Nummer 75. Zondag 23 September 1883. 6e Jaargang. Het bescheiden Landmeisje. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. Engeland. jnuj mijj li itmj Uitgever: ANTOON TIELEN te Waalwijk. EDUARD DIDIER. De Echo van het Zuiden, Sn Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00, franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal terplaat sing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscliland worden alleen aangenomen door het advertentie bureau van Adolf Steinee,Hamburg. Reclamesl5 cent perregei Het Journal Officiel bevat thans het tweede besluit tot uitvoering van de wet op de rechter lijke organisatie. Bij dit besluit wordtmet behoud van het recht op pensioen, ontslag ver leend aan 21 vice-presidenten en 7 5 raadsheeren in verschillende hoven van appèlaan 8 pre- iidenten, 2 vice-presidenten en 10 leden van recht banken van eersten aanleg. Hetzelfde besluit voorziet in de vacatures ontstaan door het ont slag aan deze 116 leden der rechterlijke macht verleend. De Univers beklaagt er zich over dat deze promotie uitsluitend ten goede komt aan de vriendjes van republikeiasche afgevaardigden en leden van den senaat. Het berichtdat generaal Bouët plotse ling Tonkin verlaten heeftheeft een pijnlijken indruk gemaakt. Uit een zeer vertrouwbare bron wordt verzekerddat zijne verhouding met den burgerlijken commissarisden heer Harmand niet vriendschappelijk wasdaar hij Sontay onverwijld wilde aanvallen het geen door den heer Harmand niet werd goedgekeurd. Gene raal Bouët verzocht daarom de toestemming van den minister van marinewelke deze ook wei gerde en hem met een zending naar Hongkong belastte. De operatiën in Tonkin zijn doo het vertrek van generaal Bouët Diet opgegeven doch men gelooft nietdat vóór de komst der met onge duld verwachte Fransche versterkingstroepen ernstige gevechten zullen geleverd worden. Volgens bericht uit Tamatava van 5 de zer zijn de strijdkrachten der Malgassen sedert 17 Juli slechts verdedigenderwijze te werk ge gaan. De Fransche bevelhebber had aan den Engelschen kapitein ter zee Johnstone doen weten dat het wellicht noodzakelijk voor hem zou zijnde actieve krijg9operatiën op de Oostkust te hervatten. De Engelsche oorlog- Naar het Fransch van XXIX. De woorden van den officier, die mij ver trouwen inboezemde, hadden mij diep geschokt, en ik beslootals het mogelijk wasde waar heid van het gehoorde te onderzoeken. In alle haast verliet ik Engeland en in plaats van onmiddellijk naar Lima terug te keeren hield ik mij op te Buenos-Ayres teneinde het doel mijner onderzoekingen te bereiken. Maar al spoedig ondervond ik een bittere teleurstelling. Al wat men mij mededeelde was verward soms tegenstrijdig zelfs. Slechts weinigen her innerden zich de tijdelijke aanwezigheid van het prachtige jachtden prins en het geredde jon getje niemand zelts wist mij den naam te zeggen van den Radja (Iudische prins) of het land te noemen, waar zijn rijk lag. Het was misschien wel te Bombay of Madras als het Calcutta niet was. Hoe vaag deze aanwijzing ook was ik zette mijne onderzoekingen nog met meer vol harding voort, om klaarheid te brengen in deze voor mij hoogst gewichtige familiezaak. In het leven heeft iedereen een doeldat hij poogt te treffen. Fortuna had mij meer rijk dommen geschonken dan ik ooit zou hebben durven verlangen ik had in letterlijken zin overvloedmaar ik was alleen op de wereld geheel alleen en reeds te oud om die onbaat zuchtige genegenheid te vinden welke ik altijd als de eerste voorwaarde beschouwde voor een gelukkig huisgezin. De familie tot wie ik mij zeiven een tijd lang gerekend hadwas door den dood bijna vernietigd en slechts een afstam meling kon er nog van over zijn. Ik legde mij de taak op hem weer te vinden dat was schepen Drayd en Ranger waren daarop ver trokken waarheen was onbekend. Ook drie Fransche oorlogschepen hadden Tamatave ver laten. De staat van beleg, door de Franschen afgekondigd werd steeds gehandhaafd. In den staatkundigen toestand was geen verandering. Te Parijs werd eene vuile bedelaar door de politie in arrest genomen, die bij onderzoek 50.000 francs aan bankpapier en een hoeveelheid goudstukken bleek bij s#ch te hebben. Op de vraag van den commissarishoe hij aan dit geld kwam verklaarde hijdat het hem toe hoorde. Later bleek dat hij nog eigenaar was van een groot huiswaarin hij zelf een klein vuil kamertje bewoonde. Hij leefde van afval dat hij hier en daar op straat vond. In een hotel in de rue de la Bourse te Parijs had een onbekend persoon een kamer ge huurd. Na een uur daar vertoefd te hebben, ging hij uitdoch kwam niet weder terug. Later bleek, dat bij een deur van een aangren zend vertrek had opengebroken en daar voor 2500 francs aan geld en byouteriën toebehoo- rende aan een artiste, had gestolen. Na een gevecht tusschen Fransche en Ita- liaansche werklieden te Parijs heeft men twee personen in een bewusteloozen toestand op straat gpvonden die reeds overleden waren voor zij tiaar het gasthnis waren overgebracht. Bij een commissaris van politie te Parijs vervoegde zich dezer dagen een individu, Benoit genaamd, die op een zeer beleefden toon verzocht in hechtenis genomen te worden. De commis saris hierover verwonderdvroeg om welke reden hij dat verzocht. Benoit verhaalde toen dat hij zich voor eenigen tijd in een restaurant bevondwaar hij een gesprek, gevoerdt usscben den eigenaar der inrichting en diens vrouw afluisterde waarin de eerste zijn vrouw verweet een rekening van meer dan 500 francs bij den houthaudelaar gemaakt te hebben en aandrong dat zij die tenspoedigste zou voldoen. Na bet iiooren van dit gesprek, kwam BeGoit voortaan het doelwit mijns levens en ik zou mij zeiven geen oogenblik rust gunnen voor ik het bereikt had. Zoo spoedig mogelijk zette ik mij aan 't werk. Ik begon met de exploitatie der mijnen welke aan mij toebehoordenin andere handen over te geven en huurde een brik, waarop ik mij inscheeptevast beslotenom geheel Engelsch Indië te doorkruisen teneinde den neef te vinden dien ik verloren had. Helaas moet ik het nog zeggen Al mijn onderzoekingenal mijn nasporingeu waren vruchteloos. Na dezen langen zwerftocht zonder eenige uitkomstgevoelde ik geen lust meer naar Peru terug te keeren en het was toen, dat ik den abt Chretien schreef te onderzoeken, of er niet in het zuiden van Frankrijk een of ander groot landgoed te koop was. Zoo kwam ik in het bezit van het kasteel la Baumedat weldra mijne woning werd. Gij weet het overige. Sedert ik mijn intrek genomen heb op la Baumeheb ik nooit over mijne familie tegen iemand den abt Chretien uitgezonderd gesproken -. dit onderwerp was mij steeds te pijnlijk. Doch thans, wetende dat ik nog slechts korten tijd te leven hebkomt de herinnering aan mijn neef onophoudelijk terug en wijl het mij niet vergund is geweest hem weêr te vinden, vertrouw ik die taak toe aan mijn vrienden in Frankrijkdie mij zullen overleven. O, ik weet hetde hoop op gunstigen uitslag is gering doch te mijner herinnering bid ik hundat zij nog eenige pogingen in 't werk zullen stellen. Alle documenten en authentieke stukken welke in deze bijna hopelooze onderneming van dienst kunnen zijn de talrijke brieven welke ik gewisseld heb met al de consulaten in En gelsch Indiëde correspondentie met mijne zusterde geboorteacte van mijn neefzijn doopacte, alle aanteekeningen door mij dagelijks gehouden gedurende mijn verblijf in Indie kortom, mijne gezamenlijke familie-papieren zijn opgesloten in de cassette, welke aan het hoofd einde van mijn bed in mijne slaapkamer ge- op het denkbeeld naar den houthandelaar te gaarv en hem uit naam van den eigenaar van het restaurant de rekening te vragen. Hieraan werd voldaan Benoit onderteekende haar met den naam van den houthandelaar en ontving het bedrag, waarmede bij natuurlijk verdween. Toen de commissaris hem vroeg of hij nu uit be rouw zich zelf kwam gevangen geven, antwoordde de oplichter In 't geheel niet. Ik ben reeds verschei dene malen wegens diefstal voroordeeld, telkens heb ik mij zelf gevangeu gegeven wantom u eerlijk te bekennen het feit van geairessteerd te worden heeft altijd een pijnlijken indruk op mij gemaakten ik wil dien daarom voorkomen. Te Reims heeft Maandag de terechtstelling plaats gehad van Hollz, die een boer te Blaise- sous-Arzilliers vermoord heeftAlgemeen ver wachtte men, dat door den president der republiek gratie verleend zou zijn. Ook de veroordeelde zelf had er op gerekend, want toen men 's mor gens te vijf uur ia zijn cel kwam om hem mede te deelen dat de straf binnen een uur voltrokken zou wordenwas hij nog in een geruslen slaap. Terwijl hij zijue oogen uitwreef, las de procureur het vonnis vooren daar de veroordeeldedie Elzasscr was slecht Fransch verstond meende hij dat men hem zijn gratie kwam ïufcdedeelen. Het was dus voor de aan wezigen een moeielijke taak hem te doen be grijpen dat het vonnis uitgevoerd zou worden. Ruim 6000 menschen stonden reeds sedert verscheidene uren* in den omtrek van het Bchavot om getuigen van het treurige schouwspel te zijn. De berichten omtrent Cetawayo zijn tegen strijdig. Een telegram aan „the Standard" be vestigt het zenden van het ultimatum door de Na^alsche regeering. De //Times" spreekt het tegen. De Engelsche bladen bevatten lange tele grammen uit Kopenhagen over het verblijf van plaatst is. Mijne erfgenamen zullen haar daar vinden. Het is vooral tot den abt Chretien dat ik mij richtik smeek ik bjzweer hemdat hij alles zal aanwenden om mija laatsten wil in deze te volvoeren. Mocht men tot de wetenschap geraken dat mijn neef Rodignez-Diégo Collins nog in leven is dan wende men «zich oogen- blikkelijk tot mijn getrouwen en beminnelijken vrienddie wel in staat zal zijn in de trekken van den twee en twintigjarigen jongelingdie van het zevenjarig knaapje te herkennen. Ik eindig. Ik sterf in den schoot der katholieke apos tolische kerk die mij kind heeft opgenomen en ook mijn graf zegenen zal. Mijn christelijk geloof is mij een troost geweest in het leven zij is mijne hoop in mijnen 4ouderdom. Met kalmte wacht ik liet oordeel der voorzienigheid en het oogenblik afwaarop het God behagen zal mij tot Hem terug te roepen. De notaris had de lezing geëindigd en stak het testament met het codicil weder in de en- velloppe. Aanstonds vestigden zich de blikken op de cassettewier inhoud waarschijnlijk de middelijke oorzaak was geweest van den dood des generaals Calzadowijl zij voor den moord het gestolen millioen bevatte. Deze cassette had altijd op de estrade voor het bed gestaan en was omwonden door twee linten waarvan de uiteinden door middel van een rood lakzegel aan elkander gehecht waren. I)e procureur der republiek naderde alstoen de verhevenheid voor het bed en het kleine meubelstuk toonende zeide hij Gisteren meenden wij dit kistje op nieuw te moeten verzegelen. Doch wijl de personen hier tegenwoordig door het testament vrijheid hebben gekregen het te lichten zullen wij ons er niet tegen verzetten dat de cassette geopend wordt. Dit zeggende verbrak de procureur de zegels en toonde het geopende meubelstuk aan de aanwezigenmaar tot verbazing van dezen den heer Gladstone aldaar en hoofdzakelijk over het déjeuner, dat hij aan boord van de //Pembroke Castle", aan de gasten van den koning van Denemarken heeft aangeboden. Behalve de koning en de koningin en het geheele Deensche konink lijke huis waren alle vorstelijke personen, die op het oogenblik aan het Deensche hof vertoeven, benevens de Russische gezant tegenwoordig. Do //Pembroke Castle" was schitterend met vlaggen versierd en de heer en mevrouw Glad stone, hun zoon sir Donald Carrie en de dichter TennysoD, die den premier op zijn tocht ver gezelt, hebben de hooge gasten op een waardige wijze ontvangen. Allen waren in civiel, behalve de keizer van Rusland, die de Russische admi raalsuniform droeg. Aan het einde van het déjeuner hield de heer Gladstone eene korte redevoering, waarin hij wees op de banden, die tusschen de koninklijke familiën van Engeland, Rusland en Deneraarken bestaan en dronk op den koning van Denemarken en den czaar. Deze toost werd door den koning van Denemarken beantwoord door op den heer en mevrouw Gladstone te drinken. Na afloop droeg de heer Tennyson, op ver zoek der gasten, eenige zijner gedichten voor en na liet schip in oogenschouw genomen te hebben, vertrok de koninklijke en keizerlijke familie weder per jacht „Danebroge" naar Fredensborg. Onmiddellijk daarna heeft de „Pembroke Castle" het anker gelicht en naar Engeland koers gezet. Uit Portugeesche bron wordt andermaal gemeld van de aanmatigende houding der Franschen in de Congolanden. In Loango en Puntanegra beletten zij den handel, kwellen zij de inboorlingen en ontnemen hun ouder gewoonte voorwerpen van waarde. Het blijkt ook waar te zijn, dat Loango door het oorlogschip „Sagittaire" is beschoten, omdat de inboorlingen weigerden aan de Franschen land te verkoopen. Volgens „The Standard" is te Canton de gisting eer aan het toenemen dan omgekeerd. Men vreest dat, bij eene herhaling der onlusten, bevatte het geen enkel der documenten in het codicil vermeld het was geheel ledig. Den volgenden morgen vroegtijdig richtte zich M. de Jernon met vluggen tred naar het paleis van justitie te Bordeaux. Mijnheer de rechter van instructie geloofde eene schoone toekomst voor zich te hebben. Volgens zijne meening kon het niet uitblijven, of de zaak van Maurits Griffon zou heinde en ver bekend worden en hem (den procureur) tot groote eer verstrekken zoodat zij zeer veel kon bijdragen tot zijn bevordering, die het voorname doel van zijn leven en streven was. Met welke behendigheid met welke scherpte van blik had hij tot nu toe deze zaak geleid In minder dan twee dagen had hij tegen den beschuldigde een verpletterend aantal bewijzen verzameld en op dit oogenblik rangschikte hij die met benijdenswaardige geslepenheid Mijnheer de Jernon lachte vergenoegd, als hij zich de gevatheid herinnerdewaarmede hij al de argumenten van Maurits had omvergestooten. Bijvoorbeeld tegen de oparerping van den be schuldigde, dat Bamboula van achteren getroffen wasen het dus zeer onwaarschijnlijk mocht genoemd worden dat een zoo teuger persoon als Maurits overwinnaar zou zijn gebleven ir. de worsteling met den reusachtigen negerhad mijnheer met de zekerheid van iemand, die zich niet bedriegen laat geantwoord Op het oogenblikdat de moord op den generaal voltrokken was, is de neger toegeloopen, maar de moordenaar was reeds op zijne hoede, en het bewijs hiervoor is, dat de worsteliug met Bamboula plaats heeft gehad in het salon vóór de slaapkamer van den generaal. De neger heeft zich op den moordenaar geworpen maar in het oogenblik dat bij zich gereedmaakte om dezen in zijn gespierde armen te verstikkenwerd hij van achteren door den dolk van den booswicht doodelijk getroffen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1883 | | pagina 1