Amerika. BINNENLAND. Ingezonden stukken. hem van bedoelde geruchten niets bekend was. Men mag nu eerstdaags een kennisgeving der Porte verwachten waarbij aan de groote mogendheden het ontwerp voor een verdrag met* Bulgarije wordt medegedeeld, cn op de spoedig^benoeming eener internationale commis sie tot wijziging der grondwettige bepalingen, wordt aangedrongen. Een der Weener correspon denten van de „Kölnische Zeiiung" zegt, dat deze bespoediging een gevolg is van een schrijven van vorst Alexander aan den grootvizier, i. d. 20 Januariwaarin de vorst zich bereid zou verklaren om het Rhodopegebergte dat tot dusver aan de provincie Oost-Rumelie behoorde, in het onmiddellijk bezit van Turkije te laten. Naar der Standard uit Athene geseind wordt, zegt de Grieksche regeering in haar antwoord op de° collectieve nota der mogendheden, dat, als Griekenland toegaf aan de bevelen en bedrei gingen van Europa, bet zijne onafhankelijke souvereiniteitsrechten zou prijsgeven, die het, als zelfstandige, door de mogendheden erkende staat bezit. De redenen tot wapening blijven voortbestaan, en de Grieksche regeering acht het plichtmatig, de rechten der Grieken te ver dedigen, evenals de nationale eer. De nota sluit met de verklaring, dat niets Griekeuland weer houden kan van zijnen plicht te doen, waardoor het de sympathie en de bescherming van Europa verdient. De Grieksche gemeenteïaden gaan voort met de regeering te steunen door oorlogs zuchtige moties aan te nemen. De volksgeestdrift neemt steeds toe. Niemand raadt tot inschikke lijkheid. De oorlog schijnt onvermijdelijk. Uit Athene wordt van Donderdag ge meld Gisterenavond schijnt er in de stemming van het Grieksche kabinet plotseling een ommekeer te zijn gekomen. Het Grieksche kabinet zou hebbeu verklaard zich bij den wil van Europa neder te leggen. Aan de Times wordt uit Konstantinopel geseind, dat, naar het heet, op Creta een opstand is uitgebroken en de Turksche troepen met de Grieksche in Thessalie slaags zijn geraakt. Het telegram van Reuter uit Parijs, dat de stemming der Grieksche regeering vredelievend zou zijn geworden, vindt geen geloof. De //Daily News" verneemt uit Petersburg, dat de Russische regeering besloten heeft de vloot in de Zwarte Zee te versterken door een groot kusteskader te vormen. De Russische regeeriog laat tevei.s talrijke nieuwe transport schepen bouwen. Den 18 en 19 December werd Amatitlan, een plaatsje, dat 24 mijlen van de stad Guatemala verwijderd ligt, door eeue aardbeving gedeeltelijk verwoest; op den eersten dag alleen werden 131 aardschokken gevoeld. Mexicaansche soldaten schoten op eene afdeeling Amerikaansche soldaten, welke eene bende Apachen op Mexicaansch grondgebied vervolgden. De kapitein der Amerikaansche afdeeling werd gedood en vier andere soldaten werden gewond. De Mexicanen verklaren, dat zij de Amerikaansche troepen bij vergissing aanzagen voor Indianen. U I T V OE RINGË N. WAALWIJK Zondag 31 Jan. 1886, zal door de har monie BEspérance op de harmoniezaal worden uitgevoerd 1 Jagerslust, marsch. Brohm. 2 Ursule, concert mazurka. Tack. 3 Potpourri sur Popéra Lucretia Borgia Donizetti. 4 PAmitié, marche Reuland. Dinsdag 2 Februari CONCERT door de harmonie PEspérance, op de harmoniezaal, met medewerking van den heer J. S. Cantor. Zie de programma's. Door het dagelijks toenemend aantal abon- nés, zijn eenige nummers van den loopenden jaargang van „de Echo van het Zuiden" ge heel opgeruimd. Personendie exemplaren hebben liggen van no 3 en no 5, zouden mij zeer met toezending verplichten des verlangd tegen betaling. De uitgever. Waalwijk, 30 Januari 1886. Benoemd tot secretaris der gemeente Was pik J. Willemse, te Bergenopzoommet 5 van de 7 stemmen. De voorgenomen internationale bakkers tentoonstelling wordt in Augustus van dit jaar in het paleis voor Volksvlijt gehouden. Op het waarborgfonds is voor f 12000 geteekend. De heeren Simons Heuvelman, Van Effen, Van Zwaneveld, Huber, allen uit Amsterdam, en Van Marken, uit Delft, zijn tot leden van het uitvoerend comité gekozen, met recht van assumtie. - In zake de firma Stroink Blijdenstein te Enschede verneemt de „Zw. Ct." dat de commissie van toezichtbestaande uit de heeren H. A. van HeekH. J. Morsman en T. P. Schol tener in geslaagd is om de grootste crediteuren over te halen tot een minnelijke afwikkeling van de verplichtingen der genoemde firma. Door den heer J. Stroink Hz. en de Twentsche Bankvereeniging is besloten, een aanzienlijk bedrag hunner vorde ringen te laten vallenwanneer het tot een minnelijke schikking komt. Deze wijze van handelen acht men alleszins in het belang van alle crediteuren ook in privé, en ver trouwt uit dien hoofde dat de commissie in bare moeielijke taak slagen en de medewerking van alle crediteuren ondervinden zal. Het kan toch niet uitblijven of bij faillissement zullen de percenten belangrijk minder bedragen dan bij de gewenschte schikking. Men zal zich herinneren dat nu twee maanden geleden bij een brand op den Klo veniersburgwal te Amsterdam het lijk werd gevonden van den heer L'Ambléen dat de justitie bij haar onderzoek aanleiding vond om aan te nemen dat er misdaad moord, diefstal en tevens brandstichting had plaats gehad. Tot Dinsdag jl. was te vergeefs naar den vermoedelijken dader of daders gezocht. Maar eergisteren werd in de tram de aandacht van den kleedermaker, die L'Amblé's leverkleurige jas had geleverd, getroffen door een klee- dingstukdat sprekend op het geleverde geleek. De kleedermaker waarschuwde de politiewelke nu deD drager van de overjas spoedig opspoorde en tevens in zijne woning ee n onderzoek insteldedat tot hoogst be zwarende ontdekkingen leidde. Er werden nl. verschillende voorwerpen gevondendie aen den heer L. toebehoord hadden. De aangehoudeneop wien thans verden king rustis genaamd Herman Liesehij is afkomstig uit Westfalen en is langen tijd te Zandvoort kastelein geweest van het //Hei- delberger Vat" dat indertijd op het ten toonstellingsterrein heeft gestaan, maar onlangs is afgebrand. De verzekeraars hadden reeds aanleiding gevonden, ook omtrent dezen brand een rechterlijk onderzoek te vragen. Voor zoover wij weten heeft de aangehou dene tot dusver geen bekentenis afgelegd zoodat de mogelijkheid, dat hij onschuldig is, nog niet is uitgesloten. (Hblad.) Te Gorichem is zekere G. J. Koedam, 24 jaar ouddie bezig was met het varen van rijshout in de Wiel, in het water ge vallen. Zijn pogingen om zwemmende den oever te bereiken waren vruchteloosen hij verdween in de diepteten aanschouwe van eenige personen die op het oogenblik hem niet konden helpen. Eerst een uur daarna werd zijn lijk uit het water opgehaald. De ongelukkigeeen oppassend man, laat een jonge vrouw en een kind na. In de onmiddellijke nabijheid van het dorp Millingengeen 10 meter van de Hollandsche grenzenwoont een bakker en koopman, die daar, zooals zich begrijpen laat, eene uitstekende zaak heeft. Sinds jaar en dag verdacht men hem van smokkelarij, zonder hem echter ooit op heeterdaad te kunnen betrappen. Voor eenige dagen echter is de oude rat in de val geloopen en wel op de volgende manier De Millingsche stoomboot Eendracht had voor bovengenoemden bakker 3 last rogge geladen. Deze werden gelost maar slechts 1 last was aan het Pruisisch kantoor te Keeken aangegeven. Toen nu 3 lastin plaats van één gelost werden, volgde een Pruisisch commies in burgerkleeding, die waarschijnlijk door anderen ingelicht wss, den voermaD, die de gesmokkelde rogge vervoerde. Bij het huis van den bakker aangekomen maakte de beambte zich bekend en nam paard voertuig en hegeleider in beslag. De laatste, de arbeider van den bakkerwerd gevan kelijk naar Cleef gebrachtwaar hij nog gevangen zitterwijl de eigenaar der rogge een voorloopige schadeloosstelling-heeft moe ten storten van 400 mark. Uit Amerfoort wordt aan het U. D. gemeld Wij vernemen dat gisteren te Amsterdam gevangen is genomen zekere P., voorheen klerk ten kantore van den controleur der dir. bel. alhier, uit welke betrekking hij dezer dagen werd ontslagen naar men zegt wegens poging tot oplichting voor een bedrag van f500. Hij wordt thans van oplichting verdacht en voor die verdenking meent men grond te vinden in de omstandigheiddat een bedrag van f1500 in zijn bezit is gevonden, waarvan hij de herkomst niet weet op te geven. Tijdens zijne inwoning in deze gemeente heeft hij bij onderscheidene notabele inge zetenen pogingen in het werk gesteld om geld ter leen te verkrijgendoch zonder succes. Volgens betrouwbare inlichtingen heeft hij kort geledenom zich uit financieele moei lijkheden te reddenaan mevrouw Bulkley het voorstel gedaan om, tegen betaling van f500 haar in het bezit van hare kleinkin deren Hoek te stellen. Woensdag avond zijn ten huize van den tapper en stalhouder Th. Sterk, in de Molen traat te Nijmegendoor een drietal commiezen van 's rijks belasting en een agent van politie elf vaten spiritus in beslaggeno men welke even te voren met kar en paard frauduleus uit Pruisen waren ingevoerd. De kar en het paard zijn mede aangehouden. Woensdag avond omstreeks zeven uur was wederom het onvoorzichtig omgaan met petroleum oorzaak van een hevigen brand op de Bickersgracht te Amsterdam. In korten tijd stond het geheele perceel in lichte laaie en kon de brandweer zich alleen bepalen tot het vrijwaren der belendende huizen. Door den lichten bouw van het daarachter gelegen perceel 77a, uitkomende in de Groote Bic- kerstraat, stond ook dit weldra in brand. Alhoewel de brandweer met twee stoomspuiten, twee handspuiten en de drijvende stoomspuit met twee slangen werktemocht het haar niet gelukken het eersteuit vier verdie pingen bestaandeperceel voor vernieling te bewaren. Het is geheel uitgebrand alleen het onderstukwaarin een winkel werd gehouden bleef gespaard. Aan het krachtig optreden der brandweer is het te danken, dat grooter onheilen voorkomen werden, daar aan de overzijde der enge straat een pakhuis van het Priesche veem met katoen en daarnaast eene koffiebranderijmet eene houten be timmering aan de straatzijdestaan. De twee perceelen werden door verschillende ge zinnen bewoond. Persoonlijke ongelukken zijn niet te betreuren. Voor het gerechtshof te 's-Hage werd Donderdag de zaak behandeld van D. van B., tapper te Rotterdam, beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond huis en S. D. E. wed. A. N. bierhuishoudster te Rotterdam beschuldigd van medeplichtigheid daaraan door desbewust het gestolene te helen. De feiten komen op het volgende neder In den avond van 18 Augustus 1885 ver liet de winkelier J. C. Van G. te Rotterdam, na een twist met zijne vrouw, de gemeen schappelijke woning, zonder op te geven waar heen hij ging óf wanneer hij zou terugkomen en o. a. medenemende al zijn gereed geld waarschijnlijk eenige honderden guldens in specie en geldswaardig papier bedragende. Waar Van G. zich aanvankelijk heeft op gehouden is niet opgehelderd. Wel is gebleken, dat hij den 19 den Aug. 'g namiddags geko men is in eene tapperij van de wed. K. te Rotterdam en aldaar is verbleven tot 's nachts 1 of 2 uur. Hij had toen nog veel gelds waarde bij zich. Den volgenden dag is hij ongeveer 1 uur in die tapperij teruggekomen en is daar toen gebléven tot 6 uur 's avonds, toen hij zich met den eersten besch. en met eenige muzikanten heeft verwijderd. Met dat gezelschap, dat niet dronken was, is men toen gaan rijden en onderweg verkwikte men zich met cognac, zoolang totdat v. G. in een staat van bewusteloosheid gearakte en in dien toestand uit het rijtuig getild en ge dragen werd door den besch. naar de boven verdieping van de tappei ij of het bierhuis van de tweede besch. in de Koningsteeg, naar een kamer, bewoond door de publieke vrouw M. K. Nadat de man een poos alleen had vertoefd is de le besch. naar hem gaan zien en bij zijn terugkomst in het schenklokaal vertelde hij aan de 2e besch., die weer onte vreden was, dat de man geen geld scheen te hebben twee rijksdaalders ter hand, waarna beide besch. het lokaal verlieten. Na eene poos kwamen beiden afzonderlijk terug en de 2e beschuldigde verlangde toen van den len beschuldigde dat hij zou zorgen voor het verwijderen van den steeds nog boven lig— genden man. De eerste besch. voldeed daar aan droeg met behulp van anderen v. G. die schijnbaar levenloos wasnaar beneden en vervolgens in een rijtuig, dat stond te wachten in de Wijnstraat aan den ingang van de Koningsteeg. Het was toen ongeveer half negen 's avonds. De le beschuldigde ging met den steeds oogenschijnlijk levenloozen v. G. in het rijtuig en liet dit rondrijden totdat het een kwartier later even stilhield in de Zwartehondstraat onder de Viaduct tusscben de Geldersche kade en de Wijn straat. Daar tilde de le besch. Van G. uit den wagen en plaatste hem tegen een pijler van de viaductwaarover het aanwezige pu bliek zijne afkeuring te kennen gafzoodat de le besch. Van G. weer als een pak op zijn rug laadde en er mede in het bierhuis van de 2e besch. is teruggekomen waar hij v. G., die geen teeken van leven gaf, in het schenklokaal op een stoel heeft neergezet en uit een binnenzak van zijn jas toen een por tefeuille heeft genomen, die geopend en er een bankbiljet van f300 uitgenomen heeft, dat hij de 2e besch. heeft overgegeven, welke het eerst nagezien heeft en toen aan den len bescb. heeft teruggegeven, die hei toen aan getuige M. K. ter hand stelde om het te gaan wisselen. Aan dien last is gevolg gegeven. De le besch. nam het gewisselde geld van de toonbank op en gaf het aan de tweede besch. over. De get. M. K. werd dien nacht wakker en zag toen beide besch. op haar kamer en hoorde de 2e den len besch. smeeken om heen te gaan. Weder ingeslapen ontwaakte zij kort daarna wederom en zag toen dat de 2e besch. de door haar ingewisselde bankbiljetten weg haalde uit een bloempot met aardeop de kamer aanwezigen ze verborg in een ope ning in den muur van een aangrenzend keu kentje waar ze echter bij de later gevolgde huiszoeking niet meer zijn gevonden, ofschoon uit latere uitlatingen van de 2e besch. is ge bleken, dat zij wel weet waar de bankbil jetten zijn gebleven. Nadat v. G. was beroofd geworden zijn de beide besch. met een paar andere personen uit rijden gegaan onderweg hebben zij ver schillende danshuizen en tapperijen aangedaan, waar de le besch. de vertering betaalde en rijkelijk bleek van geld te zijn voorzien. Later hebben de besch. opde Geldersche kade nabij de Koningsteeg het rijtuig verlaten met last aan den koetsier om met de twee andere personen nog een tijdlang rond te rijden. Van dat oogenblik schijnen beide besch. gebruik te hebben gemaakt om v. G., die in het bierhuis was achtergelatente verwijde ren wiens lijk ongeveer een uur later door de politie is gevonden op het trottoir in de Zwartehondstraat, tusschen Wijnhaven en Wijnstraat bij een pijler van de viaduct, niet ver van de Koningsteeg. Uit de bij hem gevon den bescheiden bleek wie hij was; geen geld of geldswaardig papier werd bij hem gevon den. Volgens de lijkschouwing viel aan een gewelddadigen dood niet te denken. De beide beschuldigden D. van B. en vrouw N. bleven den diefstal ontkennen. Tegen beiden is 5 jaar tuchthuisstraf gerequireerd. De berichten in verschillende bladen opgenomen omtrent faillissementen te Gro ningen zijn volgens de „Pr. Gr. Crt." onwaar. „Volgens de meest vertrouwbare inlichtingen, die wij in staat waren in te winnen, bestaat er niet de minste waarschijnlijkheid, zelfs niet de minste grond voor de tendenz-ge ruchten, die leugenachtige nieuwsjagers, met wie weet welke oogmerken, ventileeren. Wij verklaren naar waarheid, dat zij, wier oordeel in de aangelegenheden van den handel be- teekenis heeft, ons als hunne stellige meening te kennen gaven, dat van de financieele ramp, die trouwens groot genoeg is, het laatste bedrijf is afgespeeld, zoodat berichten, daar mede in strijdof moeten zijn gegrond op gebrekkige kennis van de toestanden, of worden ingegeven door oogmerkenvoor welke een fatsoenlijk man geene kwalificatie heeft. Het crediet, dat geschokt is, keert niet gemakkelijk terug. Zij die, met deze waarheid voor oogen, er behagen in vinden het nog meer te ondermijnen, laden eene verantwoordelijkheid op zichj, die hun te zwaar zouden kunnen worden. De geesten oproepen gaat gemakkelijk genoeg. Hen te bezweren is iets anders. NIEUWKUIK. Bij het geven van een concertwaarvan de opbrengst den armen onzer gemeente te goede komt, handhaafde onze harmonie „de Eendracht" van Onsenoort en Nieuwkuik haren ouden roem. De muziekstukken werden flink uitgevoerdook al het overige, wat het goed gekozen pro gramma aanbood, viel in den smaak van het zeer talrijke publiekde ruime zalen van den heer L. v. d. Broek waren letterlijk eivol, zoodat het bedrag der entrée's vrij aanzienlijk is. Een woord van bijzonderen lof komt toe aan de Gebrs. v. d. Broek, die zich door zang en spel allergunstigst hebben onderscheidende groote kunst om de na tuur weer te geven is hun in hooge mate eigen. „De eerste en laatste muziekles" werd ook door hen onverbeterlijk goed vertolkt. Wij feliciteeren de harmonie van Onsenoort eu Nieuwkuik met haar succes. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.) Alweder W aalwijk's straatreiniging. Met belangstelling las ik het ingezonden arti kel van „Argus" in uw vorig nummer, onder bovenstaand opschrift. Met hem ben ik de meening toegedaan, dat die reiniging in het algemeen dient le geschieden door de gemeente en niet door de ingezetenen. Zijne bewering, dat het in strijd zou zijn met art. 2 van het B. W. om by politie-vsrordening aan de ingezetenen het schoonmaken der straat te bevelen, is echter geheel onjuist. Niet krachtens art. 192, maar wel krachtens art. 135 heeft de gemeenteraad wel degelijk die bevoegdheid. Schüller zegt in zijne aanteekening op art. 2 van het burgerlijk wetboek: „De persoonlijke dienstbaarheden, hier bedoeld, zijn seroitutesper- sonarum personis vel rebus debitae, betrekkingen, waarin werkelijk de persoon oienl en daarom ook in persoon het voorwerp der vervolging is." Geen ingezeten van Waalwijk zijnde kan ik toch wel begrijpen, dat aldaar morsige straten

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 3