BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Mocht de regeering thans hesluiten tot eene herziening van ons tarief van invoer rechten over te gaandan wenschen adressanten als hun gevoelen onverholen te kennen te geven, dat noch een terugheer tot de tariefwetgeving van voor 1862 noch de aanneming der beginselen van de DuitscheEranscheNoord-Amerikaansche of Belgische tariefwetgeviug bij hen onverdeelde toestemming zou vinden. De Nederlandsche wetgever dient het oog gevestigd te houden op Nederlandsche toestanden, dient te rade te gaan met de behoeften der bestaande Nederlandsche industrieëndient te beseffen dat een klein land met eene bevolking van vier millioen zielen en in het bezit van groote koloniënwaarin echter met het oog op den Atjeh-oorlog en ter vermijding van internationale verwikkelingenvreem delingen en moederland op gelijken voet worden toegelatendat een dergelijk land onmogelijk al de onderling zeer verschillende takken van eene zoo veelzijdige industrie als de onderhavige, op zijn bodem tot volkomen ontwikkeling kan brengen. Eene onoordeelkundig ondernomeu tariefsherziening zou den bestaan den toestand eerder verergeren dan verbeteren. Volgens onze meening, zou het voor de Nederlandsche leder-industrie van zeer groot belang zijn, wanneer de invoerrechten op gemaakte schoenen en leestklaar schoenwerkalsmede op lederwerkzeer aanzienlijk werden verhoogd. De regeering zou bij de vaststelling van dezen tariefspost eene keuze kunnen doen tusschen het Duitsche tarief, waarbij deze rubriek is belast met 50 en 70 mark per 100 kilo, of het Eransche, waarin wij vinden opgeteekend Lederwerk Laarzen. per paar frs. 2. Bottines, zoo mans- als vrouwen- 1.25. Schoenen. „0.75. Zadelmakers werk (behalve zadels) per 100 kilo frs. 200. Zadels voor heeren. per stuk 10. i/ dames. „12. Drijfriemen per 100 kilo 62. Hierdoor zou de regeering tot zeer voordeelige conventioneele verdragen met andere staten kunnen gerakenen vpor de Nederlandsche leder-industrie wederom verscheidene markten toegankelijk maken. Door den minderen invoer van buitenlandsch schoen- en lederwerk zal er bij de inlandsche lederfabrikanten grootere vraag ontstaan naar leder, tengevolge der ruimere bestellingenwelke de Nederlandsche fabrieken van schoen- en lederwerk zullen hebben uit te voeren. Toch er is meer. In het belang onzer onafhankelijkheid is het dringend noodzakelijk dat ons leger niet slechts in vredestijdmaar nog meer in tijden van oorlog over een ruim getal schoen-laarzen- en zadelmakers kan beschikken. En hierbij zweeft ons niet zoozeer voor den geest de woorden van wijlen den heer Van Dam van Isselt, die hij in zijne gedenkwaardige rede op 11 Mei 1859 bij de beraadslagingen in de Eerste Kamer bezigde„Ik geloof inderdaaddat „als wij eens deel moesten nemen aan een oorlog, dat ons tarief, aangeslagen „aan de muren onzer vestigingen of aangeplakt op de grenzen van ons vaderland, „niet veel baten zou. Ik voor mij zou meer vertrouwen stellen op eenige „duizenden fiksche fabrieksarbeidersdiedankbaar dat zij leven in een land, waar „zij niet moedwillig ongelukkig worden gemaaktde wapenen zouden opvatten „om den vijand te keeren buiten de grenzen. Ik geloof dat wij daarvan meer „te wachten zouden hebben dan van het aller vrijge vigste tarief.Gulden woorden die ook thans nog ten volle behartiging verdienen. Doch wij wenschen op een ander motief uwe aandacht te vestigen. Breekt er een oorlog uit, worden alle lichtingen opgeroependan dienen er bij iedere compagnieieder escadroniedere batterij ook onder de lotelingen der militie het noodige getal schoen-, laarzen- en zadelmakers gevonden te worden. Hoe noodlottig de afhankelijkheid van de buitenlandsche industrie in tijden van oorlog werken kanheeft ons de Eransche administratie gedurende den Duitsch-Eranschen oorlog getoondtoen het zoolleder der Eransche soldaten, dank zij den toevoer van Noord-Amerikaansch bocht, meer overeenkomst bezat met bordpapier dan met militair schoeisel. De aanwezigheid van een ïu/m getal schoen-laarzen-zadel- en paardentuig-fabrikanten met onderhoorig werkvolk is in het belang onzer defensie een even gebiedende eisch als het bouwen van forten of het zorgen voor eene voldoende remonte. Bezit de minister van Oorlog de zekerheiddat hij c. q. over een voldoend getal werkvolk kan beschikken Of zou men lijdelijk in het feit willen berustendat het getal schoenmakersbazen met de maand vermindert? Is er niet de statistiek om ons handtastelijk er van te overtuigen dat de invoer van gemaakte schoenenvan leder- en zadelmakerswerk ieder jaar klimmende is F Immers bedroeg de invoer van deze beide rubrieken in de jaren 186776 gemiddeld voor eene waarde van ff. 870.000. In 1877 zagen wij het cijfer reeds klimmen tot ff. 1,155,000 1878 1,567,000 1879 1,589,000 1880 1,698,000 1881 1,635,000 Wil men zich in Nederland ten opzichte van deze takken der leder-industrie altijd meer en meer van het buitenland afhankelijk maken in vredestijdhet stelsel van „laisser faire laisser passer" zal des te bitterder teleurstellingen doen gevoelen in tijden van oorlog of gevaar. Tot het heffen van invoerrechten op lederzonder juiste omschrijving der te treffen artikelenmeenen wij niet te mogen adviseeren in het algemeen belang der Nederlandsche leder-industrie. De invoerrechten op leder zouden zichnaar ons oordeelkunnen bepalen tot zoolledergewoon overledertuig-, paarden- en zeemleder en perkament. Deze artikelen worden toch hier te lande meer dan voldoende gefabriceerd; zoodat zij bescherming behoeven en een zelfs eenigszins hoog invoerrecht, dank zij de binnenlandsche concurrentiegeen monopolie zoude creëeren voor een enkelen fabrikant. Daarbij beantwoorden vele dier merken aan eiken eisch van schoon- en deugdzaamheidzoodat de Nederl. schoen- en zadelmakerzelfs bij de strengste eischen zijner clientèlemet inlandsch zool-tuig- en overleder kan voldoen, Daarentegen worden op heden hier te lande de meeste overige ledersoorten, of op zeer geringe schaalof in het geheel niet gefabriceerdof wel niet in die kwaliteitenwaarvan toch een soliede schoen-zadel- of riemfabrikant zich zal behooren te bedienen, wanneer hij zoowel in prijs als in kwaliteit met buitenlandsche fabrikanten bij zijne afnemers wil concurreeren. Wanneer nu die leder-soorten belast zijnwelke de soliede schoen- en zadelfabrikant oordeelt zich in het buitenland te moeten aanschaffenvolgt daaruitnaar onze meeningdat door de verhooging der rechten op schoen- en zadelwerk hij al zeer weinig gebaat is; want de rendementprijs van zijn fabrikaat wordt tengevolge der invoerrechten op het door hem verwerkte ledertoch weder hooger dan bij zijne buitenlandsche concurrentendaar geene voldoende binnen landsche concurrentie de prijzen van hét door hem te verwerken halffabrikaat vis h vis den buitenlander op normaal pijl houdt. Als dusdanige artikelen noemen wij Gechagrineerd bokken- en geitenlederkalfs-kidchevreau noirglacé et doré verlakt kalfslederverlakte huiden en juchtengekleurde marokijnen en gekleurde schapenvellenwelke ledersoorten hier te lande bijna niet worden gefabriceerd. Hebben adressanten geen bezwaar, neen, achten zij het zelfs recht en billijk dat zoolledertuig-paarden-over- en zeemleder en perkament met een recht belast worden van f 25.per 100 kilo, de andere daareven genoemde soorten daarentegen zouden in het algemeen belang vrij moeten blijven van invoerrechten. Wanneer de ondergeteekenden met opzet de woorden „recht" en „billijk" gebruikenhebben zij het oog op omstandigheden die de CJoncurrenz-Eahigkeit van den Nederlandschen looier in buitengewone mate verlammen. Een van de noodzakelijkste grondstoffen voor den looier is de schors. Deze is echter in niet voldoende mate in ons klein Nederland te koopenal is de kwaliteit onzer Geldersche en Noordbrabantsche schors ook voortreffelijk. De Oostenrijksche looier heeft de schors als het ware voor niet. In Duitschland en Erankrijk is eveneens de schors lager in prijs dan in Nederland. Zoodoende is de Nederlandsche looier soms genoodzaakt ƒ200.vracht voor een waggon schors uit Hongarije te betalen, om dan toch maar in het bezit te zijn van deze zoo onontbeerlijke grondstof. De spoorweg vrachten zijn via Duitschland in de laatste jaren niet verlaagd, eerder verhoogd; maar werken deze hooge spoorweg vrachten niet indirect als een beschermend recht voor den Oostenrijkschen looier en schoenmakerwanneer hij zijn fabrikaat exporteeren wil Drukt niet de spoorweg vracht zwaarder op grondstoffen dan op volkomen afgewerkt fabrikaat? Wanneer drijfriemenleder in croupous door invoerrecht getroffen werdzou spoedig de Nederlandsche drijfriemenfabrikant zich moeten ontzeggen zijn Butts uit het buitenland te betrekken en zou hij bezwaarlijk dit artikel uit de te dunne en immer te vlakke inlandsche ossenhuiden kunnen daarstellen. Zijn wij derhalve voor vrij stelling van drijfriemenleder in croupousdrijfriemen zelf zouden onder de rubriek leder of zadelmakerswerk dienen geplaatst te worden. ExcellentieWij hopen en vertrouwen dat onze even vrijmoedige als open hartige blootlegging van den feitelijken toestand der Nederlandsche lederindustrie bij u eene welwillende aandacht en overweging moge vindenmoge zich bij Uwe Excellentie de overtuiging vestigen dat de ernst van het oogenblik dringend eischt het nemen van afdoende maatregelen tot behoud van een zoo belangrijken tak onzer nationale nijverheid. Adressanten verzoeken u derhalve nogmaals om afwending der ons dreigende gevarenopdat niet bij de hooge tarievendie ons omringenop de Nederlandsche industrie een stelsel worde in toepassing gebracht, hetwelk de Duitsche rijkskanselier even juist als kernachtig kenschetste als„das System der langsamen Entblutung." September 1S83. 't Welk doende enz. De primaat van België en aartsbisschop van Mechelen kardinaal Deachampsis Zaterdag in het aartsbisschoppelijk paleis te Mechelen overleden. "Reeds sedert geruimeu tijd liet zijn gezondheidstoestand veel te wenschen over, maar zijn verscheiden schijnt toch nog onverwacht gekomen te zijn. Mgr. Deschamps was den 6n December 1810 te Melle geboren en derhalve bijna 73 jaren oud. Yan 1864 tot 1867 was hij bisschop van Namen in welk laatste jaar hij geroepen werd tot de opvolging van kardinaal Sterckx in het aartsbisdom van Mechelen. Kort daarna werd hij door Pius IX tot kardinaal bevorderd. In de mijn Vezin Brichebo te Sclaigneaux is Woensdag een verschrikkelijk ongeluk voor gekomen. Omstreeks vijf uur 's morgens kwamen de werklieden naar boven, die des nachts gewerkt hadden, toen men bemerkte, dat aan het einde der mijn brand ontstaan was. 19 of 22 werk lieden, die in een diepte van 200 meters werkten, waren toen nog niet boven en bij het afzenden van het bericht, ruim 12 uren later, wist men nog niets zekers van hun lot. Op welke wijze de brand is ontstaan, is niet bekend, doch zeker is hetdat na 12 uren de brand nog voort- woedde daar een geweldig benauwde damp van brandend hout naar boven steeg. Zoo spoedig de ramp bekend werd kwam van alle kanten hulp opdagen. Herhaaldelijk gingeu werklieden naar benedenvergezeld van een ingenieur en een dokter om voor zekere onacht zaamheden te waken in de hoop de overige werklieden te redden. Slechts drie personen heeft men opgehaald die allen het bewustzijn verloren hadden en men heeft verscheidene uren noodig gehad om ze tot het leven terug te brengen. Tegen twee uur moest het werk gestaakt worden wegens den benauwden aunosfeer in de mijn. Eerst wanneer men door bemiddeling van een machine versche lucht iu de mijn had verkregenzou men trachten tot de galerij door te dringenwaar de werklieden zich kunnen bevinden. De ingenieurs hebben de hoop nog niet opgegeven hen levend terug te vinden, daar zij door een lange gang wellicht van de plaats, waar de brand woedt, verwijderd kunnen blijven. 38 uren na het uitbreken van de ramp had men nog niemand gevonden, zoodat de hoop minder wordt. Tal van mannen en jammerende vrouwen en kinderen zijn aan den ingang van de mijn geschaard in angstige verwachting hoe zij hnnne bloedverwanten of vrienden zullen wederzieu. De koning der Belgen laat een eigenaardige stoomboot maken voor den reiziger Stanley en zijn expeditie op de Congo. Deze stoomboot, die door een scheprad aan den achtersteven voortbewogen wordt zal zoo ingericht worden dat de romp in vier gedeelten kan worden ge splitst, welke gedeelten nog in het water drijvende van vier wielen voorzien kunnen worden, en op het droge gebracht elk op zichzelf een zeer doelmatige wagen zijn voor het vervoeren van de machinerieën der bootgoederen levensbe hoeften enz. Deze wagen-boot wordt bij de firma Yarrow en Co., te Poplar bij Londen, gebouwd, en zij moet in het laatst van dit jaar gereed zijn. Op den spoorweg van Spa naar Theux heeft Zaterdagmorgen een treffend ongeluk plaats gehad. Te Spa zijn drie waggons van een goe derentrein losgeraakt en daar de weg aldaar hellend is zijn zij met kracht naar Theux teruggeloopen. In hun vaart hebben zij een haltpaal omvergeworpen en daardoor ontspoord zijn de wagens tegen het huis van een baan wachter gevallen waarin zich de baanwachter met zijne vier kinderen bevond. Het huisje storte in met het treurige gevolg dat de vijf personen onmiddellijk dood waren. De vrouw van den baanwachter was juist uit het huisje gegaan om het spoorhek te sluiten. Zaterdag is koning Alfonso van Spanje te Parijs gekomen na te Brussel van de zijde der bevolking eene koele ontvangst tehebben gekregen. Te Parijs is dit in nog sterker mate het geyal geweest. De koning van Spanje is naïef genoeg geweest, om zich in Duitschland tegenover Frankrijk te laten compromitteerenen het was maar al te zeer te vreezendat de Parijsche bevolking op hare beurt naïef genoeg zou zijn, om in den strik te loopen en den jeugdigen koning op eenigerlei wijze te beleedigen. De overheid heeft met het oog op dat gevaar rijpelijk overwogenwelke maatregelen te nemen zijn en tot het laatste oogenblik is de wegdien de koning van het Noorder-station naar het Spaan- sche gezantschapshotel nemen zoueen geheim gebleven. Ook het programma van de ontvangst is herhaaldelijk gewijzigden zooveel mogelijk besnoeid, tot groote ergernis van den heer Jules Ferrydie met den Spaanschen gezant reeds allerlei schikkingen had gemaakt. Te half vier is de extratrein aangekomen aan het stationdat met vlaggen en bloemen was versierd. Op het oogenblik dat de koning uit den trein stapte werd hem door de Garde républicaine de militaire eer bewezen. De heer Mollard, intro- ducteur des ambassadeursheeft daarop den koning gebracht bij den heer Grévy die voor uitstapte en de hand des konings drukte, waarop hij hem de ministers voorstelde. De koning van Spanje heeft daarop zijn minister van buiten landsche zaken den markies Vega de Armijo voorgesteld. Achter den koning waren nog eenige generaals en hovelingen uit den trein gestapt. Vijf minuten vóór vier ure is de koning uit het station naar zijn aijtuig gegaan, vergezeld van den heer Grévy. Zoodra de koning ver scheen werd er gefloten dit was als 't ware een teeken tot uitbarsting. Vele personen ont blootten het hoofd en juichten Alfonso toe om te protesteeren maar het gefluit werd niet ge smoord en het gejuich werd beantwoord met de kreten „Weg met den koning weg met de tirannenen andere uitingen van dianzelfden liefelijken aard. Ieder die aan 't manifesteeren waswilde zich op zijne manier onderscheiden. Diezelfde tooneelen herhaalden zich op 's konings weg in de Rue Lafayette. Er werd ook ge roepen „Weg met Ferry De minister-pre sident had namelijk geijverd voor de officieele eerbewijzen aan den koning. Het heet zelfs dat hij met zijn ontslag gedreigd heeft, indien geen gevolg werd gegeven aan zijn aandrang, Daar entegen werd de president der republiek met ingenomenheid begroet.. Het gefluit en het rumoer tegen den koning was zoo sterk, dat volgens een anderen bericht gever de militaire muziek die bij 's konings komst het Spaansche volkslied speelde niet gehoord werd. Vooral ook weerden zich de te Parijs verblijf houdende Spaansche socialisten dapper. De koning bracht een bezoek aan het Elysée en dineerde er Zondagmiddag. Hij wist welzeide hij beleefd cn verstandigtoen men hem zijn leedwezen over het gebeurde te kennen gaf, dat de tegen hem gerichte manifestatie niet het werk was geweest van de Parijsche bevolkingmaar slechts van enkele misleide personen, eene vergoelijking, die in 's konings mond vrij wat beter klinkt dan de kinderachtige bewering van sommige bladen diena eerst het Parijsche grauw tegen den „uhlaan" te hebben opgezet, thans aan „Spaansche en Duit- sclie socialisten" de schuld geven. De koning heeft Zondag voorts eene mis bijgewoond, maar eene jachtpartij, die ter zijner eere zou plaats hebben, werd wegens het „slechte weder" afgecommandeerd. 's Middags reed hij met zijn vader naar Epinay. President Grcvy heeft toen hij den koning Alfonso een bezoek bracht dezen uit naam van Frankrijk verontschuldigingen aangeboden over het gebeurde. Frankrijk zeide hij kor. niet op één lijn gesteld worden met de bewerkers der manifestatie. Aan het diner op het Elysce zat de koning tusschen mevrouw Grévy en mevrouw WilsoD (Grévy's dochter). Al de genoodigden droegen Spaansche decoraties. De gastheer zat een half uur lang met den koning op een canapé en had een levendig discours met hem. Grévy dron^ er bij den koning zeer op aan dat deze nog een dag zou blijven, maar Z. M. stond er op Maan dagmorgen tegen 9 uur te vertrekken. En zoo is dan oolT geschied. Z. M. vertrok Maandag morgen met don trein van 8.45. Zijn vertrek werd door geenerlei incident gekenmerkt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1883 | | pagina 2