Nummer 97. Donderdag 7 December 1882. 5e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON: BUITENLAND. Belgie. De blauwe ster. Frankrijk. Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. P. KOK. De Echo van het Zuiden, 101, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, lranco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal terplaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscnland worden alleen aangenomen door het advertent bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclamesl5 cent perregel Proces-Peltzer. Het schijnt in het huis van Bernay's in alle opzichten vreemd toegegaan te zijn. Bernays verdiende volgens verklaring van een der getuigen 40 a 50 duizend frs. 's jaars ook zijne vrouw had fortuinmen leefde op een grooten voet, hield verscheidene dienstboden enz. En nu verklaart een der getuigen, dat het in dat weelderige huis' wemelde van., ongedierte. Uit de getuigenissen der talrijke dienstboden blijkt ook dat er niet de minste orde keerschte en van een harer werden onzedelijke dingen verhaald, die zij met of bij het kind van Ber nays zou gedaan hebben. Natuurlijk werd er over de betrekking van mevrouw Barnays tot Armand veel door de dienstboden gebabbeld. Bij een zenuwcrisis die mevrouw zou gehad hebben moesten zij Armand gaan halen en deze bleef geruimen tijd bij baar. Ook vonden zij als hij er wasde deur der kamer wel eens gesloten en mevrouw kwam op een keer na zijn bezoek in zoo verwarde kleeding beneden dat zij zich er over schaamde. Toen Bernays den 7 Januari niet thuis kwam riep mevrouw de meideu te twee uur in dea nacht op en zeide zijte vreezen dat meneer krankzinnig was ge worden na den moord isverklaarde eene dienstbode een heer met een baard bij mevrouw gekomen. Zij herkende in Armand die op de bank der beschuldigden zatdien heer. Een andere meid had bij mevrouw Bernays kleeren van Armand moeten herstellen. Te Creuznach soupeerde mevrouw met Armand in de zaal naast zijn slaapkamer en de deur was gesloten. Dr. Frantzius uit Creuznach verklaarde dat hij, bij mevrouw geroepen een heer iu een familiare houding bij haar vond hij dacht dat het haar echtgenoot was. Een klerk van den heer Ber nays ontkende, dat de keukenmeid Julie Raskart Bernays' maitresse was geweestzijn patroon had echter wel eene bijzitwien hij eens door zijn bediende 500 frs. had laten aanbrengen. Verhaal tijdens den Zweedsch-Russischen oorlog door II. Op het Slagveld. Mijnheer, zei zij weder, gij hebt mijn broe der het leven gered door uwe welwillende hulp; denk niet dat ik dit ooit zal vergeten, geen dag zal er voorbij gaanwaarop ik niet aan den redder mijns broeders zal denken. Mag ik den naam van Iwans redder ook weten P Mijn naam mejuffrouwis Jörg Walson, kapitein en officiei van gezondheid in het ko ninklijk Zweedsche leger, doch thans in dienst van Van mij vroeg Ella lachende. Jörg knikte. Welnusta mij dan toedat ik u voor uw diensten beloone. Gij weigert mij dit im mers niet Mejuffrouwhervatte de kapiteinhoe zou ik zoo iets kunnen weigerendat is immers niet denkbaar? Nu nam Ella een ringdien zij droeg en schoof dezen Jörg aan den vinger. Neem dit aan als een stoffelijk blijk van mijn dankbetoo- ning. Op dezen ring ziet gij die sterzoo vaak gij. deze ster ziet, denk dan dat er te Riga voor u steeds een dankbaar hart klopt. Ellade biauwe ster, zal steeds aan u denken, werwaarts gij u ook mocht begevenMisschien zijt gij wel nieuwsgierig te weten waarom men mij de blauwe ster noemt, ging zij op geheel anderen toon voort. Jörg was te veel verrukt om iets te kunnen zeggen. Toen ik acht jaren wasontving ik op mijn verjaardag deze sterdie ik in 't haar Dezelfde getuige zeidedat mevronw Berriays hare juweelen heeft doen verkoopen ore gepro testeerde wissels van Armand te betalen. Eenigen tijd voor der. moord had Bernays aan getuige gezegd, dat hij met Armand Peltzer ging vechten. z/Ik zal me laten dooden" had hij gezegd. Den dag vóór den moord zeide Bernays „Zij zijn tot alles in staat". Eene dienstmeid van Armand verklaarde, dat haar heer in den avond van den 7 Januari zeer ontroerd was geweest en haar drie- of viermaal koffie had laten zetten. Den 8 Februari na eene reis naar Brussel heeft hij de etiquetten van zijne reiszakken afgetrokken en eenige papieren ver brand. Kort vóór Kerstmis heeft hij in zijne kamer een pistool beproefd wat een hevigen knal had gegeven. Den nacht na den moord was Armand niet thuis geweest. 'Overigens gaf deze getuige meermalen tegenstrijdige antwoorden, en de gouvernante van het kind van Peltzer verklaardeden dag van den moord niets bij zonders aan Armand bemerkt te hebben. Het laatst werd gehoord de heer Victor Pecher van Antwerpen. Hij verklaarde den 10 Januari deelgenomen te hebben aan het onderzoek in 't bureau van Bernays. Men dacht toen, dat deze in een klooster was gegaan Als oorzaak van de oneenigheid tusschen Bernays en mevrouw Bernays gaf hij op een dwaze hartstochtdie Bernays voor eene kindermeid niet Julie Raskart had gehad. Er is toen een over eenkomst gesloten, volgens welke de echtgenooten afzonderlijke kamers betrokken; na drie maanden had echter reeds een toenadering plaats. Na October 1881 was er sprake van echtscheiding geweesttoen weigerde mevrouw Bernays echter. Heftig trok deze getuige voor mevrouw Bernays partij. Bernays beschreef hij als zeer geldzuchtig en moeielijk van mevrouw zeide hij dat zij zeer liefdadig en medelijdend voor alle ongeluk- kigen was. Hqt was mogelijk dat zij onvoor zichtigheden begaan had doch getuige protes teerde tegen de beschuldigingentegen haar ingebracht door personen, die zich waarschijnlijk op haar wilden wreken. De familie Pecher had volgens hem nooit iets verdachts in de betrek kingen tusschen mevrouw Bernays en Armand draag van vader. Gij ziet dien blauwen gloed? Sedert dien tijd draag ik thuis en bij mijn vrien dinnen den naam van de blauwe ster. Jörg scheen op eens geheel ontwaakt, hij vatte Ella's hand drukte die aan zijn lippen en sprak: Ellaals solriaat gebruik ik het recht een meisje bij haar naam te noemen, Ella dan, ik dank u voor uw geschenk; gij wordt, zegt ge, de blauwe ster genoemd sta mij dan de gunst toe dat ik me noem de ridder van de blauwe ster Kapitein sprak Ellavroolijk die toe stemming geef ik u Onder aangename scherts vloog de tijd om en eer zij er om dachten waren Basko en zijn kameraad terug met draagbaar en lantarens. Zoo ben je daar al zei de kapitein, dat is goed maar de rit is nog al verwij gaan naar Riga. Heel bestkapitein spraken de mannen Nadat Iwan zorgvuldig en voorzichtig op de baar gelegd en gedekt was, zette de kleine trein zich in beweging. Ella en de kapitein volgden. Thans hebben wij gelegenheid Jörg te be schrijven doch zoo kort mogelijk. Het was een forsch gebouwd man van ongeveer vijf-en- twintigjaar, met bruine oogen en donker bruin, krullend haar. Jörg was te Stokholm geboren, waar zijn vader een hooge regeeringspost bekleed de. Ruim tien dienstjaren had de kapitein al achter den rug en menigmaal had hij kruitdamp geroken menig hoffeest en koninklijke jachtpartij had hij bijgewoond bals en concerten bezocht en met verscheidene Rweedsche schoonen was hij in aanraking geweestdoch allen waren hem vrij onverschillig gebleven. Maar door haar, door Ella, het beeld eener alles opofferende zusterliefde gevoelde hij zich betpoverd. Heel laat kwam Ella, met haar wedergevon- den en goddank nog levenden broeder thuis aan; de vreugde des wederziens was zóó grootdat gezien en zou geen familiariteiten toegelaten hebben. Mevrouw was echter ook tot geen schandelijke daad in staat. „Zij is van mijn bloed, ik sta voor haar in", eindigde de getuige. De toeloop van nieuwsgierigen die de zitting van Zaterdag 11. wilden bijwonen, was nog grooter dan de vorige dagenomdat mevr. Bernays- Pecher als getuige moest optreden. Bij haar binnentreden werd het gezicht van Armand zeer bleek doch na eenige oogenblikken kreeg het zijne gewone kalmte terug. Getuige verklaarde dat er meermalen over echtscheiding gesproken isdoch dai zij met het oog op hun kind en de positie van Bernays, telkens is uitgesteld. Na haar verhoor werd getuige toegestaan de zaal te verlaten en in een aangrenzend vertrek te vertoeven. De heei de Longé eerste voor zitter van het hof van Cassatieverklaarde dat hij als vriend van de familie Pecherzich met de oneenigheden van het huishouden-Bernays bemoeid heeften dat hij de echtscheiding heeft aangeraden. Tevens getuigde hij van het zachte karakter van mevr. Bernays en achtte hij haar niet in staat tot de haar ten laste gelegde feiten, in betrekking tot Armand Peltzer. Majoor de Ruydts heeft een tweegevecht tusschen Armand en Bernays die den eersten beleedigd had door zijne brieven ongeopend terug te zenden voor komen. Getuige Decelleklerk van van het postkantoor te Verviers, ten tijde dat mevr. Bernays te Spa logeerdeverklaart dat mevr. Bernays dagelijks brieven en telegrammen onder initialen kwam afhalen ei dat de aankomst van Armand ook per telegram aangekondigd was. Hij zou mevr. Bernays en Armand afgeluisterd hebben en Armand hebben hooren zeggen: „Zal die komedie nu eindelijk eindigen Een stal houder uit Antwerpen deelt mede dat hij Armand meermalen 's avonds laat van de woning van Bernays met rijtuig heeft afgehaald en dat mevr. Bernays Armand dan tot de deur vergezelde. Ook heeft hij, toen Armand eens weigerde het verschuldigde te voldoen op aanraden van de dienstmeid van Bernaysdit bedrag op de re kening van Bernays gezet. Hierop kwamen weer eenige getuigendie tegen Léon getuigden. de graaf geen woorden van dank genoeg kon vinden en zijn stem hem telkens haperde. Het onthaaldat die drie gasten hadden was dan ook vorstelijk te noemen zij deden den wel- voorzienen disch alle eer aanbehalve Jörg, die slechts een paar glazen wijn dronk. Eindelijk stonden de drie mannen opten einde naar het legerkamp terug te ketren. Toen Jörg den graaf de hand tot afscheid wilde reiken wankelde hij en vielmen kwam hem te hulpontdeed hem van de bovenklee- ding onderzocht hem en bemerkte dat hij aan den rechter-bovenarm gewond was. Het vele bloedverlies en de overspanning der laatste uren waren oorzaakdat hij buiten kennis geraakt was. Men bracht Jörg te bed en de twee Zweden keerden zonder den kapitein naar het leger van Karei terug. Toen Jorg den volgenden morgen ontwaakte, wist hij niet waar hij wasslechts een flauwe herinnering aan het voorgevallene was hem bij gebleven. Maar toen hij zijn blikken op den ring liet valleu en naar de kleine blauwe ster keek, kwam hem alles weer duidelijk voor den geest. Daar zag hij Ella weer voor zich staan dan met dat dankbare gelaat en dan met dat echt vroolijke lachje vol leven en geestigheid. Het was een allerliefst kamertje, waar Jörg was heengebracht van alle kleine geriefelijkheden was het voorzien, men kon merken dat een vlugge vrouwenhand hier werkzaam was geweest. Veertien dagen lang werd de kapitein daar verpleegd en met een zorg en toewijding alsof hij kind des huizes was. Iwan zelf kon niet beter opgepast worden. Eindelijk was Jörg ge heel hersteld. Men wenschte hem van harte geluk met zijn beterschap en bij het afscheid nemen drukten alle huisgenooten (vooral Iwan en Ella) hem de hand en gaven hem hunne Eerst de heer'Charles de Mot, die beschuldigde te Buenos-Ayres gekend heeften mededeelde dat Léon na den achteruitgang zijner zaken valsche wissels geteekend heeft en daarop spoor loos verdwenen is. Creland hotelhouder te Parijsverklaarde dat Léon 16 Novenber bij hem gekomen was, en onder den naam van Jules Kerouan twee kamers gehuurd had. Hij ontving daar meer malen een vriendin wien hij nu Armand meende te herkennen. De kapper Daumouche bracht eene groot» beweging onder het publiek, le meer daar een hevige woordenwisseling tus schen hem en Léon ontstond over den datum wanneer de eerste pruik geleverd was. Uit dit getuigenverhoor blijkt, dat Léon den 14den November den eersten pruik ontving tegen be taling vau 100 fr. Ook de geweermaker Decante uit Parijs her kende in Léon den persoondie den 21en November zes revolvers bij hem gekocht had. Zijn bediende die 3 dagen later aan Léon een revolver verkocht had herkende in het wapen, dat tot den moord gediend had, hetgeen hij aan Léon had afgeleverd. Léon had hem gezpgd waarschijnlijk nog 6 stuks noodig te hebben daar hij een Tir de Salon wilde oprichten. Greenhaminspecteur van politie te Londen die belast is geweest met de onderzoekingen naar Murray en de te stichten maatschappij, verklaarde zeker te zijndat deze niet bestonden. Wel heeft hij den goudsmid ontdektdie den ring gemaakt heeftwelke in het huisin de Wetstraat gevonden ismet de namen Heury Lucy. Léon had den ring besteld ouder den naam van Henry Vaughan. Donderdag is een exprestrein van Antwer pen naar Brussel en Vrijdag een van Renaix naar Kortrijk in botsing gekomen en gederailleerd. De materieele schade is zeer grootmaar persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. Door een der leden van de Fransche com missie voor de aanst. internationale koloniale tentoonstelling te Amsterdam de heer Armen- beste weuschen en gebeden mee. 't Was hem alsof hij het ouderlijke huis verliet om zijn geliefde misschien Dimmer terug te zien Hij voelde de tranen in zijn oogen wellen tranen van dank en liefde voor de menscben, die hem gedurende dien korten tijd zoo liefderijk hadden verzorgddoch hij vermande zich sprong snel te paard en reed spoorslags henen. Allen oogden hem na zoover zij zien konden. Toen hij aan aller oog onttrokken was, keerde Ella zich om, zij voelde haar oogen vochtig worden Zij ging naar haar kamertje en weende. Des avonds was Jörg weer in de gelederen terugwaar hij door zijn kameraden met blijd schap werd ontvangen. Toen hij zich dien avond op zijn legerstede uitstrekte, sliep hij in met de gedachte aan Ella zijn blauwe ster II. Te Bender. In 1703 had Peter de Groote Ingermanland veroverd en was vast besloten om zich die land streek nimmer te laten ontnemen te meer nog daar het bezit er van hem het vooruitzicht opende om Rusland tot een zeemogendheid te verheffen. Daarom stichtte Peter nog in datzelfde jaar aan de Newa een stad om zich d^ Oostzee kusten te verzekeren. De stad, die daar ten koste van vele menschenlevens verreesen die thans onder de voornaamste steden van Europa gerekend wordt, was Sint Petersburg. Met leedwezen had Karei XII Ruslands voor uitgang gadegeslagen en opvliegend als hij was, besloot hijwat het ook kosten zou dat rijk geheel ten onder te brengeneen plan, dat even dwaas als de uitvoering er van onmogelijk was. Hadde Karei in 1700 na den bèslissenden slag bij Riga den oorlog met kracht voortgezet, gewis had hij dan den czaar tot een voor Zwe den voordeeligeu vrede kunnen noodzaken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1882 | | pagina 1