Nummer TT. Zondag 28 September 1884. Te Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. ANTOON TIELEN BUITENLAND. Belgie. De soldaat van de landweer. Frankrijk. Spanje. Engeland. UITGEVER: Waalwijk. STAAT VAN BRIEYEN Eene Novelle. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duiscli- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. geadresseerd aan onbekenden. Verzonden gedurende de le helft van Augustus. Van Waalwijk. Mej. Th. van Erp Arnhem. Van Bezooien. J. de Rooij Amsterdam. Kunnende de brieven door tusschenkomst van het postkantoor terugbekomen worden. De Directeur, BAGGERMAN. De groote opgewondenheiddie Dinsdag avond nog in Brussel keerschte, heeft Woensdag voor kalmte plaats gemaakt. Op eene republi- keinsche proclamatie geteekeud met een 20tal namen waaronder die van den heer De Fuiseaux, oud-afgevaardigde voor Bergenwerd gisteren door de politie beslag gelegd. Door het open haar ministerie is huiszoeking ingesteld bij den uitgever van het geschrift, en bij de voornaamste onderteekenaars. De Brusselsche handwerklieden vereeniging heeft eene oproeping tot de arbeiders gerichtwaarin zij worden aangespoord tegen de schoolwet te demonstreeren, door aan te drin gen op de ontbinding der kamers en var, de provinciale en gemeenteraden. Men kondigt aan dat een nieuw blad het licht zal zien La Ré- publique Beige. De ligae républicaine bereidt eene groote openbare samenkomst voor. De administrateur der süreté publique heeft aan de burgemeesters van Brussel en de voor steden eene circulaire gezonden om hen te ver zoeken krachtig de hand te doen houden aan 3trenge toepassing der instructies betreffende het politie—toezicht op Vreemdelingen daar aan de jongste ongeregeldheden ook door vreemdelingen is deelgemomen. De Echo du Parlement beweert dat wapenen, kruit en oproerige geschriften in beslag genomen zijn. Volgens hetzelfde dagblad zou er sprake zijn van gevangennemingen en zou eene samen zwering tegen den staal ontdekt zijn. Een aanplakbiljet, onderteekend door de bestuursleden van de association libérale zegt De schoolwet is afgekondigd en moet geëerbiedigd worden. Wij zullen zoodoende aan de clericalen bewijzen dat wij hunne oproerige oppositie ter gelegenheid van de afkondiging der wet van 1879 niet willen volgen. Wij wijzen met verontwaar diging elke solidariteit af met die personen, die van de opgewondenheid van het volk gebruik maken om onder het aanheffen van den kreet: leve de republiek!, de grondslagen onzer nationale instellingen aan te randen. Ook protesteeren wij tegen de lasterlijke beweringen der clericale perswelke de liberale partij verantwoordelijk stelt voor die daden. De avond is Donderdag zeer rustig geweest. De betoogingen welke dagelijks plaats hadden, hebben opgehouden, naar het schijnt, ten minste tot de verkiezingen voor de gemeentebesturen op 19 October. De koning en zijne familie verblijven te Laekcn en komen niet naar Brussel, om zich niet bloot te stellen uitgejouwd te wordeD. Verscheidene leeraren aan de kweekscholen en normaallessen die bij koninklijk besluit van 21 dezer opgeheven zijn hebben de kennis gekregen dat hun een wachtgeld zal uitgekeerd worden tot 31 Maart 1885. XXXXII. „Die schurk dacht Hessierdie nauwelijks zijne ontvredenheid bij deze woorden verber gen kon. „Men zou meenen dat hij de beste vriend van den heer Börner isterwijl zijne vijandschap geen palen kent." Na afloop der vergadering zouden de leden zich aan een vriendschappelijk middagmaal ver eenigen. „Waar gaat gij heen?" riep Kohier den boek houder toe. „Naar mijn zieken patroon." „Gij moet hier blijven goede vriend." „Oumogelijk „Waarom niet?" „Vraag dat niet, mijnheer." „En toch blijf ik aandringenwaarom niet?" „Omdat ik onder vijanden van mijn patroon, mij niet op mijne plaats bevind." „Gij zult mij toch niet onder dezen rang schikken „Zoo gij het oprecht met hem meendet, zoudt gij hem den dienst, dien hij van u verlangd heeft, niet geweigerd hebben. Intusschen zijn de zaken geschikt." „Wie heeft het geld geleend?" vraagde Koh ier. Hessier zag hem aau. „Wie ?wie „Nu ja, ik wil zeggen...." „Hebt gij er belang bijmijnheer Kohier „Zeer zeker!" „Wij hebben niet geleend." „En toch is de kas der Vereeniging in orde." De oude werd driftig. „Mijnheer 1" De minister van marine en kolouieën heeft thans het rapport van den schout-bij-nacht Lespès omtrent het bombardemend vanKelur.g; op het eiland Formosa ontvangen. Het vuur werd den 5den Augustus 's morgens te 7Vs hre tegen de forten geopend en te 88/4 ure ontstond er in het noordelijk gedeelte van het groote fort brand, die weldra een groote uitbreiding kreeg er, het vuur aan het nabijgelegene dorp mededeelde. De vijand beantwoordde dadelijk het vuur der Franschen en aanhoudendmaar nog vóórdat de dag verstreken waswerden eenige compag- nien aan land gezet en wapperde de Fransche vlag van de 2 oostelijke forten, doch het groote fo.t moest verlaten worden wegens den voort woedenden brand. Dc vijandelijke troepen be zetten vervolgens de hoogten die het strand be- heerschen en de noodzakelijkheid bleek toen om zich van deze meester te maken. Deze ope ratie werd gelukkig volbracht. De Chineezen, ten getale van 2000 a 3000, vluchtten en vuurden van verre. Den volgenden dag werden de vijandelijke batterijen vernield en het kleine landingskorps begaf zich weer aan boord. De Franschen hebben verloren 2 man aan dooden en 10 aan gewonden. De Villars en de Galisonnière werden beschadigd laatstgenoemd schip door drie kogels die het pantser door boorden. De vijand had een groot verliesnaar den vlootvoogd verzekerd was, werden 150 Chineezen gedood. De National schrijftdat de vice-admiraal Courbet eerst tegen het einde dezer week de door hem verlangde versterking uit Tongkin en Cochinchina zal ontvangen en dat hij niet voor het laatst der volgende week het punt zijner aanstaande operatieu zal bereiken. De uitslag daarvan zal dus niet eer dan tegen het midden der maand October in Frankrijk bekend kunnen zijn. De heer De Lesseps zal in het volgeude jaar naar Panama gaan om een gedeelte van het kanaaldat de beide Oceanen moet verbinden, ir. te wijden. Te Cette werd dezer dagen een vrouw be graven die men aan cholera gestorven waande, maar die eenvoudig in een toestand van verdooving verkeerde. De doodkist was daar er nog geen kuil was gegraven voorloopig op het kerkhof in een lijkenhuis nedergezet. Toen men een paar dagen later de kist onder de aarde wilde brengen vond men haar omgekanteld en bij het openen der kist zag men dat aan de armen en handen van 'tlijk was geknaagd. Men veronder stelt dat de ongelukkige vrouw toen zij haar bewustzijn teruggekregen hadden hongerdood is'gestorven. Zeer bevreesd is men in Spanje dat de re- publikeinsche ideeën te sterk toe zullen nemen en op alle republikeinen wordt daarom streDg het oog gehouden. Zoo werd de heer Castelar, die een uitstapje naar de Baskische provinciën heeft gedaan als het ware op den voet gevolgd, en toen hij overal met geestdrift werd begroet werd van regeeringswege Zondag jl. maatregelen genomen om het sehitterend onthaal te beletten, dat hem te Bilbao was bereid. Eenige personen werden op het spoorwegstation en op de straat in hechtenis genomen. De gou verneur verbood niet slechts de optochten en het houden van toespraken aan de feestmalen ter eere van den repubükeinschen gast maar schorste zelfs op last van het ministerieal de burge meesters en andere ambtenaren in de steden, benevens den provincialen raad welke aan die demonstratien hadden deelgenomen. Te Bilbao verwekte dit alles een groote opgewondenheid. Dichte volkshopen stroomden toe om Castelar te zien en vergezelden hem met gejuich van het station naar de woning van een der aanzien lijkste ingezeten waar hij zijn iütrek nam. Aan de Times wordt uit Tientsin geseind, dat de onderkoning Chang-Pei-Loun, bevelhebber van Foochow afgezet is en vervallen verklaard van zijn rangomdat hij terwijl een aanval der Franschen op het arsenaal te Foochow te voor zien wasde Fransche schepen voorbij de forten van de rivier de Min heeft laten passeeren en stelling tegenover het arsenaal heeft laten nemen. In zijne plaats ia tot onderkoning van Fo-kien benoemd Yang-Chang-Tsan, een gunsteling van Tso een der hoofden van de oorlogspartij. Maar Chang-Pei-Loun behoorde insgelijks tot de oorlogspartij en was langen tijd lid van den Tschung-li-Yamen waar hij met nadruk zijne stem tegen den vrede met Frankrijk liet hooren. Hij was hetnaar men zeidedie de keizerin er vooral toe aanzette om den oorlog aan Frank rijk te verklaren, en, om haar voor zijn denk beeld te winnen, verzekerde dat de verdedigings- „Bedaard Hessier, bedaard!" „Wat heeft de kas der vereeniging te maken met de privé-zaken van mijn patroon „Het schijnt toch dat men hier en daar zoo iets heeft gemompeld, men begaat derhalve geen onbeleefdheid „Neen maar men beschuldigt in het geheim van misbruik van vertrouwen en zoekt op anderen de smet van eerloosheid te werpen." Kohier mompelde verlegen „Mijn vriend wal zijt gij veranderd, nu gij mij uiet meer noodig hebtik herken u niet meer!" „Ik ben de getrouwe bediende van mijn goeden meester." „Dat weet ik waarde Hessierzo'nder uwe verzekering." "Wat hem trefttreft ook mij." „Natuurlijk natuurlijk „Vergeetmijnheer dat ik bij u geweest ben; uit vriendschap heb ik een overijlden stap gedaan." "Maar Hermine is ook bij mij geweest..." "En toch zijt gij hardvochtig gebleven o mijnheermijn geloof aan ware menschcnliefde is geschoktKan eene fijngevoelige dame u lief krijgen wanneer gij u zoo terugstootend en baatzuchtig betoont? Uwe liefde, mijnheer, kan niet oprecht zijn daar zij wil koopen in plaats van verwerven. Doch dat daar gelaten, de zaak is afgeloopen en Börner heeft zich uit zijne ei gene fondsen kunnen redden." Kohier geleidde den kassier tot aan het voor plein der herbergwaar de rijtuigen der leden van de vereeninging stonden. „Hessierfluisterde hij hem toe „ik kan niet van u scheiden, zonder u ééne waarschuwing te geven. Wat gij ook van mij denken moogt ik ben uw patroon niet vijandig gezind. Ik zou mij hoogst gelukkig geacht hebben zoo ik zijn schoonzoon had mogen worden. En al ziet het er nu niet naardat mijn vurigste wensch zal worden vervuldtoch zal ik blijven toonen een vriend te zijn." „Hoe zoo?" vraagde de oude in zekere span - ning. „Börner zal mij spoedig weder noodig heb ben. „Ik begrijp niet op weiken grond gij dit zeg gen kunten het verrast mij zeer dit van u te vernemen." De boekhouder wilde hem polsen en nam daarom een hoogen toon aan hij wilde den ambtman eene verklaring ontlokken. „Hessierwilt gij met mij op vriendschap pelijke n voet blijven "Hm, hm!" was het eenige antwoord van den boekhouder. „Wilt gij?" „Dat zal er van afhangen ik ben gewoon van u zulke strenge voorwaarden te hooren, die mij tegen de borst stuiten." De beide mannen verlieten het plein. Onder een groep boomen stond de opperhoutvester Gras- berg met eenige vrienden en bekenden in een druk gesprek. „Ha ha begon de ambtman. „Wat?" vraagde de boekhouder. „Kent gij dien man met dien groenen rok „Zeer zeker de opperhoutvester." „Neem u voor hem in acht. Ofschoon hij eene warme lofrede op Börner heeft gehouden, zou hij hem toch kunnen vergiftigen. Is het niet waar gij hebt twaalfduizend thaler noodig gehad. 't Is waar wij hebben geld moeten ma ken fluisterde Hessier. „Maar wat wildet gij zeggen De kleine oogen van Kohier gloeiden. „Ik wilde iets zeggen aangaande de thans gehouden vergadering. Maar ik heb het u niets gezegd begrijpt gij ik wil alleen zeggen dat Börner mij spoedig weder noodig zal hebben en dat hij zich voor den opperhoutvester moet wachten die zijn voormaligen vriend een vree- selijken haai toedraagt. De laatste berichten melden dat de oorlog ten einde is; ik geloof het nietneen mijDe meening is dat de stand van dien aard is, dat wij een verschrikkelijken oor log in ons land zelf te gemoet gaan...." „Dat moge God verhoedenriep de boek houder. "Let op mijne woorden ik meen het goed met u en zal steeds bereid zijn, als het op helpen aankomt." Kohier drukte den grijsaard de hand en naderde de groep onder de boomen. „'t Is juist zoo ik dachtfluisterde llessler; de ambtman heeft door Suze ge'd gezonden, om den vader zijner geliefde niet tot schande te doen komen. Hij is een zonderling man, een raadsel, dat de tijd moet oplossen. Ik dacht het wel niemand kan hier zoo maar twaalf duizend thaler voor handen hebben. Zoodra wij geld ontvangen, moet de som op dezelfde wijze worden afgedaan, waarop zij ons is ter hand gesteld. Niemand mag de eer van Börner meer aantasten, wij hebben reden van tevreden te zijn." Hessier stapte in het rijtnig en reed naar de fabriek terugwelke hij weldra bereikte. De fabrikant zat in zijn leuningstoel toen de boek houder in de kamer trad. „Wel hoe is het afgeloopen waren zijne eerste woorden. „Goed alles in orde De vereeniging blijft bestaanKohier is kassier geworden. Onze rekening is in de volmaakste orde bevonden. De buitengewone vergadering had hare aanleiding gevonden in de staatkundige verwikkelingen en, daar de berichten van het oorlogstooneel gunstig zijn en er bovendien veel kans bestaat dat Pruissens streven met goeden uitslag zal bekroond worden zoo heeft men besloten de vereeniging te doen voortduren." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1884 | | pagina 1