Het Leidsche vergiftigingsproces, Rusland. Amerika. BINNENLAND. liet sclioone voorbeeld vau Camorra en Maffia gevolgd. Een toeval zeide ik, gaf der politie eenen draad in handen. Een zekere Martello, namelijk, trachtte telkens door geweerschoten de raveu te verdrijven, die neerstreken op het lijk van eeueu ongelukkige, welke door hein op last van „de Broederhand" vermoord en ouder het puin van een oud kasteel verborgen was. Dit trok de aandacht. Men stelde een onderzoek in. Het lijk werd gevonden en Martello gevat. In het nauw gedreven verklapte hij een paar van zijne medeplichtigen het eene leidde tot het ander en binnen korten tijd had men met behoedzaamheid de geheele bende in den val gekregen. De opperste van „de Broederhand"^ bleek een zekere Don Lo Coco te zijn, die bij zijn bewind terzijde werd gestaan door eenen schoolmeester en eenige winkeliers. Van de 250 gearresteerden zijn er 24 wegens gemis aan af doend schuldbewijs weder vrijgelaten142, aan wie geene bloedschuld kon worden ten laste gelegd, kregen vier jaren kerkerstrafen de overige 84, van zwaardere misdaden verdacht, zullen aan eeu nieuw verhoor onderworpen wordeu. Volgens de „Herold" heeft de rijksraad het voorstel tot het invoeren van affidavits, om voor zekere leerlingen vrijdom van de rentebelastiug te krijgen verworpeu. Dit besluit moet, om geldig 'te zijn door den keizer bekrachtigd worden. De gouverneur-generaal van Kaukasie prins Dondukcff Korsakoff, heeft zich naar Baku begeven om een onderzoek in te stellen naar aanleiding van de klachten der bevolking van de provincie Leukora over de rooftochten der Perzen. Deze provincie, na deu oorlog in 1828 door Perzie aan Rusland afgestaan, heeft veel te lijden van talrijke rooverbenden, die in weer wil van alle strenge maatregelen om de ramp te doen ophouden, nogal niet verdwijnen. De Russische regeering vermoedt thans dat de overheidspersonen op de Perzische grens die herhaalde aanvallen tegen de Leukoranianen be gunstigen en heeft dus besloten krachtig tusschen beide te treden. Het „Journal de St. Petersbourg" herinnert, naar aanleiding der jongste mededeeling van Lumsden, er aan, dat, naar Gladstone's eigen verklaring. Lumsden's beweringen gegrond waren op mededeelingen uit Afghaansche bron. Ko- maroff's nauwkeurig en volledig verslag kan dus moeielijk door dergelijke verklaringen worden te niet gedaan. Het kan zegt het blad geen verwondering wekken, wanneer de regeering zich daartegenover houdt aan het getuigenis van hare legeraanvoerders. Overigens ziet het Russische blad niet in welk nut, wanneer het om het verkrijgen van overeenstemming te doen is, een dergelijke strijd over bijzaken kan hebben. De grensaangeiegen- heid en hare regeling is hoofdzaak. Engeland's wapeningen besprekende zegt het blad ten slotte nog, dat het natuurlijk den Brit ten vrij staat zich ongerust te maken. Rusland blijft daarentegen rustig, al ziet het deu ernst der omstaudigheden niet over het hoofd, en al is het in staat te voldoen aan de eischen, welke de toestand stelt. Alle telegrammen uit St. Petersburg duiden aan dat de toestand gespannen is. In invloed rijke kringen wordt de verwerping van Engelands eischen als vaststaande beschouwd. Alle Lou- densche ochtendbladen oordeelen mede den stand der zaken hachelijk. D;'. Daily Chronicle verneemt uit Tirpoel dat de Russische onderkorauiandant op de Af ghaansche grenzen, AÜkhanoff, eenen prijs van honderd lomans beeft gezet op het hoofd der beide Engelsche officieren die de Afghauen in het gevecht bij Penjdeh vergezelden. Uit Odessa wordt aan de Daily News o-eseind dat de Engelsche handelshuizen den toestand zeer ernstig achten en dat zij liqui- deereD wegens stilstand van alle zakeD. De verslaggever der Daily News te Bakoe verneemt dat de czaar voornemens is naar Sa- markand te gaanom aldaar in het oude Ti- moerpaleis gekroond te worden als keizer vau Midden-Azie. OTTAWA, 23 April. De commandant van fort Pitt is met de politiewelke het garnizoen vormde te Battleford aangekomen, en verklaart dat er slechts één man gedood is. De kolonisten hebben zich naar het kamp der Indianen begeven. "—UÏTVOERINGi^ WAALWIJK. Zondag 26 April 1885 zal door de har monie PEspéranc?, op de harmoniezaal worden uitgevoerd 1 Les chasseurs Luxembourgeois, marsch. Curth. 2 Une fête d'Eté, ouverture Rossini. 3 Solo en koor uit de opéra „Le TrouvèreVerdi. 4 De schutter-trompetter schot- tischKessels. Waalwijk, 25 April 1885. Door den koning zijn benoemd tot gedelegeerde commissarissen van de Nederlandsche regeering bij de internationale tentoonstelling te Antwerpen de heeren M. Hijraans vau Wadenoijenie 's Gravenhagejlir. inr. E. W. Bergsecretaris van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, te 's GravenhageE. C. Tromp oud zeeofficier te Amsterdam Jb. Duyvis lid van de tweede kamer der staten generaal te Utrechten dr. A.' T. Van Aken inspecteur van het middelbaar onderwijs te 's Gravenhage. De minister van waterstaat enz. maakt bekend, dat, te rekenen van 26 dezer, het tele graafkantoor met vereenvoudigde inrichting te Nieuwkuik, op zon- en feestdagen zal open zijn van 9 tot 9^2 uur voor- en 3 tot 4 uur na middags. De heer Mr. B. M. Bahlmaun lid der tweede kameris van zijne ziekte weder geheel hersteld. De Maandag gehouden verpachting van de bouw- en weilandenbehooreude aau de heer lijkheid der gemeente Waulwijk en Bezooien heeft 25 a 30 pet. minder opgebracht dan die van den vorigen termijnen nog vreezen de boeren dat het op deu duur blijken zal dat de bestede pachtsommen te hoog zijn. Woensdag is eeu boschbrand uitgebroken in de onder Loonopzand gelegen mastbosschen van den heer Lemire te Udenhout. Nagenoeg 15 hectaren 20-jarige mast ter waarde van ruim f 5000 zijn bij deze gelegenheid verwoest. Te gelijker tijd is ook aan de zuidzijde dier gemeente op de heide brand ontstaan die zich door den feilen wind zeer spoedig uitbreidde en eerst laat in den avond met zeer veel moeite is gebluscht. De in da nabijheid slaande graanmolen van J. F. is zelfs nog een oogenblik in gevaar geweest door het vuur te wordeu aangetast. De vermoedelijke dader van deu gelddief- stal in de sociëteit de N. K. Harmonie te Tilburg is Woensdag gevankelijk naar Breda vervoerd, llij was slechts eenige dagen in dienst bij den nieuwen kastelein, die den 15en in functie trad, doch meester en knecht schenen het niet met elkander te kunnen vinden zoodat de knecht den dienst had opgezegd en Zondag avond 11. zou vertrekken. Hij schijnt zich eveDwel ver borgen te hebben en zich te hebben laten in sluiten en na het plegen van deu diefstal middel hebben weten te vinden om te ontkomen, waar schijnlijk door den tuin. Het grootste gedeelte van het ontvreemde geld met de buffetlade was nog in zijn bezit. Hij is 22 jaren oud en nog maar kort geleden met zijne ouders uit Beigie te Tilburg komen wonen. Te Zevenbergen is dezer dagen de land bouwer G. van Dis, wiens paard onder het rijden schrikte voor een paar spelende honden en daar door op hol sloeg -onder zijn rijtuig geraakt en aan de gevolgen zijner verwondingen overleden. Woensdag ochtend omstreeks 5 ure is in de buurtschap Boeimeeronder Prinsenhage, een felle brand uitgebarsten op de hoeve bewoond door den landbouwer A. Mathijssen. In zeer korten tijd was alles tot den grond afgebrand. De brandspuitdie van Priusenhage was aange rukt kon slechts het vlamvatten der nabij ge legen boeve beletten. Vijf stuks vee zijn omge komen eii do kinderen zijn met moeite gered. Slechts een klein gedeelte van het verbrande is geassureerd. Jacobus Peters te Wellerlooigemeente Bergen, loste een schot uit een geweer, dat reeds geruimen tijd geladen was geweest. De loop sprong en de stukken drongen gedeeltelijk met het schot in zijn lijf. Er bestaat geen hoop op behoud van zijn leven. In de Labijheid van Tilburg (Warande) zijn 2 hectaren heide en 1 hectare jonge mastboompjes verbrand. Gelijke brand heeft plaats gehad op 't zoogenaamde exercitieplein en in do rabraken onder Tilburg. Ook ouder Berkel en Moergestel werd eene groote uitgestrektheid heide met de daarop staande jonge mastboompjes geheel door brand vernield. Dinsdagnacht stortte te Maastricht bij den heer G., branderde bovenste graanzolder in waardoor de daarouderliggende eveneens bezweek en de geheele massa graan in hei slaapvertrek der echtelingen te recht kwam. Van eene brui- lolt laat tehuis komendewaren zij gelukkig nog niet te bed. Zij geraakten onder het graan bedolven maar kouden er zich nog uitwerken. De wacht der over huu woning gelegen bosch brakken kazerne heeft hen met ladders door het raam er uitgehaald. Het kind aanvankelijk bewusteloos, was later buiten gevaar. Het huis is bedorven de balken zijn gebroken. Door de rijksambtenaren te Zevenaar is iemand uit Overijsel aangehouden veidacht van frauduleuseu invoer van goed. Het dragen van een zwaren handkofferdie bij onderzoek voor ruim f 1000 aan gouden voorwerpen bleek te bevatten, verwekte achterdocht. Eenige dagen geleden gaf Wagenberg een niet aliedaagsch tooneel te aanschouwen. Zekere doodarme, doch brave kleedermaker M., was volgens gerechtelijke aanzegging, verplicht zijne gehuurde woning te ontruimen. Doch toen hij, na den daartoe gestelden tijdnog rustig in huis bleef, kwamen du eigenaar, die een oom is vaD genoemden M., twee deurwaarders en eenige politieagenten hem noodzaken aan de wet te gehoorzamen. Spoedig was een groote menigte menscheu op de been, en toen zij hunnen dorpsgenoot met zijne vrouw en vier kleine kiuderen under den blooten hemel zagen zitten, waren zij weidra in woede ontstoken, over zulk eenenaar hunne meeningonmenschelijke handelwijze. Na eerst den eigenaar met steenen naar huis gedreveu te hebben had men het op de ontruimde woning gemunt. Geen pan van het dak bleef hee' geen ruit onbeschadigd ja zelfs een der muren werd gedeeltelijk omverge haald. 't Was rseds 9 uurdoch het volk was nog niet tot bedaren gekomen. Men giDg de woning van den eigenaar opzoeken, tien minuten buiten het dorp. Toeu deze zijn deur gesloten hieldvlogen weldra eenige steenen door het deurraam het huis in, waardoor menig voorwerp beschadigd werd. Vervolgens liep men de achterdeur in en ware de eigenaar niet gevlucht, dan hadden misschien nog erger tooneelen plaats gegrepen. Na aan het huis nog eenige schade te hei.beu toegeb acht, ging de menigte eindelijk huiswaarts. Den kleermaker heeft men thans eene andere woning bezorgd, Den anderen dag zag men nog viel volk roudloopen en zoo de politie gee.ie be' re maatregelen genomen hadzouden misschien nog meer ongeregeldheden plaats gehad hebb<n. Een landbouwer in de Buiksloterham vond dezer dagen 's morgens een drietal vagebonden in de weide bezig met het melken van zijne koeien. Bij zijne komst trachtten zij ?ich door de vlucht te redden. Hij besteeg echter een paard dat in de weide liephaalde hen bij Buiksloot in en bracht het drietal gevangenen naar den rijksveldwachter. In den nacht van 25 op 26 September van het vorig jaar werden uit de weide van baron Michiels van Reimersbeek gem. Nuth 2 koeien ontvreemd, waatvan ééne op de inter nationale tentoonstelling te Amsterdam en op de landbouwtentoonstelling te Sittard was be kroond. Wij vernemen thans dat de dader een zekere Lauwen uit Schinnen sinds eenige jaren in Pruisen gevestigd met een Pruisisch kameraad onlangs kort bij Aken door de Prui sische politie zijn gearresteerd. Eén der beesten was door hem afgemaakt en het vleesch verkocht, het andere werd nog levend in hun bezit ge vonden. De zaak zal op 2 Mei a. s. voor de rechtbank te Dusseldorf worden behandeld. Dinsdagnacht is eene poging tot inbraak gepleegd in de wooing van den heer C. op den Utrechtschen weg te Arnhem. Zij werd echter verijdeld door den zoon des huizesdie tegen half een thuiskomende den inbreker bespeurde. Deze nam bij die onverwachte verschijning de vlucht en wilde langs bet achtergedeelte van het huis omkomenmeenende dat daar een trap was. Hij stortte naar beneden. De zoon wekte de huisgenooten maar toen deze het terrein onderzochten was de inbreker verdwenen. Hoe zijn val hem bekomen is weet hij zelf alleen. Onder de gemeente Nederweert brak Dinsdag n. m. door eene onbekende oorzaak een hevige brand uit bij den landbouwei M. Smoolenaars. De woning met het huisraad de schuur vol hooi ea stroo benevens de stal werden geheel in asch gelegd. Drie koebeesten en twee varkens kwamen daarbij om. Een en ander was sleehts gedeeltelijk verzekerd. De tijding van een verschrikkelijke ramp bracht Dinsdag in den vooravond te Amsterdam hon- derdeu op de been. Men sprak van een grooten brand en de lichte lucht loochende het gerucht nietmaar waar de brand precies waswist niemand. 't Moest wezen aan 't einde van het Damrak op de Prins Hendrikkade of in de binnenstad die in den hoek dezer straten ligt. En zoo wandelde menigeen nieuwsgierig voortsteeds vluggerteleurgesteld en dubbel geprikkeld door het duiveltje der nieuwsgierigheid. Onderwijl bleef de verlichting even sterk. Van den Dam kon men op den Oudekerkstoreu zien hoe laat het was. Vanwaaar het licht toch ko men mocht De nieuwsgierigediedoor zijn gezonde wandeling in den mooien maneuschijn dorstig gewordenterecht kwam waar zoovelen dage lijks gelaaid worden iu 't Café Krasnapolsky vond in den nog gesloten zomertuin boven op het dak van 't buffetpaviljoen den oolijkert verscholen, die al den schrik had teweeggebracht. Daar brandde een electrische lampeen van Schuckert uit Neurenburg, welke een licht g f van duizend normaalkaarsen en tot welker voeding de dyuamomachine één paardenkracht vereischte. Te Leeuwarden is eene bejaarde vrouw van schrik gestorven. Zij wierp in de Grachtswal eenig vuil stroo. Dit is in strijd met de po litieverordening. Een schippersknecht, die zich nabij de vischmarkt bevond riep luidkeels „politie maak proces-verbaalwaardoor de vrouw zoo hevig verschrikte, dat zij ineen zakte en eenige oogeublikken later overleed. Woensdagavond was er ten tweede male te Brummen brand. Omstreeks half vijf ure in den namiddag warden de ingezetenen door klok gelui opgeroepen om een brand te blusschen welke door eeu onbekende oorzaak ontstaan was in het huis bewoond door H. B. en P. en staande achter de Groote Zegerij aldaar. In een oogwenk was alles verbrand en kon men dan ook niets anders verrichten dan het vuur te blusschen, ten einde nabijstaande panden te vrijwaren. Het huis en de inboedel van B. waren tegen brandschade verzekerd de inboedel van P echter niet. Deze arme menschen verloren hierdoor huune geheele bezitting. Voor het gerechtshof te 's Hage is Donderdag een aanvang gemaakt met de behandeling van de gruwelijke L.-idsche strafzaak tegen Maria Catheriua Swanenburg huisvrouw van Johannes Van der Linden. Ofschoon de punten van beschuldiging tot vier beperkt zijnwas de belangstelling in dit sen satieproces nog zeer groot. Vooral uit Leiden de woonplaats van de onheilstichtsterwaren velen opgekomen. De tribunes, zoowel de gereser veerde als de publiekewaren dan ook geheel gevuld. Ten 10 uur nam het hof zitting. Het was samengesteld uit de heeren mrs. W. F. G. L. Francois voorzitterjhr. De Jonge Lette van OostvoorneVan LilaarVan Geuns jhr. ridder van Rappard en Hanlobijzitter, als raadsheeren terwijl het Openb. Min. werd waar genomen door mr. R. Th. Bijleveldadvocaat generaal. Bij het intreden der gifmengster in de ge rechtszaal door twee veldwachters begeleid, ging er een gesmoorde kreet van afgrijzen op uit het publiek. Toch bood de vrouw op het eerste gezicht niets afgrijzemvekkends aan. Zij is een vrouw van middelbare postuur, van middelbaren leeftijd gekleed in jak en rok met een omslag doek een heldere muts met keelbanden, waar onder van voren het pikzwarte haar uitkomt. Het gelaat is vrij rond en eenigszius taankleurig. In een woordzij onderscheidt zich in haar voorkomen van niets van een getrouwde vrouw uit den kleinen burgerstand. Dat ook in 't buitenland dit proces sensatie wektblijkt uit de aanwezigheid van een redacteur van de Etoi'e Beige. Nadat de voorzitter de besch: haar naam en woonplaats had gevraagd, waarop zij zeer zacht antwoordde, en hij haar had aangenaamd goed toe te luisteren las de subst. griffier mr. Van Streijen de acte van beschuldiging voor. De besch. hoorde de voorlezing met onbewogen ge zicht aan de oogen terneergeslagen eu het hoofd eenigzins terzijde gebogen. Bij haar overbrenging dezen ochtend naar het hof bedekte zij bij het uitstappen uit de gevan- genwageo haar gelaat. Op de tatel voor den president stonden een groot aantal verzegelde flesschen en potten, be vattende de door deskundigen onderzochte ge deelten der opgegraven slachtoffers. Tijdens de voorlezing van de akte van beschul diging verscheen ook de minister van justitie met zijne dames iu de gerechtszaal en woonde een gedeelte der zitting bij, evenals de Amerikaansche gezant. Er zijn 52 getuigen gedagvaard onder welke behooren zes deskundigen doch daar de getuige en deskundige dr. G. Cohen Tervaert zich bui tenslands bevindt, desisteert de Proc. Gen. te zijnen aanzien. Na de voorlezing der akte die tot ongeveer half twaalf duurdenam het getuigenverhoor een aanvang. Vooraf drukte de president der beschuldigde wel op 't hart dat als zij heette te liegen wat zij voor den rechter commissaris had bekend zonder aannemelijke reden, haar beken tenis toch vau kracht bleef. De eerste getuige, J. De Hees behuwdneef der besch., die met zijne beide broeders bij haai kwam inwonengaf inlichtingen omtrent hun verblijf ten harent en den dood van zijn broeder Arend, dien hij als een gezond, niet ziekelijk of teringachtig jongeling beschrijft. Deze getuige is een jaar na dien dood, terwijl hij als militair diende, vaak bij zijn oom en tante overkwam, ongesteld geworden na gebruik van voedsel door zijne tante voorgezet onder dezelfde verschijnselen ais waargenomen bij den dood van zijn broeder Arend. Hij is hard ziek geworden, in de in firmerie verpleegd en niet dan na veel moeite hersteld. Van de begrafenisgelden zijns broeders heelt hij van besc'n. niets genoten. Op de vraag van deu president of besch. iets had aan te merken, antwoordt zij met den zakdoek voor den mond „edelachtbare, ik heb hem al hot noodige gegeven." Laat dat „edelachtbare" maar weg, doet de president haar opmerken, „het noodige" heb je hem zeker gegeven. De besch. kan nu niet meer zeggen wat zij vroeger beweerd beeft of zij aan get. een deel van het be- grafenisgeld van Arend heelt gegeven. Op de vragen van mr. Vaillant, advocaat der besch., verklaart getuige, dat zijne tante hem in het militair hospitaal vaak broodjes met worst stuurde, die hem en zijne kameraden ziek of zieker maak ten en deden braken. De tweede getuige, Abraham Beij, was 18 jaar buurman vun besch. Hij kende haar als een wispelturige vrouw, die spoedig weer goed werd en die hij nooit bepaald dronken heelt gezien. Na eenige onaangenaamheden met haar te hebben gehad, vond hij een paar dagen later zijn kippen vergeven. Meermalen heeft hij ge dacht bij zich zelf, dat zij erg onverschillig was over den duod van haar betrekkingen. Er was na den dood nooit rouw in het huis maar men vierde feest, at en dronk jenever, zij en haar man. Besch ontkent dit pertinent. Er was nooit feest in haar huis en nooit waren er partijen zondagsavonds bij haar gevierd. Zij zegt dit op duidelijker toon. Zij houdt voldat haar neef Arend bloed opgaf wat get. ontkende. Zoo ook ontkent zij tot get. te hebben gesproken over de geesten van de overledenen die haar voor de oogeD zweefden. De 3de get. Elias Abraham Vogelenzang, die bij het overlijden van Arend tegenwoordig°was weet niet precies meer wat besch. zeide omtrent het aanstaande uiteinde van Arend. Zijne vrouw was in 1879 eens ziek geworden na het gebruik van rijst door besch. haar toegezonden volgens dr. Kist was zijne vrouw lijdende aan borstziekte. Ook de 4j get. Theodorus Plosmeijer geeft inlichtingen omtrent de ziekteverschijnselen van Arend en de houding van besch., die hem eeDs zou gezegd hebben dat zij Arend met haar eigen bloed zou hebben willen helpen. Hierop volgen verscheidene getuigen die bjj de teraardebestelling tegenwoordig waren van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 2