinig of geen middelen en
deze hebben de prijzen maar al te dikwijls
gedrukt.
Overigens bleef men tegen de concurrentie
van het buitenland den strijd voortzetten;
een ongelijken strijd èn omdat de buitenland-
sche fabrikant, die reeds binnen de grenzen
van zijn land een veel grooter gebied kan
exploiteerengereedelijk zijne waren over
onze landpalen kan brengenèn omdat de
Nederlandsche fabrikantdie binnen veel
enger grenzen besloten ligt, wegens de zwaar
dere heffingen in het buitenland, zijne waar
niet in de naburige rijken kan invoeren.
Hoe grooter het debietdes te goedkooper
kunnen de waren worden afgezet.
Waar alzoo de hierboven bedoelde ongun
stige omstandigheden het debiet van onze
industrieelen beperken heeft de buitenlander
het ook in zijne macht de prijzen te drukken
en eene concurrentie in het leven te roepen,
waartegen men zich met alle mogelijke
energie zal moeten blijven verzetten, wil men
in dien strijd niet het onderspit delven. Zij,
die hunne inrichtingen tot fabricatie van
schoeisel op machinalen voet brachten, namen
het initiatief om dien stroom van buiten te
helpen keeren. Maar de invloed daarvan zal
eerst op den langen weg verklaarbaar worden,
want om fijn afgewerkt machinaal schoeisel
te vervaardigen behoeven de fabrikanten de
meest geoefende handwerksliedendie juist
het minst bereid zijn om van hunne tot op
zekere hoogte vrije levenswijze in eigen wo
ning afstand te doen en meer gereglemen
teerd, op vaste uren in een fabriek te komen
en te blijven.
Het is proefondervindelijk bewezen, dat de
werkmauschoenmaker meestal slechts in de
machinale fabrieken komt arbeiden, wanneer
hij daar liooger loon kan verdienen dan met
zijn handenarbeid thuis, of wanneer hij niet
anders kan. Zij, die tot de laatste rubriek
behooren, zijn natuurlijk niet de beste werk
lieden die van de eerste rubriek brengen
den fabrikant weinig voordeel aan, van daar
dan ook dat deze fabrieken nog niet zooveel
vlucht genomen hebben a.ls de ondernemers
zich misschien hebben voorgespiegeld.
Het laat zich aanzien, dat, bij blijvenden
invoer van gemaakt schoeisel uit het buiten
land, de arbeid echter binnen 'shuis eer zal
af- dan toenemen, waardoor ook het meer
geoefend werkvolk eerder zal moeten besluiten
de arbeidskracht voor deze fabrieken te le-
veren. Oefening is en blijft de hoofdzaak
zoowel voor machinalen- als voor handen
arbeid en daarin moet onze werkman den
buitenlandsche trachten op zijde te streven.
Dat de werkgever met alle kracht het noodige
aanwende om tot dat doel te geraken.
In de twee machinale fabrieken te Besoijen,
waarvan de eene met p.m. 50 en de andere
met 33 knechts werkt, ongerekend de knechts
en vrouwelijke arbeidsters, die in eigen woning
werkenworden gemiddeld 2000 paar schoe
nen en laarzen per week afgeleverd. De
arbeidsloonen bedragen f7.tot f 12.
per week voor de mannelijke en van f 2.50
tot f4.voor [de vrouwelijke werklieden.
De eigenaar van eerstbedoelde fabriek fabri
ceerde vroeger met handenarbeid, doch sedert
een viertal jaren machinaal.
Deze schoenmakerij bestaat reeds ruim een
60tal jaren. Zij heeft een groot débouché
in Oost- en West-Indiën en is over het ge
heel, maar vooral voor het machinaal ge
deelte van haar fabrikaat, bi1' uitstek gunstig
bekend.
De schoenmakerijen in deze, zoowel als in
de omliggende gemeenten, handhaven ook in
alle opzichten haren gevestigden roem. De
'1de Noordpool-expeditie bestelde nu weder
hare benoodigde klomplaarzen bij denzelfden
fabrikant alhier.
In de Nederlandsche fabriek van leder
artikelen te Baardwijk heerschte, vooral in
de laatste 3 a 4 maanden van het jaar,
buitengewone bedrijvigheid en dit wel ten
gevolge van loopende contracten die deze en
nog een paar andere fabrieken in Nederland
met liet gouvernement gesloten hadden voor
schoeisel ten dienste van liet leger. Volgens
verklaring van de directie werkte de fabriek
geruimen tijd met 120 tot 160 man, doch
sedert de oplevering van dat schoeisel moesten
de daartoe in het bijzonder gebezigde werk
lieden achtereenvolgens worden ontslagen;
deze omstandigheid noopt ons iets langer bij
dit onderwerp stil te staan, dan een verslag,
als hetwelk wij hier nederschrijvenstrikt
genomen, zou vorderen de kamer wenschte
nog een enkel woord over deze aanbeste
dingen te spreken.
Wegens de buitengewoon strenge eischen,
die bij de keuring van dit schoeisel door het
departement van oorlog werden gesteld, een
goed beginsel trouwens mits met oordeel toe
gepast, hebben de fabrikanten er ook belang
bijdatwanneer zij een voldoende hoeveel
heid voor dat doel geoefend werkvolk bezitten,
zij niet, door geheele staking van den aan
maak van dat schoeisel, genoodzaakt worden
die rnenschen op een gegeven oogenblik weder
heen te zenden. Blijft het gouvernement de
hooge eischen van het contract der vorige'
jaren handhaven, dan schijnt het ook in
's Hij ks belangdat er doorloop end
schoeisel worde aangemaakt, aan welke fabrie
ken dan ook, en dat niet, zooals thans het
geval is, gedurende een groot gedeelte van
het jaar in geen enkele fabriek van ons land
militair schoeisel wordt vervaardigd want in
dat vak geoefenden zullen hunne diensten
-aanbieden aan elke fabriekwaar de levering
wordt toegewezen, zoodat het er in dat op
zicht minder toe doet waar de vervaardiging
plaats heeftmaar kunnen zij dat werk
nergens bekomendan moeten zij ander
werk opzoeken en raken hunne oefening in
dat vak weder kwijt.
Bij een volgende levering of aanbesteding
kunnen de fabrikanten dus weder met onge
oefend werkvolk aanvangen, hetgeen voor
beide partijen ontegenzeggelijk een nadeel is.
Immersal heeft de fabrikant veel belang
bij zijne afnemerszoo heeft met het oog
op het groote gewicht van een deugdelijk
legerschoeiselin dit geval de afnemer niet
minder belang bij goede leveranciers, op wie
hij in tijd van nood bij mobilisatie des legers
kan rekenen. Zal het gouvernement steeds
gerust de toekomst tegemoet kunnen zien
en niet, zooals in 1870, gevaar loopen bij
mobilisatie de manschappen niet behoorlijk
van schoeisel te kunnen voorziendan zal
het een zeker getal op goede grondslagen
gevestigde fabrieken aan zich moeten weten
te verbinden. Het zal dan met een betrek
kelijk klein getal fabrikanten, misschien een
half dozijnrekening hebben te houden
omdat ons land geen ruimte aanbiedt voor
een onbeperkt getal door stoom gedreven
inrichtingenmet zooveel machines als het
contract, misschien niet ten onrechte, vordert.
Het is niet wel mogelijk die fabrieken
voor een groot deel telkenmale te doen stil
staan om geduldig af te wachten of de loterij
eener publieke aanbesteding al dan niet iets
in haren schoot zal werpen.
Alhoewel dit alles in veel mindere mate het
geval is ten aanzien van het door handen
arbeid vervaardigde schoeisel ten behoeve van
de departementen van koloniën en marine,
hebben de opvolgende hoofden van die mi-
nisteriëu toch reeds lang de juistheid van
een en ander ingeziensedert jaren hebben
dan ook de leverantiën voor die beide de
partementen geregeld plaats gehad, hoofdza
kelijk in deze en omliggende gemeenten naar
genoegen van de beide partijenook dit jaar
mochten de fabrikant n de benoodigde hoe
veelheid schoenen afleveren.
De cursus op de teekenschool is dit jaar
met 35 leerlingen geopend, waarvan 26 voor
het handteekenen of lijnrechtig teekenen en
9 voor het bouwkundig onderwijs.
Wij constateeren met belangstelling de
waardeering door ouders en leerlingen van
de moeite en kosten, die het gemeentebe
stuur en de betrokken commissie zich in deze
getroosten. Naar wij vernemen wordt de
school geregeld bezocht en maken de leer
lingen voldoende vorderingen. Voor onze
toekomstige ambachtslieden en niet minder
voor de schoenmakersgezellen in spe is'het
teekenonderwijs veelbelovend.
Beschaving en gevoel voor wat goed en
schoon is, kunnen er slechts bij winnen.