Nummer 35.
Zondag 1 Mei 1887.
10e Jaargang.
rru
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1)
A
BEKENDMAKING.
GEWAAGD SPEL,
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
DE POLITIE.
6
De Echo van het Zuiden,
'Tr*T* T I' If
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Bamua%j;VHQwi
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarbo /en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
Gelet op art. 264 der gemeentewet zooals die
is gewijzigd bij de de wet van 28 Juni 1881
(staatsblad no. x02)
MAKEN BEKEND:
dat het kohier van den hooi'delijken omslag over
1887door heercn Gedeputeerde Staten van
Noordbrabantbij besluit van den 21 April jl.
G. no. 107/67 is goedgekeurd en gedurende vijf
maanden van af heden op de secretarie voor ieder
in afschrift ter lezing is nedergelegd.
Waalwijk, 27 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De burgemeester,
AUG. VAN GROTENHUIS.
De secretaris
F. W. VAN LIEMPT.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
MAKEN BEKEND:
dat het kohier der belasting op de honden door
den raad is vastgesteld en gedurende 8 dagen
ter secretarie voor een ieder ter lezing is neder
gelegd.
Waalwijk, 27 April 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De burgemeester,
AUG. VAN GROTENHUIS.
De secretaris,
F. W. VAN LIEMPT,
De Burgemeester der gemeente Waalwijk
brengt ter kennis der ingezetenendat zijdie
eene jachtaktevischakte of kostelooze vergun
ning tot uitoefening der visscherij mochten ver
langen zich ter verkrijging daarvan moeten
aanmelden ter secretarie op Woensdag den 4 Mei
a.s., des voormiddags van 9 tot 12 en des namid
dags van 2 tot 5 ure.
Waalwijk, 29 April 1887-
De Burgemeester voorn.,
AUG. VAN GROTENHUIS.
Vrijheid en losbandigheidhoe moeilijk
het ook zij scherp te begrenzenwaar de
eene eindigt en de andere begint, zijn ge
scheiden door eenzelfde klovedie er ligt
tusschen spaarzaamheid en gierigheid tus-
Vrij naar het Hoogduitsch van HER MI NE
FRANKENSTEIN,
door LUCIFER.
Hoofdstuk II.
EEN NOODLOTTIGE EISCH.
Midden in de kamer stocd de gebiedster van
Rookhurstzij had bare bediende weggezonden
en beschouwde zich met zelfvoldoening in den
grooten spiegel. Zij was gekleed in een lang
rood zijden kleed, en droeg prachtige robijnen
hare zwarte oogeu schitterden hare wangen
gloeiden.
Te midden barer zelfbewondering k^am de
grijze gezelschapsdame plotseling binnen, met een
brief in de hand.
Met schrik op het gelaat wendde lady Rokeby
zich tot haar.
„Wat hebt gij daar, Lutuel vroeg zij.
fEen aan mij gerichten brief", antwoordde
de gezelschapsjuffrouw. „Ik heb hem gelezen,
en nu heb ik u eene vraag te doen, Victoria
alvorens hem u te toonen. Sir Henry Rokeby
vergoodt u, overlaadt u met geschenken gij
zijt zijne wereld, zijn leven, en nu wensch ik u
te vragen „Bemint gij hem
„Of ik hem bemin hernam lady Rokeby,
hare gezelschapsjuffrouw trots aanziende. „Gij
weet dat ik liern niet bemin. Hem beminnen?
't Is bespottelijk."
De grijze vrouw lachte onheilspellend.
,,'tls goed", zoo sprak zij. „Lees nu den
brief. De boodschap is eindelijk gekomen."
Haastig greep lady Rokeby het papier. Het
schen voorzichtigheid en lafhartigheid tus
schen moed en roekeloosheid.
De Nederlander heeft uit zijn aard door
zijn geschiedenisdoor zijn traditie de vrij
heid lief boven alleswat de lucht is voor
zijn lichaam is zij voor zijne ziel; zonder
haar doofde zij uit als een vonk onder de
assche kwijnde zij weg als de plant in den
dorren drogen zandgrond.
Vrijheid van geweten en van geloof, vrij
heid van denken en spreken over staatkun
dige vraagstukkenover handelingen den
openbaren dienst betreffende acht hij hooger
dan oorlogsroem en wereldlijke machten
geduldig en lijdzaam tot het logge en on
verschillige zou hij opspringen en haar ver
dedigen met leeuwenmoed en leeuwenkracht
tegen iedere poging van geweld of schennis.
Dat is schoon en dwingt bewondering af.
Maarwanneer de behoefte aan vrijheid
ontaart in hartstocht voor bandeloosheid
wanneer een volk den eerbied verliest voor
dè majesteit en het gezag der wetmeenen-
de misschien dat de vrijheid geen wetten
kentdan ware voorzeker de slavernij voor
zulk een natie nog minder slechtdan deze
wanordewelke in weinig tijds het maat
schappelijk gebouw zou doen ineenstorten.
Ware vrijheid bestaat in de stipte en gewil
lige gehoorzaamheid aan de wetwaarop de
rustde veiligheid en de welvaart van den
staat zijn gegrondvest.
Nu kan het niet ontkend worden dat een
gedeelte van ons volk gelukkig tot nu
toe slechts een klein een zeer klein gedeel
te die waarheid niet kent of wel eens
uit het oog verliest. Of moet de tegenwer
king welke de politie bij het handhaven der
voorschriften niet zelden ontmoet, niet toe
geschreven worden aan verzetafkeer tegen
de wet zelve Waarlijkwe hebben bij
andere landen vergelekengeen reden tot
klagen over de mannen aan wie de uiterst
moeilijke en hoogst gewichtige taak is op
gedragen de wet en daarmee de wezenlijke
vrijheid te handhavenwe hebben eerder
reden tot blijdschap en erkentelijkheid over
het gehalte en de strikte eerlijkheid een
bevatte slechts de volgende woorden, zonder
datum of onderteekening
„De tijd h gekomen om hem uit deu weg te
ruimen Dus
Hoofdstuk III.
EEN VREESELIJK BESLUIT.
Ofschoon lady Rokeby de noodlottige bood
schap, haar door de gezelschapsjuffrouw gebracht,
reeds lang verwacht had, was zij toch zeer ont
roerd toen ze eindelijk kwam.
Het papier ontglipte aan hare sidderende
handen en eene uitdrukking van schroomelijke
ontzetting sprak uit hare zwarte oogen.
Half onbewust herhaalde zij fluisterend dc
woorden der boodschap
t Is tijd hem uit den weg te ruimen Dus!"
Lady Rokeby schrikte van het geluid barer
eigene stem en met bange blikken staarde zij
de grijze gezelschapsjuffrouw aan. Deze echter
zag haar met booze bemoedigende oogen in het
gezicht.
„Ik ik heb niet zooveel moed a!s ik
meende, Luttrel," stamelde de lady. „'t Is schrik
kelijk zoo iets te doen."
„Gij bemint sir Henry dus toch", sprak de
gezelschapsjuffrouw honend den noodlottigen
brief in het vuur werpend.
„Neen, neen! Maar hij vertrouwt mij, hij
bemint mij. Er was een tijd, Luttrel, dat ik
zelfs geen hond leed kon doen, die mij streelde.
En nu maar ik ben niet zoo slecht als gij
gelooft. Ik weet het, ik ben valsch, gelveten-
loos, berekenend. Mijn hu-.elijk was slechts
een deel van een stout plan, de vrucht eener
samenzwering tegen sir Henry Rokeby, maar ik
schrik terug voor het ergste dat wij voornemens
zijn. De adder te spelen en de hand te wonden
die mij gestreeld heefthet hart te breken, dat
mij zoo innig lief had, het edele, weldoende,
enkele uitzondering daar gelaten waarmee
zij te werk gaan we moeten als we op
recht willen zijn tot onze beschaming zeer
dikwijls erkennendat het ons onmogelijk
zou zijn zóó herhaaldelijk en zóó geruimen
tijd lankmoedig te blijven tegenover baldadig
en tergend verzet. Wat doet ge gij die
zoo gaarne de politie een steen in den weg
legtom in het geniep het laffe genoegen te
smaken haar te zien struikelen wat doet
ge indien men u aantast in uw persoon
in uwe bezittingen in uwen goeden naam
in uwe veiligheid Is dan niet uw eerste
kreet om hulp der politie, der mannen, die
gij gisteren nog beschimptet en bemoeilijk-
tet Een kind luistert nog naar den wel-
gemeenden raaddie hem waarschuwt niets
te doenwat ongeoorloofd of gevaarlijk is.
En gij Ga heenen leer van dat
kind.
De openbare orde en de publieke veilig
heid zijn de hoeksteenen van de maat
schappelijke samenlevingen wie zich daar
aan vergrijpt mag niet rekenen op het me
delijden van anderen en allerminst op de
toegevendheid van hen die aangewezen zijn
om die te beschermen. Zoolang wetten nood
zakelijk zijn en kunt gij u voorstellen
dat ze ooit niet noodig zullen zijn zoo
lang is een goed geordende trouwe actieve
en eerlijke politie een zegen voor een volk.
't Is in ons eigen belang haar ter wille te
zijn en haar tegenwerken is op den duur
eenvoudig zijn eigen veiligheid en rust in
de waagschaal stellen. Bedenken we wel
dat het kwaad straffen evenzeer leidt tot
het goedeals het beoefenen van het goede
zelf.
De kamer heeft Dinsdag hare zittingen her
vat en wel met het wetsvoorstel van den heer
Dumont en anderen tot het heffen van inko
mende rechten op paarden vee en vleesch.
De heer Beernaert minister van financiën
gelukkige leven van sir Henry te verkorten
o, tk kan ik kan het niet
Onstuimig wierp zich lady Rokeby voor een
stoel op den grond, legde hare armen op het
kussen en steunde daarop met haar hoofd. De
flikkerende schijn van het vuur speelde om hare
gestalte en baar schoon stormachtig bewogen
gelaat. Met hare groote zwarte oogen blikte zij
in het vuur als wilde zij iets lezen uit deszelfs
dansende vlammen.
Als eene booze schaduw trad de grijze juf
frouw aan hare zijde.
„Hoe tragisch zijt gij, mijne lady," sprak zij
spoitend ,,'l lijkt wel of gij een tooneel uit
een drama repeteert. Niemand kau u tegen
uwen wil tot een enkelen stap dwingen. Gij
kunt doen wat gij wilt. Sir Henry vergoodt u
en gij kunt voor 'i oog der wereld zijne bemin-
neude gade blijven, zijn liefkozingen ontvangen,
zijn huishouden besturen en zijn ouden dag op-
vroolijken. Hij is nauwelijks vijf er. vijftig jaar
oud, gezond en krachtig, en daarbij stamt hij af
uit een langlevend geslacht, en kan best negen-
lig jaar worden. Als gij hem overleeft zijl gij
dan zeventig. Gij kunt intusschen de teedce
stiefmoeder spelen over zijne kinderen. Zi,ne
dochter zal u haten en haren vader wantrouwen
tegen u inblazen. Dit alles zal u toch zeker
hoogst aangenaam zijn
„Stil, stilfluisterde lady Rokeby met woeste
blikken. „Laat mij alleen, Luttrelimmer wekt
gij den duivel in mij op. Veertig jaren van een
eentonig stil leven terwijl ik in Looden als
koningin der gezelschappen kan schitteren aan
den arm van een m&n, disn ik sinds jaren be
min Veertig jaren O een jaar schijnt mij
reeds een eeuwigheid; 't komt mij voor alsof ik
reeds een menschenleeftyd met sir Henrv ge
trouwd ben. Ik zal de opdracht van dezen brief
uitvoeren."
heeft de beraadslaging ingeleid met eene rede
voering waarin hijmet zóóveel vooibehoud
als tegenover zijne protectionistische vrienden
onvermijdelijk was zich tegen beschermende in
voerrechten in het algemeen en tegen dit wets
voorstel in het bijzonder verklaarde. De voor
stellers zoeken het middel tot opbeuring van
den landbouw daarwaar het niet te vinden
is. Indien de waarde van het vee gedaald is
wat alleen waar is bij vergelijking met 1883
want de prijzen staan boven die van twintig
jaren geleden, dan is dat niet het gevolg
van grooteren invoer maar van minder verbruik
welk laatste weder veroorzaakt wordt door de
gedruktheid van nijverheid en handel in het
algemeen. In Duitschland en in Frankrijk be
antwoorden de beschermende rechten op verre
na niet aan de verwachtingen welke men er
van gekoesterd heeft. Voor de Belgische fokkers,
die gewoon zijn hun jong vee buitenlands te
koopen zouden inkomende rechten een groot
nadeel opleveren. Het minst gerechtvaardigd
is, volgeus den minister, een recht op varkens
want de invoer daarvan wordt hoe langer hoe
geringerdë uitvoer hoe langer hoe belangrij
ker. Voor het overige is de algemeene toestand
van den Belgischen landbouwofschoon zeker
niet gunstigtoch beter dan die in Frankrijk
of Duitschland. Het voorbeeld dezer landen
verre van hem tot navolging op te wekken
schrikte den minister dus eerder af.
Het onderzoek naar de wijzewaarop de
veelbesproken arrestatie van deu Franschen coin-
misaris aan de Fransche-Duitsche grens zich
heeft toegedragen is nog niet afgeloopn zoo
dat niets omtrent de oplossing van het incident
gezegd kan worden. Het rapport van de zijde
der Fran9che ïegeering over het voorval n'opge
maakt is door den gezant te Berlijn aan de
Duitsche regeering ter haDü gesteld het rapport
var. Du'tschland >9 daarentegen nog niet te Parijs
aangekomen.
De „Daily News" heeft een zijner vertegen
woordigers naar Pagny gezonden om de aan
leiding der zaak tc onderzoeken en na het ter
rein onderzocht en verschillende informatiën in%
De grijze gezelschapsjuffrouw lachte.
„Daar was ik zeker van", zeide zij.
„Maar sir Henry heeft na onze bruiloft nog
geen nieuw testamenlUgemaakt", hernam lady
Rokeby. Ingevolge ons huwelijkscontract zal ik
het vruchtgebruik^hebben van een bezitting als
weduwengoed en een jaarlijksche rente van vier
duizend pond, zoolang ik leef. Bij mijnen dood
vervalt het goed en het inkomen aan de familie
Rokeby. Ik kan volstrekt niets het mijne noemen;
ik heb niets, waarmede ik kan doen wat ik wil.
Ik geloof dot Digby verwacht, dat ik van sir
Henry een vorste!ijk"vermogcn zal erven."
„Nog is 't niet te laat om het te krijgen,"
zeide de gezelschapsjuffrouw op veel beteeke-
nenden toon. „Sir Henry is als wa9 in uwe
handen. Gij kunt van hem maken wat gij
wilt. Geen zijner kinderen is hier om uwen
invloed tegen te werken. Sir Henry heeft geld
en bezittingen, die hij bij testament aan zijne
dochter Nina wil vermaken. Als gij het slim
aanlegt kunt gij^al het voor rais9 Rokeby be
stemde geld in uwen zak krijgen, 't Zal niet
schaden bet plan nog eenige dagen onuitgevoerd
te latendaar er nog iets zoo gewichtigs te
doen is."
„Ik ben zelfs voor een uitstel van een enkelen
dag dankbaar", mompelde lady Rokeby. „Met
ongeduld heb ik de boodschap verwacht en
meende dezelve onmiddellijk uit te voeren. Maar
ik ben niet geheel slecht, Luttrel, en ik schrik
voor de uitvoering onzer plannen terug. Als
sir Henry maar zijn natuurlijken dood stierf.
AU er maar iets gebeuren wilde, dat hem voor
ons uit den weg ruimde."
Zij haalde zwaar adem toen zij opstond, streek
de vouwen van haar kleed glad, en ging naar
de deur.
Wordt vervolgd.