Nummer 97.
Zondag 4 December 1887. 10' Jaargang.
P
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
i
UITGEVER:
Waalwijk.
Lage prijzen.
ONTWERP-BESLUIT en veror
dening op de invordering van
den hoofdelijken omslag in de
gemeente Waalwijk.
Besluit lol heiTing van een Hoofdelijken Omslag
De Eeho van het Zuiden,
I
BH M
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels ƒ0,60 daarbo/eu 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land°worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
A.DOLP Steineb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
In de N. Rott. Ct. wordt een uittreksel
gegeven van een artikel in //die Nation
van dr. Th. Barth, waarin gehandeld wordt
over het dalen der prijzen, dat in de laatste
jaren tot zoovele jammerklachten aanleiding
heeft gegeven. De schrijver betoogt, dat het
verschijnsel der lage prijzen of „goedkoopte//
geenszins te betreuren valt, in zooverre als
het noodzakelijke gevolg is van het overal
waarneembare streven om, door toepassing
van michinerieën, enz., de voortbrengings-
kosten te verminderen, maar tevens de pro
ductiviteit van den menschelijken arbeid te
verhoogen. Tot welke uitkomsten dit streven
in onze eeuw, met name gedurende de laat
ste 20 jaren heeft geleid, doet de schrijver
uitkomen door eenige mededeelingen, ont
leend aan eene reeks van onderzoekingen,
te dezen aanzien openbaar gemaakt door
Amerikaansche staathuishoudkundigen en
statistici, als de „United States Commis
sioner of Labour" Carrol D. Wright, in zijn
Report over 1886, de heer Edward Atkinson,
de bekende vrijhandelaar David A. Wells
(in the Contemporary Review), Bradstreet's
Journal, enz. Uit die onderzoekingen blijkt
o. a. het volgende
Bij de voortbrenging van landbouwge
reedschappen leveren tegenwoordig in de
Vereenigde Staten 6OU arbeiders hetzelfde
als waarvoor men er 15 of 20 jaren geleden
2145 noodig had.
In de meelindustrie heeft zich in de laat
ste tientallen jaren eene besparing van drie
vierden van den vereischten handenarbeid
voorgedaan in de meubelindustrie eene
van 50 tot 75 pet. in de metaalnijver
heid eene van 3372 P°L> enz-
Deze besparing van arbeid, die op bijna
elk gebied van het menschelijk bedrijf, bij
de vooitbrenging zoowel als bij de verdeeling
der goederen, en zeer in het bijzonder bij
het vervoer, heeft plaats gehad, en nog plaats
heeft, vindt natuurlijk ook in het dalen der
prijzen hare uitdrukking. De in Amerika
ingestelde onderzoekingen stellen dit in het
bijzonder in zeer helder licht ten aanzien
van het dalen der graanprijzen.
Op de groote graanboerderijen in Dakota,
waar de handenarbeid is ingekrompen tot
den kleinst mogelijken omvang en het werk
wordt gedaan met de meest volkomen land-
bouwmachinerieënstaat gemiddeld 5500
bushel tarwe gelijk met een jaar arbeids van
eenen man. Rekent men daarvan 500 bushel
voor zaaikoorn, dan blijft er 5000 bushel
over voor het verbruik. Wordt deze hoe
veelheid in de beste fabrieken in Minesota
tot meel verwerkt, dan geeft zij 1000 barrel
meel. In de fabrieken zijn de toestellen
zoo uitstekend, dat er wederom niet meer
dan de arbeid van eenen man gedurende
een jaar noodig is om de 5000 bushels
tarwe in 1000 barrel meel om te zetten.
Volgens de berekening van D. A. Wells is
de arbeid gedurende ten jaar noodig van 1
of 2 menschen om het meel voor verzending
gereed te maken en per spoor naar New-
York te vervoeren. Deze berekening is echter
door Edward Atkinson voortgezet j en dit
heeft hem tot de volgende uitkomst geleid:
Wanneer het meel New-York bereikt en
in handen van eenen grooten bakker komt,
wiens bakkerij naar den eisch is ingericht,
kan deze met den arbeid van een jaar van
drie lieden de 1000 barrel meel tot brood
verwerken en uit den winkel laten verkoopen.
Rekent men eindelijk daarbij nog den arbeid
gedurende een half jaar van een man voor
de noodige reparatiën aan de machines, en
den arbeid gedurende een jaar van drie
lieden voor het aanbrengen der brandstoften
en andere materialen, met behulp waarvan
de spoorwegen en de bakker hun werk ver
richten, dan verkrijgt men, daar in de Ver
eenigde Staten gerekend wordt op het ver
bruik van 5 bushel meel per jaar en per
hoofd, als einduitkomst, dat de arbeid ge
durende een jaar van 10 personen voldoende
is om duizend lieden een jaar lang van brood
te voorzien.
Dat bij onderzoekingen als de bovenver
melde geen sprake kan zijn van tot in bij.
zonderheden nauwkeurige berekeningen, be
hoeft wel niet nader te worden aangetoond-
Anders is dit ten aanzien van eene statis
tische beschouwing over het dalen der graan
prijzen, welke opgenomen is in Bradstreet's
Journal van den 22n October jl. Daar heeft
men vasteren grond onder de voeten. In
bedoeld opstel werdt aangetoond dat de ver
laging der transportkosten sedert J 870/72
voor graan van Chicago naar New-York ten
volle 26 cents per bushel heeft beloopen
daarbij komt eene vermindering der onkosten
(handling charges) met nog 3 cents, en
eindelijk eene daling der gemiddelde scheeps-
vrachten van New-York naar Liverpool met
8 cenls. Dit vertegenwoordigt te zamen
alleen voor het vervoer van Chicago naar
Liverpool eene prijsvermindering met 37
cenis per bushel of van ongeveer 50 mark
per ton van 1000 kilo. Te Liverpool kost
tegenwoordig tarwe ongeveer 120 mark per
ton. Als de graanhandelaar te Chicago 15
jaren geleden, onder overigens geheel gelijke
omstandigheden, hetzelfde graan te Liverpool
had moeten leveren, dan zou hij daarvoor
170 mark hebben moeten berekenen, zonder
zelf ook maar eene kleinigheid te verdienen.
Nu behoort men echter verder in achtte
nemen, dat de groote tarwedistricten van het
Noordwesten van Amerika, die tegenwoordig
op de bepaling van den tarweprijs in de
eerste plaats invloed hebben, nog bijna even
ver van Chicago verwijderd liggen, als Chicago
van New-York verwijderd is.
De tarwe die bijv. te Jamestown in Da
kota op den spoorweg komt, heeft 780 En-
gelsche mijlen spoorweg af te leggen alvorens
te Chicago te zijn. De afstand van Bismarck,
de hoofdstad van het territory Dakota, tot
Chicago is nog 100 mijlen grooter. Daar de
toegang tot deze streken pas sedert eenige
jaren door den Northern Pacific spoorweg
open is gesteld, kan er geen vergelijking
worden gemaakt met de kesten van het ver
voer in het vorige tiental jaren. Maar het
is bekend, hoe jaar op jaar ook in het verre
Westen de spoorwegvrachten dalen. Toen
ik, nu een jaar geleden, in Dakota was,
kostte te Jamestown de ton tarwe ongeveer
79 mark, en de farmers verzekerden mij,
dat zij bij dezen prijs bijna de grens der
mogelijkheid van voortbrenging hadden be
reikt. Vast staat het, dat de reuzenboer-
derijen in Dakota, zooals bijv. de beroemde
Dalrymple Earm, op welke 25,000 acres
tarweland bebouwd worden, reeds geen be
langrijke winsten meer opleveren. Doch
tusschen den prijs van 72 mk. te Jamestown
en dien van 120 mark te Liverpool is er
nog altijd een verschil van 48 mark per ton,
dat door de verdere ontwikkeling van de
middelen van vervoer ongetwijfeld nog meer
zal inkrimpen.
„Hetgeen in het bovenstaande is uiteen
gezet", zoo besluit dr. Barth, //geeft natuur
lijk slechts een beeld van een klein gedeelte
van den vooruitgang in de richting van het
steeds goedkooper worden der levensmid
delen en van, wat hetzelfde zeggen wil, eene
steeds toenemende voortbrengingskracht van
den menschelijken arbeid. In alle deelen
der wereld houden tallooze menschen zich
bezig met de taak, besparing te verkrijgen
van den menschelijken arbeid. Elke machine,
elk nieuw middel van vervoer komt daaraan
ten goede. Bij het streven naar dit doel,
worden de tusschenpersonen tusschen voort
brengers en verbruikers meer en meer ver
drongen, sluiten zich de kapitalen aaneen,
smelten kleine ondernemingen tot groote
samen. Daar de winsten uit elk bedrijf af
zonderlijk steeds kleiner worden, moeten de
omzetten der ondernemers telkens grootere
afmetingen aannemen. Het schouwspel van
dezen ontwikkelingsgang, waarbij de gansche
wereld onophoudelijk medewerkt, is inderdaad
grootsch. En welke treurige rol spelen in
dit schouwspel de kleingeestige wetgevers,
die deze beweging zouden willen bedwingen
door wetsartikelen Ongetwijfeld kunnen zij
bij dat streven veel onheil stichten en veel
ongerechtigs doen maar deze beweging doen
ophouden, dat kunnen zij gelukkig niet."
in de gemeente Waalwijk.
Art. 1. Er zal te beginnen met het jaar 1888
in de gemeente Waalwijk geheven worden een
hoofdelijke omslag ten bedrage van hoogstens
zes duizend gulden per jaar, welk bedrag door
aanvulli' gskohieren kan worden verhoogd met
hoogstens zes honderd gulden.
Art. 2. In den hoofdelijken omslag worden,
volgens de bepalingen van art. 245 der gemeen
tewet, aangeslagen
a. de hoofden der huisgezinnen
b. de bij hunne ouders of anderen Inwonende
of verblijvende personen, die eigen middelen vaD
bestaan hebben.
Art. 3. De heffing geschiedt naar het ver
moedelijk zuiver inkomen der belastingschuldigen,
voortvloeiende
uit bezittingen, onder aftrek der renten van
daarop kleveude lasten
uit renten van uitstaande kapitalen
uit inkomsten van ambten, bedieningen, be
roepen, bedrijven, ambachten, pensioenen, wacht
gelden, lijfrenten, bijdrageu cn
uit alle andere inkomsten, hoe ook genaamd.
Art. 4. Wanneet het vermoedelijk inkomen
niet op andere wijze met voldoende juistheid is
te schatten, wordt dit afgeleid uit den uiterlijken
staat of de leefwijze, die de belastingschuldigen
voeren en hunne vertering.
Art. 5. De belastingschuldigen worden, naar
mate van hun vermoedelijk iukomen, in de op
de volgende tabel voorkomende klassen gebracht.
Het product van het verhouding9cijfer en het
hoog3te bedrag der klasse, waarin de belasting
schuldige is gebracht, vormt den grondslagvoor
de berekening van deu aansiag.
Vermoedel. Zuiver Grondslag roor
Veruoudings de berekening
Klas. in Komen. cijfer. van d. aanslag.
1. Van f 300 tot 400 3/4 300
401„ 500 7/8 43772
501 600 D'7 750
601 700 D/a 1050
701 800 11/2 1200
801 900 13/4 1575
901 1000 2 2000
1001 1100 2 2200
1101 1200 27s 2550
1201 1300 27* 2925
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
1401
1501
1601
1701
1801
1901
2001
2101
2201
2301
2401
2501
2601
2701
2801
2901
3001
3101
3201
3301
3401
3501
3601
3701
3801
3901
4001
4501
5001
6001
7001
8001
9001
10001
11001
12001
13001
14001
15001
16001
17001
18001
19001
1500
1600
1700
1800
1900
2000
2100
2200
2300
2400
2500
2600
2700
2800
2900
3000
3100
3200
3300
3400
3500
3600
3700
3800
3900
4000
4500
5000
6000
7000
8000
9000
10000
11000
12000
13000
14000
15000
16000
17000
18000
19000
20000
23/4 4125
23/4 4400
3 5100
3 5400
378 59377,
374 6500
3V4 6825
37* 7150
374 7475
33/8 8100
33/8 84377a
33/8 8775
33/8 91127,
37, 9800
37, 10150
3710500
31/2 10850
37s 11200
35/s 119627,
35/8 12325
33/4 13125
33/4 13500
33/4 13875
38/4 14250
33/4 14625
3s/4 15000
37/s 174377,
4 20100
4 24000
41/8 28875
474 34000
474 38250
42/5 44000
47, 49500
472 54000
43/5 59800
43/5 64400
43/6 690H0
47/10 75200
47/10 79900
47/10 84600
44/5 91200
44/6 96000
1301 1400 2D,
3500
en voorts voor iedere f 1000 vermoedelijk zuiver
iukomen meer dan ééne klasse hooger, naar
hetzelfde verhoudingscijfer als bij de 54e klasse.
Voor bloedverwanten, die te zamen wonen,
één gezin uitmaken en op grond van art. 2,
letter b, afzonderlijk aangeslagen worden, wordt
voor ds berekening van den grondslag, het ge
zamenlijk inkomen als maatstaf genomen.
Art. 6. Aan belastingschuldigen, die onver
zorgde kinderen, aangehuwde- of kleinkinderen,
beneden den leeftijd van 16 jaren ten hunnen
laste hebben, wordt eene reductie op den grond
slag voor de berekening van den aanslag toege
staan ten bedrage van tien ter. honderd voor
één kind en van vijf ten honderd voor ieder
tweetal kindereu meer. Hierbij komen in aan
merking de kinderen, met welker onderhoud de
belastingschuldigen op 1 Mei van het dienstjaar
zijn belast.
Art. 7. De grondslag voor de berekening
van den aanslag, na aftrek der reductie in het
vorig artikel bedoeldwijst het bedrag aan,
waarnaar ieder belastingschuldige in gelijke even
redigheid wordt aangeslagen, overeenkomstig de
behoefte van het dienstjaar blijkens de be
grooting.
De aanslagen in de aauvulüngskohieren ge
schieden naar denzelfden maatstaf als de aan
slagen in het primitief kohier.
Art. 8. Wanneer het bedrag in het vorig
artikel bedoeld kleiner is dan f 300 wordt geene
belasting geheven.
Verordening op de invordering van den
hoofdelijken omslag in de gemeente
Waalwijk.
Art. 1. Het dienstjaar loopt van 1 Januari
tot ultimo December.
Art. 2. De invordering van den hoofdelijken
omslag geschiedt met inachtneming der artikels
258262 der gemeentewet en volgens kohieren,
opgemaakt overeenkomstig de artikels 264266
dier wet.
Art. 3. Door de zorg van den Ontvanger
wordt aan ieder belastingschuldige met inacht
neming der bepaling van art. 265 der Gemeen
tewet een edagteekend aanslagbiljet uitgereikt