Nummer 47.
Zondag 11 Juni 1882.
5 Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
Een blik in de toekomst der
Leder-Industrie.
Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk
VERSLAG der kamer van koop
handel en fabrieken te Waalwijk,
Xover het jaar 1881.
De Echo van bet Euiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00, franco per post door
het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden
enz., franco te zenden aan den Uitgever.
II.
Elk vakman zal verder met mij moeten
erkennendat wijmet uitzondering van het
zoolleder misschienin de bereiding van
bijna alle ledersoorten verre achterstaan bij
het buitenland en dat onze geheele ontwik
keling op dit gebied met onze naburen zelfs
geen gelijken tred gehouden heeft.
Wij zijn niet meer in den zoogenaamd
goeden ouden tijd, toen de looier op de
vraag van zijn meesterknecht om de huiden
te trekken" en in den handel te brengen,
zou geantwoord hebben om nog maar een
tijdje te wachten en nog een //runnetje" te
geven, denkende op die manier zijn rente
verlies door nog te verkrijgen zwaardere wicht
te kunnen goed maken.
Ofschoon ik een eerst voorstander ben
om altijd prima qualiteit leder te bereiden
moeten we ons toch niet meer door een
principeals in deze wijze van redeneeren
ligt- opgesloten, laten leiden.
Er is bepaald een tijddat de huid tot
haar laatste stadium gekomen isgeen looi
stof meer inneemt en niet meer zwaarder
wordtlanger looien zou dan eene reactie
te weeg brengen, die den looier, behalve
renteverlieszeer nadeelig zou zijn.
Vooropgezet ik herhaal het dat
men steeds en onder alle toestanden puike
waar moet trachten te fabriceeren, leven we
thans in een geheel anderen tijd.
We leven vlugger en moet daarmede ge
heel ons doen en laten hand aan hand gaan.
Wanneer we vroeger in een gegeven tijds
verloop een bepaalde winst maakten, moeten
we thans minstens tweemaal //omzetten" om
een gelijk succes te hebben; dit geldt voor
het leven, maar ook voor alle vakken.
En wie dit niet met mij mocht eens zijn
spiegele zich aan de Amerikanen.
Ik heb hierboven gezegd welke naar mijne
meening de gevolgen zouden zijn van de
vaststelling van reciprociteitsrechten.
Van beschermende rechten of het protec-
tiestelsel heb ik niet gesprokenomdat deze,
zoo 't mij voorkomtde algemeene vrije
concurrentie en ontwikkeling zou belemmeren,
ja onmogelijk maken en bovendien omdat er
geen limite van een te heffen invoerrecht is.
Wie verzekert b. v. dat wanneer wij morgen
onze invoerrechten met Frankrijk of Duitsch-
land gelijk stellen zonder bepaling dat die
wederkeerig gelijk zullen blijven dat is
reciprociteit een van die rijken wat later
ons eene dubbele belasting wil laten betalen
voor wat wij willen invoeren.
Wij moeten free-trade of minstens reci
prociteitsrechten hebben, want onze industrie
produceert, meer dan onze inwendige behoefte is.
Eree-trade blijft boven alles te preféreeren
maar ook heb ik daarvan niet gesproken
daar ik de invoering van dit stelsel, met in
achtneming van de helaas weinige industriee-
lcn, die onzen handel en nijverheid in de
kamers vertegenwoordigen, voor nog minder
mogelijk acht.
Naar aanleiding hiervan stel ik mij voor
straks iets te zeggen over uverkiezingen",
eveneens met betrekking tot de lederin
dustrie en hoe ongelukkig het daarmede
overal maar vooral in Noordbrabant soms
toegaat.
Intusschen rijst bij mij de vraagwat
kan en moet er door den Nederlandschen
looier gedaan worden om behalve ik her
haal weder het aandringen op spoedige
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal ter plaat
sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor
Duitschland worden alleen aangenomen door het advertentie
bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent per reg.
en degelijke herziening van de bestaande
wetten op in- en uitvoer, den toestand der
lederindustrie zooveel mogelijk te verbeteren.
Mijn eenvoudig antwoord is
1'Union fait la force
het door samenwerken helpen verbeteren van
den toestand der Nederlandsche looierij en
schoenmakerij en aanverwante vakken.
Ik hoop in een volgend nummer te zeggen
welken weg wij daartoe hebben in te slaan.
(Vervolg.)
De wagendiensten van de firma van Gend
Loos en der Heusdensche Stoomboot Maat
schappij loopende tusschen deze gemeente en
's Bosch tusschen Heusden Kaatsheuvel, en
Geertruidenberg onderhielden op de gewone
wijze de gemeenschap tusschen die plaatsen.
De wagendienst tusschen hier cn Tilburg be
staat sedert de opening van den stoomtram
niet meer.
De stoomtramweg Tilburg Waalwijk kwam in
den loop des jaars in exploitatie.
Het is voor onze nijvere gemeente van over
wegend belangdat daardoor directe aansluiting
wordt verkregen met het algemeen spoorwegnet
in verbinding tusschen onze haven eu de belang-
rijxe fabriekstad Tilburg waardoor voorzeker de
scheepvaart voor deze gemeente veel zal bevor
derd worden.
De aansluiting aan de haven is mede voltooid
en alzoo met het goederen vervoer naar en van
Tilburg begonnen.
De stoomtramweg dit voor handel en nijver
heid uitmuntend communicatiemiddel, voor
ziet in eene sedert lang gevoelde behoefte.
Voor meer dan 15 jaren reeds werden po
gingen aangewend tot verkrijging van een buurt
spoorweg doch deze stuitten voortdurend op
finantieele bezwaren.
Ten bewijze dat het publiek van deze makkelijke
en verbeterde communicatie veelvuldig gebruik
maakt dient de navolgende opgaaf.
Gedurende den tijd der exploitatie in 1881
11 Aug. - 31 December werden per stoomtram
vervoerd 55,390 personen en gedurende dien
tijd aan goederenvervoer ontvangen de som
van ƒ1223,46.
In ronde cijfers bedroeg het personenvervoer
van Waalwijk uit
I klas. II klas. Totaal.
Waalwijk-Tilburg 2000 8700 10700.
-Loonopzand 400 1700 2100.
-Spranschevaaart 400 3400 3800.
-Sprang 900 5100 6000.
Totaal 22600.
Omtrent het goederenvervoer zal de directie
ons een volgend jaar uitvoerige opgave verstrekken.
Men is over de wijze van exploitatie tevreden,
terwijl de constructie van de wagens en den
weg zeer worden geroemd.
De staatsspoorweg Zwaluwe-'s Bosch komt
blijkens de ter onteigening aangewezen perceeleu
op slechts korten afstand van de kom dezer
gemeente welkeals hoofdplaats van het kan
ton Waalwijk, in het midden der Langstaat, in
de onmiddellijke nabijheid eener gunstig gelegen
havenen als hoofdzetel van de Langstraat-
schen handel en nijverheidals stationsplaats
is aangewezen.
Met verwijzing naar onze verslagen van vorige
jaren constateeren wij met voldoening den gun-
stigen loopdie deze hoogst belangrijke aange
legenheid tot dusverre voor onze gemeente en
de geheele Langstraat genomen heeft.
Werkzaamheden der kamer.
De werkzaamheden waren in het afgeloopen
jaar voor onze kamer veelvuldig en verschillend.
Zij bestonden behalve in die van huishou-
delijken aardin het opmaken der rekening
enz, en het vastellen der navolgende adressen
en correspondentiën.
lo Aan zijne excellentie den heer minister van
waterstaat handel en nijverheid in dato 18
Januari 1881, waarbij zijner excellentie dank
betuigd wordtwegens de gunstige beslissing,
genomen op het adres dezer kamer en op dat
der gemeeutebesturen van Drunen en Baardwijk,
dd. 7 October 1880 betreffende de aanvrage
van een voetpad op de te bouwen spoorwegbrug
in den Baardwijkschen overlaat, welk besluit
aan de kamer werd medegedeeld bij missive van
den hooged. gestrengen heer commissaris des
konings in Noordbrabantin dato 12 Januari
1881.
Zij richtte verder het verzoek tot genoemden
ministerom de kosten dier brug, geraamd op
f18.500, geheel voor rekening van het rijk te
nemen.
Ook op dit adres is door zijne excellentie
gunstig beschiktzoodat het te verkrijgen
voetpad geheel ten koste komt van het rijk.
2o Adres aan den zelfden minister in dato
11 Mei 1881strekkende tot verzoek om eene
betere postbewegitig te verkrijgen tusschen de
gemeente Baardwijk en het postxantoor alhier.
Aan dit verzoek is door zijne excellentie on-
middelijk voldaan.
3o In dato 25 Juni 1881.
Aan denzelfden minister adhaesie aan het
adres der kamer te Leeuwarden, betreffende het
leggen der hoofdlijnen van liet telegraafnet
onder den grond.
4° In dato 25 Juni 1881.
Aan denzelfden minister met verzoek bij het
wets-ontwerp tot heropening van de Oude Maas
de belangen onzer s< heepvaait zooveel mogelijk
in het oog te houden.
5° In dato 5 Augustus 1881.
Aan heeren gedeputeerde staten van Noord
brabant herhaling van het verzoek der kamer,
omschreven in haar adres van 22 December
1880 om concessie te verleenen aan de Noord-
brabantsche stoomtramwegmaatschappij tot
vergunning van den aanleg van een stoomtram
weg van de Waalwijksche haven tot den Baard
wijkschen overlaat.
6° In dato 5 Augustus 1881.
Aan den raad der gemeente Waalwijk met
verzoek om maatregelen te nemen tot verbetering
der haven.
7° Brief aan de Noordbrabantsche stoom
tramwegmaatschappij te Tilburghoudende
verzoek om wijziging der tramdienstregeling
waaraan door genoemde maatschappij welwillend
is gevolg gegeven.
8° In dato 15 September 1881.
Antwoord op den brief der commissie uit de
tweede kamer der staten generaal tot het houdeo
eener enquête omtrent de exploitatie der Neder
landsche spoorwegen.
9° In dato 6 October 1881.
Aan zijne excellentie der, minister van water
staat handel en nijverheidter ondersteuning
van het adres der kamer van koophandel en
fabrieken te Eindhoven houdende het verzoek
om de nieuwe bronzen munt van 1- en 2^2
centin ruimer mate in omloop te doen brengen.
10° In dato 12 November 1881.
Aan denzelfden ministermet verzoek om
wijziging der dienstregeling des Zondags op het
vereenigd post- en telegraaf kantoor.
Hieraan is door zijne excellentie spoedig gevolg
gegeven.
11° In dato 1 December 1881.
Adres aan de tweede kamer der stpten gene
raal betreffende punt 4 van het adres der com
missie der verschillende waterschappen in de
Langstraat en in 't Land van Heusden en Altena,
betrekkelijk het aanhangig wetsontwerp tot ver
legging van de uitmonding der Maas, door her
opening van het Oude Maasje.
De kamer voldeed aan de oproeping van het
gemeentebestuur van Baardwijk tot bijwoning
eener gemeenschappelijke vergadering ten raad-
huize aldaar, ten doel hebbende het voetpad over
de spoorwegbrug in den Baardwijkschen overlaat
van den staat zonder geldelijke bijdrage voor de
betrokken gemeente te verkrijgen.
De kamer heeft hare goedkeuring gehecht aan
de adressen der kamers van koophandel te Dord
recht en te Groningen betreffende het zegelrecht.
Zij heeft over hetzelfde onderwerp een adres
ingezonden, in dato 14 Februari 1879.
De kamer werd vertegenwoordigd op de ver*
gadering der gezamenlijke kamers van koophandel
uit Limburg en Noordbrabantgehouden ten
stadhuize te 's Bosch op 12 September, zoomede
op die te Utrecht in dato 10 October jl. met
het doel om te beraadslagen over het. indienen
van een collectief request aan de hooge regeering,
ten einde einde eene staats-commissie in het
leven te roepen die zou onderzoeken, welke ge
volgen de wederinvoering van het protectie-
stelsel in de voornaamste rijken van Europa
voor den Nederlandschen handellandbouw en
nijverheid zou kunnen hebben.
Niet zonder voldoening kan de kamer er op
wijzen dat haar verslag over 1880 in de af-
deelingen van de tweede kamer der staten gene
raal bij het onderzoek der staatsbegrooting over
1882 de aandacht heeft getrokken.
Immers wij lezen in de voorloopige verslagen
hoofdstuk VIII (oorlog) art. 27 IX afdeeling
het navolgende
„De aandacht werd gevestigd ep de zonder
linge wijze, waarop de aanbesteding van schoenen
z/en laarzen voor het leger plaats heeft. Men
„verwees naar het verslag der kamer van koop
handel en fabrieken te Waalwijk over 1880
„waarin wordt betoogd dat het ook in 's rijks
„belang isdat er voortdurend schoeisel worde
„aangemaakt en dat niet zoo als thans het geval
„is gedurende een groot deel van het jaar in
„geen enkele fabriek van ons land militair sclioei-
„sel wordt vervaardigd.
„Hiervan is het gevolgdat de werklieden
„in hun vak hunne geoefendheid verliezen cn bij
„eene volgende levering of aanbesteding de
„fabrikanten weder met ongeoefende werklieden
„moeten aanvangen.
„Het werd verkeerd geacht dat niet zoodanige
„conditiën gesteld werden, dat dc regeering over
„eenige goede fabrikanten voor oorlogs-tijd zoude
„kunnen beschikken enz."
Van de handelingen der kamer werd zooveel
mogelijk openbaarheid gegeven door de redactie
der alhier verschijnende courant.
Bij het Luxemburgsche station te Brussel
heeft eene hevige botsing tusschen twee perso
nentreinen plaats gehad. Bedenkt men dat beide
treinen nagenoeg in volle vaart waren dan is
't waarlijk een wonder dat er niet nog meer
persoonlijke ongelukken te betreuren zijn. Doo-
delijk gewond is er niemandéén machinist
heeft twee ribben gebroken en één conducteur
een been maar verder ziju de kneuzingen van
betrekkelijd weinig beteekenis. Vijf passagiers
en twee treinbeambten bekwamen eenige geringe
kwetsuren, welke zelfs geene overbrenging naar
het hospitaal noodzakelijk maakten. De schade
aan het materieel is daarentegen zeer groot.
Er is thans in Frankrijk sprake van een om
werking der ministeries. Het ministerie van
landbouw zou komen te vervallenterwijl de
werkzaamheden daarvoor zouden gevoegd worden
bij het departement van koophandel In de
plaats zou komen een ministerie van koloniën
vaarvan de tegenwoordige minister van land
bouw de heer Mahy minister zou worden.
De stichter der Land-league reistsinds zijn
vrijlating uit den kerkerEngeland af om pro-
pagande te maken voor zijn denkbeeldendie
niet geheel strooken met het tegenwoordige
programma van den bond zooals het door zijn
president meermalen is ontwikkeld. Terwijl toch
Parnel de Iersche pachters tot grondeigenaars
wil makenstreeft Michael Davittgelijk hij
dezer dagen in een buitengewoon druk bezochte
vergadering te Lieverpool breedvoerig uiteenzette,