Nummer 87. Donderdag 29 October 1885. 8e Jaargang.
m
II
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Een Zondagmorgen-verrassing.
1G85.
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN
UITGEVER:
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
«an den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel;
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Zeer merkwaardig en leerrijkmet het
oog op onzen tegenwoordigen tijdis een
hoofdstuk uit Macauly's geschiedenis van
Engelandwaarin hij handelt over den toe
stand van dat land in 1685,
De arbeidsloonen bedroegen in 1685 niet
meer dan de helft van hetgeen zij thans be
dragen en slechts weinige der levensbehoeften,
die voor den werkman van belang zijn, waren
in dat jaar voor de helft van den tegen-
woordigen prijs verkrijgbaar. Bier was veel
goedkooper dan thans. Ook het vleesch was
minder in prijs, doch niettemin zoo duur
dat honderdduizenden gezinnen nauwelijks
den smaak daarvau kenden. De gemiddelde
prijs van het bier was ongeveer 10 gtd. de
hectoliter. Yoor de burgerklasse was tarwe
brood toen een zeldzaamheidterwijl tegen
woordig de behoeftige bewoner van het
werkhuis tarwebrood te eten krijgt. De
groote meerderheid der natie voedde zich
toen met rogge, gerst en haver.
De voortbrengselen van de tropische ge
westen die der mijnen en alles wat door
middel van werktuigen werd vervaardigd
was bepaaldelijk duurder dan thansonder
andere suiker zoutsteenkolen kaarsen
zeep, schoenen, kousen, en over het algemeen
alle artikelen van kleeding en ligging.
Daarenboven waren de toen vervaardigde
jassen en dekens van geringer deugdelijkheid
dan de hedendaagsche voortbrengselen van
dien aard.
De werklieden die destijds door hun loon
in hun onderhoud en dat van hun gezin
konden voorzienwaren toen nog lang niet
i^—
Historisch
'tls een heerlijke Zondagmorgen in October,
juist halfzeven geslagen. In een der hoofdstraten
wandelt een eerzaam huisvader met zijn zoontje,
om voor zoover 't in Amsterdam mogelijk is
een weinig frissche lucht te scheppen. De meeste
winkels en huizen zijn nog gesloten want welk
Amsterdamsch winkelierdie niet uit de stad
gaat, staat op Zondagmorgen zoo vroeg op.
Alleen een bakkerswinkel is open en de juffrouw
is bezig om krentenbroodjesbolussen en pain
de luxe uit te stallen. Die heerlijke versnape
ringen doen den kleinen wandelaar watertanden.
„Pa 1 toekoop me een krentenbroodje
z/Ga je gang maar jonger.
De vaderlijke hand daalt in den zak en geeft
aan den smulgragen kleine een 21/3-centsstuk.
Terwijl de knaap in den bakkerswinkel is, staat
vader op de stoep er tegenover naar eene uit
stalling van harmonica's en andere muziekin
strumenten te kijken. Een stoerals schipper
gekleed man staat eveneens voor de ruiten van
dien winkel te kijken en als hij een heer naast
zich bemerktwendt hij zich tot dezen met de
woorden Potdorie wat een mooie harmonica's
vindt je ook niet meneer?"
De onmiskenbare zwaarheid van tong en een
alcoholisch parfum dat uit zijne woorden straalt,
zijn zekere bewijzen dat de man niet precies zoo
nuchter is als iemand die pas het bed heeft
verlaten. Zijne rechterhand steunt op de ven
sterbank en met zijne linker tikt hij den heer
aan herhalend „Die middelste, dat's een baas
van een harmonica (hik 1) Hou jij van
harmonica
„Niet al te veelgoeie vriend 1"
„Dan heb jij er zeker nooit goed op hooren
speulen. Potdorie als ik er op spsul, dan moet
je dansen of je wilt of niet. Polka, wals, ma
zurka, Schotsche driealles wat je wilt meneer 1
de behoeftigste leden der maatschappij. Op
hen volgde nog een talrijke klassedie niet
bestaan kon zonder eenigen onderstand van
de gemeente. Tegenwoordig bedraagt het
getal der mannen vrouwen en kinderen
die onderstand genietenvolgens officieele
opgavenin slechte jaren een tiende en in
goede jaren een dertiende gedeelte der be
volking. Voor twee honderd jaren ongeveer
werd zij op een vijfde geschat.
Al heeft op tal van plaatsen het gemeen
schappelijk gebruik van moerassen, bosschen
en heiden opgehouden voor de plattelands
bevolking tal van zegeningen staan daar
tegenover. De marktplaatsdie de land
bouwer thans met zijn kar binnen een uur
tijds kan bereiken, was in 1685 een dagreis
van hem verwijderd. De straatdie thans
den ambachtsman gedurende den ganschen
nacht een veiligen, gemakkelijken en helder
verlichten weg aanbiedt, was toen na zons
ondergang zoo donkerdat hij geen hand
voor oogen zien kon, en zoo slecht geplaveid,
dat hij ieder oogenblik gevaar liep den hals
te brekenen zoo slecht bewaakt, dat hij
ieder oogenblik in gevaar zou hebben verkeerd
ter aarde geveld en van zijne kleine verdienste
beroofd te worden. Elke metselaar, die van
een steiger valt, elke straatvegerdie onder
een rijtuig geraakt is, kan thans zijne kwet
suren laten verbinden en zijn ledematen laten
zetten door geneeskundigenwier bekwaam
heden met liet gansche vermogen van de
grootste geldmannen van dien tijd niet te
koopen ware geweest. Sommige vreeselijke
ziekten zijn door de wetenschap uitgeroeid
andere door de politie gebannen. De duur
van het menschelijk leven is, in alle gedeel
ten van het koninkrijk, en voornamelijk in
Je hoeft niet te denken dat ik een prul ben
omdat ik nou maar een boezero.en draag, verdikke
neen! ik lever't je zoo goed als de beste muzikant
(hik!)"
De kleiue jongen die intusschen zijn krenten
broodje heeft gekocht, nadert al etend zijn vader,
en dezen in gesprek ziende met een vreemden
man blijft hij verwonderd staan kijken.
„Dat is zeker je zoontje hê 'n bolletje hoor
zegt de schipper en zich naar 't kind over-
buigend vraagt hij op den lijmerigen toon aan
half dronken lieden eigen „Geeft uwé me'ereis
een handjejongeheer wat smikkel je daar
op Een krentenbroodje? (Hik!) verdraaide
flauwe kost zeghoor jij graag harmonica-
speulen 't Kind half verschriktknikt
van ja en dadelijk daarop richt de man zich
op met de woorden „Zoo dat doet me zeer
veel pleizierzal ik ereis voor je speulen, kleine
jongen en weerlichts mooi ook Dan moet
die kerel zijn nest maar uit 1"
Een oogenblik later heeft de harmonica virtuoos
den schelknop van de winkeldeur gegrepen en
luidt uit alle macht.
De goede eigenaar van het magazijn ligt ver
moedelijk nog in diepe rustwant 't schellen
schijnt niet gehoord te worden. Een voorbij
ganger een werkman die den schipper heeft zien
staan luienvraagt zeer belangstellend: „hooren
ze je niet
„Neen Pot-hier-en-gunter me maar hij zal
zijn kooi uit ik moet een harmonica hebben."
„Wachtik zal je helpen maatje moet zóó
schellen achter elkander en hardnet als een
porderdan hooren ze 't wel."
Door die vereende pogingen wordt de winkelier
wakker eD ijlt, verschrikt over 't ongewone rumoer,
naar beneden om te zien wat er zoo vroeg aan
de hand is. De man draagt een witt6n keper
borstrok en eene dito bekleeding van zijne
loopwerktuigenhij heeft zich zelfs geen tijd
gegund om kousen aan te trekken. Zijn haar
is even verwilderd als zijne oogendie wijd
geopend den vroegen bezoeker aanstarenals
wilden zij vragen: „Mijn God! wat is er gebeurd?"
de steden, toegenomen. Het jaar 1685
werd voor geen ongezond jaar gehouden
desniettemin bedroegen de sterfgevallen onder
de bewoners van de hoofdstad in dat jaar
ruim één van de drie en twintig. Thans
sterft jaarlijks nog niet één van de veertig.
Het onderscheid tusschen den gezondheids
toestand van het Londen der negentiende
met het Londen der zeventiende eeuwis
aanmerkelijk grooter dan het verschil tus
schen den toestand dier hoofdstad in een
gewonen en haar toestand in een choleratijd.
Van nog grooter belaDg zijn de weldaden,
die alle standen der maatschappij en vooral
de geringe standen aan den verzachtenden
invloed te danken hebbendien de bescha
ving op het nationale karakter heeft gehad.
De tucht, die in de werkplaatsen, scholen
en huisgezinnen gehandhaafd werdwas
oneindig harder, schoon geenszins zoo doel
treffend als thans. Mannen van goede ge
boorte en opvoeding waren gewoon hunne
bedienden te slaan. Pedagogen wisten hunne
kweekelingen niet anders te onderwijzen dan
met behulp van de plak. Echtgenooten van
achtbaren stand schaamden zich niet hun
vrouwen te mishandelen.
Werd een misdadiger aan de kaak gesteld,
dan mocht hij van geluk sprekenals hij
onder een regen van klinkers en straatkeien,
er het leven afbracht. Werd hij aan de
beulskar vastgebonden om de straf der geese-
ling te ondergaandan verdrong zich de
menigte om hem heen en vermaanden den
scherprechter om den kerel goed te raken
on hem te doen brullen. Mannen van aan
zien deden op gerechtsdagen pleiziertochtjes
naar de gevangenis om de ongelukkige vrou
wen die daar vlas plukten, te zien geeselen.
„Doe dan toch openschreeuwt de schipper
nog buiten.
„Dadelijk! "antwoordt van binnen de eigenaar.
Als de deur geopend is zit de bezoeker in
een oogenblik op een tabourtje voor de toonbank,
•ziet den winkelier, die in allerijl om 't onvolmaakte
van ;;ijn toilet er achter is gesprongen met
waterige oogen aan en vraagt„Heb je goed
geslapen vader? Jongens! je mag je wel ereis
opknappen is dat je Zondagsche borstrokje
hebt wel ereis eene verschooning noodigmaar
dat hindert niet ik moet een harmonica
hebben."
„Van hoeveel mijnheer?" Zoodra de winkelier
hoort dat de man een harmonica hebben moet,
noemt hij hem mijnheer.
„Dat hindert nu niet als hij maar goed is."
„Een gulden of vijftien of zestien
„Vijf en twintig voor mijn part."
„Asjeblieftdat 's een uitstekendemei een
blaasbalk van leer, nieuw-zilveren kleppen, drie
registersprobeer u ze eens." De harmonica
wordt aan den klant toegereiktdie ze met de
woorden „Nou zal je reis hooren wat er in
een harmonica zit" aanneemt.
Een oogenblik later klinkt„Am schonen
blauen Donau" lang niet onverdienstelijk ge
speeld door den winkel.
Al spelend zegt de virtuoos „Wat zeg je er
van kan jij daarbij je beenen stil houden
Neen dat is waar ook je hebt nog geen broek
aan maar dat hindert nietwe zijn onder ons
meisjesdans maar op vaderof heb je liever
een polka Daar gaat ie dan." Een vroolijke
polka klinkt en doet den winkelier met breed-
getrokken mond lachend zeggen „U speelt
bijzonder goed - vindt u 't geen mooi instrument?"
„Wis en waarachtig
„Zoo vol van toon en bepaald niet duur."
„'k Vind hem verdraaid goedkoop hoor! Zeg!
nou zal ik ereis een opera voor je speulen De
Trovatore. Haal de registers eens uit. Gauw dan!
Zoo 1
't Miserere uit Le Trouvère lokt de dienstmeid,
die nog in profond dégligé is, met des eigenaars
De mandie dood geperst werdomdat hij
voor den rechter weigerde te sprekeneen
vrouwdie wegens valschmunterij verbrand
werdverwekten minder medelijdendan
thans een paard of een os zou verwekken
als ze eenigszins ernstig mishandeld werden.
Gevechtenin vergelijking van welke een
boksstrijd een verfijnd en menschlievend
schouwspel is, behoorden tot de lievelings
tij d verdrijven van een groot gedeelte der
bevolking van de hoofdstad. De gevange
nissen waren hellen op aardekweekscholen
van allerlei misdaden en ziekten. Bij de
assises brachten de vermagerde en bleeke
misdadigers uit hunne cellen een verpeste
atmospheer medewaardoor zij soms op
rechtersadvocaten en jury, vreeselijk ge
wroken werden. Nergens was dat fijngevoelige
en rustelooze medelijden te vindendat in
onzen tijd aan het kind in de fabrieken, aan
de hindoe-weduweaan den negerslaaf zulk
een krachtige bescherming heeft verleend
den mondvoorraad en de watertonnen van
elk landverhuizersschip onderzoekt, dat stamp
voet bij eiken slag, die op den rug van een
dronken soldaat neerkomt, dat niet wil dulden
dat zelfs de dief in de gevangenissen slecht
gevoed of overwerkt wordejadat zelfs
herhaaldelijk getracht heefthet leven des
moordenaars te redden.
Toch worden er nog velen gevonden, die
den vroegeren tijd en de menschen, die toen
geleefd hebbengelukkiger achten dan de
tegenwoordige maatschappij. Die ontevreden
heid is nog weer een geluk bij een ongeluk.
Waren wij volkomen tevreden, dan zouden
wij ophouden uit te vindente arbeiden, en,
met het oog op de toekomst, te sparen.
Ontevreden zijnde met het tegenwoordige
gade evenzoo gekleednaar beneden. Ze staan
om 't hoekje van de deur der achterkamer le
kijken.
De vroolijke speelman ziet de vrouwen knip-
oogend aan en met eene vrij kunstige wending
gaat hij over van het „E'éonore-adieu!" in „Sara
je rok zakt af," eene variatie, die de vrouwen
met een verschrikten blik op haar nachtgewaad
ijlings den aftocht doet blazen.
„Heel aanlig! heel aardig!" zegt giechelend
de winkelier en voegt er bij: „Wil u som9 ook
nog een andere accordeon probee. en." „Dank
jeik heb er nou net mijn bekomst van,„ ant
woordt de schipper die zijn spel met een dis
sonant besluit en de harmonica op de toonbank
legt.
„Dus deze neemt u die van vijf en twintig
gulden
„Waarachtig niet 1"
„Welke dan
„Wel geen een ik heb wel drie of vier
harmonica's thuiszoo goed dat de jouwe er
niet aan ruiken kunnen."
„Wa-a-at 1 Dus u koopt ze niet
„Neen radergeen haar op mijn hoofd dat
er om denktik kwam hier voorbij en toen
stond er zoo'n kleine jongenwat duivel
waar is hij nou? Die wou me ereis hooren
speulen en daaromheb ik jou begunstigd.
Als ik weer je buurt uitkom wil ik je nog wel
ereis iets voorspelen. Adjuus! je zal die har
monica wel verkoopenwant ze is waarachtig
niet kwaad."
Sprakeloos van ontzetting staart de winkelier
zijn klant aan. De toornader zwelt tusschen
zijne oogen en met heesche stem voegt hij den
schipper toe: „Kerel! 'tis je geluk dat ik geen
broek aan heb anders"
"Anders? Andersdeed jij toch niks, uit
gedroogde sprinkhaan word nou maar niet
zoo rood in je gezichtwant dat is ongezond
adjuus 1 ik ga een hapje nemen."
De winkelier sluit met een vloek zijn winkel
en heeft een bedorven Zondag. (D. v. N.)