Nummer 26. Donderdag 31 Maart 1887. 10e Jaargang.
rr
1)
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Graanrechten.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Spanje.
UITGEVER:
Waalwijk.
Ni
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarbo /en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Nauwelijks had de Fransche kamer van
afgevaardigden de verhooging der graanrech
ten gestemd of op een aantal plaatsen in
Frankrijk hebben de bakkers dadelijk de
broodprijzen verhoogd, zonder zelfs nog af
te wachten of de senaat ook wel zijn zegel
zou hechten aan de nieuw wet, iets wat
trouwens niet twijfelachtig was.
In sommige steden bedraagt de verhoo
ging tien centiemen per 2 kilos.
Wij vinden dezen maatregel zeer natuur
lijk. Het volk dient aansprakelijk gesteld
te worden voor zijne vertegenwoordigers,
voor hendie het afvaardigt. Als die hee-
ren nu meenen dat de graanrechten ver
hoogd moeten worden, waarvan een stijging
van de graanprijzen en verder van de bloem-
prijzen een natuurlijk gevolg isdan zien
wij niet inwaarom de bakkers die ver
hooging eigenlijk zouden moeten betalen.
Laat dan ook het volk die betalen; dat wil
zeggenlaat de bakkers hun brood dan
opslaan.
In den tijd hebben wij verhooging van de
graanrechten eenvoudig eene broodbelasting
genoemd. Men ziet nu aldat wij toen
den bal niet zoover mis sloegen Onze voor
vechters van beschermende rechten, kunnen
zich nu spiegelen aan het Fransche voorbeeld
Die zich aan een ander spiegelt
zegt een oud spreekwoord, spiegelt zich
zacht
Te Parijs zijn tot dusverre de broodprijzen
nog niet opgeslagen. Doch toen onlangs, bij
de behandeling van het wetsontwerp tot ver
hooging der graanrechten een der afgevaar
digden in de kamer een onbekookte rede
voering hield tot verdediging van het be
schermend beginsel en toen sprak over
broodprijzen in verband met graanprijzen
op een wijze die bewees dat hij wel de
klok had hooren luiden, maar niet wist waai
de klepel hangtis hij op waardige wijze
geantwoord door den hr. Cornet, den voor
zitter der syndicale kamer van Bakkers te
Parijs. In dat antwoord zegt de hr. Cornet
wel degelijk, dat ook te Parijs een verhooging
der broodprijzen te wachten iszoodra de
bakkers aldaar tot de wetenschap zullen komen,
dat de gevolgen der invoering van hooger
graanrechten van dien aard zullen wezen
dat zij met de tegenwoordige broodprijzen
den kost niet meer kunnen verdienen.
De lerlen der comités voor de wereldtentoon
stelling van 1889 zijn gisteren voor de eerste
maal in het raadhuis bijeengekomen om over de
aan hui.ne zorg toevertrouwde belangen te be
raadslagen. De heer Lockroy, minister van
koophandel en commissaris-generaal der tentoon
stelling, heeft de bijeenkomst geopend met eene
uitvoerige rede, waarin hij de beste verwachtin
gen van de groote onderneming uitsprak. De
tentoonstelling, zeide hij onder meer, zal zich
geen harer voorgangers tot voorbeeld stellen. Er
moet eene nieuwe organisatie gevonden worden,
in overeenstemming met de tegenwoordige hulp
middelen en beboetten, met den democratischen
geest der hedendaagsche Fransche maatschappij,
zoodat aan de onmisbare voorwaarden voor eer
lijkheid in de uitvoeriug en voor gestrengheid
in de controle voldaan wordt.
Verder gaf hij te kennen, dat de tentoonstel
ling in ruimte alle voorafgaande zal overtreffen.
Alleen de afdeeling landbouw zal de dubbele
rnimte beslaan van die in 1878.
In de zaak van den drievoudigen moord
in de Rae Montaigne is een nieuwe belangrijke
ontdekking gedaan. Pranzini had namelijk een
pakje per post te Marseille ontvangen. (Men
vermoedt dat hij het zelf te Parijs aan zijn adres
heeft verzonden.) Eerst heeft hij getracht te
ontkennen dat hij iets vau dien aard ontvangen
had doch tegenover de verklaring van den post
beambte, dat hij het hem had afgegeven, was
de ontkenning niet vol te houden. Op de vraag
waar hij het pakje had gelaten, antwoordde hij
dat hij het had weggeworpen, daar het e:nige
waardeloozo dingen bevatte. Gedrongen om te
zeggen wat het dan inhield, gaf hij te kennen
dat het horlogeveeren bevatte, die een hem on
bekend handelaar te Lyon hem had toegezonden,
otn ze als agent te verkoopen, Op de vraag
waar hij het pakje had weggeworpen, gaf hij eene
plaats op waar de justitie aan het zoeken is
gegaan, doch zonder iets te vinden. Natuurlijk
heeft Pranzini de juiste plaats niet opgegeven,
daar hij er belang bij had dat het pakje zoek
bleef. Intusschen is de justitie voortgegaan met
op verschillende punten te zoeken, en thans is
in ecu beerput, waarin zich het vuil uit de pri
vaten van het paleis in Longchamps te Marseille
ontlast, een pakje met eenige kostbaarheden ge
vonden, welke gesignaleerd zijn als te hebber,
toebehoord aan Marie Regnault.
Toen deze vondst aan Pranzini bekend werd
gemaakt werd hij doodsbleek en zeide aanvan
kelijk niets. Een poosje daarna verklaarde hij
dat die zaak hem onverschillig liet. Hij was
niet op een privaat in Longchamps geweest.
Pranzini is naar Parijs overgebracht.
In óekiuderstrafkolonie te Mettray hebben,
evenals in de kinderkolonie te Porquerolles, er-
gelijke mishandelingen plaats gehad. Zeven of
acht kinderen zijn er in een hok opgesloten, de
armen gebonden op den rug. De minister van
justitie heeft den heer Boursans, inspecteur-ge
neraal, naar Mettray gezonden, om ter plaatse
een onderzoek in te stellen.
Te Madrid waren, naar luid van een telegram,
geruchten in omloop dat er te Burgos, Vallado-
lid en in andere garnizoensplaatsen van het
Noorden des lands onder dp militairen eene re-
publikeinsche beweging heeft plaats gehad. Er
werd zelfs gezegd, dat een generaal aan het
hoofd stond van de beweging of den opstand.
Doch in de officieele telegrammen wordt gemeld,
dat de orde en rust niets te wenschen overlieten.
MADRID, den 27 Maart. In den afge-
loopen nacht zijn hier verschillende personen in
hechtenis genomen ouder verdenking van samen
spanning tegen het regentschap. Ook zijn arres-
tatiën bewerkstelligd te Barcelona, Valencia, Se-
villa, Valladodid en Cadix wegens deelneming
aan de republikeinsche plannen. Men heeft d«
haud gelegd op revolutionaire proclamatiën, welke
tot het leger gericht zijn. De laatste dépêches
uit de provinciën verzekeren, dat volkomen rust
heerscht-, en de rogcering is overtuigd dat niets
ernstigs zal voorvallen.
j$CHETSEN UIT J^ARUS,
VII.
Missen we te Parijs jop straat noode onze vroolijke school
jongens en onze frissche blozende dienstmeisjes met genoegen
bestatigen wedat men er zelden beschonken lieden tegen
komt. Een dronken militair is er bepaald een uitzondering.
En als het al eens gebeurt dat er een soldaat vol zoeten wijns
over de straat zwaaitmoet ge eens hooren eji zien hoe ver
ontwaardigd ieder zich daarover betoont. Een soldaat, iemand
die deel uitmaakt van dat «groote fransche leger", voor schan
daal over straat te zien gaan neen dat vindt men te erg
dat vindt men al te kras
Wel een bewijs dat zulk een schouwspel niet dagelijks
voorkomt.
Op Nieuwjaarsdag den 14e Juliden nationalen feestdag,
of bij andere feestelijke gelegenheden komen gevallen van
openbare en kennelijke dronkenschap niet veelvuldiger voor
dan anders. De dronkaards van beroep drinken het geheele
jaar doormaar voor hen die niet bepaald verslaafd zijn aan
den drank, is het eene of andere feest volstrekt geen aanleiding
om meer te drinken dan gewoonlijk. Bij ons te lande kan het
volk nooit feest vieren zonder drinkenrazen en tieren zon
der zich letterlijk te verdierlijken. De Franschmau daaren
tegen heeft om feest te vieren volstrekt geen drank noodig.
Hij is vroolijk en opgewektbabbelt met ieder dien hij tegen
komt lachtzingt danst en vermaakt zich op alle mogelijke
manieren maar houdt zich nuchter.
Van al degenen, die aan het straatgewoel zooveel afwisseling
geven wees ik u tot nog toe hoofdzakelijk op eenige kooplie
den. De overige voorbijgangers leveren daartoe evenwel geen
mindere bijdragen. Mannen in livreimeestal in het blauw
doorkruisen onophoudelijk de straten. Hoofdzakelijk zijn het
bedienden van bankinrichtingen of knechts van mode- of an
dere magazijnendie bestellingen thuis brengen. De eersten
zijn te herkennen aan hun steek en aan een grooten portefeuille,
dien zij onder den arm dragen en die met een ketting beves
tigd is aan een stevigen leeren riem om hun middel. De
laatsten en de magazijnknechts dragen op den band hunner
pet den naam van het magazijn waaraan zij verbonden zijn.
Evenzeer ontmoeten wij bij elke schrede die wij doen een
chasseureen aankomende jongen die in kantoor of magazijn
de deur voor u opent of achter u sluit en verder boodschap
pen en huiswerk voor den patroon verricht. Hij is nu eens
kindermeid of huisknechtdan eens kantoorlooper of kantoor
bediende al naar omstandighedenhij is de voor de eene
helft onmisbare voor de andere helft overbodige groom die
in een donker groeneblauwe of bruine pantalon en dito
nauwsluitend buisje voorzien van twee rijen dicht bij elkaar
geplaatste kleine blinkende knoopen en van den naam van het
huis waar hij dient of van zijn patroon op den band van zijn
petaldus tevens een wandelende reklame vormt.
Hier komen wij een Chinees tegendie in zijn nationale
kleederdracht met afgemeten pas nauw hoorbaar op zijn dik
ke vilten zolen voortwandelt. Of onze gestaarte medemen-
schen ook hard kunnen loopên zooals ieder ander ongestaart
exemplaar van het menschenras, durf ik niet zeggen. Ik heb
het er nooit een zien doen. Ilun pas is altijd afgemeten en
deftig.
Vóór '78 ontmoette men de zonen van het Hemelsche Rijk
maar zelden te Parijs. Doch velen die toen voor de wereld
tentoonstelling zijn overgekomenen daar goede zaken hebben
gemaaktzijn gebleven en hebben een magazijn geopend
waarin zij voortdurend nog veel geld blijven verdienen. In
den beginne spraken zij geen woord fransch. Een beetje ge
broken engelsch was alles waardoor zij zich eenigszins ver-
staaubaar trachtten te maken. Sedert hebben zij het fransch
echter tamelijk goed aangeleerd.
Hun vrouwen hebben zij thuis gelaten om de eenvoudige
reden dat een Chineesche vrouw op straffe des doods haar
land niet mag verlaten. Alleen aau de gezanten wordt toege
laten zich door hun echtgenoot te doen vergezellen. Chineesche
dames ziet men dus noch op straatnoch in de magazijnen.
Zelden gaat men de boulevards langs zonder een Turk tegen te
komen in zijn schilderachtige kleederdracht of eenige rijzige
in hun witte burnous gehulde Arabieren of Algerijnen, terwijl
een aantal Turken sedert jaren te Parijs bazars en magazijnen
hebben geopendvooral in de rue de Rivolitegenover de
Tuilleriën in het Palais Royal en op de boulevards waar zij
uitsluitend turksche artikelen verkoopen. Die lieden hebben
hun nationaal kostuum behouden, alleen bij wijze van reclame.
Zij spreken fransch als een geboren franschmau en sommige
hunner worden dan ook sterk verdacht eenvoudig nagemaakte
Turken te zijn ongeveer van het soort waartoe de Boschjes-
mannen en andere wilden behoorendie men af en toe op
onze fooren ziet. Zooveel is zekerdat de meeste artikelen
die zij in hun bazar hebben, ontegenzeggelijk van fransch
maaksel zijn. Een Par ij zenaar laat zich dan ook zelden door
hen verschalken. Hun koopers vinden zij bijna uitsluitend
ouder de vreemdelingen.
Hier kruist gij u met een Armeniër, daar met een Pers.
Hun kostuum is veel minder schitterend dan dat van den
Tui'k. De meesten zien er zelfs vuil uit, en erg vuil ook.
Daar op die bank vindt gij een paar Napolitaansche meisjes
van 1G of 17 jaar, met een 10 of 12jarig broertje. Haar
allei'sckilderachtigste kleeding is altijd helder en netjes. Denk
echter niet, dat ge er in Napels zelf veel zoo zult tegenkomen.
Op het land zijn er, die het nationale kostuum nog niet hebben
afgelegd, maar zij zijn ver in de minderheid. En - dan zijn zij
ook niet alle dag zoo op haar Zondagsch uitgedoscht zooals hier.
Te Parijs komt men veel meer van die napolitaansche meisjes
tegen, dan in onverschillig welke italiaansche stad. Vooral in
de wijken, waar de schilders hun werkplaatsen hebben vindt
ge ze bij geheele troepen want haar middel van bestaan is
eenig en alléén om daar tot model te dienen, dit verklaart ons
tevens waarom zij er altijd zoo keurig uitzien dat zij wel
door een ringetje te halen zijn.
Alle kleederdrachten uit de geheele beschaafde wereld ko
men wij hier op straat tegen. Die welke aan bepaalde stre
ken van Frankrijk zelf eigen zijn, ontmoeten wij het minste;
Elzasserinnen uitgezonderdmaar strikt genomen is dit niet
eens een uitzonderingwant de Elzas behoort tegenwoordig
immers aan Duitschland.
De grootste afwisseling leveren echter de Franschen zelf
vooral de Frangaises met haar oneindige verscheidenheid van
toiletten hier wandelt er een in het hartje van den winter
en tailledaarin het hartje van den zomer een met een
bontmantel. Ge ontmoet wat gisteren de mode was wat die
vandaag is en wat die morgen zal zijnbovendien wat 10 of
20 jaar geleden de smaak was. Maar wees er verzekerd van
hoe potsierlijk gij u ook uitdostbespottelijk wordt ge nooit
gevonden. ÏVIeu zal in geen geval blijven stilstaan om u na
te gapen hoogstens kijkt men even op maar men gaat niet
temin zijns weegs. Men is te veel gewoon ieder oogenblik
iets nieuws te zien om zich telkens over iets dat buiten het
gewone kader treedt te verwonderen. Bovendien de meeste
menschen hebben hier ook geen tijd om ieder oogenblik stil
te staan of welom lang aan hetzelfde te denken. De eene
helft der voorbijgangers heeft te veel haast om bijzondere
aandacht te wijden aan wien of wat hij tegenkomtde andere
helftdie niets anders te doen heeft dan te kijken ziet alles
zoo snel voorbij hem heenglijden dat hij zich onmogelijk met
ieder dien en alles wat hij ziet lang kan bezig houden uit
vrees anders te veel geheel onopgemerkt te zullen laten voor
bijgaan. Die helft heeft als het ware oogen te kort.
Ieder die er een beetje excentriek uitziet wint hierbij dit
dat hij zonder al te veel opzien te baren zijns weegs kan
gaan.
En hiermede nemen wij afscheid van de parijsche stra
ten niet omdat het onderwerp uitgeput is maar alleen om
dat evenals aan alles een eind moet komen ook dit opstel
niet tot in het oneindige kan gerekt worden.