Nummer 13. Donderdag 12 Februari 1885. 8e Jaargang.
L
L
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
^FEUILLETON.
ANTOON TI ELEX
Bekendmakingen
BUITENLAND.
Belgie.
De soldaat van de landweer.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
Loting voor de Nationale Militie.
Eene Novelle.
De Echo va
s
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel;
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf SteHter, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Burgemeester en wethouders der gemeente
Waalwijk, gelet hebbende op de artt. 26 en 99
der wet van 19 Augustus 1861, [Staatsblad no 72],
en op het besluit van den heer commissaris des
konings in de provincie Noordbrabant, van den
8 Januari jl. A. no 16, 3e afdeeling[provinciaal
bijblad no 1], brengen ter kennis der belangheb
benden dat de loting voor de lichting der na
tionale militie van dit jaar zal plaats nebben te
Waalwijk
den 20 Februari a. s., des voormiddags 10 ure.
zullende de trekking voor die militieplichtigen
welke niet opkomenof wier vadermoeder of
voogd mede niet tegenwoordig zijndoor den
burgemeester of het lid van den raad dat bij de
loting tegenwoordig is, geschieden,
v'i De bewijsstukken tot bekoming van vrijstelling,
op grond van te ziju eenige wettige zoon, of
wegens broederdienstkunnen bij den burgemees
ter alhier worden aangevraagd van den 9 tot
den 18 Februari 1885.
Waalwijk, 7 Februari 1885.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VAN DER KLOKKEN
De secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De dag van de opening der internationale
tentoonstelling te Antwerpen blijft voorloopig
op den 3 Mei bepaald. Wat het gebouw der
tentoonstelling betreft, dat is klaar. 76,210
vierkante meters zijn overdekt. De muziekzaal
heeft 8000 meters oppervlakte. Belgie zal 25,000
vierkante meters oppervlakte bezetten; Frankrijk
20,000 Duitschland 6500 I'alie 4000 En
geland 3600 Oostenrijk 3000 de Vereenigde
Staten, Rusland en Nederland, elk 2000; Zweden
en Noorwegen 1300 Canada 1200 Luxemburg
600; Spanje en Zwitserland elk 500 Brazilië
en de staten van ZuidAmerika 200; San Salvader,
Haïti en Turkije 150 Portugal en het vorsten
dom Monaco elk 100 Servie 60 en Paraguay
150.
LXIX.
„Dan verlang ik mijnheer Hessier te spreken."
„De boekhouder is dezen morgen op reis
gegaan."
"Wanneer zal hij terug komen?"
„Ik weet het niet."
„Zoo gij de goedheid wildet hebben juffrouw
Hermine te zeggen dat ik hier ben..."
„Niemand mag in de kamer van de juffrouw
komentenzij mijnheer Börner medegaat."
De oude meid zag er recht treurig uit en zij
had spijt haar niet van dienst te kunnen zijn.
Suze moest weder vertrekken, zonder hare vriendin
gezien te hebbenzij begreep hel. doel der ge
nomen maatregelen alle omgang tusschen lier-
mine en Frederik moest verhinderd worden.
En zoo was het ookBörner ging in zijn haat
zoo ver dat hij zelfs zijne dochter er aan wilde
opofferen. Reeds lang waren Suze's bpzoeken
hem verdacht voorgekomenvoortaan zouden
deze niet meer plaats hebben. Treurig keerde
Suze naar het dorp terugzij vond cene soort
van troost in de gedachtevan haar hart te
hebben uitgestort in dat van mevrouw Grasberg
en deze van tijd tot tijd te mogen bezoeken.
Met de slimheidder oude vrouwen eigen
ontwierp deze oude dame nu een plan om de
oneenigheden te ontwarren zij rekende daarbij
op de medewerking baars zoons, die gezworen
had zijne bruid nimmer te verlaten. Tegen den
middag kwam Suze en deelde haar den toestand
der arme Hermine mede. Mevrouw Grasberg
schudde het hoofd en vermaande tot kalmte en
voorzichtigheid.
Men zegtdat ook de shack van Perzië in
den loop van den zomer de tentoonstelling zal
bezoeken.
Te Brussel heeft zich een ongehuwd werk
man die bij een gezin inwoonde, van het leven
beroofd wegens gebrek aan de middelendie hij
tot zijn onderhoud noodig had. Voor dat hij
de zelfmoord pleegdehad hij aan de kuisge-
nooten gezegddat zij den volgenden morgen
een brief zouden ontvangen met belangrijk nieuws.
Met nieuwsgierigheid en spanning werd die
biief verwacht, welke ook den volgenden morgen
vrerd bezorgd. Hoe groot was echter hunne
ontsteltenistoen zij zagen dat de brief van hun
kostganger zelf wasdie hun mededeelde dat
hij zich in het kanaal van Willebroeck zou
verdrinken. De arme werkman had in zijn
schrijven er bij gevoegd, dat zijn dood aan
zekere personen aangenaam zou zijn en dat hij
deze lieden verzocht te zijner eere te drinken.
Het lijk van den ongelukkige werd denzelfden
dag uit het kanaal opgehaald.
Een jongmensch trad verleden week een
juwelierswinkcl te Brussel binnen en kocht een
halssieraad ter waarde van 20,000 francs. Hij
stelde den juwelier voor de betaling in wissels
te doen doch alvorens hiermede genoegen te
nemen wilde de juwelier informatiën omtrent
den kooper inwinnen. Deze gaf zijn naam en
adres op en zeide bij zijne moeder te Franckfort
te wonen. De juwelier trachtte inlichtingen te
krijgen bij een bankier te Brussel en schreef
vervolgens naar het consulaat en tevens naar een
correspondent te Frankfort. De Brusselsche
bankier gaf de beste informatiën en voor dat de
juwelier antwoord uit Frankfort had ontvangen,
had hij het halssieraad reeds afgeleverd en de
wissels in ontvangst genomen. Den volgenden
dag kwam echter uit Frankfort berichtdat de
familiedie den opgegeven naam droegwel
gesteld was, maar dat de moeder van den jongen
man verwonderd wasdat haar zoon zich te
Brussel bevond. Kortomhet bleek dat de
juwelier met een oplichter te doen had gehad.
Hij was met een dame in het Grand-hotel ge
logeerd geweestdoch toen de politie kwam
was hij vertrokken en tot heden is meu den
behendigen gauwdief nog niet op het spoor.
„Wanhoop nietvoegde zij er bij7ik zal
alles in het werk stellen om te bemiddelen en
te bevredigen. De arme Hermine zal spoedig
uit hare gevangenis verlost worden. Laat niet
na mij alleszelfs het geringstedat ter uwer
kennis komtmede te deelen."
Nu verhaalde Suze den strijd, dien Hermine
met den ambtman gehad had zij hield het voor
haren plicht de houtvesterin een helderen blik in
de geheele toedracht der zaken te moeten doen
slaan. Beide vrouwen waren van dezelfde mee
ning, dat Kohier in het geheim het vuur van
tweedracht en haat aanstookteom zoo zijne
eigene bedoelingen te bereiken. Yoor de weduwe
vertrok zeide zij op smeekenden toon
„Verraad mij niet en denk geen kwaad van
mijmijne bedoeling is alleen Hermine en u van
dienst te zijn."
„Mijn vurigste wensch is u gelukkig te ma
ken want wij hebben eene dure verplichting aan
u Voor het grocte offer dat gij gebracht hebt
zult gij naar verdiensten beloond worden."
„En Hermine daalt immers in uwe schatting
nietal heeft zij geen vermogen
„Al ware zij doodarmtoch zal zij mijne
schoondochter worden zoo zij mijn Frederik maar
getrouw blijft."
„Daarvoor sta ik...u borgverzekerde Suze.
„Al had Kohier millioenen zij zou hem nog
afwijzen."
„Tracht den roode nog eenige dagen op te
houdendan zullen wij wel middelen gevonden
hebben om hem te kunnen betalen."
De weduwe spoedde zich naar huis.
Met klokslag twaalf uur kwamen de beide jagers
van hei bosch terug. Men ging aan tafel;
na het eten nam de opperhoutvester zijn mid
dagslaapje hij klaagde heden over buitengewone
vermoeidheid. Zijne echtgenoot geleidde hem
naar den grooten stoellegde hem het kussen
In eene depêche van den vice-admiraal Cour
bet van Kclung 3 dezer wordt bericht, dat de
nieuwe stellingen der Franschen in den nacht van
31 Januari op 1 Februari door 1000 a 2000
chineezen werden aangevallen. Zij werden met
kracht teruggeslageu en lieten meer dan 200 doo-
den achter; onder dezen i Europeesch officier en
verscheidene mandarijnen. De Franschen hadden
een verlies van één doode cn van één gewonde.
Van den 25stcn Januari tot l Februari leden
de Chineezen een verlies van 700 dooden en
gewonden.
Een telegram van generaal Brière de l'Isle,
uit Dong-Song van 6 dezer, meldt het volgende:
Wij hebben gisteren middag drie forten aange
vallen die een verschanst kamp bij Dong Song
beheerschten. De forten werden met schitteren
den uitslag genomen. Onze troepen hielden zich
bewonderenswaardig. Alleen het invallen van
den nacht hield hun élan tegen. Wij zullen bij
het aanbreken van den dag onzen marsch Daar
Dong-Song voortzetten eE van daar onzen tocht
naar Lang-Son.
Een ander telegram van generaal Brière de
l'Isle berichtdat het geheele verschanste kamp
met de wapens der Chineezen en Dong-Son in
handen der Franschen gevallen zijn. Het verlies
aan onze zijde is zeer gering. De vijand is
teruggeworpen op den weg van Mondarini. De
Franschen zijn thans slechts op twee dagmarschen
van Lang-Son, maar zij zijn genoopt halt te
houden om uit te rusten en zich van leeftocht
te voorzien.
Eene dépêche van Brière uit Dongson van
6den dezer meldt: Regen vervangt den mist, die
belette het geretrancheerde kamp voor den mid
dag aan te vallen. Evenwel hehben wij voor
den nacht tijd gehad om vier verdedigingsliniën,
steunende op tien hulpschansen, te nemen. Ten
ten levensmiddelen en munitie van de Chineezen
bleven in onze handen. De troepen blijven zich
bewonderenswaardig houden ondanks de moeie-
lijkheden van het doorweekte terrein en in weer
wil van de energieke verdediging. Onze batte
rijen van 90 millimeter deden groote diensten.
onder het hoofd drukte eene kus op zijne wan
gen en verliet zacht de kamer terwijl zij haren
zoon een wenk gaf haar te volgen. Beiden
gingen naar Frederiks kamerwaar deze weldra
alles vernam, wat Suze zijne moeder dienzelfden
morgen medegedeeld had.
„Die brave vrouw riep hij getroffen. „Ik
heb aan hare oprechtheid nooit getwijfeldmaar
dat zij tot zulk eene daad in staat was had ik
nimmer durven denken Moeder het is thans
voor de eerste maal in mijn leven dat het mij
spijt niet rijk te zijn Janu kan ik mij zeer
goed het gesprek verklaren dat ik beluisterd
hebtoen zij en de roode in het priëel alleen
meenden te zijnbaas Eekhardt zou wel staan
te kijken zoo wij hem in het geheim inwijdden....
de arme vrouw heeft het wel meer dan eens
moeten hoorendat Dirk haar geld gegeven
heeft. Maar moeder wat kunnen, wat moeten
wij doen
„Voor het oogenblik nietsTenzij wij de
som kunnen bijeenbrengen die wij voor Suze
behoeven."
„Ach en hoe zal Hermine niet geleden heb
ben in den strijd tusschen liefde en plicht! Suze
heeft uit vriendschap van haar dien strijd afge
nomen en heeft voor haar gestredenIk be
grijp allesalles 1 het leven heeft toch voor de
arme vrouw geene waarde meer zij wilde het
ten offer brengenMoeder wij moeten hier
krachtig tusschen beiden komen De meeste
spoed is hier noodigwant ook Hermine lijdt
zooveel als Suze. Mijn hoofd is verwardik
weet niet waar te beginnen wat te doen."
„Mijn zooneen vreemd vermoeden een
voorgevoel zegt het mijdat Kohierdien Her
mine heeft afgewezen jadien zij verachtde
verbittering van uwen vader aanhitstten einde
zoo uwe vereeniging met uwe geliefde onmoge
lijk te maken. Ik laat het mij niet uit het
Een telegram van generaal Brière de l'Isle
uit Dong-Song van 7 dezer's avonds 9 ure
meldt het volgendeWij hebben den dag
doorgebracht met het bezoeken en vernielen van
vijf forten, die zouder gevecht ontruimd waren.
Wij hebben er een zeer grooten voorraad van
levensmiddelenbuskruit en andere ammunitie
gevonden. Wij hebben de verkenning 12 kilo
meter verder voortgezet en de overtuiging ge
kregen, dat de vijand overhaast was teruggetrokken
en al zijne strijdkrachten te Lang-Son bijeen
getrokken had. Ons geheele verlies is zeer gering:
aan dooden 21 en aan gekwetsten 162.
In een der oudste wijken van Parijs was
een 33-jarig werkman bezig aan het zageu van
houtafkomstig vau een huisdat op dat stuk
grond was afgebroken. Daar de man na een
paar uren niet terugkeerde, gingen zijne makkers
zien waar hij bleef. Op het eerste oogenblik
bemerkten zij nietsdoch bij een nauwkeuriger
onderzoek ontdekten zij naast een stapel hout
een gatwaarin het lijk van den ongelukkige
gevonden werd geheel door de ratten verminkt.
Om het iijk uit het gat te halen moest men
een waar gevecht tegen de ratten leveren. Op
het oogenblik dat men het lijk uit het gat had
getrokkendrong een jonge vrouw door de
menigtedie zich over het lijk heenboog om
het ie onderzoeken. Het lijk ziende, gaf zij een
gil en viel zonder bewustzijn achterover. On
gelukkigerwijze viel deze jonge vrouw, die niemand
anders was dan de echtgcnoote van den werkman,
in het gatwaaruil zooeven haar man gehaald
was en brak in haar val de beide beenen. In
een hopeloozen toestand werd de vrouw naar
het gasthuis vervoerd.
De Fransche regeering verzoekt de voor-
loopige inhechtenisneming van Emile Forge
bestuurder der suikerfabriek te Ferny-Somy bij
Saisson9. Hij is omstreeks 45 jaar oud zeer
groot en sterkdonker van uitzicht cn heeft een
dunnen zwarten knevel. Wellicht wordt hij
vergezeld door een vrouwtooneelspeelster uit
Orleans. De tegen hem ingebrachte beschuldiging
isdat hij door bedriegelijke bankbreuk meer
dan 100,000 francs zou hebben verduisterd.
hoofd praten eene trouwlooze hand woelt en
werkt hier in 't verborgen."
„Kohier KohierZoo ik bedenk hoe vrien
delijk hoe verblijd hij was toen hij mij we
derzagNeen ik kan het niet gelooven.
Zoo lang het mij aan bewijzen ontbreekt
„Wij zullen moeten trachten die eerst te heb
ben."
„Maar hoehoe Moederwaarop is uw
vermoeden gegrond?"
„Op de omstandigheiddat Kohier den fa
brikant zijne hulp geweigerd heeft. En Börner
bevindt zich nog altijd in verlegenheidwant
Hessier weet' de bron waaruit de twaalf duizend
thaler gevloeid zijndoch betaalt ze niet terug."
„God geve dat de ware toedracht der zaken
niet bekend worde Börner zoude daardoor te
veel op de spraak komen."
„Hier is de brief van Hermine
„De houtvester las hemhij bevatte niets dan
klachten en de verzekering hare eeuwige liefde.
Ten slotte had zij haren geliefde om eene bij
eenkomst in Suze's huisje verzocht. Dc gevan
genschap waarin Börner zijne dochter hield
liet echter niet toe dien wensch tot vervulling
te brengen. Moeder en zoon waren radeloos.
„Wij moeten bij vader beginnen dacht
Frederik. „Zoo als het nu is kan het niet blij
ven."
„Wat hij mij heeft geweigerdzal hij u niet
toestaan.
„En toch 1 Ik zal een beroep doen op zijne
vaderliefdewant ik ben immers zijn trotsch
zijn vreugde."
„Wacht dan ten minste een gunstig oogenblik
af."
„Zeer zeker ik zal voorzichtig te werk gaan."
Beiden keerden naar de woonkamer terug.
De opperhontvester ontwaakte.
(Wordt vervolgd.)