Engeland.
Duitschland.
Oostenrijk,
Italië.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
üog niet. Men verdiept zich in gissingen, doch
een grap kan het niet zijn daar deze dan voor
600 francs te duur is. In elk geval is dokter
X. blijde een wegwijzer met zich genomen en
zich niet alleen op weg begeven te hebben.
Over de steeds toenemende uitbreiding van
Parijsde vermeerdering van het getal harer
inwoners en den invloed van de inrichting en
grootte der woningen op den gezondsheidstoestand
worden de volgende cijfers bekend gemaakt. In
het jaar 1789 telde Parijs 650,000 inwoners,
in het jaar 1836 reeds 900,000, in het jaar
1882 echter 2,225,910. Ofschoon in dezen tijd
veel nieuwe huizen werden aangebouwd van
1820 tot 1882 steeg dit aantal van 27.000 tot
76,000 zoo hield toch het aanbouwen geen
gelijken tred met de vermeerdering der inwoners.
In het jaar 1817 kwamen op een huis 24,35
bewoners, in het jaar 1872 29,19 en in 1882
30. Tengevolge van deze ophooping van men-
schenis de bodem van Parijs op sommige
plaatsen zoodanig van ODgezonde stoffen door
trokken dat onlangs bij den bouw van het
postkantoor in de Rue Jean Jacques Rousseau
een gedeelte der fundamenten niet door aard-
werkers of metselaars, maar door kanaalopruimers
moest worden in orde gemaakt. Men rekent
te Parijs op ongeveer 500,000 rijke en welge
stelde personen 191,500 woningen, terwijl voor
1.500.000 onbemiddelde of arme lieden ongeveer
472,000 woningen beschikbaar zijn. Ongeveer
200.000 personen worden gerekend bij anderen
in te wonen. Men heeft voorts uitgerekend
dat het sterftecijfer sedert 1869 ongeveer met l/5
vermeerderd isen de volgende verhoudingen
aanneemtvan 100,000 inwoners werden in
1869 ziek aan typhus 48,4, in 1881 96,5
voor diphtheritis besmettelijke keelziekte, steeg
het ziektecijfer van 53,5 op 101,3 voor pok
ken van 11,4 op 74,8; voor mazelen van 30,3
op 43,3; voor roodvonk van 7,2 op 18,3. Aan
een der voornaamste middelen tegen besmettelijke
ziekten nl. wateris te Parijs dikwijls gebrek:
van 100 kubiekmeter worden 75 voor het rein
houden en begieten van straten en slechts 25 in
de woonhuizen gebruiktzoodat het rein houden
van deze door te weinig water bemoeilijkt wordt.
Bovendien wordt de atmosfeer door de uitdam
pingen van 3000 chemische en andere fabrieken
en een 25tal bewaarplaatsen van vuil en afval
in den omtrek der stad zoodanig verpestdat
het in zekere deelen der stadal naar de
richting van den wind volstrekt onmogelijk is
de vensters open te houden en de menschen
op straat menigmaal ouwel worden. Dat men
na kennisneming van bovenstaande feiten en
cijfersParijs eene ongezonde stad zal noemen
behoeft zeker geen verder betoog.
In de bank Arlès-Dufour te Lyon hebben
zich in den avond van Vrijdag dieven laten
opsluiten. Na zich van eer, som van 32000
francs meester te hebben gemaakt, zijn zij weder
op straat gekomen door het losschroeven van
het slot der deur.
In de bureaux der Fracsche bank te Parijs
is Zaterdag morgen een brutale diefstal gepleegd.
Een kassiersknechtdie een belangrijke som
geld had ontvangen, was bezig het geld te bergen,
ten einde het gemakkelijker te kunnen mede-
nemeD. In een buitenzak van zijn jas had hij
vijf biljetten van 1000 francs gestoken en in een
linnen zak deed hij de goudstukken, toen twee
net gekleede heeren, die lieten voorkomen of zij
iemand wachttenhem naderden en rakelings
passeerden. Te gelijker tijd nam een van hen
snel de biljetten uit den zak gaf ze aan zijn
makker over en beiden namen de vlucht. Door
den bestolene en de overige kassiersknechts
achtervolgd, werden de dieven ingehaald, en naar
het bureau van politie gebrachtwaar zij ver
klaarden Engelschen te zijn.
Omtrent de crisis in Soedan ontleenen wij
het volgende aan een particuliere correspondentie
van de N. R. Ct., onder dagteekening van 9
Februari.
De tijdingen nopens Gordon Pacha luiden
heden gerustellender. De correspondent der
Daily News te Alexandrie seintdat hij ont
vangen heeft eene dépêche uit Opper-Egypte
volgens welke Gordon Pacha Korosko heeft
verlaten in gezelschap van twee inboorlingen uit
gezeten familie. In dezelfde depêche wordt het
ontkend dat de generaal zou zijn gevangen ge
nomen.
Heden hebben wij een Reuter-telegram uit
Kaïrowaarin staatdat inlandsche handelaars
uit het Zuiden te Korosko zijn aangekomen en
berichtendat zij Gordon iü goeden welstand
hebben ontmoet op vier dagreizen van laatstge-
melde plaats.
Te Kaïro is men over de tijding van Gordon's
gevangenschap zeer verontwaardigd. Men wil
trachten den persoon die het „valsche bericht"
uitstrooide op te sporen om hem dan gestreng
te straffen. Het is zelfs niet ondenkbaardat
dit geval Sir Evelyn Baring versterkt in zijn
plan om eene censuur voor de pers in te voeren.
Generaal Stewart vergezeltzoo het schijnt
Gordon op zijn tocht door de woestijn. Eerst
genoemde schreef van Korosko even vóór hun
vertrek „We nemen geen geleide mede, maar
de zoon van den gouverneur van Berber gaat
met onsen hij is betere bescherming dan een
groot getal Bedouïnen.
„Gordon ontving een zeker aantal nonsens-
telegraramen over opstanden en opstandelingen
langs den wegmaar hij sloeg geen acht daarop.
Wij gelooven nietdat men ons ophouden zal.
De woestijn is te onherbergzaam dan dat vijanden
zelfs daarin zich nestelen. Te Berber zullen wij
wel vernemen hoe het staat met den weg naar
Khartoem. Aan een sheikhdienaar men
ons zeide„lastig" zal zijn zond Gordon deze
dépêche Kom te Khartoem bij mij. Wilt gij
vredeik wil ook vrede. Wilt gij oorlog
bestik ben gereed
\óór Zondag (morgen) kan Gordon niet te
Berber wezen.
Baker Pacha en de meeste zijner troepen zijn
uit Soeakin teruggeroepen. Hewitt heeft daar
het opperbevelhebbcrschap aanvaard. Of zulks
in verband staat met de schandalen waarvan
de correspondent der Daily Telegraph te Kairo
weet te berichten moet nog blijken.
Het heetdat een aantal Egyptenaren naar
Tokar zijn opgeruktdeels met oude geweren
gewapend deels zonder wapenen Naderhand
moet men geweren te Soeakin hebben ontdekt
in een pakhuisdie daar vergeten waren
Een telegram van 10 Februari uit Cairo
bericht het volgende
Gordon is gisteren avond te Berber aangekomen.
Hij was wel.
Men verzekertdat de eerste brigade van het
Egyptische leger onder aanvoering van Engelsche
officieren naar het gebied van den eersten stroom
val zal worden gezondenzoodra de kwartieren
gereed gemaakt zijn.
In het lagerhuis heeft Gladstone verklaard,
dat er geen onderhandelingen met Frankrijk over
eene tusschenkomst in Egypte hebben plaats
gehad. Hij weigerde inlichting te geven omtrent
de voornemens of bedoelingen der regeering ten
opzichte der troepen in Soedan.
Nadat Braudlaugh den eed had afgelegd, stelde
sir Stafford Northcote voorte verklaren dat
hij daartoe niet had mogen worden toegelaten.
Deze motiedoor het gouvernement bestreden,
werd mei 280 tegen 167 stemmen aangenomen,
waarbij Bradlaugh met de minderheid stemde.
Sir Stafford Northcote deed daarna een voorstel,
om Braudlaugh van de vergadering uit te sluiten,
totdat hij zich zou hebben verbonden om in de
beraadslagingen geen stoornis meer te weeg te
brengen. Dit voorstel werd aangenomen met
228 tegen 120 stemmen.
Twee regimenten Egyptenaars met Engelsche
officieren zullen naar den eersten waterval op
weg gaan. De dag van vertrek is nog niet
bepaald.
Gordon telegrafeertdat hij ten volle vertrouwt
op succes zijner zending. Men weet niet of hij
van de Dederlaag bij Tokar bericht had ontvangen.
Door de Duitsche keizerlijke postdirectie is
een belooning van 1500 mark beschikbaar gesteld
voor hem die de dieven van de twee postzakken
waarin zich 80,000 mark bevonden en die uit
een waggon aan het station te Leipzig zijn ont
vreemd kan aanwijzen. In de nabijheid van
het station op een landweg heeft men daags na
den diefstal een zak teruggevonden doch het
geld was verdwenen.
Stellmackerdie den geheimen agent van
politie Blöcht te Weenen heeft vermoord, wordt
ook verdacht deelgenomen te hebben aan den
moord op den bankier Eifert gepleegd. Men is
er in geslaagd te ontdekken dat Stellmacher
gedurende twee jaren te Zurich heeft gewoond
en bij een aldaar ingesteld onderzoek is gebleken,
dat hij in 't laatst van December 11. deze stad
verlaten heeft, zijne vrouw en kinderen in armoede
achterlatende.
Stellmacher stond te Zurich bekend als een
brutaal en lui persoon. Hij verteerde veel geld
en colporteerde veel met revolutionnaire geschrif
ten. Bij eene huiszoeking heeft men een aantal
anarchistische bladen en brochures gevonden
alsmede een kist met fijn gehakt looddat
blijkbaar bestemd scheen om bommen te vullen.
Luidens bericht uit Messina, is de Etna be
gonnen uit zijn middenkraler te spoken. Op
Sicilië voelde men aardschokken.
Omtrent een terechtstelling in volle zee
leest men in een te Livorno verschijnend blad
dat een matroos van een voor Livorno voor anker
liggend oorlogschip der Vereenigde Staten het
gewaagd had de hand op een officier te leggen.
Hij werd onmiddellijk in de boeien geslagen en
voor den bijeen geroepen krijgsraad gebracht
die hem ter dood veroordeelde. Den volgenden
morgen verliet het schip in alle stille de haven,
en voer vier mijlen ver in zee, waar de terecht
stelling plaats vond. Het lijk werd daarna in
zee geworpen. Het schip keerde toen met een
man minder naar de haven terug.
Te Petersburg is weder een nummer van het
nihilistische blad Studenteschtwo verschenen. Dit
nummer is gehectographeerd en in brochure
formaat. De dood van Sudeikin wordt in een
laug artikel besproken waarin verklaard wordt,
dat de moordenaars door de meest zedelijke
beweegredenen zijn aangedreven den moord te
plegen en dat de wereld nu van een onwaardige
is verlostdie de laagste middelen heeft aange
wend om carrière te maken.
Uit Astrakan werd een paar dagen geleder,
gemeld dat terwijl een aantal visschers op de
Kaspische zee op zee waren, eensklaps eene groote
ijsschots waarop zij zich bevonden was losge
scheurd en in zee gedreven. Dit is gebeurd
den 4den dezeren thar.s wordt per telegraaf
gemelddat het aantal dezer personen 50 be
draagt en er gisteren nog niets omtrent hun lot
bekend was.
Men maakt melding van een nieuwe poging,
die plaats gehad heeft om het paleis Anitshoff
te Petersburg in de lucht te doen vliegen. Een
wagen met eetwaren geladen, voor de keizerlijke
keuken bestemd, reed de poort van het paleis
binnen daar de leverancier en de koetsier bekend
waren.. Op de binnenplaats gekomen lieten zij
hun wageu staan en gingen de keuken binnen
om met het personeel het een en ander ie be
spreken. Een lakeidie over de binnenplaats
liep zag eensklaps rook uit den wagen opstijgen
en naderbijkomende bespeurde hij 'een brander.de
lont, die hij onmiddellijk uitdoofde. Het rijtuig
werd onderzocht en men vond er een groote
hoeveelheid dynamiet indat met de lont in
gemeenschap was. De leverancier en de koetsier
werden gearresteerd doch zij houden vol niets
van het dynamiet geweten te hebben. Het on
derzoek wordt voortgezet. De keizer heeft be
volen dezen nienwen aanslag geheim te houden.
Omtrent de overstroomingen in de vereenigde
staten worden treurige bijzonderheden bericht.
De schade te Pittsburg wordt op 1,000,000
dollars geschat. Vijf duizend menschen zijn daar
van alles beroofd en voorloopig in openbare
gebouwen onder dak gebracht.
Te Marietta vielen door een grondverschuiving
aan den oever van de Ohiovijftig personen in
het water. Vijftien daarvan, voor het meerendecl
kinderen verdronken. Te Wheeling en op ver
schillende andere plaatsen is verlies van menschen-
levens te betreuren.
De laatste berichten luiden iets gunstiger. Het
water van de Ohio en andere rivieren is vallende.
Het gevaar voor Cincinnati schyut voorloopig
geweken. De stad moet echter voor een poos
van gas verstoken zijn door de overstrooming.
Verscheidene commissies van onderstand hebben
zich reeds gevormd. Het gemeentebestuur van
Cincinnati wil ten behoeve van de noodlijdenden
een leer.ing aangaan van 100,000 dollars.
Waalwijk, 13 Februari 1884.
In tegemoetkoming aan het verlangen der
regeering heeft de raad der gemeente Drongelen
besloten de verorderingregelende het heffen van
schoolgeld in dier voege te wijzigen, dat het aan
het dagelijksch bestuur wordt opgedragen te be
slissen wie al of niet tot de minvermogenden
behooren te worden gerekend.
Volgens de in 1877 in Engeland uitgevaar
digde nieuwe voorschriften moet ook thans nog
liet uit Nederland aangebrachte vee bij aankomst
in Engeland dadelijk worden geslacht, en bestaat
vooralsnog geen vooruitzicht dat deze verplichting
spoedig zal worden opgeheven. Bovendien is se
dert eenigen tijd ook de invoer van levend vee
Pruisen verboden.
Ten gevolge van een pu ander is in den
laatsten tijd dooi verschillende Nederlandsche
maatschappijen van landbouw dewenschte kennen
gegevendat opnieuw de gelegenheid worde
opengesteld tot uitvoer van versch vleeschmet
ontheffing van den accijns.
De regeering heeft gemeend aan dezen wensch
gevolg te moeten geven door het indienen van
een ontwerp van wet. De daarbij voorgestelde
bepalingen zijn behoudens eenige verduidelijking
der redactie van de artt. 4 en 5 gelijkluidend
met die der wet van 29 December 1866, welker
uitvoering geene aanleiding heeft gegeven tot
moeilijkheden en waarvan door den handel een
ruim gebruik gemaakt is. In art. 8 is echter
niet meer opgenomen het voorschrift dat de be
langhebbende 5 ct. moet betalen voor elk lood
dat de ambtenaren aan de stukken vleesch hechten.
Daar voorts ook afgezien van de verbodsbe
palingen in andere landen de gelegenheid tot
uitvoer van versch vleesch voor handel en veeteelt
van belang kan zijn is voorts de geldigheid der
thans voorgestelde vrijstelling van het wetsont
werp aan geen tijdsverloop gebonden.
Tot de lotelingen te Breda voor de natio
nale militie behoort een vader van twee kinderen.
Daar hij wegens broedejdienst vrij iskan hij
zijne vaderlijke zorgen aan zijn kroost blijven
wijden.
Na afloop eener vergadering van broodbak
kers te Oosterhout gehouden hebben eenige
aldaar aanwezige bakkers een hunner beroeps-
genooteu in de Braak aangevallen en erg toege
takeld.
De boerderij en het buitenverblijf vau den
heer Van Kol te Eindhoven zijn met het grootst
gedeelte van de huismeubelen eene prooi der
vlammen geworden. Alles was verzekerd. De
brand is ontstaan in den voorstalwaar eene
opening in den schoorsteen moet zijn geweest
waardoor het vuur zich aan het hooi of stroo heeft
medegedeeld.
De afd. Almkerk der Noord-Brabantsche
maatschappij van landbouw heeft besloten in
dit jaar weder eene tentoonstelling van paarden
en vee te houden met uitloving van premien.
Op het Hei-eind onder Tilburg is de
landbouwerswoning van B. de Kort geheel af
gebrand. 's Nachts omtrent 2 uur iw het ach
terhuis ontstaan breidde zich de brand zoo snel
nildat spoedig het geheele huis werd aangetast,
en de bewoner met zijn gezin het buis moest
ontvluchten zonder iets van kleederen en meu
belen te kunnen redden. Behalve een varken
dat in den brand omkwam, is het vee ontkomen.
Oorzaak onbekend.
Vrijdag heeft een lotelingdie te Utrecht
in de Maliebaan in staat van dronkenschap met
een dolkmes liep te zwaaien daarmede een po
litieagent die hem tot rust aanmaandemoed
willig in het aangezicht en aan de handen zoodanig
verwond dat de man zich onder heelkundige
behandeling moest stellen.
Eenige beschonken lotelingen te Arnhem
wilden een dito collega tehuis brengen; na diens
moeder beleedigd te hebben, kwam een buurman
haar te hulp die met een stok dusdanig werd
toegetakeld dat hij bewusteloos met een ernstige
wonde aan het hoofd neerzeeg. Daar hunne
namen bekend zijn ontloopen zij de strafvervol
ging niet.
De student B. te Utrecht, die door de arr.
rechtbank aldaarwegens het toebrengen van
slagen aar. een veldwachter en een burger te
Baarn tot 8 dagen celstraf is veroordeeld, heeft
van dat vonnis aan Z. M. den koning gratie be
vraagd.
De huzaar Goorden oppasser bij den luit.
kwartiermeester te Venloo, is met eene som van
f167, waarmede hij uitgezonden wa3, verdwenen.
Alle opsporingen zijn tot nog toe te vergeefs.
De gepensioneerde Indische luit-kolonel P.
van B. te Roermonddie Dinsdag e. k. met
zijue dienstbode in het huwelijk zou treden is
spoorloos verdwenen een brief achterlatende
waarin f 200 en het bevel dat de bruid binnen
8 dagen het huis moet verlaten.
Een welgekleed man vervoegde zich aan
de fabriek van I. S. te llnvenstein om werk.
Na vergunning vroeg de man 3 paar laarzen
bij te snijden, om te mogen maken, en zou zich
onder de hand van een kosthuis met werkplaats
gaan voorzien. Spoedig was dat gevonden en
hij at en droük direct meê. Na geslapen en
goed ontbeten te hebben, ging de alias schoen
maker de laarzen halendoch kreeg aan de
fabriek op zijn zeggen, dat zijne gereedschappen
in eene kist te Herpen stonden ten antwoord
die eerst maar te gaan halen. Men kreeg wan
trouwen in s mans bijzondere netheid en over
tolligheid van kleeding. Daar hij zich nog van
Herpen laat wachten om werk te halen en zijn
logies te betalen is bovenbedoeld wantrouwen
niet misplaatst geweest.
Wie met paarden omgaat, zegt het spreek
woord gaat met zijn vijand om. De waarheid
hiervan ondervond de landbouwer J. C. te Kuik.
Toen hij dezer dagen met zijn onwillig paard
naar den akker ging en het voor den ploeg wilde
spannenwerd het dier woedend greep zijn
meester bij den arm en rende er mee den akker
over. Wel liet het hem een oogenblik los doch
om met verdubbelde woede op hem neer te
vallen. Met de knieën op zijn slachtoffer beet
en knauwde het diens arm, dat de ongelukkige
het uitgilde van pijn. Tot driemaal toe her
haalde het beestdat wel een leeuw geleek, dit
akelige tooneel. Eerst bij de nadering van de
knechts die als verstijfd van schrik eerst dat
drama hadden aangestaard, liet het razende,
dierdoor een flinken slag aan den kop toe
gebracht zijn meester loswiens arm totaal
verbrijzeld was. De beenderen waren als '1 ware
murw geknauwd de pezen verscheurd. Tegen
den avond moest den ongelukkige de arm wor
den afgezet. De wildheid van 't zelfde paard,
laat ons er bij zeggen dat het een hengst is
was voor een paar jaren ook al oorzaak dat de
knecht door tussohen de kar te geraken zijn
arm ve loor.
Het 11-jarig zoontje var. A. van de Ven,
te 's Hertogenbosch viel Vrijdag spelende van,
der. voormaligen vestingmuurin de nabijheid
der Vuchterpoortin de stadsgracht. Bij den
tegenwoordigen hoogen waterstand nu de om
streken dér stad in eene zee herschapen zijn
durfde niemand eene poging tot redding wagen.
Eene plank en een dregdie men den jongen
toewierp, kon hij niet meer grijpen men dacht
hem reeds reddeloos verloren. De heer G. Visker,
kapitein bij het 5e regiment infanterie in gar
nizoen te 's Bosch die in zijne woning het
angstgeschrei der omstanders vernam was on
middellijk ter plaatse aanwezig. Zonder eenig
verwijl sprong hij van den stadsmuur in den
vrij diepen stroom en had het geluk den jongen,
die reeds zinkende waste redden.
In het gehucht Ginderdoor, onder Lieshout,
is in eene boerenwoning brand ontstaan. De
bewoners (twee huisgezinnen) ontkwamen met
levensgevaar aan de vlammen terwijl het huis
achter hen instortte. Vee, inboedel, verzamelde
oogstkleederen alles is verbrand.
Dezer dagen ging een boer naar Hilva-
renbeek om den geneesheer te raadplegen over
de ongesteldheid van een zijner huisgerooten.
Ir. het dorp gekomen werd hij door zekeren
beambte. P. aangehouden en dronken verklaard;
daar de man geen drank gebruikt had liet hij
zich dat niet aantijgen, en verzocht den beambte
met hem naar den geneesheer te gaan wat
aangenomen werdechter met het ongelukkig
gevolgdat de dokter den beambte en niet den
boer beschouwde als hebbende een glaasje te
veel gedronken. Dat genoemde P. met een zuur
gezicht afdroop laat zich begrijpen, te meer daar
hij voor het gevraagd onderzoek nog tien gulden
kon betalen.
Door eene nog onbekende oorzaak is Don
derdag avond te Beek (Limburg) een huis met
schuur en stalling, toebehooreude aan den her
bergier en timmerman Zegerseene prooi der
vlammen geworden. De brand was zoo hevig
dat tie bewoners met moeite konden gered worden.
Van den inboedel werd niets gered. Alles was
verzekerd.