Nummer 32. Donderdag 19 April 1888. lij Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
antoon tielen,
GEWAAGD SPEL.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
ofc wi f feUm».
UITGEVER:
Waalwijk.
«Mes
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/11,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7" regels 0,60 doarbo/en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land°worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De opening der tentoonstelling te Brussel,
aanvankelijk op 5 Mei bepaald is tot 19
Mei uitgesteld.
Een diefstal van 400,000 francs is te
Brussel gepleegd bij den papierhandelaar
Olin.
De schuldige, Trotin genaamd, is de oudste
bediende van die firma en was met het
bestuur der zaak belast. Hij stal het ge
noemde bedrag niet in eens maar gaande
wegdoor valsche wissels en andere knoeie
rijen, sedert November 11.
Nog een ander bediende is in den diefstal
betrokken en Trotin moet te Charleroi ver
scheidene medeplichtigen hebben.
Hij is in hechtenis genomen.
Zondagavond is even voor den aanvang
der voorsteliing in den Alhambra-schouwburg,
te Brussel, de gaskroon in de zaal, terwijl
men bezig was deze te ontsteken, naar be
neden gestort. Deze kroon was fonkelnieuw,
een waar prachtstuk en woog 2300 kilogram.
Door dezen val zijn geen persoonlijke onge
lukken veroorzaakt. De schouwburg is voor
een paar dagen gesloten. Een onderzoek
naar de oorzaak van het ongeluk wordt in
gesteld.
Een verschrikkelijke moord is te Lom
beek St. Catherine gepleegd. Vrouw Coppens
heeft met een scheermes haar echtgenoot en
14jarigen zoon in den slaap vermoord. De
hoofden werden met een bijl bijna geheel
afgehakt.
De moordenares heeft zich daarna in een
put verdronken. Uit een brief, waarin de
ongelukkige in onduidelijke bewoordingen
spreekt van doopen, priester en kerk, maakt
men op dat de moorden in een vlaag van
godsdienst-waanzin zijn gepleegd.
Generaal Boulanger heeft in het Noorder
departement gezegevierd met een verplette
rende meerderheid. Hij is tot afgevaardigde
gekozen met 172,528 stemmen tegen 75,901
uitgebracht op Foucart en 9647 op Moreau.
Hij heeft dus 85,000 stemmen meer dan
zijne beide tegenstanders samen!
De republikeinsche pers slaakt een alarm
kreetmen heeft, zegt de „République fran-
gaise", gestemd tegen het recht, de vrijheid
en de eer. De reactionnaire pers zegeviert:
in dezen dag, zegt „le Gaulois", is de re
publiek zelve overwonnenen deze uitslag
moet onze hoop aanmoedigen. „Figaro" be
spot generaal Boulangermaar constateert
dat hij de hoop is der behoudsmannen. De
„Intransigeant" begroet het aanbreken van
een nieuw tijdperk.
De „Lanterne" èischt de ontbinding der
kamer, als een natuurlijk gevolg der stemming
van Zondag.
De verkiezing van Boulanger is de gebeur
tenis van den dag. Zijn populariteit, worm
stekig of nies is wel geschikt tot nadenken
te stemmen. Twee of drie jaar geleden zou
den de franschen gelachen hebben, als men
hun dezen veldtocht voor de dictatuur voor
speld had. Thans moeten zij toestemmen
dat alles mogelijk is. Generaal Boulanger
trotseert wind en golven. Eenige dagen
voor de stemming heeft men ten zijnen
laste buitengewoon zware feiten geopenbaard
't Is bewezen dat Boulanger trots zijn onbe
schaamd loochenensamenspande met de
vijanden der republiek, 't Heeft hem niet het
allerminste gedeerd. De partijen der rechter
zijde hebben hem met een driedubbel schild
omhangen en het volksbijgeloof heeft hem
"eerfe legende gemaakt.
Generaal Boulanger is een dapper soldaat,
die gaarne zijn bloed voor zijn vaderland
zou storten. Deze hoedanigheid behoort bij
zijnen stand maar 't is des te natuurlijker
hem die toe te kennen, omdat het de eenige
is, welke hij bezit. Men zegt dat hij door
zijne vurige redevoeringen het moraal der
nntie heeft opgebeurdo»tk zegt men dat
het leger vertrouwen in hem stelt. Maar
door de voorstanders der revanche aan te
moedigen, schept hij een allerernstigst gevaar,
en wat aangaat het vertrouwen, dat hij in
boezemt, misschien bestaat dit slechts in de
verbeelding. Het enthousiasme doet geen
wonderen meer in de moderne oorlogen
waar alles is werktuigkundewiskunde en
strategie, en als minister van oorlog heeft
hij meer bedorven dan goed gemaakt.
Als staatsman is hij niets; 't is een gewoon
eerzuchtigebereid om alles op te offeren
aan zijn grootheidsdroomen.
Intusschen, er zit storm in de lucht. Wel
zijn de tegenstanders der republiek nog ver
deeld, ofschoon vereenigd om af te breken
en 'l is mogelijk dat Frankrijk een oogenblik
van energie en fierheid terugvindt. Maar
men schrikt als men ziet welken weg Bou
langer reeds heeft afgelegd. Het leger, dat
reeds zooveel schokken heeft doorstaan, moet
in 't geheim bewerkt zijn. De natie, uitgeput
en krachteloos, dobbert tusschen twee tegen
overgestelde stroomingen. Het vertrouwen
in de republiek verdwijnt, de oude overleve
ringen komen weder boven.
Er is nog niets bepaalds men weet nog
niet nauwkeurig wat men wilmaar in de
onbepaalde rilling die het luchtruim doorloopt,
ligt een bedreiging van storm opgesloten.
Zondagavondheerschte te Parijs tengevolge
der verkiezingen in het Noorder-departement
een buitengewone opgewondenheid. Boulanger
dineerde met eenige vrienden in het restau
rant Durand. Een groote volksmassa was
op de been. welke de passage versperde; de
rijtuigen werden tegengehouden, en de koet
siers werden genoodzaakt: „Leve Boulanger!
te roepen.
In eenen brief aan de kiezers in het
departement van het Noorden zegt Boulanger,
dat de 15e April de dag zal zijn, van welken
in waarheid de bevrijding dagteekent. „Poli
tici zouder programma vereeuwigden zich
zeiven op hunne banken doende als begre
pen zij mijne geloofsbelijdenis niet. Gijl.
hebt haar wèl begrepen, en de ontbinding
verlangd van de kamers, zoowel als de
herziening van de constitutie. Frankrijk eischt
dat er eene Constitueerende Vergadering kome,
welke aan het volk in de republiek de groote
plaats zal gevendie het moet innemen.
Onze belangen zijn die van het vaderland
en van de republieken deze belangen moe
ten wij verdedigen. Gezamenlijk zullen wij
ons wijden aan deze taak.
Een tarievenoorlogeenig in zijn soort,
staat op het punt tusschen Frankrijk en
Griekenland uit te breken. Het voorstel,
dat in de Fransche kamer is ingediend en
dat onder andere ook de invoerrechten op
de rozijnen wil verhoogenheeft in het
Helleensch koninkrijk groote beweging ver
oorzaakt. De handelaars der voornaamste
Grieksche steden moeten onderhande
lingen hebben aangeknoopt ter vorming
van een grooten bondwelks leden zich
allen zouden verbinden niets meer in Frank
rijk te koopen, zoo de bedoelde verhooging
van in invoerrechten wordt aangenomen. Het
oog om oog en tand om tand schijnt bij de
Grieken nog diep ingeworteld te zitten. Zij
willen den handel van Frankrijk afwenden
en wel ten gunste van Duitschland.
Dat zijn "dus de resultaten die dreigen
voort te vloeien uit de protectionistische
stroomingendie sedert eenigen tijd in
Frankrijk worden waargenomen en zelfs door
wetten worden gesteund.
Vrii naar het Hoogduitsch vau HERMINE
FRANKENSTEIN,
57 door LUCIFER.
Hoofdstuk XXXI.
HOE LILLY HET IIUIS VAN Mrs. BRIDGE
VERLAAT.
Ge behoeft in 't geheel de hand niet aan mij
te slaan, mr. Bridge, zeide het jonge meisje ont
steld voor den advocaat achteruit wijkend. Ik
zal heel bedaard uw huis verlatenwijl gij het
beveelt; maar raak mij niet aan.
Zij ijlde de trap af, gevolgd door liet edele
echtpaar en wierp op de benedenste verdieping
eenen angstig onderzoekenden blik naar de deur
van mrs. World. Maar deze werd niet geopend
en zij ging stil naar buiten.
De tuindeur was openen daar voor stond
een rijtuig, waarop Lilly's koffer zich reeds be
vond: i p
De rechtsgeleerde opende het portierschoot
Lillydie het niet waagde wederstand te bieden,
naar binnen, en riep den koetsier toe: „Naar
het station."
Vervolgens eloot hij het portierliet rijtuig
reed langzaam wegterwijl de Bridge's zegevie
rend in de villa terugkeerden.
„Ik zal de oude wel weten te verzoenen/'
mompelde mr. Bridgezich vergenoegd de han
den wrijvend. „Ik zal haar zeggen dat het meisje
uit eigen beweging is weggegaan, na bekend te
hebben eene bedriegster te zijn en eigenlijk James
te heeten. Kom binnen Lauraneg zijn wij niet
geheel verloren 1"
Nu al was hij ook nog niet geheel verloren
toch was hij den ondergang nader bij, dan lnj
wel dacht. Hoe slim hij ook was, toch had lnj
zich in Lilly bedrogen.
Toen zij een eindje de straat op gereden was,
liet zij het raampje naar beneden en trok den
koetsier bij den mouw.
„Wij moeten omkeeren," zeide zij zachtjes;
pik heb geen geld bij mij.' „Zoohebt gij uwe
beurs vergetenmiss sprak de koetsier.
„Goed, dan zullen wij terugkeeren."
Hij draaide om en reed terug.
Lilly beval hein midden op de straat te blij
ven staan op een punt, waar de wagen gezien
kou worden van uit de vensters der voor
zijde. Die van mrs. World's vertrekken zagen
op de straat uit. De jaloezieën waren opgetrok
ken en vol hoop keek Lilly naar boven.
„Kunt gij niet een teeken geven, dat men daar
boven lioofen kan?" vroeg Lilly op de vensters
wijzende.
De koetsier knikte, keek onderzoekend de
straat langs of er geen politie-beambte te zien
was en stiet toen een zoo scherp gelluit uit, dat
daar boven niet alleen mrs. World en Brown,
maar ook mr. en mrs. Bridge naar de ramen
vlogen.
Mrs. World herkende Lilly, zag het rijtuig
met het koffer er op en begreep onmiddelijk wat
er gebeurd was.
Brown rukte het venster open.
„Koetsier, wacht een oogenblik," riep nu de
oude vrouw roet luider stemme. „We zijn hier
met tweeën, die gij nog mede moet nemen, met
onze bagage. Ik betaal u dubbel tarief
wacht maar tot wij beneden komen.
Zij verdween van 't venster op 't zeilde oogen
blik dat de advocaat naar buiten kwam springen
en den koetsier beval oogenblikkelijk verder te
rijden.
'Deze echter, door de belofte der oude vrouw
verlokt, week niet van de plaats.
Mr. Bridge spoedde zich toen, van zijne vrouw
gevolgd, naar de kamer van mrs. World.
Juist verliet deze dezelve, leunende op den
arm harer trouwe Brown, geheel reisvaardig.
De advocaat wilde de oude vrouw tegen eiken
prijs terughouden en ging zich daarbij te bui
ten aan allerlei lasteringen en verwenschingen
tegen Lilly.
„Laat snel mijne koffers beneden brengen,"
zeide mrs. World zonder naar hen* om te zien.
„Kom vlug, Brown; het rijtuig staat benedenen
wij moeten ons haasten; als wij gauw zijn, kun
nen wij den sneltrein nog halen."
Zij ging zonder groeten de Bridges voorbij en
dezen volgden haar smeekend in den tuin.
De koetsier, welken mrs. World door middel
van een goudstuk spoedig tot bondgenoot gemaakt
had haalde de bagage naar beneden en laadde
die op het rijtuig.
Mrs. World en Brown stegen bij Lilly in en
de koetsier ging op den bok zitten op dat oo
genblik kwamen de Bridges nog naderbij, om
een laatste vertwijfelde poging te doen de ver
dwijnende 50.000 pond der oude dame terug te
houden.
Mrs. World wenkte lioonend met de hand en
riep op zegevierenden toon
„Vaartwel, mr. en mrs. Bridge; mijne dochter
en ik zullen aan het station samen ontbijten en
ons middagmaal zullen wij te huis gebruiken.
Mijne arme, teleurgestelde vrienden, als ge soms
in nood geraakt, schrijft dan aan mijne erfgena
me zij zal u zeker een ondersteuning zenden.
Koetsier naar het station
En het rijtuig vertrok.
Hoofdstuk XXXII.
LILLY'S NIEUW LEVEN.
Na haren, zegepralenden uittocht uit de villa der
Bridges, waar zij het berekenende paar in diepe
neerslachtigheid 'hadden achtergelaten, begaven
zich mrs. World, hare trouwe bediende Brown
en Lilly zonder verdere stoornis onverwijld naar
het spoorwegstation.
De sneltrein zou pas over een kwartier ver
trekken daardoor had Brown den tijd een tele
gram te zenden aan de huishoudster van mrs.
World dat hare meesteres onmiddellijk terugkeer
de en eene jonge dame als gast medebracht, en
wenschte dat aan deze een waardige ontvangst
werd bereid.
Juist toen dit geschied was stoomde de snel
trein het station binnen en onze reizigers beste
gen een coupé eerste klasse. De reis werd veilig
volbracht. In het huis van mrs. World aange
komen leidde Brown hare meesteres en Lilly
in eene elegante ontvangkamer en ontlastte de
oude vrouw van hoed en mantel.
Een bediende droeg de bagaee binnen en eer
Lilly nog recht wist wat zij doen moesttrad
de huishoudster binnen, en mrs. World riep haar
tot zich.
„Mrs. Douglas," zeide zij met heldere, duide
lijke stem, terwijl zij een teederen blik op de
slanke in 't zwart gekleede gestalte van Lilly
wierp„ik heb mijne nicht miss Lark die ook
mijne aangenomen dochter en erfgename is, me
de naar huis gebracht.
Laat de beste kamer van het heele liuis voor
haar in orde maken, mrs. Douglas de gele
kamer. Ah is dit reeds geschied Bestbreng
dan miss Lark daarheen en zorg dat haar koffer
boven komt. Laat ons zoo spoedig mogelijk een
ontbijt gereed maken; we zijn half verhongerd.
De huishoudster boog en geleidde Lilly de
breede marmeren trappen op naar de pronkkamer
des huizes. Daar liet zij Lilly alleen, om haar
gelegenheid te geven haar liaar to.let in orde te
maken en keerde tot hare meesteres terug.
Op de elegante toilettafel lagen haarborstels en
kammen van ivooren Lilly begon hare haren
daarmede op te maken.
Hare armoedige kleeding scheen in dit sierlijke
vertrek niet op hare plaatsmaar betere had zij
nieten met een lichten zucht maakte zij haar
toilet zoo goed mogelijk.
Toen zij hiermede gereed was begaf zij zien
naar de kamer harer weldoenster en onmiddelijk
werd een rijkelijk maal opgediend.
Na afloop liet zich mrs. World door Brown en
Lilly naar hare gewone woonkamer brengen
waar zij in een grooten leunstoel plaats nam.
Brown," zeide zij zoodra zij daar zat, „breng
mij mijn schrijfgereedschap ik heb een brief
te'schrijven.
Brown bracht eene uiterst sierlijke schrijfcas
sette die zij op een tafeltje voor hare meesteres
Mrs!6'World schreef met bevende handen een
brief aan haren rechtsgeleerden raadsman dien
zij verzocht onmiddellijk bij haar te komen, daar
zij eene aangelegenheid van het hoogste gewicht
met hem te behandelen had.
Een paar uur later verscheen mrs. Bnrgesz, de
raadsman van mrs. World, en werd dadelijk bij
de oude dame toegelaten, 't Was een knappe
oude man, buitengewoon scherpzinnig en van
ganscher harte de belangen toegedaan zijner
clientewier persoonlijke vriend hij was.
Mrs. World stak hem beide handen toe en nep
uit
„Mijn vriend, ik heb eene verrassing voor u,
Op mijn verzoek hebt gij langen tijd mijne
nicht Liliy gezocht, en, in weerwil van de hulp
eens detectives, hebt gij haar niet gevonden. Ik
ben noch advocaat noch detectivemaar ik ben
slimmer dan deze beiden. Ik heb mijne nicht
gevonden en hier is zij. Treed nader, Lilly.
Mr. Burgeszdit is Lilly Larkde dochter mij
ner nicht Alice Lark."
Lilly boog; de advocaat keek het meisje ver
rast aan.
„Ik vraag u om verschooning, mrs. World," ant
woordde hij, „maar uwe nicht Lilly Lark is
doodj
(Wordt, vervolgd.)