Nummer 20. Zondag 8 Maart 1885. 8e Jaargang. rr„ II, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Bekendmakingen UITGEVER: Waalwijk. NATIONALE MILITIE. Gemeenteraad van Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post, door het gelieele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,00 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steineb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en wethouders der gemeente Waaalwijk, gelet hebbende op de artt. 86 en 87 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no 72) en op eene circulaire van den heer militie-com missaris van 10 Februari 1885 brengen ter kennis der belanghebbenden Dat de militieraad tot onderzoek der militie- plichtingen dezer gemeente zal zitting houden te Tilburg op Maandag den 16 Maart dezes jaars des voormiddags ten 10 ure. Dat deze eerste zitting van den militieraad be stemd is tot onderzoek der zich als vrijwilliger voor de nationale militie aangeboden hebbende personen en der lotelingen, die redenen van vrij stelling vermeenen te kunnen doen gelden. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, 7 Maart 1885. Burgemeester en wetli. voornoemd. VAN DER KLOKKEN. De secretaris, F. W. VAN LIEMPT. OPENBARE VERGADERING vail Dinsdag 3 Maart, 'sar. 7 uur. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de burgemeester Van der Klokken. De voor het publiek bestemde ruimte is ge heel bezet. De voorzitter opent de vergaderiug. De notulen der vorige worden door den secretaris voorgelezen. De voorzitter vraagt of er geen aanmerkingen op de notulen zijn. De heer Van der Heijden „vóór het sluiten der vorige vergadering lieb ik een voorstel ge daan ik verzoek dus dat dit eerst in behande ling worde genomen. De voorzitter „er is mij niets bekend van eenig voorstel't is bepaald niet gedaan. De heer Van der Heijden „ik zal dit ge wonnen geven als geen der lieeren kunnen ge tuigen, dat ik wel degelijk een voorstel heb gedaan." De voorzitter „de heer Timmermans zat in de vorige vergadering zoo langdradig te spreken, dat ik goed kon zien, dat het vele leden begon te vervelen toen is er wel een briefje geiacheerd en aan den heer Van der Heijden gegeven, maar een voorstel is door dezen niet gedaan." De heer Van der Heijden„nadat ik mijn voorstel gedaan had is het woord nog gevraagd door den heer Zijlmansmaar gij waart toen zoo belust op rooken dat er geen kans meer op was." De voorzitter „omdat ik zag dat die zaak zoo begon te vervelenheb ik, toen de twee uren reeds lang om waren ue vergadering ge sloten. Eerst daarna heb ik dr. De Haan ge vraagd om een sigaaromdat ik trek had in rooken." De heer De Haan „en die heb ik ook ge geven jè De voorzitter„wat nu anderen hierover zeggen of schrijven mogendaar acht ik mij ver boven verheven." De heer Zijlmans„jaik heb het woord gevraagdniet omdat er een voorstel was gedaan maar omdat het bleek daartoe te zullen komen; maar er is geen formeel voorstel geweest." De heer Timmermans Wz. „de heer Zijlmans zal mij wel veroorlooven zijn memorie een weinig te scherpen de heer Zijlmans heeft in de laatste vergadering, toen hij nog het woord vroeg, ge zegd „dat hij zich in geen geval er toe zou laten vinden om over het voorstel van den heer Van der Heijden te stemmen. De heer Zijlmans„ik heb dit gezegd niet omtrent een voorstel, dat gedaan was, maar dat ik voorzag dat zou komen." De heer Timmermans van Turenhout „hoe kondt hij weteD, dat de heer Van der Heijden dit voorstel, dat gij voorzaagt te zullen komeD, doen zou?" De voorzitter„wat de heer Zijl mans dacht, kon iedereen merken en om dit af te snijden heb ik de vergadering gesloten." De heer Zijlmans „ik verzoek den secretaris dit een en ander te noteeren." De heer Van der Heijden „en ik verzoek, dat bij stemming worde uitgemaakt of ik al dan niet het voorstel gedaan heb. Ik verklaar het vvèl te hebben gedaan. De heer Baijens, Van Heijst, Quirijns, Tim mermans Wz. en Timmermans Bz. verklaren hitzelfde als de heer Van der Heijden. De heer Hoffmans kan niet zeggen of het voorstel gedaan is of niethij heeft er wel ever hooren spreken maar hij heeft niet bepaald gehoord, dat het gedaan is hij houdt zich er buiten. De heer Mombers kan zich niet voorstellen, dat het voorstel is gedaan hij heeft er niets van gehoord. De 'heer Van Es kan er niets van zeggen, daar hij bij die vergadering niet tegenwoordig was. De heer De Haan zal niet ontkennen, dat het voorstel gedaan is, maar hij heeft het niet ge hoord. De secretaris „wat moet ik nu insereeren De voorzitter„dat het voorstel niet ge daan is." De heer Van der Heijden „een mooie grap Maar zoo gemakkelijk zult gij er niet afkomen; (hilariteit) er zijn zes leden die verklaren, dat het voorstel wel degelijk is gedaan en maar drie, die zeggen hef niet gehoord te hebben Hoff mans blijft buiten stemming. Secretaris, wat zegt gij er van De secretaris „hel voorstel is zeker door u 'gedaan daarom heb ik het ook genotuleerd." De voorzitter„ik heb het den secretaris dezen morgen ook reeds betwist." De secretaris „ik wil wel bezweren, dat het voorstel is gedaan ten overvloede zie hier de aanteekeningen, door mij staande de vergadering gemaakt't zal mij toch niet in het hoofd komen iets te gaan opteekenen, dat in 't geheel niet is geschied." De voorzitter „de discussie is de vorige ver gadering zoolaDg gerekt, dat ik ze eindelijk ge- 'sloten heb, omdat het allang verveelde." De heer Quirijns „de heer Van der Heijden heeft zijn voorstel heel duidelijk voorgelezen." De heer Baijens „ik heb de eer hierbij aan den secretaris te overhandigen een brief van den commissaris des konings, gericht aan den kap.- kommandant der dd. schutterij alhier ik ver zoek den secretaris dien te willen voorlezen." Dit schrijven is van den volgenden inhoud 's Boscii, 18 Februari 1885. De briefwisseling gevoerd met het gemeente bestuur van Waalwijk omtrent het door u en de verdere officieren uwer schutterij gevraagd eervol ontslaggeeft aanleiding tot de veronder stelling dat in deze aan een misverstand moet gedacht worden. Daarom te meer zou het te betreuren zijn dat het geschil, waarop door u in het adres wordt gewezen, tot het verleenen van het gevraagd eervol ontslag zou moeten leiden. Gaarne zou ik zien dat het ingediend ver zoekschrift werd ingetrokken en dat mijne po gingen daartoe, in overeenstemming met het gevoelen van den minister van binnenlandsche zaken bij deze aangewend, met den gewenschten uitslag mochten worden bekroond. Uwe diensten en die uwer officieren aan de schutterij bewezeDwaardeerendestel ik er prijs op dat aan het hiervoren uitgedrukt ver langen door allen gevolg mocht worden gegeven. Ik heb derhalve de eer u te verzoeken het verzoekschrift hier bedoeld tc willen intrekken. Vertrouwende op uwe bereidwilligheid en die der andere officieren, zal ik een gunstig antwoord inwachten en wanneer het verzoek om ontslag zal ingetrokken zijn, burgemeester en wethouders van Waalwijk uitnoodigen in overleg met u die maatregelen te nemen, welke in het belang der schutterij dienstig zijn te achten. De commissaris des konings in Noordbrabant, (get.) Bosch van Drakenstijn. Aan den heer kapitein komm. der dd. schutterij van Waalwijk. De voorzitter „al zouden de commissaris des koningsde minister en de koning de officieren in het gelijk stellen toch zal ik volhouden dat ik gelijk hebomdat de officieren B. en W. beleedigd hebben. En ik zal dit bewijzen. Nadat alles was afgedaan zijn er 13 Beaumontgeweren ingeleverd en van die 13 waren er maar drie goed. Ik had anders over de zaak gedacht. Tk had verwacht dat de raad de eer van B. en W. zou hebben opgehouden." De heer Zijlmans „die brief bevat het ver zoek van den commissaris aan de officieren der schutterij om hunne aanvraag om ontslag in te trekken daar i3 niets tegen maar dit brengt niet mede dat de raad op ziju vorig besluit meet terugkomen." De heer Baijens „de reden voor het vragen van bet ontslag is het rapport van B. en W. de minister en de commissaris denken er anders over en verzoeken de officieren te blijven als zij nu door den raad io hunne eer hersteld zijn, kunnen zij dit doen maar dit hoort vooraf te gaan." .De heer Zijlmans„welke reden de commis saris des konings gehad heeft doet hier niets Ier zakezeker is het dat de brief van den kapt. komm., die wel eeus beleefd genoemd is, verre van beleefd was en dat iedereen wel dacht dat daarop een antwoord zou volgenwie is nu de eerste aanleidende oorzaak De heer Baijens „het magazijn boven." De voorzitter: „liet. gemeentebestuur heeft veel te loyaal gehandeld het heeft de geweren in orde laten makenthans heet het dat het gemeentebestuur alles verwaarloost; 't verveelt mij zoo dat ik er verder niets meer over wil zeggen." De heer Quirijns „ge hebt het eerst in orde gemaakt nadat ge dien brief ontvangen hadt." De voorzitter: „'tis in orde gemaakt voor dien tijd." De heer Quirijns „de brief dateert van 1 September en eerst half October is de boel in orde gemaakt." De voorzitter „ik ben niet op alles voor bereid maar ik heb getuigenissen en zal die later overleggen ter plaatse, waar dit behoort." De heer Van Heijst„u spraakt daar strak van vervelingmaar 't begint nu ook vervelend te worden de raad heeft beslist dat de heer Van der Heijden wel degelijk een voorstel heeft gedaan dat moet nu in behandeling worden genomen." De heer de Haan „ik heb daar straks deze zaak hooren noemen een ingrate zaak en dit is zij ook tengevolge van den brief van den com missaris had ik graag een voorstel gedaan, dat ik meende van beide zijden instemming zou viuden tot mijn leedwezen heb ik echter gehpord dat het niet gunstig werd opgenomen ik zal het dus in deze vergadering niet doen, ofschoon ik mij overtuigd houd dat, als het goedgekeurd werd iedereen zou bevredigenmaar nu zal ik het niet wagen. Ik heb mij zooveel mogelijk op de hoogte van de zaak gesteldgaarne had ik haar tot een goed einde gebrachtomdat er geen ge meentebelang aan is verbonden en andere belangen er door verwaarloosd worden." De voorzitter„verlangt nog iemand net woord over deze zaak De heer Timmermans Wz.: „het voorstel Van der Heijden moet in stemming worden gebracht." De voorzitter„dit is reeds geschied6 stemmen hebben er zich vóór verklaard; dit hebt gij al gewonnen." De heer Timmermans Van Turenhout„'t is wel uitgemaakt dat het voorstel is gedaan, maar nu moet er over het voorstel zelf worden gestemd." De voorzitter„dan verzoek ik het op schrift." De heer Van der Heijden „Ik dank je; er worden zooveel voorstellen in behandeling geno men die niet geschreven zijn dat ik het ook niet doewil de secretaris het schrijven mij goed." De heer Van der Heijden dicteert en de se cretaris schrijft „Ik stel voor dat de raad besluite op het „besluit der vorige vergadering terug te komen, „de klachten der officieren vervat in den brief „van 1 September, te erkennen en over te gaan „tot de orde van deu dag." Het door den secretaris geschreven voorstel wordt den voorzitter overhandigd. De voorzitter „en ik maak gebruik van art. 20 en verlang dat de heer Van der Heijden het schriftelijk doe." De heer Van der Heijden neemt het door den secretaris geschreven voorstel onderteekent liet en geeft het den voorzitter. De heer Zijlmans „'t kan zeker niet in de bedoeling liggen van den voorsteller een besluit te beroepen der vorige vergadering; de bedoeling zal zijn het besluit genomen in de vergadering van 10 Decembermaar daarbijdeze zaak is reeds vroeger afgedaan bij de behandeling er vanhebben zich 5 leden verklaard vóór de conclusie van het rapport van B. en W. en maar 2 er tegen ik was een van die vijf en ik zal mij van stemming onthouden daaraan is niets meer te veranderen." De heer Hoffmans „die schutterij geschie denis heeft mij en misschien meer leden al te lang geduurd. De kommandant heeft zich met klachten tegen het gemeentebestuur gewend tot den raad. Die klachten zijn in den raad ge komen en B. en W, hebben daarop gerapporteerd. Bij de daarover gehouden discussien is de con clusie van het rapport van B. en W. met een prachtige meerderheid aangenomen. Ik vraag nu welk artikel van de gemeentewet geeft het recht om dat besluit te vernietigen." De heer Van Heijst„mag ik het woord heb ben De voorzitter „ik maen dat de vraag van den heer Hoffmans gericht is aan den heer Van der Heijden die heeft dus het woord." De heer Van der Heijden „ik geloof dat men genoeg aan mij heeft kannen merken, dat ik over deze zaak niet meer wil spreken. Ik ant woord dus niet op de gedane vraag. Hoffmans spreekt daar van een prachtige meerderheid. Wat is die prachtige meerderheid Als ge de twee wethouders uiei mederekeut, die voor hun eigen conclusie stemden, dan verklaarden zich slechts 3 leden er voor en twee er tegen, terwijl er nog drie zich onthielden, die zich nog niet genoeg op de hoogte achtten om mede te stemmen." De voorzitter„het rapport was een stuk dat uitging van het collegie van burgem. en weth.; aan de stemming er over nam ook maar een wethouder deel(eenigc stemmen „ze wa ren er beiden bij") terwijl van de andere zijde waren de vader, de broeder en de neef van een der offieieren." De heer Timmermans Wz.„zooals daar straks gebleken is, heb ik geen plan den voorzitter op zijne nalezing over verveling te antwoorden ik veronderstel echterdatwaar de burgemeester reeds zoo langen tijd en zoo herhaalde malen den raad en de gansche gemeente verveeld heeft, het toch wel vergeeflijk is zich daaraan voor een enkele maal ook eens schuldig te maken. gelach Daar ik nu andermaal door den voorzitter word opgeroepen, wensch ik op te merken, dat de neef niet aan de bedoelde stemming heeft deel genomen, om de eenvoudige reden dat hij in die vergadering niet tegenwoordig was." (groote hila riteit.) De heer Van Heijst„ik hoor vreemde theo- riën verkondigen dat een eenmaal genomen besluit niet mag veranderd worden. Dit gebeurt dagelijks. Dikwijls trekt b.v. de koning gedane benoemingen in." De voorzitter„dit is een prerogatief der kroon." De heer Van der Heijden „dit kan iedereen." De heer Hoffmans „als er eenig gemeente belang mede gemoeid was, zou ik er wel op willeu terug komenmaar nu blijf ik bij het besluit." De voorzitter; „'t is een quaestie,^waarmede zich de gekcele gemeente bemoeit en*waarmede genoeg de draak is gestoken daarom heb ik er de vorige vergadering een einde aan gemaakt, 't verveelde hard." De heer Van der Heijden „ge hadt trek in rooken. Ge kunt lullen zoolaDg ge wilt, maar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 1