Engeland.
Duitschland.
Oostenrijk,
Italië.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
was de portefeuille verdwenen en nog is zij niet
teruggevonden.
Te Marseille heeft men de hand gelegd op
de bedienaars der begrafenissen die het linnen
dat met de choleralijders in aanraking geweest
was bij voddenrapers verkochten. Zij deden dit
gewoonlijk des nachts.
Na de acht sterfgevallen in het klooster in de
Rue Villeneuve heeft het gemeentebestuur bevolen
de kleederen het linnen de lakens, ledikanten
enz. van de overleden zusters te verbranden. In
plaats van het oog er op te houden dat deze
maatregel sverd uitgevoerdliet het gemeen
tebestuur de zorg hiervan over aan personen
die zorg droegen dat niets vernietigd werd.
Na zich met de opkoopers van vodden verstaan
te hebben ktvaraen de begrafenisbezorgers des
nachts in het kloostermaakten van de bedden,
matrassen enz. pakken en brachten deze naar de
kelders der voddenrapers.
Des morgens tegen vier uur werd de politie
van dit bedrog in kennis gesteld en juist toen
de ontrouwe bedienden met hunne pakken de
voddenkelders wilden binnengaan werden zij
gesnapt.
Het verlaten der stad is sedert enkele dagen
verminderdzelfs zijn eenige gezinnen weder
naar Marseille teruggekeerd. Hiertoe zal ook
bijgedragen hebben de minder gunstige ontvangst,
die hen welke uit Marseille vluchtten, in andere
plaatsen tendeel viel.
Vooral door de geriugere klasse wordt zeer
geklaagd over de prijsverhooging van het vleesch.
Wegens de quarantaine komt weinig of geen vee
meer te Marseille aan. Sedert 14 dagen is in
de stad geen rund meer geslacht. De slagers
beweren dat de 100 kilogrammen vleesch, die
hun 125 a 140 francs kosten, met 175 francs
betaald moeten worden.
In Engeland ziet het er iG de fabrieken en
mijnen niet rooskleurig uit. In het kolenaistrict
van Zuid Staffordshire en Oost-Worcestershire
hebben 3 a 4000 mijnwerkers het werk geslaakt,
omdat hun loon met circa 30 cents per dag is
verlaagd en in de kolenmijn Dowlais hebben
enkele duizende werklieden geweigerd het werk
te hervatten omdat hun loonsverhooging is
geweigerd. In het noorden van Engeland zijn
de dagloonen in de ijzerfabrieken verminderd
waarover de ontevredenheid zoo groot is dat
een strike waarschijnlijk is. Te Burnley wiiden de
katoenfabrikanten het loontarief, dat te Blackburn
in gebruik is, niet aannemen, tengevolge waarvan
8000 werklieden het werk staakten. Met den
scheepsbouw moet het eveneens treurig gesteld
zijn zoodat te Newcastle de scheepsbouwmeesters
een voorstel tot vermindering van loon hebben
moeten doen. Aan de Clyde staan op het oo-
genbük tal van scheepstimmermanswerkplaatsen
ledig. Te Sunderland hebben de machinemakers
wegens vermindering van loon reeds voor meer
dan een jaar het werk staakt en tot heden toe
bestaat er nog geen uitzicht op een vergelijk.
Een jong heer uit Boston, op de gedachte
gekomen eene verzameling kostbare boeken, tot
meerdere zekerheidin een met ijzer beslagen
kofter mede te nemen naar Europahad het
volgende avontuur in het voor invoering van
dynamiet zoo bange Engeland
Oogenblikkelijk was de argwaan van den hotelier,
bij wien hij in Londen zijn intrek genomen had,
gaande gemaakt. Deze waard maakte meldiGg
bij de politie en zoodra de Amerikaan vertrokken
was voor een uitstapje in de omstreken streek
de op dynamiet azende heilige Hermandad op
den gevaarlijken koffer neer, stopte dien gedurende
vier-en-twintig uren onder water en overhandigde
toen aan den inmiddels teruggekeerden eigenaar
zijn totaal doorweekten en bedorven boekenschat,
die ten eenemale niet lot ontploffen te brengen
was.
De kosten, benoodigd tot hei graven van
een kanaaldat Manchester in rechtstreeksche
gemeenschap met de zee brengtworden op
ongeveer honderd millioen gulden begroot.
Zooals men weet, wordt reeds sedert geruimen
tijd over dezen aanleg gesproken en zijn het
voornamelijk allerlei moeielijkheden van tech-
nischen aarddie aanleiding waren dat het
eigenlijke werk tot nog toe niet beter vooruit
ging-
Het waren vooral deze technische moeielijk
heden die de commissie uit het koogerhuis
benoemd tot het onderzoeken van het ontwerp,
aanleiding gaven om de vergunning tot 't op
richten van een maatschappij die zich met de
uitvoering van het werk zou belasten te wei
geren. De voorstanders van het kanaal lieten
zich evenwel niet uit het veld slaau en kwamen
onlangs weder met hun voorstellen voor den
dag. Dientengevolge werd een nieuwe parle
mentaire commissie benoemden deze heeft
na veertig dagen lang te hebben beraadslaagd
en onderzochthet besluit genomen om haar
goedkeuring aan het plan te hechten mits het
tweede derde van het verlangde kapitaal ongeveer
(namelijk zestig millioen gulden) door inschrij
vingen gegarandeerd was. Dit besluit werd
onmiddellijk naar Manchester getelegrafeerd, en
wat geschiedde nu Een paar uur later kwam
reeds uit Manchester het berichtdat de voor
naamste handelaars voor 't verlangde bedrag van
vijf millioen pond sterling onder solide borg
stellingen hadden geteekend en de nog ver
gaderde commissie uit het hoogerhuis ontving
dus even na de door haar genomen beslissing
de mededeelingdat reeds aan de voorwaarde
was voldaan.
Het kanaal zal dus nu tot stand komen. De
Engelsche Economistdie nooit voor het kanaal
is geweestblijft bij zijn meening, dat de maat
regel zeer verkeerd zal blijken te zijn en wijst
er op dat men tegenwoordig juist zooveel mo
gelijk de groote zeestoomschepen buiten de smalle
en bochtige vaarwaters houdt. Vooral wordt
het door dat weekblad gegispt dat het nieuwe
kanaal eenige spoor wegtakken zal moeten door
snijden terwijl men de bruggen niet zoo hoog
zal kunnen aanleggendat de schepen daar
ongehinderd zullen kunnen doorgaan.
Het blad voorspelt verder dat de spoorweg
maatschappijen hare tarieven zeer sterk zullen
vei lagen en betreurt het ten hoogste dat zij
dit niet reeds nu'gedaan hebben waardoor het
geheele kanaal or.noodig zou zijn geweest.
Nog altijd is er geen tijdiug omtrent het
lot der schipbreukelingen van de Gijou. Er
bevonden zich 113 passagiers en 77 scheepslieden
op het schip dat na de aanvaring de bemanning
van de iets vroeger gezonken Laxham aan boord
nam. Zes en vijftig menschen werden daarvan
gered zooals men weet. Doch men begint meer
en meer te vreezen dat de overige 134 om het
leven zijn gekomen als zij niet door een of ander
schip zijG opgenomen. De nasporingen worden
nog steeds voortgezet.
Een achtenswaardig grijsaardde rentenier
Hummeluit Stuttgardzat in het begin der
vorige week in den tuin van het hotel Herrmann
te Cannstadt en zag in zijne nabijheid een jon
geheer met een stok een aantal bloemen afslaan.
Op hoogst bedaarden toon verzocht hij hem, de
bloemen liever ongemoeid te laten. De jongeheer
mompelde eenige woorden in 't Fransch en bleef
eerst een geruimen tijd rustig zitten, maar sprong
eindelijk eensklaps op gaf den heer Hummel
een hevigen stomp op de hersens en ging op
den loop. De heer Hummel lag geheel verdoofd
en is Zaterdag overleden. Men schijnt nog niet
te weten wie de jeugdige vreemdeling was.
„Wil ik eens met den ambtman spreken
,/Om 's hemels wil niet
i,0 ik zal hem de waarheid zeggen riep Suze
op stelligen toon.
//Ik geloof u lieve vriendin
z/En dan zal hij ook zijn ongelukkigen nabuur
helpen. Men moet hem slechts zeggen, wat hij
weten moet."
z/Het zou vergeefsche moeite zijn en mij eer
schade dan voordeel doen."
z/Ga dan zelve tot hem hernam de weduwe,
uit liefde tot uwen vader kunt gij echter dien
stap wagen
z/Het is waar 1"
z/Gij Herminezult u zelve weten te helpen.
De ambtman moet wel een hart van steen heb
ben."
z/Tot wederziens riep Hermine driftig.
//Waarheen
z/Naar huis. Ik zal rijpelijk nadenken.,.. Gij
moogt mij vergezellenwanneer ik naar het
riddergoed gaan zal."
z/Ik ga met uwaarheen gij gaan moogt.
Wat blijft mij toch op aarde over wanneer
gij mij ontzinkt. Zoo ik uw geluk met mijnen
dood kon koopen dan zou ik geen oogenblik
aarzelen."
Gij goede trouwe ziel
Zij omhelsden elkander.
#Wacht Hermine
z/Wat verlangt gij nog?"
z/Ik ga met u."
z/Men zal mij geen kwaad doen blijf gij bij
uwe oude moeder
z/Neen gij moogt niet alleen gaan. Ik heb
den tijd."
Suze liep ijlings in huis en keerde na eenige
minuten terugzij had haren stroohoed opgezet
en haar katoenen manteltje omgeslagen. Beiden
sloegen den weg naar de fabriek in; zij spraken
nog veel over den treurigen toestand en hoe-
meer zij spraken des te duidelijker werd het
haar dat een gesprek met den ambtman de ee
nige stap waswaarvan voor het oogenblik nog
eenige uitkomst te wachten was.
z/Ik ben slechts eene eenvoudige vrouw
zeide Suze //maar ik begrijp u dat Kohier een
onraensch zijn moet, zoo hij aan uwe bede geen
gehoor geeft. Heeft hij u verzekerddat hij
u bemintnu dat hij dan toone het werkelijk
te meenen. In elk geval kunt gij het beproeven.
Een goed woord vindt eene goede plaats. Wei
gert hij dan is hij een hardvochtig mensch, neen,
nog meer hij is een huichelaar, een schijnheilige,
die gelogen en bedrogen heeft. Ach ik zou
het hem wel eens willen zeggen Thans kan
hij het door daden toonen dat hij u hoogacht.
En als gij als dochter komt om voor den va -
der te smeeken, kan hij er zich niet over ver
bazen. Uwe liefde tot Frederik moet gij hem
echter verzwijgen, vernam hij die, dan zoudt gij
zijn nijd en hoon opwekken."
„Maar wat moeten wij beginnen als Kohier
aan mijne bede geen gehoor geeft vraagde Her
mine bedroefd.
„Wat wij dan zullen beginnen?"
„Ik houd het bijna voor zeker."
„Zoo ver denk ik nog niet."
„Mijn hoofd duizelt zoodat ik niet weet hoe
ik de zaak moet aanvatten."
„Doe vooreerst zooals ik u gezegd heb; het
overige zal zich wel vinden. Het is toch niet
te denken dat alles vruchteloos zijn zal."
Aan de brug gekomen namen de vriendinnen
van elkander afscheid. Herraine spoedde zich
naar hare kamerwaar zij uitgeput nederzeeg.
Niet ver van Grenserndorf bij Weenen is
op den Noorderspoorweg een man vermoord en
akelig verminkt gevonden. Drie Slovaken ziju
in hechtenis genomen onder verdenking van den
moord. Zij hebben vermoedelijk den man in een
trein gedood en beroofd en den doode op den
spoorweg geworpen om aan hun misdaad den
schijn van een ongeluk te geven.
Het officieele blad deelt eene nota mede, die
door den Spaanschen minister van buitenlandse!:e
zaken aan den Italiaanschen gezant te Madrid
is gericht. In die nota wordt verklaaid, dat dit
ministerie geene verandering heeft gebracht in de
houding van Spanje zooals zij door de vorige
ministers tegenover Italië was aangenomen. De
nota verzekertdat tusschen Spanje en Balië
de gevoelens van hartelijke vriendschap bestaan.
De geruchten omtrent het ontdekken van
samenzweringen tegen het leven van den czaar
houden niet op. Thans wordt aan de Times
gemeld, dat te Petersburg weder een dergelijke
ontdekkiug is gedaan. Een sergeant van dc
gardedie in het park nabij het Finlandsche
spoorweg-station wandelde bemerkte drie goed
gewapende personen die, naar het scheen, op de
loer lagen. Hij naderde om hen neer te vellen,
maar werd in de worsteling gevaarlijk gewond.
Men vermoedt dat die mannen den czaar afge
wacht hadden toen dezevóór zijn reis naar
Polen, naar Finland zou vertrekken.
Als zeker wordt gemeld dat Alexander III
niet heeft afgezien van zijn voornemen Warschau
te bezoeken om aan zijne Poolsche onderdanen
zijn troonopvolger voor te stellen. Bij deze
gelegenheid zal generaal Gurko weder optreden
als gouverneur-generaal men weet, dat hij thans
met een hnm onverwachts verleeud verlof, afwezig
is.
Uit Nischney-Nowgorod bericht men, dat
den 24 sten dezer de passagiersboot Aniuta op
den Wolga niet ver van het dorp Barweu
tengevolge van een hevigen storm is vergaan.
20 personen verloreu hierbij het leven.
Te New-Orleans is een standbeeld onthuld voor
mevrouw Margaretha Hanghery die zich door
groote liefdadigheid had onderscheiden. Dit is
in de Vereenigde staten het eerste standbeeld
voor een vrouw.
Twee meisjes uit Detroit (Ver. St.) van 12
en 13 jaren deden Zondag met een stoombootje
een uitstapje naar Sandwich cn lieten zich daar
door twee haar onbekende knapen overhalen tol
.een watertochtje in een kleine boot. Die boot
sloeg om de beide knapen en een der meisjes
verdronken en alleen de kleine Mary Mancy werd
gered.
Zij klemde zich aan de omgeslagen boot, die
de rivier afdreef, vast en wist zich er op te
hijschen. Een paar malen viel zij er afmaar
zij klemde zich er telkens opnieuw aan vast
totdat zij eindelijk na achttien uren in het water
geweest te zijn door een pachter in het riet
niet ver van den oever gevonden werd verstijfd
en uitgeputmaar met het louw van de boot
in de hand geklemd. Zij werd liefderijk verpleegd
en herstelde betrekkelijk spoedig.
Waalwijk, 30 Juli 1884.
Bij het verleden week te Breda gehouden
hoofdonderwijzers examen is o. a. geslaagd de
heer A Jaspers alhier.
„Mijn God dacht zij„wat moet ik doen,
als Kohier mij afwijst Ik ken de voorwaarde,
waarop hij helpen wil. Wat moet ik hem ant
woorder. als hij mij uaar de reden vraagt
waarom ik hem moet afwijzen Zeg ik hem de
geheele waarheid dan zal hij verbitterd worden;
verzwijg ik hem mijne liefde voor Frederik, dan
misleid ik hem en maak mij aan een bedrog
schuldig, hetwelk des tesmartelijker wordt, wan
neer de ambtman zich door mijne beden laat
vermurwen En dit is immers mogelijk al is
het niet zeer waarschijnlijk. Maar ik wil het
aannemen dat hij hulpvaardig de hand uitstrekt,
dat hij de eer mijns vaders redtbij hem de
zielsrust doet terugkeerenhoe verachtelijk
heb ik mij dan gedragenhoe schandelijk ver
geld ik hem dan zulk een gewichtigen vriend
schapsdienst. Ik weet niet wat ik doen, waartoe
ik besluiten moet Lieve God in den Hemel
gij hebt mij in eenen verschrikkelijken toestand
gebracht. Toon mij nu ook een uitweg, geef
mij licht en houd mij bij de hand, opdat ik niet
valle
Zij barstte in tranen los en weende laDgen
tijd. Doch bare tranen brachten haar geen ver
lichting aan en na het gebed dat zij ten hemel
zond, was er nog geen bepaald besluit, bij haar
opgekomen. Zij ging van de eene kamer naar
de andere, wilde lezen of schrijvenAlles te
vergeefs angstonrust en vrees vervolgden
haar overal.
„Ik zal ziek worden dacht zij met schrik.
„Ach de dood zou mij welkom zijn zoo mijn
vader en Frederik^ er maar niet onder lijden
moesten. Frederik Frederik Met een plech
tiger. eed heb ik u trouw gezworen en thans
hebben er omstandigheden plaatsdie mij met
een onwederstaanbaar geweld tot het verbreken
Maandag had op de zaal van den heer J.
W. van Loon de plechtige prijsuitdeeling plaats
aan de leerlingen der Waalwijksche teekenschool,
wier teekeningen eene bekroning waren waardig
gekeurd. Zooals men weet was een wedstrijd
geopend bij gelegenheid va" het 25-jarig bestaan
dezer nuttige inrichting en had de gemeenteraad
naar aanleiding daarvan eene som van f 100
toegestaan. De heeren A Schuilte 's Bosch
en Wever alhier hadden welwillend de taak op
zich genomen de proeven van bekwaamheid der
deelnemers aan den edelen kamp te beoor-
deelen.
Des voormiddags ten UH/g ure werden de
teekeningen ontzegeld en ter bezichtiging gesteld
voor het publiek in de zaalwaar de prijsuit
deeling zou plaats hebben.
Des namiddags ten 6 ure gingen de leeraren
cn leerlingen met de harmonie St. Chrispijn aan
't hoofd, die hare medewerking tot opluistering
van het feest welwillend had aangeboden, de leden
der teekenschoolcómmissie aan hunne huizen
afhalen.
Ten 7Vs ure begon de prijsuitdeeling in te
genwoordigheid van de leden der teekenschool
commissie, de leden van den gemeenteraad, der
plaatselijke schoolcommissie, genoodigden, ouders
der leerlingen en verdere belangstellenden.
Van de uit te reiken medailles, 15 in getal,
waren 7 beschikbaar gesteld door den president
der teekenschoolcommissie den welcd. zeergel.
heer Dr. L. G. van Heijst.
Nadat de harmonie het „Wien Neerlandsch
bloed" had aangeheven opende Dr. van Heijst
de plechtigheid met de volgende rede
„Het is nu 25 jaren geleden dat eenige vroede
mannen uit den gemeenteraad het denkbeeld
deden rijpen, om in het belang van Waalwijk
eene teekenschool op te richten, ten einde be
vorderlijk te kunnen ziju aan eene sinds lang
gevoelde behoefte voor den rmddenstad, om niet
altijd elders te gaan putten uit de bronnen, die
alhier even mild konden vloeien als in groolere
plaatsen en voorname steden van ons vaderland.
Hun idee vond bijvalde noodzakelijkheid werd
er van ingezien men gaf den eersten stoot aan
dit denkbeeld en de teekenschool ontstond
de alombekende teekeriaar van het kadaster, de
heer A. van Lieshout, nam het hem aangeboden
directeurschap bereidwillig op zich, plaatste zich
aan het hoofd dezer inrichting, deed haar bloeien
en met andere bekwame mannen aan zijne zijde
groeide zachtkens aan de struik tot een boom
op. Door zijne klimmende jaren echter belet,
moest er medewerking komen die dan ook
werd gevonden zoodat wij van daag de vruchten
plukken van hunnen gezamcnlijken arbeid.
Deze schoone prijsuitdeeling, dat goud dat de
jeugdige borsten van Waalwijks jongelingschap
gaat versieren, leveren het bewijs, dat de jongelui
zich de lessen hebben ten nutte gemaakt en
zich sterk gevoelen om het sieraad der gemeente
in een niet te ver verwijderd verschiet te worden.
Aan u allen, mijne heeren, zeg ik dank dat
ge aan onze roepstem gehoor gegeven hebten
dat u het heil van Waalwijk zeer ter harte
gaat.
Aan u zij lof, ijverige commissie der teeken
school die geene moeite hebt ontzien om de
krachten te steunen onzer Waalwijksche jongens.
Dank aan uwe welwillendheid, gemeenteraad van
Waalwijk, die op eene onbekrompen wijze door
milde bijdragen dezen dag hebt doen ontluiken
en groot doen worden; Jank aan de leeraren,
die thans toonen hoe zij de jeugd weien te
vormen, dank vooral ook aan onze oude harmonie,
(lie zoo menig feest heeft opgeluisterd bij alle
gelegenheden, die zich voordeden. En nu jongelui
is het oogenblik daar, waarop gij het loon van
uwen arbeid gaat ontvangen.
Hierna werd overgegaan tot de uitreiking der
bekroningen
1. Wilhelmus Roeien Waalwijk. 1ste Prijs,
gouden medaille le klasornament naar
pleister en 2e prijs voor koppen naar plaat,
van mijn eed dwingen! Waarheen het oog zich
wendt overal is het schrik en jammer!"
Dienzelfden avond had zij nog een gesprek
met den boekhouder. Hessier zelf bleef als ver
pletterd staan toen hij het bleeke meisje op de
sofa als eene koortszieke zag zitten.
Hermine," zeide hij op deelnemenden toon,
„ons huis wordt door het noodlot zwaar gedrukt;
de eene slag volgt op den andere; zij treffen
niet alleen de zaak maar ook de familie. En
toch heeft noch de een noch de ander er schuld
aan dat moet ieder erkennen die de omstan
digheden kent. 't Is waar, het gaat menigen
braven koopman zooals het uwen vader gaat
maar helaas een zwakke troosteen troost
die geen heil aanbrengt. Het is een noodlottige
samenloop van omstandigheden. Dag en nacht
heb ik gepeinsd om het middel te vinden u niet
hel noodlottige werktuig tot redding ie doen
zijn
„Hessierriep het ongelukkige meisje uit
„zoo gij dat doen kondet!"
„Uwe smart doorvlijmt mij het hart!"
„Ik zal eeuwig uwe dankbare schuld'enares
zijn."
„En ik zal er eene rijke belooning, in vinden,
u nuttig geweest te zijn
„Met mijn vader kan ik Diet raadplegen, hem
kan ik de pijn niet schilderen die mijn hart
verscheurt Ach mijne kinderliefdes heeft een
harden strijd te strijden zij wapent zich met
aUeswat het hart haar ingeeft En toch kan
zij niet zegepralen zij wordt heen en weder be
wogen als een zwak riet door den wind Hessi-
ler voegde zij er luid snikkende bij „ik ben
eindeloos ongelukkig Op dezen oogenblik sta
ik op een kruisweg."
(Wordt vervolgd).
i