Nummer 90. Donderdag 10 November 1881. 4e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmaking.
Eene Tijdvraag.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk.
i
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,16. Brieven, ingezonden stukken, gelden,
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60, daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal ter plaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitscnland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per reg.
Burgemeester en wethouders van Waalwijk,
Gelet op de art. 1 en 27 der wet van 28 Juni
1881 (Staatsblad no 97) tot regeling van den
kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling
der openbare dronkenschap,
Herinneren belanghebbenden
dat zij, die op 1 November 1881 in de localiteit
of localiteiten, daarvoor reeds op 1 Mei van ge
meld jaar in gebruik, zonder strijd met de wet
sterken drank verkoopen in het klein, namelijk
bij hoeveelheden van minder dan twee liter, en
daarmede wenschen voort te gaan na den termijn
waarvoor zij zijn gepatenteerd zijnde nè, 1 Mei
1882 ingevolge art. 27 der wet gehouden zijn
daartoe voor i Januari 1882 bij een op zegel ge
schreven adres vergunning te vragen aan het ge
meentebestuur, onder nauwkeurige omschrijving
der localiteit of localiteiten, van de namen en
voornamen, ambten, beroepen en bedrijven, zoo
wel van den verzoeker als van zijne lmisgenooten
boven de 16 jaren, alsmede van het debiet gedu
rende de laatste 12 maanden.
Wordende hierbij, voor zooveel noodig, nog op-
femerkt, dat verzoeken na 1 Januari 1882 inge-
iend, ingevolge de wet buiten beschikking moeten
blijven, zoodat een ieder het zichzelven zal te
wijten hebben, als hij den wettelijken termijn niet
heeft inachtgenomen.
Burgemeester en Wethouders voorn.
VAN DER KLOKKEN.
De Secretaris
F. W. VAN LIEMPT.
Waalwijk, 2 November 1881.
Onder de vele belangrijke vraagstukken
der eeuw, neeuit eene beduidende plaats in:
de Levensverzekering.
Wanneer men een vergelijking maakt van
ons vaderland met andere rijken, met be
trekking tot het standpunt waarop het stuk
„Levensverzekering7' zich bevindtdan vinden
we ook daarin de bevestigingdat wij
Nederlanders niet ten onrechte vergeleken
worden bij het hinkende paard.
Daar is een Italiaansch spreekwoord dat
voorzeker zijn waarde heeft in: alle landen
het luidtchi va piano va sanochi va
sanova lontanode beteekenis is overbe
kend. 't Is maar jammer dat het zoo dikwijls
gebruikt en toegepast wordt, waar het niet
mag zijn.
Of zou de schooljongen kunnen volstaan
met die machtspreuk te bezigen, wanneer hij
zijn werk niet behoorlijk heeft afgemaakt
zou de fiscus genoegen nemen met het „chi
va piano" van den belastingschuldige, die
een jaar ten achteren is; zou de spoorweg
maatschappij verantwoord zijn met het spreek
woord, zoo hare treinen geregeld een half
uur te laat aankomen?
Ook wij hebben spreekwoorden die fraai
klinkenals„voorzichtigheid is de moeder
van de porceleinkast." Wij zouden er nog
wel een spreekwoord willen bij maken, dat
voorzeker in ons dierbaar vaderland recht van
bestaan zou hebben „lamlendigheid is de
bron van veel kwaad."
Zoo is het ook op het gebied der levens
verzekering.
„In ons land komen alle goede dingen
langzaam, doch zij komen er toch" schreef
onlangs ter zelfder zake het weekblad „De
Amsterdammee." Het eerste erkennen wij
volmondig; het tweede willen we hopen.
Wanneer men een blik om zich heen slaat
en men ziet die honderden familienwaarin
de achterblijvende weduwe of weezenof
beiden zonder brood zijn wanneer de man
mocht komen te vallendan mag het met
recht verwondering baren, dat zoo weinigen
de noodige voorzorgen nemen om dat ongeluk
te voorkomendat zulk een onnoemelijk aan
tal schijnbaar zorgeloos daarheen leeft, in het
bewustzijn, dat met hen, de steun, het brood
van vrouw en kinderen ter neder ligtdat
zoo menig ambtenaar de jaren laat voorbij
gaan, waarin het hem mogelijk is iets af te
zonderen en zóó te beleggen, dat hij in later
leeftijdwanneer hij anders van een klein
pensioen zou moeten bestaan en zich behelpen
hetzij eene behoorlijke toelage als jaar-
lijksche uitkeering, hetzij een ronde som kan
verkrijgen, die de laatste levensjaren dragelij
ker kunnen maken.
En om daarop te wijzen is het dat wij
déze woorden ternederschrijven.
Een tijdvraag noemden wij het, een erns
tige tijdvraag is het.
En niet alleen materieel voordeel geeft de
levensverzekering, het moreele voordeel schatte
men niet gering haast zouden wij dit laatste
nog grooter noemen dan het eerste.
Of is het niet van onschatbare waarde
voor den niet door fortuin begunstigden
huisvader, die zijn dng besteedt om te zorgen
en te werken voor het welzijn van zijn gezin,
te weten dat ook dan, wanneer de groote
nacht voor hem zal aanbrekende zijnen
verzorgd zullen zijn
Is het niet een troost voor hem, die als
ambtenaar van la id provincie of gemeente
zijn leven slijt in véél werk en weinig trak
tement, de overtuiging te hebben, dat wan
neer de kwade dagen zullen komen en hij
door ouderdom of ziekte onbekwaam geacht
en met een klein pensioentje, zooals men het
noemt „naar huis gestuurd zal worden", dat
hij dan een appeltje voor den dorst zal vinden,
wèl bespaard van zijn eigen penningen, maar
in ieder geval ruim, ja dubbel datgene wat
hij eens spaarde, en niet een zooveelste per
cent van het door hem verplicht gestorte in
liet Danaïden vat Pensioenfonds
Maar niet alleen de ambtenaar moet deel
nemen in de levensverzekeringelk staats
burger kan zich daardoor rust verschaffen
rust in den ouden dag, gerustheid in de
dagen van werk voor de toekomst der
zijnen
Het is hier de plaats niet, noch de be
doeling om de voordeelen aan te toonen van
de eene of andere maatschappijop de voor
deelen van de levensverzekering in het alge
meen wenschten wij de aandacht le vestigen.
Wel zal het nog lang duren eer in Ne
derland die zaak een populaire is geworden,
zooals dat in Engeland en andere landen het
geval is; zoo dan ook slechts enkelen hier
door wakker geschud wordenis ons doel
ruim bereikt. V.
Donderdag heeft in een huis in de Wagenstraat
te Brusseldat door vijf gezinnen bewoond werd
een hevige brand gewoed die zoo in hevigheid
toenam dat er aan redden niet te denken viel.
De bewoners konden met moeite gered worden,
maar twee kinderen die alleen in een kamer
te bed lagen kwamen in de vlammen om.
Te Antwerpen heeft een bende soldaten
grootendeels uit mineurs bestaande een aanval
gedaan op een uitspanningslokaalwaar den
vorigen avond een hunner kameraden wegens
twistzoeken en dronkenschap de deur was uit
gezet. Men heeft er alles kort en klein ge
slagen.
De bezoekers van het lokaal werden met ge
weld verjaagd, de eigenaar gewond en zijn dochter
ergerlijk mishandeld. In het geheel werd voor
ruim 18,000 francs door hen vernield terwijl
zij nog een som van 600 fr. en een aantal
kleedingstukkeu meegenomen hebben.
De politie kon niets doen tegen de overmacht
var. de woestebeschonken soldaten en daar
enboven was toen zij kwam opdagen het ver
nielingswerk reeds volbracht. Ook was, wegens
den verloftijdhet aantal andere militairen in
de stad zeer gering.
De verontwaardiging over dit ergerlijk gedrag
der mineurs is algemeen. Zij hadden reeds her
haalde malen twisten begingen vele buitenspo
righeden maar dit zet op alles de kroon.
Door de militaire overheid is een streng on
derzoek ingesteld en een aantal der belhamels
zitten reeds achter slot.
Zaterdag heeft de kamer zich beziggehouden
met de interpellaties betreffende de Tunesische
aangelegenheden. Jules Ferry traci in een be
schouwing over de expeditie en verklaarde dat
de oude kamer haar had goedgekeurd, alles wat
gebeurd is was het noodzakelijk gevolg van die
goedkeuring. Van dien kant beschouwd, schijnt
het dat Ferry niemand en niets anders behoeft
te verdedigen dan den minister van oorlog en
de wijze waarop de expeditie uit een militair
oogpunt geleid is. Maar hij heeft de expeditie
zelf ook willen rechtvaardigen en daardoor ook
die handelingen der oude kamer en die der
regeering willen bepleiten.
Ten eerste heeft Ferry de onverdiende beschul
digingen weerlegd volgens welke alleen particu
liere belangen de drijfveer van de expeditie
waren geweest. Vervolgens heeft hij staande
gehouden, dat het protectoraat over de regeering
vnn Tunis een politieke noodzakelijkheid en een
direct uitvloeisel van de gevolgde politiek der
vroegere regeeringen is geweesteen politiek die
zich samenvat in dezen regel Tunis moet de
Porte van Frankrijk gescheiden houden. Hij
bestreed de verantwoordelijkheid der regeering
wat betreft de financieele gevolgen der expeditie,
gevolgen die opgesloten zijn in de machtiging
.Ier oude kamers. Tenslotte trachtte Ferry de
gelaakte (laden van het ministerie van oorlog te
rechtvaardigen en heeft hij verklaard dat het
onderzoek, hetwelk de uiterste linkerzijde ver
langde, geheel nutteloos zou zijnomdat het
onderzoek reeds vroeger had plaatsgehad en
alle stukken daarop betrekking hebbendezich
bevinden in het gele boek niet alleeu van dit
jaarmaar in alle, die sedert tal van jaren
aan de kamers zijn aangeboden.
Dus wat gebeurd is is gebeurd en volgens
Ferry valt er niet meer op terug te komen of
over te critiseeren. Wat de toekomst betreft
daarover heeft hij rondweg verklaard en hier
aan alleen kan men reeds zien dat Ferry er niet
op rekent minister te blijven dat Tunis tot
iederen prijs moet onderworpen worden dat
Frankrijk naar Kairuan is getrokken dat het
ook verder zal gaan en desnoods tot het einde
toe zal doorzetten. Daarmede werd de aandacht
van hei verledene af en op de toekomt over
gebracht. De afgevaardigde Amagateen der
genen die de interpellatie hebben ingediend
heeft gepoogd dit aan te toonen maar onge
lukkig stelde de kamer weinig belang in zijn be-
toogen en werd de zitting opgeheven zonder dat
men hem heeft gehoord.
Maandag heeft de kamer het debat over de
interpellatie betreffende Tunis hervat. Naquet
en Lefaure verweten aan het ministeriedat het
aan de kamer eene verklaring had afgelegd
waarin omtrent den afloop der expeditie toezeg
ging werd gegeven juist toen zij muest worden
voortgezeten dat het daarop de kamers niet
heeft bijeengeroepen.
De heer Farre heeftin antwoord aan de
inlerpellanten verscheidene rapporten voorgele
zen waaruit blijkt dat er eene geregelde distri
butie van proviand en geneesmiddelen onder de
militairen in Tunis heeft plaats gehad. Hij
protesteerde tegen de aanvallendie op hem
en de hoofdofficieren werden gericht. Morgen
voortzetting.
Naar aanleiding van berichten over samen
stelling van een ministerie heeft Gambetia ver
klaard dai hij tot nog toe aan niemand zijne
voornemens heeft medegedeeld en dat geen der
tegenwoordige of eventueel opvolgende ministers
door hem is voorgesteld. Alles zal blijven
gelijk het is totdat hij officieel met de vorming
van een kabinet zal zijn belast.
De opbrengst der belastingen over de
maand October heeft de raming met ruim 17V2
millioen overtroffen. Over de negen eerste maan-
van dit jaar gaat de opbrengst de raming met
ruim 170 millioen te boven.
Gambetta zal toch zeker den prins van
Wales niet zitten voor te liegen dat mag men
althans aannemen en dan is het nu een uitge
maakte zaak dat hij prins Bismarck niet heeft
bezocht. De prins van Wales vroeg het hem
dezer dagen bij eene ontmoeting te Parijs op
den man af en Gambetta schaterde het uit van>
het lachen. Ik ben al driemaal in Duitschland
geweest zeide hij terwijl men meende
dat ik te Ville d\Avray was. Wat ik gedaan
heb, is een onderzoek ingesteld naar de inrich
ting der forten langs de kusten van Nederland
tot Rusland toe overal kon ik ongestoord waar
nemen en ik ben thans volkomen op de hoogte
van de wijze van kustverdediging in die drie
landen.
De nieuwe voorzitter der kamer heeft, na
een bezoek gebracht te hebben aan den president
de republiek en den voorzitter van den senaat
alle vreemde gezanten bezocht.
Voor de Parijsche rechtbank stond iemand
uit Nederlandzich noemende Smitsterecht
wegens verscheidene diefstallen. Winkels en
uitstallingen koos hij vooral tot zijn arbeidsveld.
Voor de rechtbank verklaarde hij nog voor kor
ten tijd burgemeester te zijn geweest in eene
Nederlandsche gemeentewaar hij buitendien
wegens zijn groot vermogen een paar tonnen
gouds naar hij opgafzeer ir. aanzien was. De
rechtbank heeft hem veroordeeld tot een maand
gevangenisstraf.
De Times verneemt uit Tunis dat de on
derhandeling in zake den afstand van hetTuni-
seesche gebied benoorden de Mejerda-rivier
voortduren en vorderen. Daarna zou de terug
trekking plaats hebben van de Fransche troepen.
Overeenkomstig de besluiten der Kerouansche
hoofden trekken de insurgenten zich zuidwaarts
terug, waar er zich anderen bevinden, 50,000
sterk.
Naar de Daily-News uit Tunis verneemt,
vertrekt Roustan eerstdaags naar Konstantinopel
als Fransch gezant.
De Times verneemt uit Tripoli dat aldaar
een Fransch oorlogschip aankwam om te over
winteren.
De Egyptische journalist die Mohammed
voor een valschen profeet houdt en daarom door
het volk ter dood veroordeeld werd is thans
op weg naar Marseille waar men minder be
zorgd voor profetennamen is. Aan boord van
het schip werd hij in de kajuit opgesloten tot
men onder zeil wasuit vrees dat de fanatieke
bevolking te elfder ure nog een aanslag op hem
zou wagen.
Men zal te Parijs eerlang beginnen met
het herscheppen der bouwvallen van Saint Cloud'
in een „kristallen paleis."
Dit paleis wordt in den trant van dat te
Londen. Men zal er een openbaar museum
van schilderijen en kunstvoorwerpen inrichten
en in de gewelven van het oude paleis, die
uitmuntend bewaard gebleven zijn een tentoon
stelling van oude doodensteden, beroemde graven
en alles wat daarmee in betrekking staat.
Te Pauillac kwam dezer dagen een schip
van New-Foundlandwelks kapitein ondprweg
gestorven was en den wcnsch had uitgedrukt,
te Pauillac begraven te worden. De bemanning
volgde den wensch op en bewaarde het lijk vijf
dagen lang tot de aankomst in de haven. Vijf
tien man op twee na de geheele bemanning
gingen toen in een boot met het lijk aan laud,
en begroeven hun gezagvoerder.
's Avonds na afloop der plechtigheid, staken
zfivergezeld van een loodsweer van wal