Nummer 50. Zondag 21 Juni 1885. 8e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. BEKENDMAKING, ANTOON TIELEN BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. Duitschland. 1 lm^ "XUil, XJ UITGEVER: Waalwijk. Loting voor de schutterij. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van A.dolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De burgemeester van Waalwijk verwittigt de ingeschrevenen voor de schutterij, dat de alplia- betische naamlijst van al de personen, die aan de schutterij, volgens de wet van 11 April 1827, in dit jaar moeten deel nementer visie voor een ieder zal liggen op het raadhuis dezei gemeente, van den 18n tot den 26n Juni 1885, des voormid dags van 9 tot 12 ure, teneinde eenieder instaat zoude zijn, om ingeval hem op die lijst eenige personen of omstandigheden mochten voorkomen, die op dezelve nog zouden behooren te worden aangeteekend of daarvan moeten wegvallen, des wege aan de commissie uit het bestuur, met het toezicht over de loting belast, kennis te geven. Waalwijk, 18 Juni 1885. De burgemeester voornoemd, VAN DER KLOKKEN. De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bij deze aan de belanghebbenden bekend Dat de loting voor de schutterij tusschen de ingeschrevenen van dezen jare zal plaats hebben onder toezicht eener commissie uit het bestuur, ten raadhuize dezer gemeente op Dinsdag 30 Juni, des voormiddags ten 11 ure precies, wordende de" belanghebbenden bij deze gelast zich ter plaatse en op dato voormeld te laten vinden, teneinde aldaar voor de dienst der schutterij te loten of zulks door behoorlijke gemachtigden te laten doenzullende voor hen, die persoonlijk afwezend blijven, en zich niet op vorenstaande wijze heb ben doen vertegenwoordigen, door een der leden van de commissie worden getrokken. En dat eindelijk de belanghebbende personen bij de loting de gelegenheid zal worden openge steld om de reden van vrijstelling, waarop som migen aanspraak zouden mogen maken, terken- r.isse van de genoemde commissie te brengen, met aanduiding van het artikel der wet en het onderdeel van dien, waarop zij hunne reclame hebben gegrond. En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude kunnen voorwendenzal deze worden afgekon digd en aangeplakt waar zulks te doen binnen deze gemeente gebruikelijk is. Waalwijk, 20 Juni 1885. De burgemeester voornoemd, VAN DER KLOKKEN. Een telegram van generaal De Courcy meldt, dat het bericht van den dood van admiraal Courbet diepen indruk in Tonkin heeft gemaakt. Dank zij der volstrekte rust, welke de troepen sedert eenigen tijd genieten, verbetert de gezond heidstoestand. De generaal De Courcy is voor nemens om de minder gezonde stations te be zoeken. De kamer heeft acht artikelen van de re- cruteeringswet aangenomenzij verwierp alle ameDdementeD die de strekking hadden om de leerlingen der hoogere scholen te begunstigen. Een telegram van den heer Patenötre, onzen gezant in Chinameldt officieel dat het hof te Peking het vredestractaat geratificeerd heeft. De verschillende Fransche bladen bevatten uitvoerige levensbeschrijvingen van den in Tonkin overleden admiraal Courbetwaaraan zij be schouwingen omtrent het verlies voor het land vastknoopen. Ook in de kamer van afgevaardigden is weder uitvoerig over hem gesproken naar aanleiding van het voorstel van den heer Baudry d'Asson, om admiraal Courbet van 's landswege te laten begraven. Hij voegde bij dit voorstel overwegingen, waarin hij de koloniale staatkunde der regeering laakte en het terugnemen van het Pantheon uit den dienst der kerk afkeurde. Ten slotte verzocht hij dadelijke behandeling van zijn voorstel betreffende de begrafenis van Courbet. De rechterzijde juichte hem toe, doch de lin kerzijde kwam tegen hem in verzet. Eerst nam generaal Campenon minister van oorloghet woord en vervolgens de minister van binnenland- sche zaken Allain-Targé om te antwoorden, dat de regeering genegen is Courbot op 's rijks kosten te laten begraven maar dat men eerst behoorde te weten wat de overledene daarvan zou gedacht hebben en zijne familieleden er van denken. Zij verklaarden er zich daarom tegenhet voorstel onmiddellijk in behandeling te nemen. De linkerzijde was het volkomen met de mi nisters eens en het verzoek om dadelijke behan deling werd verworpen met 292 tegen 94 stem men. De Staatscourant maakt eene nota openbaar, waarin geconstateerd wordt dat de cholera epi demisch heerscht te Sevilla en te Madrid. Deze officieele verklaring bracht groote ontsteltenis te weeg op de beurs. Een levendig debat heeft in de kamer van afgevaardigden plaats gehad tusschen de hceren Canovas en Sagasta over de maatregelen tegen de cholera en de onvoldoende redenen der offi- ciaele verklaring over de epidemie welke in het officieele blad is verscheneu. De heer Sagasta protesteerde heftig tegeu een dergelijke onvoor zichtigheid. De zitting was rumoerig. In den loop van den avond hadden in de voorsteden on geregeldheden plaats, liet volk demonstreerde tegen de maatregelen tot desir.fectie. Woensdag kwamen te Madrid 5 cholera- slerfgevallen vooren een nieuw geval. In de provinciën Murcia Valencia en Castellon 575 gevallen waarvan 222 met doodelijken afloop. Het nieuwe ministerie is als volgt samenge steld premier en minister van buitenl. zaken lord Salisbury; lord kanselier, si, Hardinge Giffard, lord president van den privy council sir Staf ford Northcote, die tot het pairschap zal worden verheven kanselier der schatkist en leider van het lagerhuis Sir Michael Hicks Beach; binnen- landsche zaken Sir Richard Cross koloniën kolonel Stanley; oorlog, Smith; eerste lord van de admiraliteitlord George Hamilton secre taris voor Indië, lord Randolph Churchill; lord- lieutenant voor Ierland graaf Canarvon chef der posterijlord John Manners. De benoemingen voor enkele posten van min der beteekenis ontbreken nog. Het bericht, dat lord Randolph Churchill minister voor lndië is gewordenheeft te Bom bay en te Calcutta veel indruk gemaakt. Men is met deze benoeming niet tevreden. Hiervoor bestaan twee redenen, eerstens omdat lord Chur chill slechts kort in Indië geweest is en men niet gelooft, dat hij met de Indische toestanden bekend is, om het naar behooren te regeeren, terwijl men bovendien vreest dat hij, wegens zijne antipathie tegen Rusland, de goede betrekkingen met dat land niet zal bevorderen. Het gerucht looptdat lord Dufferin zijn ont slag zal nemen als onderkoning van Indie, wan neer lord Churchill tot minister wordt benoemd. De koningin heeft aan Gladstonenaar aanleiding van zijn aftreden, als blijk van waar- deering zijner den lande bewezen diensten, den graventitel aangebodendoch Gladstone heeft voor die onderscheiding bedankt. De Standard verneemt uit Petersburg, dat de onderhandelingen tuscken Engeland en Rus land betreffende Zoelfikar geenszins waren af- geloopentoen de ministerieele crisis uitbrak. Ondanks Dilke's beweren blijft het steeds mo gelijk, dat de onderhandelingen afspringen, vooral van Ruslanus zijde. Aan de Times wordt uit Durban gemeld, dat de Duitsche exploratie-expeditie Makefity doortrok, om de andere Duitsche expeditie, welke van Zanzibar komt, aan de Zambesirivier te ont moeten en gemeenschappelijk de streken te on derzoeken welke buiten het onder Engelands protectoraat gelegen Bechuanenland gelegen zijn. Warrens legermacht vermindert dagelijks, daar de manschappen weggaan met verlof. Naar men uit Dongola berichtheeft de makdi (No. 1) een brief geschreven waarin hij weigert de Christen-gevangenen vrij te laten. Zij hebben schrijft hij allen het Mahomedaansche geloof aangenomen en hij wekt de Engelschen op hun voorbeeld te volgen. Anders zal hij ge noodzaakt zijn hen te verdelgen. Ook is er een brief ontvangen onderteekend met de namen van 96 gevangenenvoor het meerendeel Grieken Kopten en Syriërs, waarin het bovenstaande bevestigd wordt. Tamelijk ongunstig voor de Engelschen luiden de berichten omtrent den Indiaocnopstand in Canada. Groote beer is met 350 volgers, die zich eerst onzijdig hadden verklaard ontsnapt aan de troepen, die hem omsingelden en heeft zich nu in de ondoordringbare westelijke wou den verschanst. Vrijdagmiddag te omstreeks halfeen, barstte, gelijk reeds gemeld iseen hevige brand in het Indisch museum te Londen uit, en de tijding van het onheil was weldra door de geheele stad verbreid. Onmiddellijk werd de brandweer gealarmeerd en binnen een tijdsverloop van twee uren waren de wakkere mannen van kapitein Shaw het vernielend element meester. De brand brak nabij de restauratieDuval die zich op de tentoonstelling bevindt, uit; hitte en rook van de fornuizen van die inrichting worden door middel van buizen afgeleiddie langs het Indisch museum loopeu men veron derstelt dat het vuur zich aau het dak heeft medegedeeld door de groote warmtedie de buizen afgeven of door vonken, die er uitgevallen zijn. De commandant Shaw en de luitenant Simonds van de brandweer kwamen met een groot aantal stoomspuiten op het terrein. Het grootste gedeelte der curiositeiten is be houden gebleven de daken echter, die tengevolge der felle zonnehitte zeer droog waren, zijn geheel vernield en het inwendig van het gebouw heeft zeer veel door het vuur en de waterschade ge leden. Ten drie uur had men de vlammen bedwongen. De prins van Wales de hertog van Cambridge, de hertog van Sutherland en de markies van Hamilton waren getuigeu van den brand. Een groote ramp is dank zij den onvermoeiden ar beid der brandweermannen voorkomen. Het rapport van kapitein Shaw luidt als volgt „Brand waarvan de oorzaak onbekend. Het Indisch museum verwoestde inhoud ervan zeer beschadigd. De eerste verdieping van de tentoonstelling van uitvindingen vernield; het overig gedeelte en de inhoud aanmerkelijk be schadigd. De restaurant Spiers licht beschadigd; gebouw en inhoud van de City and guilds of Londoninstitute evenzeer licht beschadigd." De toegang lot de tentoonstelling is geopend gebleven de eenige gekwetste zekere Gerorge Hijman die door vallende stukken werd ver wond is naar het hospitaal Sint George over gebracht. Woensdag ochtend is weder een groote brand uitgebarstenthans in Whiteley's we reldbazaar in West-Londen, waardoor de stallen en kantoren van eenige bazaarwinkels in West- bour .e Grove afbrandden. De schade is groot. Wegens den dood van prins Frederik Karei heeft het hof den rouw aangenomen voor vier weken. De lijkdienstdie Maandag op het kasteel Glienicke is gehouden werd" door de gemalin van den overledene en den zoon alsmede door den kroonprins den hofmaarschalk en het ge volg van den overleden prins bijgewoond. De eenvoudige eikenhouten kist was in de studeer kamer van den ontslapene geplaatst. De hof prediker Rogge hield de lijkrede. Na afloop der plechtigheid werd het stoffelijk overschot onder het gelui der klokken naar de dorpskerk van Glienicke overgebracht. Achter het lijk volgden de kroonprins met prins Frederik Leopold de hofmaarschalk graaf Kanitz de adjudanten en de hofstoetallcu te voet. Om 7 uur had de inzegening plaats, welke behalve door genoemde personen ook nog bijgewoond werd door de kroonprinses met hare dochters, prinses Wilhelm enz. De groote kerkelijke plechtigheid zal eerst daags in de garnizoenskerk te Fotsdam plaats vinden van waar het stoffelijk overschot in alle stilte naar Nikolskoe zal worden overgebracht. De Bondsraad heeft zich bezig te houden met ten nieuwe quaestie van troonopvolging. Graaf Zur Lippe hel bekende lid van het hee renhuis in Pruisen en oud-minister, wil zijn recht op den troon van Lippe-Detmold geregeld zien. De tegenwoordige vorst van Lippe heeft geeu kinderen. Na zijn dood is de prinselijke linie van het huis-Lippe uitgestorven, en dan wordt de regeering gerechtigd. De bescheiden, door den graaf Zur Lippe ingediend zijn in handen der justicieele commissie gesteld. Het Duitsche rijk heeft weder een groot verlies geleden door den dood van den generaal- veldmaarschalk Von Manteuffel stadhouder van Elzas-Lotharingen. Sedert 3 Juni bevond hij zich te Karlsbad, waar hij tot het gebruik van een kuur vertoefde. Zondag werd hij ongesteld ten gevolge van gevatte koude zijne ongesteld heid scheen in het begin niet van ernstigen aard te zijn. De geneesheer gaf geruststellende ver zekeringen doch later raadde hij aan om den gewonen dokter van den generaal te ontbieden. Voor ddt deze was aangekomen was hij reeds overleden naar men zegttengevolge van ver lamming der longen. Von Manteuffel werd in 1809 geboren. Hij diende zeer gelukkig in twee legers en werd in L861 tot luitenant-generaal en adjudantgeneraal des konings bevorderd. Den oorlog tegen Dene marken maakte hij mede en werd in 1865 tot burgerlijk en militair gouverneur van Sleeswijk benoemd. In 1866 rukte hij uit dat gewest naar Noord- Hauoveren vocht er onder het opperbevel van generaal Vogel von Falckensteiu. Toen deze naar Bohemen verplaatst werd nam Von Manteuffel het opperbevel over en sloeg met het Pruisisch Main-leger de Zuidduitsche rijkstroepen over de gansche linie van HeimsUdt tot Wiirzburg. Zijn gewelddadig optreden maakte hem vele vijanden; hij vverd spoedig na den vrede teruggeroepen en vertrok als gezant naar Petersbnrg. In 1870 vinden wij hem als commandeerend generaal onder prins Frederik Karei in Fraukrijk. Hij woonde de slagen bij Colombey en Noisse- ville bij hielp Metz omsingelen en behaalde nadat de vesting gevallen was, de overwinningen bij AmiensBapeaume en Rouaan. Hij vocht bij Belfort, joeg het leger van Bourbaki uiteen, en ontving na den vrede het commando over het Duiische bezettingsleger. Later stelde de keizer Von Manteuffel aan lot stadhouder over Elzas-Lotharingcn een waar digheid, die hij op dit oogenblik nog bekleedde. Deze taak was voor hem een vrij ondankbare; de geannexeerde bevolking zag in hem steeds een tyranterwijl de Duitsche bladen hem voortdu rend om zijn betrekkelijk zachtzinnig bestuur laakten. Van de elf veldmaarschalken die graaf Von Moltke eenmaal bij zich had, is thans nog slechts de kroonprins overig. De hertog van Cumberland, die zooals men weet als erfgenaam aanspraak maakt op de her togskroon van Brunswijk moet zeer fel op de Pruisen gebeten zijn. Hij heeftnaar de Duit sche bladen berichten, dezer dagen aan een firma te Leipzig het maken van een ijzeren wintertuin voor zijn slot te Gmünden aan het meer Traun, opgedragen en daarbij als uitdrukkelijke voor waarde gestelddat geen der daaraan wer kende arbeiders een Pruis raag zijn, en dat geen der ingenieurs zijn examen aan een Pruisische instelling gedaan of iets met Pruisen te maken mag hehhen. De ingenieurdie dezer dagen te Gmünden opmetingen kwam doen bracht een bundel pa pieren mede, om zijn reinheid in dit opzichtte bewijzen. Zou dit wel de rechte manier zijn voor een Hertog om zijn zoogenaamd prestige te hand haven De dagbladredacteur Backerdie door den Duitschen hofprediker Stöcker vervolgd werd wegens beleedigiogis door het hof te Berlijn, onder aanneming van verzachtende omstandighe den tot 3 weken gevangenisstraf en de kosten veroordeeld.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 1