Nummer 63. Donderdag 6 Augustus 1885. 8e Jaargang.
II II*
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
De DOCHTERS van Den KOLONEL
ANTOON TIELEN
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitschland.
Oostenrijk,
UITGEVER:
Waalwijk.
i
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel;
groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal ter plaatsin g
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitseli-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.DOLF Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Volgens een boricht uit Brussel aan de Na
tional Zeitung wordt aldaar in de ingelichte
kringen beweerd, dat Belgie bereid is ten op
zichte van de kosten beiatigrijke concessien aan
Duitschland te doen voor het geval dat Ant
werpen alsnog wordt gekozen als aanlegplaats
in de Duitsche gesubsidieerde stoomvaartlijnen.
Dienaangaande meen ik niet onopgemerkt te
mogen laten dat de minister Stephan hoofd
van het Duitsche postwezen, indertijd heeft ge
zegd dat de voorkeur behoorde te worden ge
geven aan eene buit6nlandsche Noordzeehaven
die eene subsidie zou willen verleenen.
Het wetsontwerp betreffende de kieswets
wijziging is door de kamer van vertegenwoordigers
in behaudeling gekomen. Een der sprekers, de
heer Carliermeendedat bij aanneming van
het ontwerp het aantal kiezers in de steden
verminderd maar op het platteland vermeerderd
zal wordenen de regeering daarmede begun
stiging harer pariij beoogt.
Nadat de minister Beernaert verklaard had
dat de regeeriug zich kon vereenigen met de
verauderingen door de centrale commissie in het
ontwerp gebrachtonder voorbehoud van den
vormstelde de heer Lippens voor het debat
te verdagentotdat de regeering de redactie
nader zou hebben vastgesteld. Toen hierover
gestemd zou worden bleek echter dat geen
genoegzaam aantal leden aanwezig was.
De kamer van afgevaardigden wordt voortdu
rend lastig gevallen met verzoeken om geld.
Nauwelijks heeft zij het krediet van 12 millioen
voor Madagascar toegestaan of de regeering
komt met een nieuwe kredietaanvrage, ditmaal
ten bedrage van 940,000 francs ten behoeve
van de Fransche nederzettingen aan de Golf van
Guinea, waarvan 300000 francs bestemd zijn
voor schadevergoeding aan de Afrikaansche
maatschappij. Over dit voorstel zal waarschijn-
VIII.
Ik onderzocht de kisten en ziende dat alles
volgens opgave van den kolonel wasmaakte
ik de verlangde documenten op en gaf ze hem
over. Onmiddellijk werden de goederen op de
muilezels geladen en onder geleide van hun
aanvoerder, verdwenen de drijvers met hunnen
buit door den ingang van den onderaardschen
gang.
„Is die weg naar Lima korter dan de andere?"
vraagde ik den kapiteintoen de muilezel in
de donkere opening verdwenen was.
„Jaen wat meer zegtveel veiliger," ant
woordde hijmet een koelen lach. Deze gang
heeft eene uitgestrektheid van zeven mijlen: met
het aanbreken van den dag verlaten zij hem
komen dan op eene dorre vlakte en zullen tegen
zonsondergang Lima bereikt hebben." Daarna
wendde hij zich tot den kapitein der Belladonna,
die zwijgend tegen een rots had staan leunen
en op zijn gemak zijne cigarette rookte. „Wan
neer denkt gij te Pavta te komen?" vraagde hij.
„Dezen avond," hernam de kapitein, met zijne
zachte vrouwenstemterwijl hij den kapitein
naderde„de regeering mag vrij mijn schip
visiteeren. Zij zullen er eene rijke lading in
vinden van graniet en zand,"
„Deze heer," merkte de kolonel aan op mij
wijzende „heeft zijn intrek genomen in het
hotel Puidar; „zoo gij verlangen mocht de een
tonigheid van het leven aan boord eens at te
wisselen door eenige dagen aan wal te vertoeven,
kunt gij hem daar vinden. Dan kunt gij verder
kennis met elkander maken."
De kapitein boog, lichtte zijn hoed even af,
lijk nog vóór het einde der zitting beraadslaagd
worden.
Een ander krediet van ruim 600000 francs
voor de kolonisatie van Obock en de uitbreiding
van het protectoraat op Tadschura is reeds in
gediend en behandeld doch wegens de onvol
doende opkomst der leden nog niet aangenomen.
Een dépêche van geueraal De Courcy
meldt, dat twee -vroegere ministers van Annara,
die aan den opstand hebben 'deelgenomenge
vangen genomen zijn en dat het land meer en
meer tot rust komt.
Dezer dagen kondigden de Parijzcr dagbladen
het overlijden aan van M. Voisin den vermaar
den geneesheer van den krankzinnigesticht te
te Bicètre. Na genomen inlichtingen bleek dat
dr. Voisin nog iu leven is en dat het bericht
van zijn overlijden ingezonden was door
een der krankzinnigen dien hij verpleegt. Die
ongelukkige had zich weten meester te maken
van een bulletin van aangifte voor den burgerlij
ken stand en had de handteekening van den be
stuurder van het gesticht nagemaakt.
De 4 en 9 regimenten kurasiers deden jl.
Vrijdrag manoeuvres in het groot kamp nabij
Lyon. Door de stofwolken die onder de hoe
ven der paarden opstegen misleid zijn twee
escadrons op elkander geloopen. De schok was
verschrikkelijk. Een groot aautal ruiters werden
uit het zadel geworpen en onder de hoeven der
paarden vertrapt. De verwarring was zoo groot
dat verscheiden kurassiers meer dsn 150 el ver
door hunne paarden over den grond gesleurd
werden.
Volgens de telegrammen blijft de toestand
allertreurigst. De cholera breidt zich over geheel
Spanje meer uit. Ook te Madrid neemt het
aantal sterfgevallen toe. De maatregeleu door
de regeering voorgeschreven ondervinden in vele
plaatseu een hevig verzet. De gemeenteraad
van Sovilla weigert het gezondheidscordon af te
schaffen de gedelegeerde der regeering is terug
gezonden. Bij de bevolking is eene zeer opge
wonden stemming waar te nemenopenbare
demonsiratiën hebben plaats ten doel hebbende
-neg—mMBB—MBa—nirifin* i iBiumiii-vtiLHihOfigp
en zeide op vleienden toon dat hij zeer gaarne
van die gelegenheid gebruik zoude maken.
„Ik behoef u niet te zeggen dat mijn huis
ten allen tijde voor u openstaat," liet de kapi
tein er op volgen„wat wij dus verder te
bespreken hebben kan het best daar geschieden.
Au revoir."
Zij drukten elkander de handwaarna de
kolonel en ikdoor den eersten gids geleid na
een moeielijken tocht bij Juanito kwamen die
met de zorg voor onze paarden belast geweest
was. In snellen draf bereikten wij weldra de
voorstad waar dezelde man zich bevonddie
er ons mede gewacht had. Ouze paarden aan
hem overlatende keerden de kolonel en ik, elk
langs een anderen wegnaar de feestzaal terug.
Op nieuw vertoonde de balzaalmet hare schit
terende gasten en welriekende geuren zich aan
mijn oog als een tooverpaleisen weder hoorde
ik den zilveren lach uer jeugdige schoonen zich
vermengen met de liefelijke tonen der muziek.
Na weinige minuten was de kolonel weder te
midden zijner gasten met Cecilia aan zijn arm.
„Gij hebt u zeker hier of daar verscholen,"
zeide hij met een beteekeneuden glimlach; „de
dames schijnen u gemist te hebben. Vergun
mij dat ik u als dame voor de volgende qau-
dril'e mijne dochter opdrage."
Zonder mijn antwoord af te wachten keerde
hij zich om en nam plaats aan eene der speel
tafeltjes.
Een zwakke glimlach speelde om Cecilia's
bleeke lippen toen zij hare treurige oogeu naar
mij opsloeg, en zeide, „Mijn goede vader ver
moedt het niethoe weinig waarde ik aan deze
vermaken hecht."
„Weinig waarde en dat op uw gelukkigen
leeftijd', als alles vreugde en geuot is?" merkte
ik aan.
„Vreugde en genot 1" herhaalde zy en ik
het verkrijgen van beslissende maatregelen en
van de voortzetting van het lazaretten-systeem.
De ministerraad heeft besloten tot de opheffing
van alle quarantaine maatregelen te land. Men
gelooft dat dit bevel couflicten vooral in de
zuidelijke steden zal veroorzaken waar een ware
paniek heerscht.
Ook hebben opnieuw hevige onweersbuien in
hrt noorden van Andaluzië groote schade aan
gericht.
Tegen zekeren Paul Auguloeen der me
deplichtigen aan den voor verscheidene jaren ge-
pleegden moord op generaal Prim is eeu bevel
van gevangenneming uitgevaardigd, liet bevel
van gevangenemiug zegt dat Paul Augulo zich
thans in Spanje bevindt.
De directeur der gevangenis voor vrouwen
te Madrid kwam te weten dat de koslgangsters
er sedert eeuigen tijd meer wijn en brandewijn
gebruikten dan voor hare gezondheid en voor de
goede orde wenschelijk was Hij verbood dus
ten strengste hi-t binnenbrengen van dat vocht.
Eene zekere Benita Clemente kon zich echter,
naar het scheen, ér niet van spenen en op een
goed.-n dag werd zij iu hare werkzaamheden
om een paar flesschen met brandewijn binnen te
loodsen betrapt. Hare moeder had haar die
namelijk gezonden en de flesschen aan een
touw vastgemaakt, werden door een venster naar
boven geheschen. Benita Clemente werd nu in
den cachot opgesloten. De andere gevangenen
verzochten hierop van den directeur ontheffing
van deze straf, en de directeur voldeed aan het
verzoek. Maar nauwelijks was Benita Clemente
bij hare mede-gevangenen teruggekeerd of zij
zette dezen aan tot verzet tegen de cipiers en
den directeuren eeu oproer in de gevangenis
was er het gevolg van zoodat de gewapende
macht tusschenbeide moest komen. Benita Cle
mente kreeg bij deze aauraking met de gewa
pende macht twee sabelhouwen de een aan den
schouder en de andere aan de hand.
Bij het statioo Heme-Hill van den London-
Chatham en Doverspoorweg is een volle wag-
bemerkte hoe hare lippen beefden en hare wan
gen nog bleeker werden. „Misschien," voegde
zij er na eenige oogenblikken bij „misschien
hecht gij geen geloof aan voorgevoelens
„Niet veel dat moet ik bekennen," was mijn
korte antwoord.
„Vroeger spotte ik er ook mede," vervolgde
zij „maar ik heb een voorgevoel dat niet licht
te verbannen is."
„Mag ik u vragen welk vraagde ik.
„Ja," antwoordde zij haar schoon gelaat met
een zwakken glimlach tot mij opheffende. „Het
is dat miju leven ras zal afgesponnen zijn." Ik
schrikte en zag haar verwonderd aan. „O, ik
ben niet beaugst voor de sehaduwen des doods,"
vervolgde zij. „De aarde biedt mij niets meer
begeerlijks aan dan de liefde mijns vaders; en
zoo mijne ziel zonder vlek of rimpel den hemel
mag binnengaan, wat zou mij dan aan het leven
doen hechten
Terwijl mijn stomme blik op hare schooue
wangen die zich nu met een zachten blos verf
den rusttetrof het mijdat hare woorden
wel waa.heid zijn konden. Ik trachtte over
hare vrees te lachen en aan hare gedachten
eene afl.-idiug te geven. Eerst mengden wij ons
onder de dansenden en toen de quadrille was
afgeloopengeleidde ik haar naar een stoel
naast hare zuster en kapitein Manuel. Eindelijk
moede en afgemat door alles wat er in de laatste
uren had plaats gehad sloop ik onopgemerkt
de kamer uit en verliet het huis.
De zon stortte reeds haren eersten gloed over
den morgen uittoen ik de promenade aan de
baai bereikte, om mij verder naar mijn hotel
te bcgevei'.
Een blik slaande over de rimpelende golven,
zag ik door de mist heen, de lange kiel en
daarna de loshangende zeilen van den brigantijn
de baai naderen. Op weinig kabellengte afstands
gon eerste klasse ontspoord en omvergevallen.
Het rijtuig werd een goed eind weegs meege
sleept totdat een spoorwegbeambtedie het
ongeval bemerkte door wuiven en seinen den
trein tot staan bracht.
Toen men de reizigers uit hun benauwden toe
stand bevrijdde bevond men dat zij allen met
den schrik waren vrijgekomen op één oude
dame na, die aanmerkelijk aan den rug gekneusd
was.
De Norddeutsche Allg. Zeitung spreekt over
een artikel van de Tempswaarin eene ver
meerdering der Fransche cavalerie langs de zuid
oostelijke grens van Frankrijk werd aanbevolen
ln deze chauvinistische opwinding van de Temps
zegt zij, ligt een kenteeken, dat de vredelievende
outwikkeling der betrekkingen, waarnaar Duitsch
land als nabuur ten opzichte van Frankrijk
streeft, niet met de gevoelens der lezers van de
Teraps overeenstemt. Tegen ouzen wil moeten
wij ons voortdurend de bezorgdheid laten opdrin
gen dat Frankrijk slechts op eene gunstige ge-
iegengenheid wacht om hetzij in verbond met
anderen, ons aau te vallen. Ook in het buitenland
zal niemand het kunnen betwijfelen, dat Duitsch
land ten eencnmale ongezind is, zijn nabuur aan
te randen maar niemand zal ook de gedachte
van zich kunnen afweren dat het in Frankrijk
bestaande verlangen naar revanche nog altijd
middelen opleveit waarmede ieder partijman al
daar zijne laudgenooten kan medesleepen. Dit
en daarbij de mogelijkheid dat men door een
beroep op revanche een vredelievende regeering in
moeilijkheden wil brengen, doet ons vreezen dat
onze Fransche naburen op vrede met Duitschland
geen hooger prijs stellen als te eeniger lijd sii.ds
200 jaren.
In een metaalfabriek te Weenen vloog dezer
dagen een hamer een werkman tegen het lin
keroog aan. De man beweerde dat hij aan dat
oog volslagen blind geworden was en eischte des
wege van den fabrikant een zeer belangrijke scha
devergoeding. Maar volgens de geneeskundigen
lag de Violante zachtkens door de golven ge
wiegeld. Eenige minuten staarde ik naar de
beide schepen maar toen ik mij omkeerde om
iu mijn hotel een weinig rust te gaan zoeken,
vermoedde ik niet dat ik bestemd was om binnen
weinig tijds getuige le zijn van een verschrikkelijk
bloedbad op het dek dier beide schepen.
De zon had reeds hare middaghoogte bereikt,
toen ik uit een verkwikkenden slaap gewekt
werd door een kloppen aan mijne kamerdeur.
Ik was spoedig op om te vragen wat men
wenschte. Het was een der bedienden van het
hotel die gezonden was om mij te zeggen, dat
kolonel Perez en kapitein Isidore Leon mij in
de koffiekamer wachtten. Mij zoo spoedig mo
gelijk gekleed hebbende ging ik naar beneden.
De stem en de manieren van den kolonel waren
ongewoon luidruchtigtoen hij met uitgestrekte
hand mij naderde als ik in de kamer trad.
„Mijn neef heeft den brigantijn geënterd
begon hijspottend lachende „den uitslag kunt
gij lichtelijk vermoedeu. Ik geloof dat hij vree-
selijk leleurgsteld is, doch dat zal ongetwijfeld
ua eeu paar dagen wel over zijn. Vergun mij
echter, u andermaal kapitein Isidore Leon van
de Belladonna voor te stellen."
Verbaasd zag ik den schoonen ranken jon
geling aan die mij met een beleefden glimlach
groette. Zijne fashionable kleeding, hagelwitte
glacé handschoenen en glimmende laarzen
maakten een zonderling contrast met den smok
kelaardien ik den vorigen avond ontmoet had.
De verandering was inderdaad zoo grootdat
zoo ik hem toevallig ontmoet had ik hem niet
zou herkend hebben. Hij scheen drie en twintig
jaar oud te zijn zijn gelaatofschoon fijn ge-
teekend droeg toch de kenmerken van kracht.
Langs zijn glad blank voorhoofd hingen de
zwarte lokken krullend afen zijnen oogen
ontbrak het geenszins aan uitdrukking.