Nummer 15. Zondag 21 Februari 1886. 9e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Jhï, A, E, M. B, van Grotenhuis, ANTOON TIELEN DE INSTALLATIE UITGEVER: Waalwijk. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentieu 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. van als burgemeester van Waalwijk, heeft Don derdag plaats gehad. Alvorens eene beschrijving te geven van de plechtigheid zelve en van de feesten, die daarmede gepaard gingen, willen wij zien hoe het er in onze gemeente uitzag, op het oogen- blik dat het nieuwe hoofd verwacht werd. Yau alle openbare en particuliere gebouwen wapperde de nationale driekleurer waren vier groote eerebogen opgericht, als één aan de haven, een voor het raadhuis, een in de Stationsstraat en een aan den Hoek. De met de versiering belaste commissarissen hadden onderling als 't ware gewedijverd, om met de hun toegestane gelden de bogen zoo prachtig mogelijk te doen zijn, waarin zij, door de eendrachtige, belangelooze mede werking van alle in de buurt wonende jonge lieden volkomen geslaagd waren. Verder vond men nog eerebogen aan verschillende dammen, daar opgericht door de in de nabij heid wonende inwoners, en een aan de :1e Zeineook waren er aan enkele particu liere huizen opschriften aangebracht. 't Vras wel koud, maar goed droog weder, en daarbij was de geestdrift, die allerwege heerschte, zoo groot, dat op de temperatuur minder gelet werd. Ten 11 ure kwamen een veertigtal gardes d'honneur te paard bijeen bij A. Verhoeven aan den Hoek. Deze reden, onder commando van den heer O. Van Tussenbroek, den bur gemeester tegemoet tct N. Smits te Drnnen. Bij aankomst aldaar werd ZEd. achtbare door den commandant op de volgende wijze toe gesproken Als kommandant der eerewacht, waarin UEd. achtbare de voorbode en vertegenwoordiging ge lieve te zien van Waal wijk s jongste krachten en der geheele burgerijis mij de eer weggelegd u reeds buiten de grens onzer gemeente te begroe ten niet alleen, maar u het welkom toe te roepen, dat u straks door de ingezetenen als met vreugde kreten zal tegenklinken. Wees welkom, Jhr. Van Grotenhuis, als onze burgemeester, wees welkom als onze burgervader. Waalwijk is trotsch op de keus van zijne majesteit onzen geëerb. koningdie UEdelachtb. ons als bestuurder gaf. UEd.achtb. zal straks zien mGt hoeveel sympathie men u ontvangt en welke verwachting en hoop men van uwe benoeming koestert. Ik eindig met de meer bijzondere verzekering der sympathie dezer eerewacht en heb de eer u deze als geleiding aan te bieden. Nadat Jhr. Vau Grotenhuis in de meest gracieuse termen den commandant had be dankt en het geleide der eerewacht had aangenomen, reed men naar Waalwijk een gedeelte der eerewacht voor het rijtuig onder commando van den heer Ph. Timmermans, het andere er achter onder commando van den heer G. Van Baalde commandant naast hetzelve. Inmiddels was in Waalwijk de stoet ge formeerd van alle gezelschappencorporatiën enz., die aan de ontvangst van den burge meester wenschten deel te nemen. Allen waren bij aankomst der couriers, de heeren Scheepers en Alf. Hoffmansdie de tijding van de aankomst kwamen overbrengen, op gesteld nabij den eereboog aan de Oostelijke grens. Zoodra de burgemeester, gezeten in een met vier paarden bespannen open landauer, den eereboog naderdehief de harmonie l'Espérance fanfares aan, terwijl de menigte hem met een donderend hoerah! begroette. Hier werd ZEd. achtbare ontvangen door de feestcommissie, welker president, de heer F. M. Ingen-Housz, de volgende rede hield Wel Edel achtbare Heer! Als president der feestcommissie is het voor mij een groote eer, u namens die commissie en Waalwijks ingezetenen welkom te heeten. Welkom Edelachtbare heer hartelijk welkom, als onze burgemeester; het is het eerste dat u tegenklinkt op Waalwijks grondgebied, - uw grondgebied. Heden morgen hebt gij een plechtigen eed gezwo ren, gij zult onze belangen, die de uwe zullen worden, behartigen naar uw beste vermogen gij ■zult den handel, onze industrie, onze onderne mingen, de nijverheid in al zijne vertakkingen voorstaan, gij zult uwen gemeenienaren een vader, den jongeren van dagen een raadsman, den ouderen een oprecht vriend zijn gij zult den armen een trooster wezen den behoeftige een medelijdend raedemensch. In één woord gij zult het welzijn van ieder behartigen, die zich Waalwijker noemen mag. Dit hebt gij beloofd en gij zult het doen. Een man van eer immers houdt zijn eed en, edel achtbare heer, gij zijt een man van eer bij uitstek. Immers gij waart krijgsman de krijsman is de man van eer bij uitnemendheid, hem gaat de eer, boven zijn fortuin, boven zijne dierbaren, ja boven zijn leven. Welk een waarborg voor Waal wijks geluk De verplichtingen aan den uit gesproken eed verbonden hoe flink zullen ze ge handhaafd, hoe trouw nagekomen worden Jonkheer van Grotenhuis, alles spreekt ons van toekomende dagen van voorspoed, van toewijding, van trouwe zorg en opofferende liefde. Het schoone devies: Noblesse obligeadel ver plicht, is nog een tolk die ons van een schoone toekomst spreekt. Jonkheer van Grotenhuis gij zijl edelman, en een waar edelman paart aan den adel zijner geboorte den adel van geest en hart. Welnu dan, Edelachtb. heer, wees overtuigd dat Waalwijks ingezetenen zich gaarne aan u toe vertrouwen. Aanvaard uwe betrekking, bekleed die betrekking tot sneeuw uwen schedel siert totdat uwe gestalte zich zal krommen onder het wicht van vele, vele jaren. Hiermede eindig ik en wij allen met eene innige bede in het hart; wij hebben den kreet op de lippen „Lang leve onze burgervader Jonkheer August van Grotenhuis, Waalwijks burgemeester 1 Luide jubelkreten betuigden van de al- gemeene instemming met dezen wenscli. Nu trad de lied^rtafel „Oefening en Ver maak" van Waalwijk en Besoijen vooruit, teneinde den burgemeester een welkomst groet toe te zingen, van den volgenden in houd Bij 't blijde welkomstgejubel, Dat leest'lijk ah m weerklinkt, Ruische ook der zangeren feesttoon, Die u het welkom zingt; 'tKlinke ongekunsteld luide Op dezen plechtigen stond Wees welkom, burgervader, Op Waal wij k's dierbren grond Gods gunste ruste op uw streven, Gods zegen bekroone uw werk Zie Waalwijk groeien en bloeien, Door vrede en eendracht sterk Dat voor uw edel pogen Dit uw belooning zij Leef lang, o burgervader, Voor Waalwijk's burgerij. Hij leve langHij leve lang Daarna kwamen de jongeheeren A. Van den Broek en J. Vati Gils om hem een bouquet aan te bieden. Eerstgenoemde sprak hierbij de volgende woorden Edelachtbare Heer Het is mij een innig genoegen in naam van Waalwijk's burgerij u te mogen begroeten. Met spanning is door ons allen de dag en het uur verbeid, waarop wij u als Waalwijk's burgemeester het hartelijk „welkom in ons midden1* kunnen toeroepen. Feestelijk zijn wij gestemd en Neêr- lands driekleur, die van de huizen wappert, zal u van de goede gezindheid der bevolking over tuigen. Wees dan, edelachtbare heer, welkom in onze dierbare gemeente en moge het u weggelegd zijn veel goeds voor haar tot stand te brengen. Het is onze wensch en wij vertrouwen daarop, dat onze gemeente u dierbaar moge worden en dat innige en nauwe vriendschapsbanden u mogen samenstrengelen met uwe gemeentenaren. Waalwijk's burgerij brengt u aan den ingang der gemeente dit bouquet als welkomstgroet. Moge uw levenslust en opgewektheid in moeielijke oogenblikken even frisch zijn en blijven, als deze natuurlijke bloemen nu in den winter. Lang leve de burgemeester Jhr. Vau Grotenhuis, zichtbaar bewogen, dankte den president der feestcommissie, de liedertafelde beide jongelieden en geheel Waalwijk's burgerij voor de schitterende en hartelijke ontvangst hem bereid. Hij gaf de verzekering alles te zullen doen om zich die ontvangst door zijne daden waardig te toonen en de goede verwachtingen te vervullen, die men van hem koesterde. Nadat de president der feestcommissie, en de gemeente-secretaris, de heer Van Liempt, daartoe door den burgemeester uitgenoodigd, in diens rijtuig hadden plaats genomen, waar— iu zich ook bevond de burgemeester van Duiven, de heer Li'oourel, die Jhr Van Grotenhuis vergezelde, begaf men zich in optocht naar het raadhuis, onder de blijde tonen der beide harmonieën, die afwisselend hare vroolijkste marschen deden hooreu. Volgorde van den optocht: 1 Gardes d'honneur. 2 Mussphengilde. 3 Harmonie St. Chrispijn van Waalwijk en Besoijen. 4 Gilde St. Chrispijn van Waalw. en Bes. 5 Zangvereeniging Vooruitgang zij ons doel. 6 Koninklijke doelen Recht door Zee. 7 Feestcommissie in rijtuig. S Liedertafel „Oefening en Vermaak'' van Waalwijk en Besoijen. 9 Burgemeester in rijtuig. 10 Gemeenteraad van Waalwijk in rijtuigen. 11 Harmonie l'Espérance. 12 Gilde St. Jan Baptist. 13 Koninklijke Oranje doelen. 14 Gardes d'honneur. Eene jubelende menigte vergezelde den stoet en toen deze bij het gemeentehuis stand hield verdrong zich eene ontelbare menigte op het daarvoor gelegen terrein en het marktplein. De burgemeester, door de feestcommissie naar de raadszaal geleid, werd opgewacht door een 2Ütal lieve bruidjes twee van deze, de jonge juffrouwen L. Timmermans en M. Ingen-Housz boden ZEd. een bouquet en een exemplaar van het feestprogramma aan waarbij zij op de bevalligste wijze het volgende vers reciteerden 1loog Edelgeboren Ileer\ Gelijk natuur in lentedos Den dageraad begroet, Wanneer hij stijgend uit de kim Den hemel'blozen doet, Zoo treedt u, burgervader, thans Uw Waalwijk onder 'toog, In fee-tgewaad en groen gehuld, Met vlag en eereboog. Wees welkom, burgervader, gij Die aller hart bezit, En voor wiens heil ons kinderhart Den hemel vurig bidt, Die christendeugd en burgerdeugd Beschermen zult met kracht En 't edel voetspoor volgen zult Van 'tedel voorgeslacht. Die hoop vervult thans aller ziel, Daarop wordt vast betrouwd, 'tls daarom, dat uw volk u thans Verrukt in de oogen schouwt. Aanvaard dan dezen feestbouquet Op dezen welkorastdag Ten blijke, dat u Waalwijk eert Met liefde en met ontzag Dat u de Hemel een bestuur Van vele jaren geev', Is aller hartenwensch in 't luid „Leef, burgemeester, leef HUK De laatste kreet werd in koor herhaald door al de bruidjes. De oudste wethouder, ar. De Haan, nam nu het woord en richtte tot den burgemeester de volgende woorden Als oudste wethouder rust op mij de hoogst vereerende taak u als burgemeester welkom te heeten in ons midden. Ik acht mij gelukkig mij van deze taak te mogen kwijten, omdat ik de overtuiging koester, dat de keuze van zijne ma jesteit onzen geeerbiedigden koning, eene zooda nige is, dat zij ongetwijfeld zal strekken tot be vordering van de belangen onzer dierbare gemeente, met den hartelijken wensch, dat u gegeven moge zijn, tal van jaren aan het hoofd der burgerij Waalwijk's welzijn te zien toenemen in zedelijke eu stoffelijke welvaart, zoo heb ik de eer u de insignes der burgemeesters waardigheid over te geven, terwijl ik tevens, zoowel mijner zijds, als uit naam mijner geachte medeleden de verzekering hierbij voeg, dat wij ten allen tijde in de uitoefening'uwer ambtsplichten u terziide zullen staan en hiermede heb ik de eer u den eerewijn aan te bieden met bijvoeging van slechts een woord, dat genoegzaam al het andere om vat, dat is: „lang leve de burgemeester van Waalwijk.» Nadat de eerewijn was aangeboden en de burgemeester was omhangen met bet ken— teeken fijner waardigheid, nam hij het woord en hield de volgende redevoering Mijne Heeren 1 Ontvang mijnheer de wethouder mijn hartelijken dank voor uwe welgemeende woorden. Is het mij hoogst vereerènd en aangenaam door Z. M. onzen geëerbiedigdeu koning tot burgem. van Waalwijk te zijn benoemd, niet minder ge wichtig en zwaar is de taakdie thans op mij rust. Met huivering dan ook zoude ik het bur gemeestersambt aanvaarden, zoo ik mij niet om ringd zag van wethouders en leden van den raad, waaronder er vergrijsd in den dienst van pro vincie en gemeente, ailen bekwame mannen,met geestkracht en een vasten wil bezield om den bloei en de belangen van Waalwijk te helpen bevorderenbijgestaan door een secretaris, wiens capaciteiten zoowel binnen als buiten de gemeente bekend zijn en worden geapprecieerdeen ont vanger die met tact het finantieel gedeelte beheert. Gesteund door zulke mannen ga ik met ver trouwen de toekomst te gemoet. Mij boven par tijen verheffend, het onafhankelijk standpunt waar op ik mij zal trachten te plaatsen zooveel doen lijk handhavend, de belangen van een ieder zonder aanziens des persoons behartigend, twijfel ik geenszins noch aan de verdere bloei van Waalwijk noch aan de bevordering der belangen van hare ingezetenen. Sta mij toe mijne heeren u nog te wijzen op al het goede in het belang der gemeente door mijn geachten ambtsvoorganger gedurende zijn 24 jarig burgemeestersambt tot stand gebracht. Laat ons den oud burg. den heer v. d. Klokken in dankbare en vriendschappelijke herinnering gedenken. Leve Z. Mr de koning, leve Waalwijk 1 De burgemeester sloot vervolgens de ver gadering, waarna de leden van den raad zich aan ZEd. voorstelden. Toen dit was afgeloopen naderden de leden der kamer van koophandel ZEd. achtbare en begroette de president der kamer, de heer J. B. Timmermans hem met de volgende bewoordingen Mijnheer de burgemeester 1 Als voorzitter der kamer van koophandel en fabrieken is mij de eer gegeven u ook namens mijne medeleden en het nijvere -Waalwijk te begroeten. Deze aangename en vereerende taak wensch ik te vervullen in korte maar welgemeende woorden. Wij wenschen u geluk met uwe benoeming als burgemeester dezer gemeente, als burgemeester van Waalwijk, dat het middenpunt vormt van de handellievende Langstraat, van eene plaats waar handel en nijverheid steeds de hoofdbron van bestaan zijn geweest. De belangen der gemeente gaan zeer dikwijls hand aan hand met die van den handel zoodat wij menigmaal het voorrecht zullen genieten met u als hoofd der gemeente in aanraking te komen. Wij hopen en vertrouwen burgemeester dat ge ons u\. en steun niet zult onthouden. Wanneer wij in ueen bevorderaar zullen vinden van onzen handel, scheepvaart en nijverheid dan zal de kamer ziuh gelukkig achten en zal zij in vereeniging en met uwe medewerking in het be lang onzer bloeiende gemeente zeer nuttig kunnen werken. Voor uwen krachtigen steun houden wij ons dus warm aanbevolen. Jhr. Grotenhuis dankte voor de welwillende woorden, hem namens de kamer van koop handel door den voorzitter toegesproken. Hij zeide der kamer allen mogelijken steun toe, en verzocht wederkeerig haren steun en hare voorlichting. Nadat ook de leden der kamer waren voorgesteld, betrad de burgemeester, vooraf gegaan door de bruidjes, die zijn pad be strooiden, het balkon van het raadhuis, van waar hij het publiek op de volgende wijze toesprak

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 1