Nummer 53.
Zondag 4 Juli 1886.
9e Jaargang.
IG
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BEKENDMAKING,
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
rp„
UITGEVER:
Waalwijk.
STAAT VAN BRIEVEN
Donderdag den 8 Juli aanstaande,
Si
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels ƒ0,60 daarbo/en 8 cent per regeJ,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
geadresseerd aan onbekenden.
Verzonden gedurende de 2e helft van April.
Van het hulpkantoor Besoijen.
Guillaume Wobeto Brussel.
Kunnende de brieven door tusschenkomst van
het postkantoor terugbekomen worden.
De directeur,
BAGGERMAN.
De burgemeester der gemeente Waalwijk, ge
zien het besluit van heeren gedeputeerde staten
van Noord-Brabant, dd. 10 Juni 1886, G. no.
112, le atdeeÜDg, waarbij aan de daartoe be
noemde provinciale commissie, bestaande uit de
Heeren Mr. L. A. N. Gerrits, voorzitter, Jhr.
Jos. de la CourtJhr. M. A. Snoeck, penning
meester en L. G. P. Max, secretaris, machtiging
wordt verleend tot het houden eener collecte ten
behoeve van de hulpbehoevenden wier veldvruch
ten door den hagelslag op 1 Juni 1886 zijn
vernield
Brengt ter kennis van de ingezetenen dat de
bedoelde collecte in deze gemeente zal plaats
hebben op
met beleefde uitnoodigiug om door het geven
van milde bijdragen krachtdadig mede te werken
tot voorziening in den nood waarin velen der
bewoners van de geteisterde streek verkeeren.
Waalwijk, 2 Juli 1886.
De burgemeester voorn.,
AUG. VAN GROTENHUIS.
De burgemeester van Waalwijk ter afkondiging
ODtvangen hebbende de kohieren der personeeïe
belasting no. 1, 2 en 3 over het dienstjaar 1886
en 1887 verwittigt de belanghebbenden dat
gezegde kohieren op den 29 Juni 1886 zijn
executoir verklaard en op heden aan den rijks
ontvanger ter invordering zijn toegezonden.
Waalwiik, den 2 Juli 1886.
Burgemeester en wethouders voorn.
A. VAN GROTENHUIS.
De Belgische oud-minister Malou het hoofd
der kerkelijke partij in Belgiëis zoo ernstig
ziek, dat men het ergste vreest.
Het gerechtelijk onderzoek omtrent de
plundering en brandstichting in de fabriek van
Baudoux, (bij het jongste oproer in den omtrek
van Charleroi) is nu afgeloopen. De 20 be
schuldigden zijn naar het hof van Brussel ver
wezen, dat zal aanwijzen, waar zij zullen terecht
staan.
Uit Bergen wordt van 30 Juni geseind
De werkstaking dreigt opnieuw algemeen te
worden. Zij heeft zich heden ochtend uitgebreid
over een aantal mijnen onder Paturages Qua-
regnon en Wasmes. De werkstakers gedragen
zich rustig.
Eene huiveringwekkende verrassing is den
bewoners van het huis no 67 der Rue Fonsny,
in de voorstad St. GillesMaandag avond te
beurt gevallen. Omstreeks half elf de beneden
verdieping verlatendewaar de familiën Dubois
en Detaye het avondeten gebruikt hadden be
merkte mad. Dubois in den hoek van den gang,
gevormd door een der deurvleugels en den muur,
een vormlooze kiompdie bleek in een grauw
linnen zak te zijn gehuld. Een vreeselijke gil
ontsnapte haar echter toen zij, den zak betastend,
cene levenlooze hand omknelde. Terwijl haar
inmiddels toegeschoten echtgenoot bij deze akeligs
vondst wacht hield, spoedden zich mad. Dubois
benevens mej. Detaye naar de politie. Een
agent haalde daarop den zak, die, op het bureau
van politie geopend zes ledematen eener vrouw
bleek te bevatten, nl. twee boven- en twee be-
nedenarmen, en twee beenen, die door eene vrij
geoefende hand, van een chirurgijn, of misschien
ook van een slagergedeeltelijk afgezaagdge
deeltelijk afgesneden waren. Zooals uit een on
middellijk ingesteld geneeskundig onderzoek blijkt,
waren deze lichaamsdeelen geheel uitgebloed en
gewasschen; de leeftijd van het rampzalige slacht
offer wordt geschat op 30 a 35 jaar; de handen
getuigen niet van groven arbeid. De zak draagt
du Pérou dissous daaronder 7 X 10, en iets
lager „titre garanti.
Onmiddellijk gedane nasporingen in de om
streken brachten weldra enkele op verschillende
plaatsen verstrooide kleedingstukken der ver
moorde aan het licht; ook bloedvlekken, te
vergeefs op een der kleedingstukken gezocht
werden niet ver van daar, op den hoek der
Avenue du Roi en Rue de Mérode, en in de
Rue des Chiens aangetroffen.
Nadat de gevonden kleedingstukken en de
treurige overblijfselen in een der kelders van
het raadhuis te St. Gilles met het doel eener
mogelijke herkenninggedurende den geheelen
voormiddag tentoongesteld waren, zijn de lichaams
deelen in met wijngeest gevulde flesschen geborgen.
De hoofdcommissaris van politiede heer
Crabbeis met den zak naar Antwerpen ver
trokken, om de alleen in die 9tad bestaande
handelshuizen in guano over het merk op het
linnen te raadplegen.
Tot dusverre heeft men nog geene aangifte
eener vermiste vrouw ontvangen waaruit mag
worden afgeleiddat het slachtoffer niet hier
gewoond heeft. Het is intusschen te hopen,
dat de dader (of daders) van dit afschuwelijk
misdrijf nietevenals die van de daarmede
eenigszin9 overeenstemmende treurige zaak YVal-
schaert, ongestraft blijve. Welke ontroering de
ontdekking teweeggebracht heeftlaat zich lich
telijk begrijpen.
De huiveringwekkende ontdekking te St.
Gilles van de ledematen eener vrouw is gebleken
eene walgelijke mystificatie te zijn. Dr. Wilmart
van het St. Pieters hospitaal heeftaan den
stempel op een der armen, de ledematen herkend
als dezelfde, welke Zaterdag 11. door hem gebruikt
zijn bij eene anatomische les.
Volgens de Etoile blijkt uit een aan het
hospitaal St. Pieter ingesteld onderzoek, dat het
onmogelijk is dat de menschelijke overblijfsels uit
dat hospitaal afkomstig zijn; de sedert meer dan
8 dagen in de snijkamer ontlede lijken zijn allen
lijken van heel jonge kinderen of van grijsaards
boven de 60 jaardie niet door hunne bloed
verwanten waren opgeëisebt. 't Is onjuist dat
het onderzoek op last van het parket zou zijn
De Parijsche gemeenteraad heeft zich reeds
in verscheidene zittingen bezig gehouden met het
ontwerp betreffende den stadsspoorweg, omtrent
welken eene voorloopige overeenkomst was tot
stand gekomen. Nu heeft echter de raad bij
amendement eene wijziging gebracht in het plan
der lijnen. Hierop heeft de minister van open
bare werken aan den voorzitter van den gemeen
teraad een brief geschreven, waarin hij verklaart
dat handhaving van het eenmaal met de spoor
wegmaatschappij vastgestelde plan voor de re
geering eene voorwaarde is voor hare mede
werking gelijk in de overeenkomst is toegezegd.
De raad is daarop, naar aanleiding van dezen
briefopnieuw aan het beraadslagen gegaan.
Verscheidene leden meenden dat de raad zijn
amendement niet mocht prijsgeven. Anderen
waren daarentegen van oordeel dat het vast
houden aan het amendement het tot stand komen
van den spoorweg in gevaar kon brengen. Ten
slotte is een amendement van den heer Mesureur
aangenomen, waarbij voor den raad de weg tot
toegeven opengesteld wordt. Intusschen is nog
niets voor goed beslist.
Volgens l'Evènement zouden de Fransche
troepen in Annambij de plundering van de
keizerlijke paleizen (Juli 1885), voor een bedrag
van niet minder dan 65 millioen francs gestolen
hebben aan kostbaarheden van allerlei aard
waarvan niemand weetwaar zij gebleven zijn.
Het blad dringt, ter wille var. generaal Courcy's
eerer op aandat alles hieromtrent worde
opgehelderd.
De minister van oorlog heeftovereen
komstig art. 4 van de verbanningswet, de prinsen
van Orleans die een rang in het leger hadden
en die in 1883 op non-activiteit waren gesteld,
van de kaders van het leger geschrapt.
Die maatregel is insgelijks toegepast op prins
Joachim Murat, die sedert 14 Juli 1870 brigade
generaal was en op wachtgeld was gebracht
en op zijn zoon luitenant bij de dragonders.
De minister heeft ten opzichte dezer beiden zich
beroepen op een keizerlijk besluit, waarbij prins
Murat verklaard werd lid der keizerlijke familie
te zijn en hem de titel van „hoogheid" werd