Italië.
Turkije.
Oostenrijk.
BINNENLAND,
UITVOERINGEN.
jBcHETSEN UIT ^ARIJS.
1
Omtrent den toestand van den kroonprins
is nog geen veider officieel bulletin uitgevaar
digd, maar over het algemeen schijnt de toe
stand guustiger, en alle hoop, dat deoDtsteking
ten slotte toch niet van doodelijkep. aard zal
wezen, en dus alsnog genezing mogelijk is, schijnt
nog niet te zijn opgegeven.
In den Beierschen Palts worden door de
militaire overheid maatregelen voorbereid om de
fortificatiën uit te breiden en te versterken aan
de westelijke grens, met name bij de. vesting
Gernersheim.
Te Berlijn houden alle bladen zich bezig
met het samentrekken van de Russische troepen
aan de grenzen van Pruisen en Oostenrijk. De
beurzen te Weenen en Berlijn in het bijzon
der de eerstewaren zeer gedrukt door
het valsche bericht, dat er te Si. Petersburg
reeds door Duitschland en Oostenrijk officieele
stappen waren gedaan om opheldering te krijgen.
Tot nu toe heeft iets dergelijks nog niet plaats
gehad; de weg om door vertrouwelijke gedach-
tenwisseling de zaak uit te maken zou daaar-
door dan ook in eens geheel zijn versperd. Iu
de diplomatieke kringen vermoedt men dat de
uitslag der presidentsverkiezing iu Frankrijk te
Berlijn en Weenen aanleiding heeft gegeven tot
de gedachte dat het thans eon gunstig oogen-
blik zoude zijn om te trachten lang» diploma-
tieken weg van Rusland te verkrijgen dat het
zijne bedenkelijke troepenverplaatsingen staakt
zonder dat men in dezeu schaakzet worde ge
stoord door de buitenlandsche politiek van
Frankrijk. Onder dit gezichtspunt wordt de al-
gemeene Europeesche toestand wel als ernstig
maar als voorloopig niet ongunstig 1 L 1
ROME, 9 December. De Popoio Romano
noemt het gerucht dat dc Italiaansche troepen
bij Massowah eene nederlaag zouden hebben ge
leden, onwaar.
In brieven afkomstig uit het binnenland,
wordt integendeel als de algemeene veiwachting
uitgesproken, dat Abyssinië aan Italië zal vragen
den vrede te sluiten.
De koning heeft 20,000 lire doen toekomen
aan de besturen ten behoeve der slachtoffers van
de jongste aardbeving iu de provincie Cosenze.
De gemeenteraad van Rome heeft voor het
zelfde doel 1000 lire geschonken.
militaire bewegingen, welke in de laatste jaren F. Deelen; bij die te Waalwijk benoemd tot
meermalen hebben plaats gehad, zonder dat er 2e luit. A. A. G. vjn Baal, thans schutter.
eenige grond voor het ophanden zijn van een
vredebreuk bestond, niet altijd te hoog geschat
mag worden, doch thans is het gerechtvaardigd,
wanneer men op die militaire bewegingen meer
dau ar.dere de aandacht vestigt. Ook de aandacht
der Oostenrijksche regeering ontgaat dit opruk-
ken der Russische troepeu naar de grei.s niet.
De Justice behelst een telegram uit YVeenen,
waarin gemeld wordt, dat de minister van oorlog
het aantal regimenten cavalerie en artillerie aan
de grenzen van Gallicie verdubbeld heeft. In
Gallicie en de aangrenzende streken heeft Oos
tenrijk 16,000 man soldaten bijeengetrokk- n.
Naar de Daily News uit Konstantinopel ver
neemt heeft de Porte aar. den naar Sofia ver-
trekkenden Bulgaarschen agent verklaarddal
de Porte prins Ferdinand niet kan erkeunen. De
Porte moet handelen in overeenstemming met de
besluiten der groote mogendheden.
De Turksche agent te Sofia heeft de
opdracht gekregen aan de Bulgaarsche regee-
riug mede te deelen dat de Porte het aange
boden bedrag voor de schatting van Oost-Ru-
melië onvoldoende acht.
beschouwd.
De Vliegh.
Lachner
Rille.
Het verdrag tusschen Duitschland en Oosten
rijk- Hodgarije aangaande de voorloopige verlen
ging van het tusschen Duitschland en Oostenrijk
Hongarije bestaaide handelsverdrag tot 30 Juni
1888, werd Donderdag le Weenen geteeker.d.
Het verdrag zal, indien van beide zijden vóór
15 Februari 1888 geen opzegging wordt gedaan,
15 Februari 1888 voortduren met recht
opzegging één jaar te voren.
Nu men in Frankrijk tot rust komt, wordt
het oog getrokken naar de Oostenrijk-Russische
grens. De concentratie der Russische troepeD
aan genoemde grens begint ongerustheid in te
boezemen, 't Is waar, dat de beteekenis dier
WAALWIJK.
Zondag 11 dezer, des middags 12 ure, door
de liedertafel „Oefening en Vermaak// van
Waalwijk en Bezooienop de zaal Musis
Sacium"
1. Aubade.
2. Hymne an die Musik.
4-, De Martelaars van het
(Jolyseum.
TILBURG.
Zondag 11 dezer, des middags 12 ure,
Feestconcert door de liedertafel „Souvenir
des Montagnards", directeur de lieer Leo
Swagemakers.
Uitvoering van liet verplichte koor en het
stuk naar eigen keuze, waarmede op den
nat. zangwedstrijd te Utrecht (in de hoogste
afdeeling) de tweede prijs werd behaald,
in concurrentie met elf zustervereenigingen.
Zie verder programma.
DRUNEN.
Maandag 12 dezer, des avonds 6 ure, con
cert door de harmonie „De Eendracht'' ten
huize van den heer C. van Huiten.
van
van
WAALWIJK, 10 December 1887.
Bij kon. besl. is op verzoek eervol ontslag
verleend aan dr. M. H. J. Ruland, als off.
van gez. 2e klasse bij de d.d. schutterij te
Tilburg, en als zoodanig benoemd dr. C. A.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der
belastingen te Groningen den heer Toewa-
ter, thans te Tilburgte Tilburg den heer
Kooi, thans controleur aldaar.
Z. M. heeft benoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw, o. a.
het lid der tweede kamer Schaepman.
/^\Bij de heden alhier gehouden herstem
ming voor een lid der kamer van koophan
del, is gekozen de heer C. G. van der Heij
den, met 49 van de 81 uitgebrachte stemmen,
tegeq 31 op den heer H. Witlox. 1 Blanco.
X Naar wij vernemen krijgt de harmonie
St. Chrispijn alhier verschillende nieuwe be
stuursleden. Als voorzitter wordt genoemd
de heer C. R. M. Ficq, als secretaris, de
heer A. Rubbens, als commissarissen de hee-
ren Zijlmans, Jacq. van Riel en J. A. Le
Blanc.
Naar wij vernemen zal Tilburg, waar
de edele toonkunst met zoo veel succes be
oefend wordt, spoedig ook eene orchestver-
eeniging krijgen. Onderscheidene jongelui
uit den deftigen stand, en begaafd met veel
aanleg, zijn reeds tot toetreding besloten,
zoodat de ijverige pogingen van den heer
Kessels, directeur der N. K. harmonie, van
wien het initiatief is uitgegaan, alle kans
van slagen hebben.
Het nieuw opgerichte kiesdistrict Ooster
hout beeft dezer dagen den heer mr. Bahh
mann uitgenoodigd bij eene eventueele ver
kiezing niet voor Tilburg maar voor Ooster
hout zitting te nemen in de tweede kamer.
Den heer Armand Diepen werd daarop
door Tilburg een zetel in het parlement
aangeboden. De heer Diepen heeft echter
dit aanbod niet aangenomen, en van verschil
lende zijden wordt er nu op aangedrongen
den heer Bahlmann toch voor Tilburg can-
didaat te stellen.
In het nieuwe kiesdistrict Waalwijk ver
neemt men tot dusverre nog niets van eenig
politiek leven. Van het nemen van voor
bereidende maatregelen tot het oprichten van
kiezersvereenigingen in een of andere richting
hoort men nietsnamen van personen die
voor een candidatuur in. aanmerking zouden
kunnen komen, worden niet genoemd. Men
schijnt daar maar kalm en gelaten te willen
afwachten wat de dii majores zullen goedvin
den te bepalen.
In verschillende dagbladen worden bij ad
vertenties door H. Mulder Rzn., boekbandelaar
te Deventer, aangebodDn tegen den spotprijs
van f 1 vijf fraaie dichtbundels daarenbo en
tweehonderd overheer'ijkste werken en een cadeau
van f 5 gratis, tegen toezending van f 1 in post
wissel of postzegels franco thuis.
De officier van justitie te Zutfen waarschuwt
tegen het zen len van geld of postwissels aan
dat adres daar ook den commissaris van poli
tie te Deventer herhaaldelijk klachten zijn inge
komen dat afzenders van postzegels of post
wissels niets zelfs geen antwoofd ontvi.igen,
wanneer zij om toezending van de pakketten
schreven terwijl zij aan wie pakketten waren
toegezonden slechts liedjes ontvingen.
Kaatsheuvel, 9 December. Gisterenavond
gaf de Harmonie Apollo in de zaal van den
Heer C. Mombers alhier een concert ten
voordeele van de armen der Vereeniging van
den H. Vincentius Paulo. Het rijke pro
gramma, waarop ook de naam voorkwam van
den Heer A. de Winter, den ook in deze
streken algemeen bekenden karakter-comiek,
beloofde een genotvollen avond. De opkomst
van 't publiek was buitengewoon, zoodat de
vrij ruime harmoniezaal veel te klein bleek
om aan elk der aanwezigen een zitplaatsje
aan te bieden. De verwachting van de zijde
van 't publiek was hoog gespannente midden
eener ademlooze stilte bracht „Apollo" hare
schoone nummers ten gehoore, en oorverdoo-
vend waren de toejuichingen, welke haar aan
't slot der verschillende stukken ten deel vielen.
De harmonie Apollo heeft dan ook den goe
den naam, welken zij zich in den loop van
dit jaar bij den wedstrijd te Nijmegen ver
wierf, volkomen bevestigdmet recht mag
zij worden aangehaald als een treffend bewijs
der waarheid, dat volhardende oefening ge
paard met uitstekende leiding de grootste
moeilijkheden ook op muzikaal gebied te bo
ven komt. Van ganscher harte wenschen wij
haar toe, dat zij onverdroten voortschrijde
op de baan der edele toonkunst, van het
kunstlievende publiek bij voortduring steun
en medewerking moge ontvangen en haar
hoog gewaardeerd streven naar muzikale vol
making dienstbaar make aan 't edele pogen
om 't harde lot van den arme te verzachten.
De heer A. de Winter trad op met een
geheel nieuw repertorium. Wij weten niet,
wat wij in dezen heer 't meest moeten be
wonderen zijne fijne opmerkingsgave of zijn
talent van weergeven en voordragen. Wat
deze kunstenaar ten tooneele voert, leeft en
openbaart dat leven op de meest comische
wijze. Men ziet niet meer den acteur, men
aanschouwt in levenden lijve Kobus of Jan
of hoe zijne typen heeten mogen. Dat elke
zijner voordrachten met stormachtig applaus
besloten werd, is 't noodig dit hier bij te
voegen
Van den heer De Winter nemen wij geen
afscheid; wij roepen hem een hartelijk »tot
weerziens toe.
De Heer Jac. van der Wee, secretaris der
Vereeniging van den H. Vincentius A Paulo,
betuigde ten slotte in gevoelvolle en schoone
woorden den dank dier Vereeniging aan allen,
die door hunne medewerking of door hunne
tegenwoordigheid hadden bijgedragen tot het
treffen van 't verheven doel, dat men zich met
dit concert had voorgesteld.
Capcllc, 9 December. De gemeentebegroo-
ting van Capelle voor 1888, vastgesteld in
ontvang en in uitgaaf op f 16.008.02 is door
Ged. Staten goedgekeurd bij besluit van 1
Dec. 1887 G No. 128/31.
De rekening dier gemeente over 1886 is
door Ged. Staten gesloten in ontvang op
f 16.923.66 en in uitgaaf op f 15.534.395, al-
zoo met een goed slot van f1389.265.
ST. MEDARDUS en ROZENKONINGINNEN.
St. Medardus, die in de 6e eeuw onzer jaartelling leefde en
bisschop van Noijon, benevens heer van Salency was, vervult
in F 'rankrijk de roldie in Holland aan St. Margariet wordt
toegekend.
Quand il pleut a St. Médard (8 Juni)
II plent quarante jours plus tard,
zegt een volksrijmpje.
Allicht zou men daaruit besluiten dat St. Medardus in zijn
tijd geen gemakkelijk heer is geweest. Die meening is echter
ongegrond. Integendeel, wat wij van den man weten kenschetst
hem ons als een edel, als een uitstekend mensch, die de meest
mogelijke zorg koesterde voor het stoffelijk en geestelijk belang
der aan hem toevertrouwde kudde.
Vooral de onkreukbare deugd der jonge meisjes stelde hij op
hoogen prijs en hij bevorderde die zooveel in hem was. Het
was daarom, dat hij elk jaar aan het deugdzaamste meisje van
Salency, zijn heerlijkheid, eeu krans of hoofddeksel van rozen
en een som van vijf en twintig ponden schonk.
Lach niet, lezeressen of lezers, om die 25 ponden. Ten tijde
van Karei den Groote, dus een paar honderd jaar later, was
een pond nog ruim 60 frank van onze tegenwoordige munt
waard, zoodat de gift ganscli niet onbeduidend was. Trouwens
de prijs was ook niet zoo geheel makkelijk te verdienen. De
bisschop stelde strenge voorwaarden. Niet alleen moest de
deugd van het meisje zelve boven allen twijfel verheven zijn
maar ook op den levenswandel van hare ouders, broeders, zus
ters en verdere betrekkingen tot den vierden graad ingesloten,
moest niets aan te merken vallen.
Één enkel ietwat loszinnig neefje of nichtje kon dus alle kans
op dezen prijs voor altijd benemen.
In onzen tijd zouden deze voorwaarden de toekenning van den
prijs misschien uiterst moeielijk, zoo niet veeltijds onmogelijk
maken. Toenmaals scheen het echter, althans te Salency, an
ders gesteld te zijn het blijkt ten minste uit geen enkel kro
niek, dat één enkel jaar er geen meisje te vinden was, waar
dig om, zooals men het heette, Rosière te zijn. Toch werd met
die voorwaarden geenszins de hand gelicht.
Uit haar die zich kandidaat stelden werd door Medardus, en
lat§r door zijn opvolgers, de meest waardige en aan alle ver-
eischten voldoende uitgekozen. De naam dezer uitverkoorne
werd den eerstvolgenden Zondag in de kerk van den predik
stoel afgelezen en eerst wanneer niemand eenig gegrond bezwaar
tegen de keuze inbracht, werd de prijs toegekend.
De latere heeren van Salency, die deze instelling voortdu
rend in eere hielden, maakten van de kroning der Rozenkoningin
eep waar feest.
De gelukkige werd in het wit gekleed, terwijl het haar in
lange vlechten of krullen over de schouders moest hangeu.
Aan haar geheele tooisel werd de meeste zorg besteed. Met
haar ouders en verdere bloedverwanten, en vergezeld van 12
insgelijks in het wit gekleede jonge meisjes en even zooveel
jongelieden iu feestgewaad, werd zij in optocht met muziek
aan het hoofd naar het kasteel geleid, vanwaar zich de stoet,
met den heer Salency en van diens echtgenoot naar de kerk begaf.
Uit de kerk ging men naar de kapel van St. Medardus, waai
de eigenlijke plechtigheid plaats had de kroning. Was deze
afgeloopen, dan werd de Rozenkoningin toevertrouwd aan de
zorgen van de notabelen der plaats, die haar ten feestdisch
geleidden. Deze feestdisch werd gewooulijk aangerecht in de
hoofdstraat van Salency, onder de oogen eener juichende me
nigte.
De tafel was dan bedekt met een helder wit laken, waarop
6 borden, 6 servetten, 2 messen, een gevuld zoutvat eu 2 gla
zen prijkte. De gerechten bestonden uit twee witte broodjes
van eeu sou, een stuk kaas vau 15 centim, 50 noten, 2 halve
fiesschen rooden wijn en een karaf water. Ziedaar, alles.
Het getal 2 moet waarschijnlijk worden uitgelegd als volgt
No. 1, de Rozenkoningin; No. 2, haar aanstaande echtgenoot.
Wat de andere vier borden en servetten, die ongebruikt ble
ven, aaugiug, daarvan konden de plaatsen gevoeglijk dienen
voor de Chevalier de la Triste-Figurcdie telkens zijn wang
afwischte, als hij een dame door een ridder had laten omhelzen
In latere eeuwen breidde zich de instelling der Rosières uit
over verschillende streken van Frankrijk, hoofdzakelijk over
Normandië en de -omstreken van Bordeaux. Doch ook in die
van Parijs worden thans jaarlijks Rozenkoninginnen gekozen,
met name te St. Denis, Surennes, Nanterre, Puteaux Enghien
enz.
De dag der kroning is een groote feestdag. De geheele
plaats is dan versierd met groen en bloemen, of overal wap
pert de vlagop den weg waar de Rosière langs komt, worden
eere bogen opgericht 's avonds wordt vuurwerk afgestoken en
op het stadhuis een bal gegeven. Het is aan den arm van den
maire dat het gelukkige meisje naar de kerk geleid wordten
aan het feestmaal ter harer eere op de mairie gegeven en bij
welke gelegenheid haar een zijden Beurs met nieuwe goudstuk
ken wordt overhandigd, is haar plaats aan de rechterzijde van
den maire. 's Avonds is deze het, die met haar het bal opent.
De Rosière steeds een meisje uit den behoeftigen stand,
meestal een die de kost verdient voor een ouden vader of een
gebrekkige moeder, of wel, die werkt voor haar jongere broer
tjes of zusjes, wordt dien dag door iedereen toegejuicht; dui
zenden verdringen elkaar om haar te zien, van alle zijden
worden haar bloemruikers toegeworpen.
Het was ook een Rosière, die het allereerst in het bezit was
van een aandeel in de Panama maatschappij.
Het jonge meisje namelijk dat iu 1880 te Nanterre tot
Rozenkoningin gekozen is, een allerliefst 18 jarig strijkstertje
de kostwinster harer hoogbejaarde moeder, ontving 's middags
op het feestmaal dat de maire te harer eere gaf, uit handen van
den heer de Lessepseen der gasten als een toegiftje het eersto
aandeel dier maatschappij.
De kroning der Roisères heeft gewoonlijk plaats in het voor
jaar; die te Nanterre opent de lauge reeks, en gewoonlijk zijn
het waschmeisjes, strijkstertjes of naaisters aan wie de prijs
afwisselend van zes honderd tot tweeduizend frank ten deel
valt.
Bij de instelling van sommige Rozenprijzen zijn bijzondere
bepalingen gemaaktbijv. dat de prijs slechts zal worden
uitgekeerd zoodra de bekroonde in het huwelijk treedt of wel
dat zij zich op den dag zelf in het echtgareel moet verhinden.
De laatste bepaling komt veel voor. Maar hoe het gemeente
bestuur die uIb prijsrechter optreedt, dau eigenlijk te werk
gaat, begrijp ik niet te best.
Schrijft zij het meisje harer keuze eeuige weken te voren
voor een man te zoeken? Roept zij de jonge mannen intijds
bijeen om er hen opmerkzaam op te maken dat juffrouw die
eu die is aangewezen voor de aanstaande Rosière, op voor
waarde dat er iemand is die op den dag van het Rozenfeest
met haar in den echt wil treden, of wel bepaalt het zijn keuze
alleen op de jongelieden van wie het bekend is dat zij eerlang
gaan trouwen Zie dat ben ik nooit te weten gekomen.
Nu ik bezig ben over Rosières te spreken en daarbij ook
waschmeisjes en strijkstertjes noemde, valt mij een geschiedenis
in, uit het straksgenoemde jaar 1880, en waarbij eene wasch-
vrouw, een Rozenkoniugin en ik betrokken waren.
Het was in het begin van Juni en ik had een berg goed
klaar liggen voor mijn waschvrouw. Ik wachtte het mensch
al sedert een week, de bei'g groeide steeds aan gehaald
werd er niets. Daar lees ik op een goeden dag in het Han
delsblad, dat onder de Parijsche waschvrouwen een werksta
king is uitgebroken. Och daar heb je het aldacht ik
nu Begrijp ik waarom mijn blanchisseuse mij laat zitten. Maar
hoe dom dat ik het Parijsche nieuws moet lezen in een bui
tenlandsche gazet. Als Parijsche verslaggever van buitenland
sche bladen schaamde ik mij over mij zelf.
't Was waarlijk te erg; te erg zelfs om het te kunnen go-
looven. Ik wilde er daarom haring of kuit van hebben en
ging onmiddelijk mijn waBchvrouw opzoeken.
«Madame, waar blijft ge toch ge hadt de vorige week
mijn goed al moeten halen, maar ik zie u in geen velden of
wegen
«Och mijnheer, neemt u me niet kwalijk, om u de waar
heid te zeggen heb ik glad vergeten naar u toe te gaan
maar ik zal dadelijk komen."
«O, zoo, dan is het goed. Ik was al bang geworden dat ik
zelf naar het waschhuis zou moeten gaan, want. ik had ver
nomen dat de waschmeisjes het werk gestaakt hadden."
,,Het werk gestaakt Wel neen, mijnheer, daarvan is geen
kwestieze zijn opperbest te vreden. 1
,,Zoo, ik had het toch gehoord."