Nummer 3. Donderdag 11 Januari 1883. 6e J aarJ Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, juuj mui 11 xuiij ±j Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN Gemeenteraad van Waalwijk. 1^— De Echo van bet Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag (avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, Irahco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieveningezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentièn 17 regels J U,üU daarboven 8 cent per groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter sing opgegeven, worden 2inaal berekend. Advertentiën Duitschland worden alleen aangenomen door het advert< bureau van Adolf Steiner,Hamburg. Reclames 15 cent per geadresseerd aan onbekenden. Verzonden gedurende de le helft der maand December 1882. Van Waalwijk. R. Van Megen Rotterdam. F. Van SluijterRotterdam. Kunnende de brieven door tusschenkomst van het postkantoor terugbekomen worden. De Directeur, BAGGERMAN. OPENBARE VERGADERING Op Vrijdag 5 Januari namiddag 6 uur Afwezig de heeren Van Riel en Van Iersel. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen. De voorzitter zegt dat hij weinig lus't beeft om op dezelfve terug te komen maar hij blijft altijd bij hetgeen hij gezegd heeft en behoudt zich voor later op te helderen. Hierna worden de notulen gearresteerd. De voorzitter neemt het woord en zegt: „De vorige vergadering is geen besluit genomen om trent het rechtskundig advies in de zaak contra mevr. Van Rieldaarom heb ik op nieuw den raad geconvoceerd om te weten wat deze wil." De heer Van Es „Na de laatste vergadering heb ik over deze zaak nog eens nagedacht, 't Kan eenige weken geleden zijn toen ontving de burgemeester een schrijven van den heer Berg- mann omtrent de zaak Takonder aan dien brief vraagt de advocaat alleen: „hoe zit het met de polderzaak Is dit juistdan zie ik de groote haast niet in te meer omdat de leden allen bezwaar hebben tegen dit rechtskundig advies. De advocaat schijnt ook te wachten op de tusschenkomst van ged. staten. Als het rechtskundig advies moet worden opgezonden nadat wij eerst besloten hebben te procedeeren dan h eft het tot nu toe veel tegenstand onder vonden maar kan hei eerst opgezonden worden en dan besloten worden te procedeeren of niet, dan heb ik er niets tegen. Ik heb er naar geïnformeerd en heb vernomen dat het bij zakeD als dezewaarmede ged. staten gemoeid zijn gemakkelijk gaat uitstel te krijgen." De voorzitter „Men mag niet uit het oog verliezen dat dit een particuliere zaak is tus- schen mevr. Van Riel en de gemeente. Over dit rechtskundig advies is zooveel gesproken dat ik geloof dat geen inlichtingen meer noodig zijn, te meer daar er sedert de vorige vergadering geen verandering is gekomen. Zullen wij het ar) vies opzenden en machtiging vragen of niet? J k zie er geen bezwaar in het op te zenden k zie er meer bezwaar in om het niet te doen, nu mr. Bergmann zoo klaar en duidelijk spreekt, en aan de gemeente den raad geeft de machti ging aan te vragen; overigens geloof ik dat, als men machtiging krijgt om iets te doen, men daardoor nog niet gedwongen is het te doen. Ook zou de gemeente Bergmann wel eens tegen kunnen krijgen als zijn advies zoo aan knibbplarijen en bedenking onderworpen wordt zou hij wel eens kunnen zeggen„loop naar de maan." De heer Timmermans„Zooals docr den voorzitter is bekendis er sedert de vorige vergadering geen verandering gekomen. Thans wordt door den voorzitter voorgesteld machti ging te vragen om te procedeeren. Maar, zooals reeds de vorige vergadering is opgemerktde gemeenteraad behoort eerst een besluit te nemen ot er al dan niet zal gepro cedeerd worden. Besluit men te procedeeren dan moet dat besluit ter goedkeuring worden opgezonden aan ged. staten, met mededeeling van het rechtskundig onderzoek der zaak; want ged. st. keuren een besluit tot het voeren van een rechtsgeding goed noch af, dan op grond van een dusdanig onderzoek. Er zou dus hier een besluit moeten genomen worden om te pro cedeeren en nu zal de voorzitter het wel met miy eens zijndat het genoegzaam gebleken is dat de raad weinig tot een procedure genegen isdaarom bevreemdt het mij dat de leden nader zijn opgeroepen, te meer daar geen nieuw licht is aangebracht. Wat het nemen van voor bereidende maatregelen aangaat, dit behoort aan het dag. best., en zoo zou dat bestuur in overleg hebben kunnen treden met ged. st., om te weten te komenin hoeverre, c. q., machtiging zou kunnen worden verleend om te procedeeren op dusdanig advies maar dat de voorzitter wer kelijk denkt dat de raad nu zou besluiten om te procedeerendit kan ik niet voor serieus gemeend houden. Kan dus geen ander voorstel gedaan worden dan blijf ik bij datgene, waar omtrent met mij alle leden het de vorige ver gadering eens waren dat nieuw uitstel moet gevraagd worden, totdat de quaestie veranderd is." De voorzitter„Als ged. staten eens geen machtiging zouden geven wat zou er dan van worden. Mevr. Van Riel zou dan voortgaan en zich aan niets storen. Die verantwoordelijkheid zul len ged. st. nooit op zich nemen. Wij moeten ons verweren wij kunnen niet anderstenzij ged. staten op mevr. Van Riel invloed genoeg hebben om haar te bewegen de zaak te laten rusten. Ik wensch nu van den raad te weten hoe hij er over denkt en hoe in deze moet gehandeld 'worden." De heer Timmermans „Wat dit laatste betreft de rollen worden hier omgekeerdhet dag. bestunr, moet den raad voorlichten en niet omgekeerd." De voorzitter „Mijn particulier gevoelen is bekend en als het dag. bestuur het daarmede niet eens was zou dit voorstel van B. en W. niet in de vergadering zijn gebracht." De heer Van Es „Ik moet opmerken dat het rechtskundig advies alleen namens B. en W. in den raad is gebracht om het den raad voor te leggen; procedeeren is bij mij het allerlaatste; misschien zou het opzenden van het advies aan gedeput. staten voor dezen een prikkel zijn om spoedig hier te komen; maar bij het hooge water is tot dit laatste voor 't oogenblik geen gele genheid." De heer Van Heijst„'t Beste is de komst ran ged. st. af te wachten komen zullen zij maar voor 't oogenblik is er geen gelegenheid voor een onderzoek in loco. Het advies (ik zal het advies noemen maar het adviseert niets) is zooveel besproken dat 't niet noodig is er verder over uit te weiden. De raadsleden zijn niet met zoo'n procesmanie behebtom maar door te hollen en ged. staten in een kwade luim te brengen. Bij de com missie uit ged. staten die hier zal komen zijn eenige advocaten die commissie zal de zaak in alle opzichten onderzoeken en een advies geven om een proces te caveeren. De gemeente heeft reeds te veel kosten moeten er nog meer bij komen Die de zaak verliest zal appeleeren en zoodoende zullen de kosten hong loopen. Is 't nu niet beter af te wachten 't presseert niets. Als ged. staten hur, advies hebben uit gebracht kan nog het advies van Bergmann aan hen worden gezonden. Wilt ge het nu zenden, goed maar 't doet niets af ter bespoediging zij kunnen nu niet komen. Ik zou die zaak laten rusten tot na de komst van ged. staten eD hunne inspectie in loco." De voorzitter„In vele opzichten ben ik het met den heer Van Heijst eensgeen enkel lid van den raad is met een procesmanie behebt dït is waarmaar ik ook nietde kosten zie ik ook wel in; wij kunnen wel een afwachtende houding aannemen maar kunt ge verzekeren dat mevr. Van Riel dit ook doen zal Doet zij het niet dan is onze zaak zonder verdediging." De heer Quirijns „Er komt toch steeds 8 dagen vooruit een dagvaarding." De voorzitter „Dat geloof ik niet." De heer Quirijns„Hoe zouden wij dan kunnen weten wanneer de zaak voorkomtwe moeten toch vooraf gewaarschuwd worden en dan is er nog tijd om maatregelen te nemen." De heer Van Es: „Als de zaak door mevr. Van Riel gemainteneerd wordt en Be.gmannzet de zaken voor de rechtbank uiteen zooals ze zijn, dan heeft de rechtbank slechts te spreken en dan kan mevr. Van Riel niet voort." De heer Van Heijst „De advocaat van mevr. Van Riel zal toch ook eerst den toestand hier moeten opnemen en die kan ook niet komen." De voorzittei „Men moet niet vergeten dat er procureur gesteld is. Dat een der leden een goed voorstel doeik zal er mij hij neerleggen, dan ben ik van de verantwoordelijkheid afik zal mij onthouden van hel doen van een ander voorstel." De heer Van der Heijden „Ik denk er geen oogenblik aan om ons bij verstek te laten veroordeelen maar de raad kan toch niet be sluiten op een advies, dat geen advies is ik weet niet op welke gronden wij ons moeten verdedigen. Als ik die niet weet z'il ik liever betalen er staat echter in het advies dat de advocaat de gronden niet opgeeft hoe moeten wij nu daaruit wijs worden Dat stukgaat dat zooals het daar is naar ged. staten De voorzitter: „Ja, 'tis door den advocaat geteekend en geen afschrift 't wordt zoo opge zonden. Er is dikwijls gezegd dat ged. staten geen machtiging zouden geven om te procedeeren; de proef is gauw genomen men vergete niet dat het een particuliere zaak is." De liter Van der Heijden „Er zijn wel eens besprekingen geweestdatals gemeente en polder het eens waren mevr. Van Riel haren eisch zou intrekken. Komen polder en gemeente dus bij elkaardan is de zaak met mevr Van Riel ook uit." De voorzitter „Ik herinner mij ook wel dat er gezegd is dat de zaak ven mevr. Van Riel van de lol zou gaan zoodra er een middeling tusschen polder en gemeente tot stand kwam maar dat is al lang geleden." De heer Van Heijst„Als ged. st. de onder handelingen niet tot een goed einde kunnen brengen kunnen zij een modus vivendi voor stellen lukt dit nog nietdan kan er nog altijd geprocedeerd worden maar als polder en gemeente het eens zijn dan zal mevr. Van Riel gaarne meegaan want die is in 't geheel niet zeker van hare zaak evenmin als de polder en de gemeente." De voorzitter „Ik wel het hopen. Om der wille van den vrede niet uit besef van schuld stelden B.enW. voorf 600 aan den polder te geven; Lucifer maakt er elf duizend gulden van; (eene stem ge vergist u, 't waren er maar elf honderd.) nu maakt Lucifer cr 1100 van is dit nu niet de grootste laster die ge in een blad kunt plaatsen Van Heijst: „Waerora heeft c'.e gemeente het voorstel van den polder niet aangenomen Iemand heeft toen gezegd: reemt de verantwoordelijk heid op u voor de zaak van mevr. Van Riel tegenover de gemeentedan zullen we f 800 gevenmaar dat was te gek om van te spreken." De voorzitter De gemeente was volkomen overtuigd geen schuld te hebben en nu zegt Lucifer dat de gemeente den polder f1100 ge boden heeftdaarom is dit de grootste laster die Lucifer heeft uitgebraakt." De heer Van Heijst„Wat heeft de raad daarmede te maken de raad is daarvoor niet verantwoordelijk." De heer Van der Heijden „Lucifer zal zijne rekening aldus gemaakt hebben De gemeente geeft f 600 en mist er f 500 die zij voor den door de gemeente geleverden grond zou ontvangen hebben dat maakt f 1100." De voorzitter„Als ge u eigen gelijk blijft was de grond goed en houdt dus zijn waarde als die terugkomt." De heer Timmermans/,De voorzitter wil dat de raad een voorstel doeook heeft hij gezegd dat ged. st. bijna zeker toestemming zouden geven dit laatste zal zeker niet leiden tot het nemen van een besluit om te procedeeren. In deze zaak kan geen voorstel gedaan worden; alleen zou kunnen voorgesteld worden ons in het rechtsgeding te verweren. Het dag. best. doet dit niet, de raad zal het zeker niet doen; en om ons niet te verweren zal er al evenmin een voorstel gedaan worden alles blijft dus uitgesteldals het later noodig blijkt zal de raad wel degelijk besluiten om zich te verwere Wf aak alles is nog hetzelfde als de vorige verg De voorzitter: „Ik moet opmerken riet gezegd heb dat ik eenige gegronde 2 heb te zeggen dat ged. st. zeker mat zullen geven; dit voorstel om de machti- te viagen gaat wel degelijk van het d;u uit. Het is in den raad gébracht opd; een besluit neme. Particulier ben ik e voor." De heer Van der Heijden „Ik blijf er dat wij niet moeten besluiten om te procedeert zoolaug de noodzakelijkheid daartoe niet blijkffl daar ik steeds bezwaren heb tegen het advicsï De heer Timmermans „Zeker is in de m| tu'en opgenomen het door den heer Van Heijden uitgedrukt verlangen om een meer ui J gewerkt advies; de heer Van der Heijder -u' hieriü niet alleen maar 't was zelfs het algei gevoelen van den raad." De voorzitter: „Als dit het algemeen gevt is van den raad dat men er dan een voo van make. B. en W. moeten wetei doen; zij hebben/geen plan om z; voor de gemeente zoo belangrijke branden." De heer Timmermans „Wees overtuigd geen enkel lid er tegen is dat B. en W meer uitgebreid advies aan mr. Bergmann t vragen." De voorzitter „Welnu, doe dan eeu voorstel. I De heer Timmermans „Dan zou ik in tegen*j spraak komen met het geeD ik zooeven zeide namenlijk dat er geen besluit te nemen valtJ Ik ben er echter zeker van dat de geheele ra»d| het zal huldigen, wanneer het dag. best. pogingen I aanwendt om een advies te krijgen zoo uitgebreid 9 mogelijk." De voorzitter„Ik zal dan vragen of d. raad zal besluiten om zich te verweren en daartoe! machtiging aan ie vragen." De heer Van Heijst„Ik stel voor dat uel raad besluite een meer uitgebreid en voor denE raad meer bevattelijk advies aan te vragen omdat geen enkel lid het overgelegde begrijpt. Ged. st. zullen ook zeggen dat zij het niet be~|< grijpen." De voorzitter: „Dan zullen ged. st. het wel| terugzenden." De heer Van der Heijden -. „Dit zou niec| zeer vereerend zijn voor den raad die op zulk advies besloten had te procedeeren." De voorzitter„Ik wil verantwoordt zijn I tegenover sed. st. en tegenover den advocaat 't zou heel goed mogelijk zijn dat iemand die alles niet weet, het advies onbegrijpelijk vond maar het woord van een eerlijk advocaat is genoeg. De heer Van Heijst verlaat de vergadering, I De voorzitter herhaalt het oorstel van B. en W.„'t is mij" zoo gaat bij voort," niet on verschillig hoe de wereld over Waalwijk denkr.; dat men het voorstel van den heer Van Heijst anders formuleere. Ik weet zeer goed dat lid het geheimals dit wordt opgelegd zat bewaren, maar het is voor een goed stuurman,! die de klippen kent, gemakkelijk zond< r iets le zeggen op den koers te influenceeren. Dat de raad decideere. Ik begrijp niet dat men I het wil doen voorkomen alsot het dag. best. pleizier zou hebben om te procedeeren. Daarbij i geven ged. st. machtigingdan zijn wij nog niet f gedwongen om te procedeeren." De heer Van Es „Ik ben dit niet geheel I met u eensik meen datals wij besluiten I om te procedeeren en ged. st. geven machtiging, gij het recht zoudt hebben te procedeeren tegen den heelen raad in." De heer Van der Heijden„Ik geloof da. tj de heele raad het er over eens is om te pro- cedeeren als het niet anders kan maar wij I verschillen met den voorzitter over de wijze, waarop die zaak behandeld moet worden. De voorzitter: „De heer Van Heijst stelt voor een meer uitgebreid advies te vrageD. lal het nu te veel gevergd er bij te voegen: ,omdaf I de raad zich niet kan vercenigen met het voor s van B. en W. wordt dit bijge voeg; lm; wij gedekt tegenover den advocaat. De heer Zijlmans „Ik geloof dat niemand voor zijn privé op dusdanig ad.ies besluiten zaii!

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1883 | | pagina 1