Rumenie.
BINNENLAND.
Burgerlijke stand.
Handelsberichten.
UITVOERINGEN.
geweest van een bondgenootschap tusschen
Italië en Engeland ter bewaring van het
politiek evenwicht in de Middellandsche Zee.
Voorts wordt de behandeling tegemoet
gezien van het handelsverdrag met Frank
rijk zoo vurig door de Italiaansche han
delswereld verlangd maar door de protectio-
nisten tegengewerkt. Het ministerie Crispi
zal dus een zware proef moeten doorstaan
de oppositie kan haar kracht beproeven.
De paus is zoozeer vermoeid door de
vele receptien dat de geneesheeren volsla
gen rust en onthouding van alle staatszaken
voorschreven.
Te Catania (Sicilië) werd dezer dagen op
klaarlichten dag en in eene drukke straat een
meisje geschaakt. De jonge dame Agatina
Prestinicolakwam met hare moeder uit de
kerk toen zij opeens door een troep mannen
omringd werddie haar, vóór hare ontstelde
moeder nog recht wist wat er gebeurde, in
een rijtuig tilden en ruet haar wegreden.
De politie ontdekte spoedig den schaker
zekeren Clientieen afgewezen minnaar van
het meisje. Hij werd na twee dagen gevon
den in het buitenverblijf van een zijner vrien
den waarheen hij zich met Agatina begeven
haden daar in hechtenis genomen..
Voor de rechtbank verklaarde hij, dat het
meisje hem verzocht had haar te schaken
en zich slechts voor de leus daartegen had
verzet. Maar Agatina verhaalde hoe hij haar
in de twee dagen, welke zij bij hem moest
doorbrengen, mishandeld had, en riep hem
bevend van verontwaardiging toe „Moor
denaar 1 A Is het gerecht u niet straftzal
ik je eigenhandig worgen
Een man die Clienti's voorstelling van de
schaking bevestigde, zal wegens valsche ge
tuigenis vervolgd worden. Het bleekdat
Clienti reeds een paar malen eene dergelijke
schaking had gepleegd en dat zijn beweeg
reden niet liefde voor Agatina maar zucht
naar geld was geweest (want het meisje is van
welgestelde familie).
Het procesdat veel opzien wekte ein
digde met de veroordeeling van Clienti tot
7 jaren gevangenisstraf.
Talrijke benden opstandelingen maken de
omstreken van Bucharest onveilig en eiken
dag wordt de wensch te kennen gegeven de
hoofdstad binnen te dringen. Verscheidene
dorps-burgemeesters en geestelijken zijn ge
dood. De boeren eischen van de regee
ring een nieuwe verdeeling van grond. In
verschillende richtingen zijn de telegraaflijnen
afgesneden. De regeeringsambtenaren en
officieren van justitiedie door het gouver
nement uitgezonden zijn om een onderzoek
in te stellen worden door de boeren gevan
gen gehouden. Uit Bucharest zijn per extra-
treinen versterkingen aangekomen!
WAALWIJK.
ZONDAG 22 dezer des middags 12 ure
op de bovenzaal van den heer A. N. van
Rieldoor de harmonie „l'Espérance".
1. Volapuk, pas redoublé. Werkman.
2. Scène et Choeur de l'opéra
Le Trouvère. Verdi.
4. Les Voltigeurs, marche militaire. Tack.
WAALWIJK, 21 April 1888.
Blijkens een gisteren avond ontvangen te
legram heeft Z. M. de koning de voordracht
geteekendzoodat het ministerie is samen
gesteld als volgt:
Mr. JE. baron Mackay, binnenl. zaken;
Jhr. mr. G. L. M. H. Ruys van Beeren-
broek, justitie
Jhr. mr. K. A. Godin de Beaufort, financiën;
Jhr. C. Hartsen, buitenl. zaken;
Mr. L. W. C. Keuchenius, koloniën;
Kolonel J. W. Bergansius directeur der
artillerie-inrichtingen te Delft, oorlog;
Kapitein ter zee Dyserinck, marine, en
J. P. Havelaarhoofdingenieur van den
provincialen waterstaat in Drenthe, waterstaat,
handel en nijverheid.
De Staatscourant van heden bevat het eervol
ontslag van het oude en de benoeming van
het nieuwe ministerie.
u- De herijk van maten en gewichten zal
voor deze gemeente plaats hebben op de
teekeDSchool alhier, op 2 3, 4 en 5 Mei
a.s., en wel op 2 en 4 Mei des nam. van 2
tot 6 uur, op 3 en 5 Mei des voorm. van 7
tot 12 uur.
Op Maandag 30 April a. s., zal ter
secretarie dezer gemeente gelegenheid worden
gegeven, tot het aanvragen van jacht- en visch-
akten of kostelooze vergunningen tot uitoe -
fening der visscherij voor het dienstj. 1888/89.
In een paar couranten uit den omtrek
vinden wij een bericht uit de Langstraat,
waarin een somber tafereel wordt opgehangen
van den toestand der lederindustrie en schoe-
nenfabricatie welke het lang niet voor den
wind gaat. De vrees wordt uitgesproken
dat, indien zij moet blijven worstelen tegen
de overmachtige en onbillijke concurrentie
van het buitenland, onze eenmaal zco wel
varende nijverheid eindelijk geheel zal ten
gronde gaan.
De inzender van dat artikeltje matige zijne
vrees; zijne bange vooruitzichten hebben geen
reden van bestaan vooral op 't oogenblik
over 't algemeen hebben de degelijke
schoenfabrikanten volop commissieverschil
lenden zijn er zelfs, die hun werkliedenper-
soneel hebben vermeerderd.
De boeman der vreemde concurrentie heeft
hier uitgediend, en bekwame schoenmakers
die er nog bang voor zijn, mogen gerust tot
de uitzonderingen gerekend worden.
De reden echter, dat enkelen het hard te
verantwoorden hebben, zal wel hoofdzakelijk
zitten in het feitdat, zooals bedoelde cor
respondentie zegtde schoenfabricatie nog
gedeeltelijk is in handen van menschen zonder
of met weinig kapitaal, dat het aantal be
drijven groot, maar de omvang der meesten
zeer gering is, dat de inkoop van grondstoffen
moet geschieden in 't klein uit de derde of
vierde hand, en dus op min voordeelige wijze.
Neemt men hierbij nog in aanmerking dat
onder de schoenmakers, zoowel als bij andere
vakken, lui zijn, niet volkomen op de hoogte
van hun tijd, dan begrijpt men van zelf dat
dezulken niet kunnen concurreeren, evenmin
met de binnenlandsche als met de buiten-
landsche vakgenooten. Dat eenigen op deze,
wijze een zekeren teringdood tegemoet gaan,
kan geen verwondering baren. Zulke lijders
zijn niet door hooge invoerrechten te red
den, maar onvermijdelijk tot ondergang ge
doemd binnen korter of langer tijdsverloop.
Maar de schoenfabricage in 't algemeen
weet zich hier, bij den strijd om 't bestaan,
naar omstandigheden zeer goed omhoog te
werken. Zij volgt hierbij 't voorbeeld dei-
looierij daar er per stuk minder verdiend
wordt tracht zijdoor goedkoop te leveren
meer débouché's te vinden ten einde door
grooteren omzet den minderen prijs te dekken.
Dien meerderen omzet krijgt zij juist door
het buitenlandsch werk van de Nederlandsche
markt te verdringen.
Wat de looierij aangaatdaarvan behoeft
men niet veel te zeggen ieder die de te
genwoordige Langstraatsche looiers kent en
de gave van opmerking bezit, weet zeer goed
dat de zaken dier heeren niet slecht gaan
integendeel.
Het malsche weder der laatste dagen
werkt uistekend op den toestand der weilan
den, die een prachtige groene kleur beginnen
te krijgen. Bimien kort zal het vee kunnen
worden ingesghaard tot groote voldoening
zeker van de veehouders.
De verleden Zaterdag te Capelle ge
houden verpachting van landerijen, onteigend
voor de verlegging van den Maasmond, heeft
opgebracht f 12832, makende met de opbrengst
der verpachting van den vorigen dagte
Waspik, f21,966. Vooral Zaterdag werden
zeer hooge prijzen besteed perceelen waar
voor men vroeger f 19 29 betaalde, golden
nu f 36 a f 56.
Over 't algemeen waren de prijzen te Was
pik lager dan te Capelle.
XVerleden Maandag heeft te Amsterdam,
ten bureele van 's rijks centraalmagazijn van
militaire kleeding enz., plaats gehad de in
schrijving voor de levering van 78000 paar
halve zolen, in 13 perceelen, en 104.000
paar achterlappen, in 13 perceelen.
Toegewezen zijn aan
H. D. ELIAS Co., Arnhem.
3 perceelen halve zolen van 6000 paar
f 0,44»Vioo-
3 perc. halve zolen van 6000 paar af 0,47.
3 af 0.4-8.
J. v. d. BERG, Baardwijk.
1 perc. halve zolen van 6000 paar h,f0.49.
SMITS, Bongen.
1 perc. halve zolen van 6000 paar af 0,44.
I 0,4o.
1 f 0,46.
H. D. ELIAS Co., Arnhem.
3 perc. achterlappen van 8000 p. a f 0.13
3 a f 0,14.
SMITS, Bongen.
1 perc. achterlappen van 8000 p. af 0,14
1 perc. „af 0,141/s
1 perc. af 0,15
De JONG, Leiden.
1 perc. achterlappen van 8000 p. a f0.14.
Van 1JECK, Amsterdam.
3 perc. achterlappen van 8000 p. f 0.1 ö1/»
In weerwil dat de zoollederprijzen, sedert
de laatste inschrijving, merkelijk gedaald zijn,
waren de prijsnoteeringen gemiddeld 15 pet.
hooger.
De vorige aannemers hadden hunne prij
zen niet verlaagd maar merkelijk verhoogd.
Kaatsheuvel, 21 April. Sedert ongeveer
drie maanden weerklinkt in de aan hout zoo
rijke streek tusschen Loonopzand en Kaats
heuvel de bijlslag van den houthakker. Uit
gestrekte dennenbosschen zijn reeds geveld,
terwijl nog verscheidene een dergelijk lot
wacht. De dikke stammen der rechtopgaande
boomen worden per tram vervoerd naar de
haven van Waalwijk, om verder perscheeps
gelegenheid de steenkolenmijnen, waarvoor
zij bestemd zijn,' te bereiken.
Raamsdonksvccr, 17 April. De tegenwoor
dig alhier beruchte rustverstoorder N. v. R.,
kreeg gisteren op 't werk aan den Maasmond
nabij Keizersvecr, van zijnen patroon eene
berisping, met het gevolg dat hij daartegen
bedreigingen deed en ten slotte in zijne keet
opzettelijk eene glasruit inwierp.
Drankmisbruik was alhier weder de oor
zaak. Scherpe controle daarop zou heilzaam
werken.
18 April. Zekere C. P., machinist op
't werk aan den Maasmond, droeg gepasseerden
Zondag-avond in de herberg „de Boompjes"
alhier eenige stukjes voor en ondervond daar
door algemeenen bijval.
Er schijnt echter toch weder een Judas
onder de aanwezigen te zijn geweest, want
toen hij even naar buiten ging, sloeg men
hem met een steen eene vrij diepe wonde in
't achterhoofd, waaruit hij hevig bloedde.
Drunen. De mazelen, die reeds eenigen
tijd in onze gemeente geheerscht hebben,
breiden zich al meer en meer uit. Aanvan
kelijk waren zij niet van een kwaadaardig
karakter; thans zijn zij van meer ernstigen
aard; twee sterfgevallen aan die ziekte zijn
voorgekomen.
Alleen de school te Wolfshoek is gesloten
geweest, omdat in 't gezin van het hoofd
gevallen van mazelen waren voorgekomen.
De toestand van den hoogeerwaarden
heer pastoor-deken is op 't oogenblik minder
zorgwekkend; nochtans zal er waarschijnlijk
nog geruimen tijd verioopen eer hij volkomen
hersteld is.
Zooals we reeds in 't kort mededeelden, heeft
de heer Bruntrijksveearts te Capelleverleden
Maandagavond op Mussis Sacrum, alhier, eene
verhandeling gehouden over //hondsdolheid.*
Spreker begon met een geschiedkundig over
zicht, waaruit bleek dat de hondsdolheid reeds
in de vroegste tijden bekend was.
Hij wees op 't ongegronde van het volksgeloof
aan spontane ontwikkeling, als oorzaak waarvan
genoemd worden; groote hitte, onbevredigde
gcslachtslust, gebrek aan drinkwater, te rijkelijke
of te schrale voeding enzde ziekte is daarente
gen van een uitsluitend besmettelijk karakter.
De onderzoekingen van Pasteur hebben bewe
zen dat de giftstof in de eerste plaats voorkomt
in de hersenen en het ruggemergin de tweede
plaats in de speekselklieren, traan- en melkklie-
ren en derzelver vochten; dat het gift vast is en
niet vluchtig en zich slechts ontwikkelt in het
dierlijk lichaam.
Uit proeven van Paul Bert valt ook te be
sluiten, dat het gift van lichamelijke natuur is.
J)e taaiheid der smetstof is grooter dan vroeger
werd aangenomen. Pasteur bewees dat eerst bij
vergevorderde rotting4 a 5 dagen na den dood
der dierende giftstof wordt vernietigd doch
dat alle omstandigheden, welke de rotting tegen
gaan, ook de giftstof langer haar besmettelijk
vermogen doen behouden.
De overbrenging der hondsdolheid is in alle
geval eene directe: door den beet; die door tus-
scliendragersbesmet houtwerkkleederen enz.,
is nimmer waargenomenook hebben opzettelijk
genome: proeven van uil het verteringskanaal
nog nimmer tot eenig resultaat geleid.
De hersenen en het ruggemerg schijnen de
gunstigste moederbodems voor de ontwikkeling
van 't gift. Volgens Pasteur ontstaat razende
dolheid wanneer de hersenen zijn en stille dol
heid wanneer het ruggemerg is de hoofdzetel der
giftstof. Entproeven hebben verder bewezen,
dat bij directe enting op de hersenen de ziekte
't snelst, en bij onderhuidsche enting de ziekte
later uitbreekt, naarmate de entplaats verder van
centraal organen was verwijderd.
Tusschen aansteken en uitbreken der ziekte
ligt een langer of korter tijdsverloop, incubatie-
tijdperk geheeten.
Alle huisdieren zijn vatbaar voor de ziekte,
duiven of hoenders niet uitgezonderd.
De vroeger aangegeven voorbeschikkende mo
menten geslacht, ras, ouderdom, klimaat, heb
ben geen invloed alleen het jaargetijde welin
den zomer komen de meeste gavallen voor.
De lijkopening biedt alleen algemeene veran
deringen zonder typische beteekenis daaruit al
leen kan men niet tot het bestaan der hondsdol
heid besluiten.
Bij de sectie vindt men de volgende verande
ringen vermageringspoedig rottendik, slecht
gestold donker rood bloed; in de maag allerlei
vreemde onverteerbare voorwerpenledige dar
men; milt en longen bloedrijk en vergroot.
Dat niet alle menschen of dieren, die worden
gebeten, dol worden ligt dikwijls daaraan, dat de
smetstof blijft hangen aan de kleederen of de
harenalvorens de tanden tot in het vleesch wa
ren doorgedrongen, en ook doordat de giftstof
door de opvolgende bloeding naar buiten wordt
weggespoeld.
Als voorzorgmaatregelen tegen het ontstaan
der hondsdolheid prijst spreker aan het invoeren
en streng toepassen eener hooge hondenbelasting,
waardoor onvermijdelijk vele honden worden
opgeruimd, het dragen van muilkorven en het
nakomen der reed? bestaande wettelijke voorschrif
ten.
Vervolgens behandelde spreker de methode
van Pasteur om het gift te verzwakkenen te
versterken; deze methode, door eene Fransche
commissie nauwkeurig onderzocht, is in orde
bevonden, zoodat als boven allen twijfel verheven
kan worden aangenomendat de giftstof zich
willekeurig laat verzwakken of versterkenzoo
dat in de toekomst de mogelijkheid niet is bui
tengesloten dat de hondsdolheid bij den mensch
door inenting kan worden bestreden.
Om de enting te bewerkstelligen op den mensch
neemt Pasteur een stukje gedroogd ruggemerg
van een dol konijn, vermengt dat met een soort
bouillon en spuit het onmiddellijk onder de huid
in; hij begint met zwakke giftstoffen, neemt da
gelijks sterkere, om te eindigen met de sterkste.
Na opsomming der bezwaren tegen de methode
Pasteur wordt gezegd, dat cauterisatie of uitbran
ding der wond door zwavelzuur, sublimaat of
gloeiend ijzer nooit mag worden uitgesteld.
Zooals reeds gezegd bestaan er twee vormen
van dolheid de razende en de stille.
Bij de razende onderscheidt men drie tijdper
ken
le. het voorboden tijdperk.
2e. het tijdperk van opwekking of irritatie.
3e. het paralytisch tijdperk of stadium van
verlamming.
Het voorboden tijdperk duurt bij honden 72 a
2 dagen. De dieren veikeereu dan gewoonlijk
in eene gemelijke, verdrietige stemming; zij zijn
prikkelbaar, nerveus, schrikachtig, onrustig,
wantrouwig en ook tegenstribbelend; zij veran
deren dikwijls van ligplaats en kruipen gaarne
weg; anderen zijn opvallend vriendelijk en ver
trouwelijk; ze hebben een abnormale jeukte aan
de vroeger gebetene plaatseen veranderden
smaak zoodat zij hun gewoon voedsel versma
denlikken bij voorkeur koude voorwerpen en
knagen of bijten aan alles, wat onder hun bereik
komt, slikken de onverteerbaarste dingen in en
lijden meestal aan verstopping.
Het tijdperk van opwekking of irritatie duurt
3 a 4 dagen en is gekarakteriseerd door aanval
len van woede en kramp.
Een aanval van woede kan eenige uren duren.
Onder toenemende verschijnselen van onrust too-
nen de dieren neiging tot ontvlieden, onophoude
lijk loopen zij naar de deur, trachten hun hok af te
breken en hun ketting stuk te springen. Is dit
gelukt en zijn zij in 'tvrije gekomen, dan loo
pen zij door heg en steg, zoeken verwijderde
plaatsen op, betroden vreemde hoven en akkers
en kunnen zoo in korten tijd enorme afstanden
afleggen. Op deze excursies vertoont zich toe
nemende bijtzucht; in 't begin minder, maar la
ter vallen zij blindelings alles aan, wat hun in
den weg komt en bijten zelfs in gloeiende ijzeren
stangen; soms keeren zij hunne woede tegen zich
zeiven en vermorzelen zich staart of pooten tot
op de beenderen. Voor menschep gaan zij zelden
uit den weg, en slechts bij uitzondering keert
zich hunne bijtzucht niet tegen dezen.
Van groote beteekenis is in dit tijdperk de
veranderde stemdie zich in een eigenaardig
lieesch, ruw, huilend blaffen uit, en waarbij de
eerste aanslag in een hoog en langgerekt gehuil
wordt verlengd. Bij andere honden treedt in plaats
van irritatieslaperigheid en sulligheid op den
voorgrond zij turen op één punt voor zien uit,
happen naar vliegendie er niet zijnhuilen
voortdurendzijn ongevoelig voor slagen of
stooten.
't Komt ook voor dat goed gedresseerde honden
tot bijna 't laatste oogenblik de bevelen huns
meesters blijven opvolgen.
In het paralytische stadium gaan de haren over
eind sta n. de oogen, diep in de kassen wegge
zonken, hebben een starende, terngstootende, af
schuwwekkende uitdrukking; de verlamming
treedt in, als: van de slikorganen, waardoor het
speeksel uit den mond loopt; v<n de kaak en de
tong, waardoor de belt open en de tong naar buiten
hangt; van het achterstel, waardoor de gang wag
gelend en tuimelend wordt.
Eindelijk komt de toenemende uitputting, waar
door het dier den 5en, 8en hoogstens den lOden
dag bezwijkt.
De stille dolheid verschilt slechts van de razende,
dqor het ontbreken van het stadium van opwek
king, zoodat onmiddellijk na het voorboden tijd
perk de verlammingstoestand intreedt, in de eerste
plaats de verlamming van den onderkaakde
dood volgt na 2 of 3 dagen.
De volksopvatting, dat een razende hond steeds
met den staart tusschen de beenen altijd maar
recht uitloopt, met roode uitpuilende oogen en
schuim op den bek, en groote vrees heeft voor
water, is onjuistintegendeel, dolle honden hebben
geen vrees voor water maar lekken het dikwijls
en zwemmen bij voorkomende gelegenheden door
slooten en rivieren.
De verschijnselen van dolheid bij den mensch
zijn
lo. In het voorboden tijdperk: algemeen ge
voel van onwelzijn, pijn aan de gebetene wond,
weerzin tegen al wat vocht heet.
2e. In het stadium van irritatie: aanvallen
van woede en razernij, krampen, slikkrarapen
op het zien van water, dorstgevoel; verder
ademhalings- en algemeene spierkramp, angst en
beklemmings-gevoel,prikkelbaarheid om derainste
aanleiding als: licht, geluid, een geringe tocht;
melancholie, sneekseluitvloeiing door de onmoge
lijkheid van slikken.
Het verlammingstijdperk loopt in 24 dagen af
en kenmerkt zich door verdere verlamming. Om
het bestaan van dolheid te onderscheiden valt
vooral te letten op de waarnemingen van den
eigenaar, de veranderde stem, zucht tot ontvlie
den, bijtzucht, verlamming, het typisch beloop
en de negatieve bevinding bij de lijkopening.
In vele gevallen is de ziekte slechts te consta-
teeren door ovcrenting op andere honden of ko
nijnen.
Ten slotte merkte spreker nog op, dat verschil
lende andere ziekten met hondsdolheid kunnen
worden verwisseld en dus vele horden voor dol
worden gehouden, die het in 't geheel niet zijn.
De waarnemende burgemeester, de heer Hoffrnans,
dankte den heer Brunt voor de genomen moeite,
waarna de conferentie was afgeloopen, die door
al de aanwezigen met groote aandachten belang
stelling was gevolgd en die ongetwijfeld haar
nut zal hebben.
Zeker zal het den toehoorders aangenaam zijn
nog meermalen populaire voordrachten van den
heer Brunt te liooren.
WAALWIJK.
Vanaf 14 April tot en met 20 April 1888.
ONDERTROFWD: Johannes Joseplius Verhoeven
met Pieternella Kroot.
GEBOREN Corn. Johannes Z. v. Petrus Berkel-
mans en Huberdina Maas. Marinus Z. v. Adriaan
Reniers en Antonetta Zegers. Hendri-
kus Z. v. Franciscus Moonen en Geertrnida
Antonetta van Riel. Hendrika D. van
Cornelis van Mier en Johanna Maria van
Gorcum.
OVERLEDENJohannes Petrus van Huiten 8m.
Martinus Johannes van Daelen, 15jaren.
Levenloos geboren kind van Hendrikus
van Hoorn en Catharina de Groot.
"WAALWIJK"20 April.
Er was.iets meer aanvoer van hoornvee ter
markt van heden en de handel tamelrk vlug.
Kalfkoeien f 90,a 297,50
Kalfvaarzen f70,a f155.
In prima waar was er niets aan de lijn ge
bracht. Wei vee werd vlug verkocht.
Biggen f4,50 a 11.75.
Lammeren f2,75 a 4.75 per stuk beiden met re
delijken aanvoer.
Ter botermarkt aangevoerd 907 KG. verkocht
van f0,91 a 1.21 per KG.
De huidenmarkt blijft ongeanimeerd. Bij
veel aanbod loopen de prijzen voor alle soor
ten nog steeds min of meer terug. Hoewel
voor leder nogal vraag bestaat en de omzet