Nummer 57. Donderdag 16 Juli 1885. 8e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De DOCHTERS van den KOLONEL, ANTOON TIELEN, UITGEVER: Waalwijk. ■CTTTTTT T UTHTff hij. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per post door het gelieele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 9 bij gelegenheid van het 35jarig bestaan der liedertafel „Oefening en Vermaak" van Waalwijk en Bezooien. Deze feesten, met zooveel verlangen tegemoet gezien met zooveel zorg voorbereid hebben onder begunstiging van het mee9t gewenschte weder, Maandag en Dinsdag plaats gehad en zijn we mogen het gerust zeggen, in alle op zichten uitstekend geslaagd. 's Maandags morgens reeds, vroeg heerschte er een buitengewone drukte en opgewektheid in onze gemeentevan alle huizen, op een hcele enkele uitzondering nawerd de vaderlandsche driekleur ontplooid en iedereen maakte zich gereed om aan het feest deel te nemen. Ten 10 ure verkondigde het klokkengelui de opening der feesten. Van alle zijden zag men de deelnemende gezelschappen en personen op dagen wat natuurlijk een bijzonder levendig schouwspel opleverde. Ten IOY2 ure verschenen op het gemeentehuis de burgemeester van Waalwijkbegeleid door den president der feestcommissie, den heer Henri Witlox, en de beroemde baryton Willem Deckers, begeleid door den directeur der liedertafel, den heer Frans de Cortieweldra gevolgd door de wethouders, de leden van den gemeenteraad en lan de feestcommissie. (De heer Aloys Verbuntdie aanvankelijk president der feestcommissie waswas door een treurig sterfgeval genoodzaakt de door hem met zooveel ambitie opgenomen taak neer te leggen en door den heer Witiox vervangen.) De directien der deelnemende corporatien van de aan hen toegevoegde commissarissen ver gezeld werden in de raadszaal door den bur gemeester ontvangen. In zijne toespraak heette deze hen welkom en zeide hun dank voor de eerdie zij Waalwijk aandeden, door tot op luistering van het feest der liedertafel te zijn opgekomen. Hij uitte den wensch dat dit feest een broederband tusschen de verschillende ge zelschappen en Waalwijk zou vormen. Vervolgens werd de eerewijn aangeboden en begaf men zich op het balkon van het raadhuis III. „Dat juist nietglimlachte hijterwijl hij mij van ter zijde aanzag. „Mijn Britsch koop- mansbloed begon luide te spreken. Met de zacht moedigheid van een lam verzocht ik h6m zich bedaard te houden. Ik bemerkte, dat hier eene uitmuntende gelegenheid was om zaken te doen, daarom hield ik mij zoo bedaard mogelijk. Zijne onstuimigheid was spoedig bedaard en daalde welhaast tot beneden nul. „Vervloekt mompelde hij„het paard is drie honderd piasters waard. Betaal mij hooderd en vijftig, en het is het ure." „Ik wil gaarne gelooven dat het drie honderd piasters waard ishernam ik„maar gij kunt u verzekerd houden dat ik er niet meer dan zestig voor geef. Hetzij gij het geld nemen wilt of niet, het is mij hetzelfde." „Op hetzelfde oogenblik trad er een meisje tusschen ons beiden. Of zij uit den grond op kwam of uit den hemel kwam vallenweet ik niet. Haar gelaat was door een dichten sluier verborgen, maar hare gestalte was rank en bevallig. Als een lichtstraalzoo snel was zy daar ver schenen en voor ik van mijne verbazing kon bekomen greep het jonge meisje mij bij de hand zeggende „Ik neem uw aanbod aan betaal mij de zestig piasters en het paard is uw eigen dom." „En gij naamt voorzeker haar voorstel aan?" zeide ik. „Dadelijkhernam Mr. Sterngold„en in zegepraal vertrok ik met mijn goeden koop. Den volgenden dag kocht ik een nieuw zadel en vertrok naar Piuramet een koppel revolvers onder mijn mantel verborgen. Tegen den middag om den welkomstgroet te hooren die door de feestvierende liedertafel op de versierde kiosk op de markt werd gezongen. Toen dit afgeloopen was begaf men zich naar den Hoekom elk zijne plaats in den optocht in te nemen. Ten IIV2 ure ongeveer stelde de stoet zich vanaf de oostelijke grens van Waalwijk in be weging in de volgende orde Twee bazuinblazers te paard. Heraut te paard. Eerewacht te paard. Harmoniegezelschap „Sophia's vereeniging" Loon- opzand. Praalwagen Waalwijk's hulde aan de liedertafel, geëscorteerd door eerewacht te paard. Gilde St. Jan Baptist. Gilde St. Chrispijn van Bezooien met hare attributen. Rederijkerskamer „Oefening kweekt kennis" van Bezooien. Praalwagen de feestvierende liedertafel, geëscor teerd door eerewacht te paard. Oprichters, eereleden, directie en werkende leden van het feestvierend gezelschap in galarijtuigen, geëscorteerd door eeiewacht te paard. Harmoniegezelschap „Viitus nobilitat artem" van Waspik. Doelen „de Hoop" van Bezooien in open rijtuig, kwistig met bloemen versierd. „Oranje doelen" van Waalwijk in open rijtuig. Gilde St. Chrispijn van Waalwijk 8c Bezooien voorafgegaan door hare harmonie. Vaandrig in costuum te paard, met banier van den doelen „Recht door Zee." Praalwagen voorstellende het schip „Recht door Zee" hulde brengende aan de feestvierende liedertafel. Doelen „Recht door Zee" in open rijtuigen. Groep ridders te paard voorstellende Jan II stichter van Waalwijk met zijn gevolg. Feestcommissie in open rijtuigen geëscorteerd door eerewacht te paard. Open rijtuigwaarin de eerevoorzitter der Ver eenig. Musis Sacrum", de heer van der Klokken, het eerelid, de heer Willem Deckers, de directeur der liedertafel „Oefening en Vermaak", de heer Frans de Cortie, en de secretaris der feestcom- kwam ik aan een kleine herberg tusschen Piura en Payta. Het was stikkend heet de zon had hare hoogste hoogte hereikt en mijn paard en ik waren bijna uitgeput. Toen ik de herberg naderde riep-eene stem, die mij niet geheel on bekend voorkwam „HeidaarSignor doe mij de eer een glas wijn met mij te drinken." Ik zag om in de richting van waar de stem kwam, en weldra bemerkte ik mijn paardenkooper van den vorigen avond, bij een tafeltje, waaropeen flesch en glazen stonden." „En naamt gij zijne uitnoodiging aan?" vraagde ik. Mr. Sterngold antwoordde "alleen met een diepen zucht. „Het schoone en toch schelmachtige gelaat van dien kerelvervolgde hij„stortte mij en mijn.... maar ik wil mijn verhaal niet vooruit- loopen. Van het paard springendeen het aan een der palen der verandanaast een ellendigen hit vastbindendetrad ik de herberg binnen. Het eerstwat ik daar zag, was een reusachtige kerel van een verdacht voorkomen die op een bank lag uitgestrektschijnbaar de spiraalvor mige rookkolommen zijner cigarette beschouwende. Hij scheen op mij geen acht te slaan voor dat mijn paardenkooperdie hem scheen te kennen, hem toeriep. „Kom Sancho drink je glas uit en pak je voorter is geen tijd te verliezen." „Op hetzelfde oogenblik was de kerel op de beenzijne sterke witte tanden glinsterden en zijn wijde mond en donker bruin gelaat hadden eene duivelachtige uitdrukking. Na zijn glas geledigd te hebben smakte hij goedkeurend en vertrok. „Nu Signor, zeide mijn nieuwe kennis terwijl hij tegenover mij plaats nam „zijt gij voldaan over uw koop vau gisteren avond Zoo niet zeg het dan maar ronduiten ik zal u uwe zestig piasters met interest teruggevenvoegde missie, de heer Anton Witlox. Harmonie „l'Espérance" van Waalwijk. Praalwagen, voorstellende koning David. Eerewacht te paard. Onder de vroolijke marschen van de harmonien trok de stoet voorwaartsomstuwd door eene juichende en jubelende menigte, die vol bewon dering luide hare tevredenheid betuigde over het schoone schouwspel, dat haar werd aangeboden. Vooral de praalwagens wekten de algemeeue bewondering, die ook ten volle verdiend was de lof, die allerwege aan dezelve werd toege zwaaid, zal zeker een groote voldoening zijn voor hen, die zich met de uitvoering hebben belast. Dat de groep ridders ook zeer de aandacht trok zal wel niet behoeven gezegd te worden. Ontelbaar waren de bouquetten, die gedurende den tocht door Waalwijk en Bezooien werden aangeboden en toegeworpen. Het rijtuig, waarin zich de heer Deckers bevond, met den directeur der liedertafel, den eerevoorzitter van Musis en den secretaris der feestcommissiewas als het ware onder bloemen begraven ook de leden der feestcommissiede commandant der eere wacht, de praalwagens en verschillende andereu kregen ruimschoots hun aandeel in den bloemen regen de directeur ontving daarenboven een prachtigeu lauwerkrans. Ten ongeveer halftwee was de optocht in de beste orde afgeloopen en werd ontbonden bij Musis Sacrum. Daar gaf de liedertafel een paar nummers ten beste, die de toehoorders in ver rukking brachten. In den namiddag deed de harmonie Euphonia van Kaatsheuvel, die door omstandigheden ver hinderd was aan den optocht deel te nemen, haren intocht in de gemeente en bracht eene ovatie voor het huis van den president der feestcommissiewaar zich toevallig met dezen de heer Deckers, zijne familie en eenige andere heeren bevonden. Des namiddagsten 5 ure, werd onder een buitengewoon grooten toeloop van volk de Congo- marsch uitgevoerd door al de opgekomen harmonien, onder directie van den directeur der liedertafel, den heer Frans de Cortie. 't Liep zeer goed van stapel, in weerwil van de groote moeilijkheden van een dergelijke uitvoering on- hij er bijterwijl hij een handvol goudstukken uit den zak haalde. „Ik ben er zeer over voldaanantwoordde ik bedaard. „Hebt gij geen berouw van uw koop?" vraagde „Mijn beste vriend"zeide ikglimlachende, „ik heb nog nooit iets gekochtwaarover ik berouw gehad heb." „Bestriep hij met een luiden maar onaan- geoamen lach. „Gij zijt op weg naar Piura; ik ga denzelfden wegen zoo gij er niets tegen hebtzullen wij te zamen gaan." „Ik stemde toe in zijn voorstelwaarop hij vroolijk uitriep. „Gij weet niet hoe ik heet, ofschoon ik uw naam wel ken „Ik bekende mijne onwetendheid te dien op zichte toen hij zijn gezicht dicht bij bet mijne bracht en grijnslachende uitriep: „ik heet Pendyo del Garotte „Onwillekeurig bracht ik mijne handen aan mijn keelen een verstikkend gevoel deed mij op heeschen toon stamelen„"Del Garotte! Als ik mij niet vergisis dat de naam van een marteltuig „Juist!" zeide hij lachende, met een betee- kenend gelaaten zoo een mijner voorouders nog leefdezou hij u mei de wetenschappelijke bekoorlijkheden van dat werktuig kunnen bekend maken. Echterbesloot hij met eene beleefde buiging„dat is mijn naam en ik zelf ben tot uwen dienst." „Tegelijk stond hij open terwijl hij den wijn betaalde ging ik naar buiten. Mijn paard losgemaakt hebbendebesteeg ik het; mijn reis makker volgde mij op den voeten op zijn magereu hit springende was hij mij weldra ter zijde." „Wij waren niet ver gereden, toen mijn mantel van mijne schouders gleed en als Del Garotte's afscheidelijk. Hierna begon het festival op de kioskelk der muziekgezelschappen voerde twee nummers uit, die alle, rekening houdende met de krachten, waarover elk gezelschap beschikt, zeer goed wer den uitgevoerd en dan ook door het talrijk publiek uitbundig werden toegejuicht. Terzelfder tijd had in de zaal van den heer V. J. Gerris een zeer geanimeerd bal plaats en werd in den tuin van Musis Sacrum een concert gegeven door verschillende gezelschappen, die zich daartoe genegen toonden. Des avonds ten 8Y2 ure werden op de zaal van Musis Sacrum de herinneringsmedailles uit gereikt. De voorzitter der feestcommissie hield daarbij de volgende redevoering Mijne Reeren De eerste dag der feestelijkheden onzer lie dertafel Oefening cn Vermaak aangeboden bij de herinnering aan een 25 jarig roemrijk verleden, spoedt ten eiDde en thans acht de commissie van welke dit feest uitgaathet oogenblik ge komen waarup zij een duren plicht wenscht te vervullen Ik heb n. 1. de eer M. H. heden voor u op te treden als president der feestcommissie en 't is in die qualiteitdat op mij de eervolle en teven aangename taak rust een hartelijk woord van dank te zeggen tot al diegenen welke door hunne welwillende mede werking zooveel hebben bijgebrachtom het welslagen dezer viering te verzekerenVoorzeker de iiedertafel kan met trots en tevredenheid op de afgelegde 25 jaren terug blikken. Meermalen in dien tijd veroverde zij lau weren hare talenten waardig in het vader- lend en buiten deszelfs grenzen weerklonk de faam van haren roem mannen van naam rekenden het zich tot een genoegen haar tot steun en leiding te strekkenovertuigd als zij waren dat hunne lessen in vruchtbaren bodem vielen in één woord, roem en eer verlichtten hare schreden op het pad der kunst. Maarwij moeten dit even aanstippen, ook strijd en opoffering was in ruime mate haar deel. Iutusschen M. H. ten volle overtuigd dat zulk een verleden een gepast herdenken eischtontwierp de commissie het plan dezer feesten echter niet zonder hui vering daar zijnog geenszins verzekerd van oog op mijn revolvers vieldie tot hiertoe ver borgen waren gebleven, riep hij. „Houd op! Zijt gij ook een der onzen „Wat bedoelt gij vraagde ik met veront waardiging. „Bij de oude zeeslanglachte hij met eene terug8tootende gemeenzaamheid, „gij begrijpt mij. Een smokkelaar." „Gij vergist u mijn vriend," hernam ik, door zijne opmerking beleedigd. „Met zulk een on- geoorloofden handel wil ik niets te maken hebben. Ik ben gewapend tegen dievenen houd mij gaarne op alles voorbereid." „Dieven herhaalde hij met een luid gelach, en ik trachtte mede te lachen. „Op mijn eer een heerlijk idée. Er was er eendie dat handwerk hier heeft willen drijven, en hij is van honger gestorven." „Dan kwam hij er goed af, daar hij een schandelijker dood had kunnen sterven." „Jaik begrijp u lachte mijn zonderlinge metgezelterwijl hij met uitgestrekteD vinger een soort van geheimzinuigen cirkel om zijn keel beschreefmaar gij merkt signordat er men- schen zijn die het leven verlaten zonder dat zij krijgen wat zij verdienen." „Wij schertsten nog een weinig doortot wij aan den ingang eener bergengte kwamen aan beide zijden door zandheuvels ingesloten. Daar de weg niet breed genoeg was om naast elkander te rijden hield ik mijn paard in en noodigde mijn reismakker schertsende uit voor te gaan. Met de meeste beleefdheid wees hij mijne uitnoodiging van de handzoodat ik ver plicht was vooruit te rijden. „Wij hadden de donkerste diepte der vallei bereikttoen plotseling een schel gefluit mijne ooren trof. Wordt vervolgd."

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 1