Nummer 41. Zondag 20 Mei 1888. lle Jaargang. m Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Het Amerikaansch Tolverbond GEWAAGD SPEL. uil ANTOON TXELEN, G Staatkundig overzicht. UITGE VER: Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN De Echo van het Zuiden, s mt, tan, li i Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertenticn 17 regels 0,60 daarbo-en 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel- Verzonden gedurende de 2e helft der maand April 1888 geadresseerd aan onbekenden. Van Waalwijk. S. Polak. Voorst. F. Kersten. Waalwijk. Briefkaart. W. Arsie. Kunnende de brieven door tusschenkomst van het postkantoor terugbekomen worden. De directeur, VIS. In geheel Europa, maar vooral in Duitsch- landbegint zich groote belangstelling te openbaren in de hernieuwde pogingen, te New-York in het werk gesteld, om een tol verbond in het leven te roepen, dat de beide Amerikaansche continenten zoude omvatten. Nieuw is dit denkbeeld niet. Reeds in 1884, onder het bestuur van president Arthur, werd het aan de orde gesteld. Men benoemde zelfs eene commissie, belast met het noodige te doen om tot verwezenlijking van het ont werp te geraken. Deze commissie deed de voorloopige onderzoekingen en ging toen op reis. Zij trok heel Zuid- en Midden-Amerika door, maar de tamelijk koele of tenminste omzichtige ontvangst, die haar bijna overal ten deel viel, deed de voorstanders van deze groote staathuishoudkundige hervorming be sluiten gunstiger omstandigheden af te wach ten. Als wij ons goed herinneren betrof het toen alleen de handelsbanden tusschen de Vereenigde Staten en de landen van Midden- en Zuid-Amerika nauwer toe te halen. De tijd echter heeft dit plan uitgebreid. Thans heeft men op het oog eene reeks van maat regelen, die allen op hetzelfde doel uitloopen: de twee helften van Amerika één te maken in een staathuishoudkundig opzicht. Vrij naar het Hoogduitsch van HERMINE FRANKENSTEIN, 66 door LUCIFER. Hoofdstuk XXXVI. BESLISTE TEGENSTAND. „Ha, we zijn trotsch Gij zijt slechts een kind, Nina, en verzet u tegen het rechtmatig gezag. Uw vader heelt u geboden mij als eene dochter gehoorzaam te zijn. Ik ben niet onverstandig geweest en gij behoort mijne opgedane wereld kennis en ervaring hoog te schatten en u er aan te onderwerpen; zijt gij nog niet bereid dit te doen „Ik ben dat evenmin nu als ik het ooit zal zijn," zeide Nina met bliksemende oogen. Zijt gij werkelijk dwaas genoeg, mrs. Borne, om te veronderstellen dat gij mij tot een meineed zult kunnen dwingen Houdt gij mij werkelijk voor een kind, dat gij door schrikaanjagen wilt dwin- en aan onrechtmatige eischen te gehoorzamen Jij vergist u in mij. Over een iaar zult gij mij even ongezind vinden om u in deze aangelegen heid te gehoorzamen als nu." Mrs. Borne keek haar ongeloovig aan. .Mijne lieve Nina," zeide zij vleiend, „ik was zooeven beneden in de eetzaal en heb gezien dat ons een zeer kostelijk en smakelijk ontbijt wacht. Buiten is het een koude morgen, bijna als in Januari. Ik voel den kouden wind, die door uw venster heendringt. Denk eens, wat genot het zoude zijn met ons te gaan ontbijten. Er is voor u gedekt. Kom met mij naar beneden, Nina, en na het ontbijt zullen wij ons inschepen en huis waarts zeilen. Is dit geen aadiokkend beeld Wilt gij komen „Ik geloof dat aan liet deelnemen aan het ont bijt eene voorwaarde verbonden is," antwoordde Nina kalm. „Gij zult toch wel niet van inzicht veranderd zijn In plaats van daartoe nogmaals boden uit te zenden naar al de hoofdsteden, wil men thans beproeven in April van het volgend jaar een „nationaal" congres te Washington bijeen te krijgen. Op dit congres zullen de volgende punten in behandeling komen maatregelen, te nemen tot behoud van den vrede en tot ontwikkeling van den voorspoed der verschillende Amerikaansche staten. Vorming van een tolverbond. Daarstelling van drukke en regelmatige gemeenschap over zee. Vaststelling van een gemeen stelsel van munten, brevetten, maten en gewichten, enz. Aanneming van een algemeene munt eenheid van zilver en instelling van een scheidsgericht tot regeling van alle geschillen, die tusschen de verbondene staten zouden kunnen voorkomen. Te New-York vindt men dit plan grootsch, en 't is het ook werkelijk. Maar zal men het kunnen verwezenlijken De voorstanders toonen zich vol vertrouwen, en, als men hun tegenwerpt dat vroeger het plan, ofschoon veel minder uitgebreid, heeft schipbreuk ge leden, antwoorden zij, dat de omstandigheden zijn veranderd. In 1884, onder het republikeinsch bestuur, kon er geen sprake van zijn de protectionis tische staatkunde van de Ver. Staten grondig te wijzigen. En, naar hetgeen gemeld wordt, zijn de onderhandelingen, in Midden- en Zuid- Amerika aangeknoopt, afgesprongenhoofd zakelijk omdat alle landenmet welke men een verbond wenschte, voor alles de opheffing eischten van het beschermingsstelsel van het Noorden. De democraten zijn de republikeinen opgevolgd en president Cleveland heelt flink weg vrijhandel, of ten minste een zeer ge matigd stelsel van bescherming, in zijn vaan del geschreven. Hieruit leidt men af, dat de democraten wel eens zouden kunnen slagen, daar waar de pogingen der republikeinen mislukt zijn. 't Is waar, het bovenbedoeld congres zal niet plaats hebben voor na de presidents keuze maar de voorstanders der toleenheid wijzen op de steeds toenemende populariteit van den heer Cleveland, en op „Neen, ik meende dat gij wel tot andere in zichten zoudt gekomen zijn,zeide Victoria Borne lachend; „zijt gij overtuigd dat ik u niet in ver zoeking gebracht heb. „Ge behoeft slechts //ja" te zeggen en ge zult met ons ontbijten en nog heden gaan wij op reis naar huis." „Ge schijnt geen groote meening van mij te koesteren," zeide Nina bitter. „Mevx-ouw, ik ver koop mijn eerstgeboorterecht niet voor een goe den maaltijd. Ik geef de voorkeur aan water en brood tot aan het einde mijns levens, liever dan mij medeplichtig te maken aan uwe schandelijke plannen en eenen man te huwen, dien ik niet bemin." „Dan zal ilc uw ontbijt boven laten brengen," zeide mrs. Borne. „Ik had gehoopt dat gij met mij naar beneden zoudt zijn gegaan; maar mor gen vroeg zult gij waarschijnlijk niet meer zoo halstarrig zijn." Zij verwijderde zich en Celesta bi'acht op een blad water en brood. De Franfaise ruimde de kamer op, legde vuur aan, bracht hout en ver wijderde ziclx daarna, zouder een woord te spre ken. De volgende dag geleek dezen als een haar. 's Morgens kwam mrs. Borne met hare voor stellen en moest zich teleurgesteld verwijderen. Dan bracht Geleste water en brood, ruimde de kamer op en ging heen, om 's middags en 's avonds weder nieuwen voorraad te brengen. Maar Nina gaf niet toe Hare gevangenschap verminderde wel hare krachten maar niet haren moed. Hare lichtbruine oogen keken moedig en vastberaden, op haar bleek gelaat en om hare lippen speelde een vroolijk lachje van geduldige berusting, dat hare vijanden erg boos maakte. Den vierden morgen stond Nina op, met het vaste voornemen een poging te w.-gen om te ont vluchten. In geen geval kon zij haren toestand verergeren er. misschien gelukte 't haar wel de vrijheid terug te krijgen. Onder het aankleeden ontwierp zij een plan van welks slagen haar lot afhing. „Ik begin nu te gelooven, dat Ronald ïxxij hier nooit vinden zal/ dacht zij. „Ik moet dus mij zelve helpen/ Zij kleedde zich warm aan, verborg hare brie- de van nu afaan reeds waarschijnlijke her kiezing van den president. Sherman, zegt men, heeft weinig kans. Blaine zal zich waar schijnlijk niet beschikbaar stellen; om kort te gaan, men waarschuwt Europa, dat het groote plan van het Amerikaansch tolverbond niet meer kan beschouwd worden als een een voudige hersenschim, maar dat het integen deel ernstige gronden heeft gekregen voor een volmaakt succes. Wij moeten hierbij voegen, dat het Ameri kaansch verbond in den geest zijner voor standers gericht is tegen de Oude Wereld. In den grond is 't er de Vereenigde Staten om te doen, de industrieele leveranciers te worden van de beide Amerika's het doel is de Europeesche concurrentie te dooden in Mexicoin Brazilië, in één woord in alle Amerikaansche staten. Wij zijn niet in staat een bevoegd oordeel uit te spreken over de meerdere of mindere kans van slagen, welke dit wonderbaar denk beeld kan hebben; verschillende New-York sche bladen betuigen even veel vertrou wen in het ontwerp als zij er sympathie voor uitdrukken en wenschen voor vormen, 'tls echter duidelijk, dat zulk een verbond in de Nieuwe Wereld de overmacht, de opperheer schappij van de Vereenigde Staten zou ves tigen, zooals de tractaten van 1871 de opper heerschappij van Pruisen in Duitschland heb ben ingesteld daarom voelen wij ons niet zeer geneigd aan te nemen, dat alles zoo gemakkelijk zal gaan naar den zin der Wa- shingtonsche staatslieden, als dezen wel voor geven te hopen. Hoe dit zij, Europa is gewaarschuwd. Laat ons de gebeurtenissen afwachten: als deze aan de eenheidsmannen gelijk geven, zou dit zeker een werkelijken omkeer te weeg brengen in onzen staathuishoudkundigen toestand. Wat overigens het volgend jaar niet zal geschieden, zal hoogst waarschijnlijk later ge beuren. Europa kan zich voorbereiden op een vreeselijken economischen strijd met de Nieuwe Wereld komen zal het, 't zij binnen tien, vijftien of twintig jaren, 't Is zelfs reeds begonnen. Men mag zich wel met dat vooruitzicht bezighouden, en 't is te hopen dat de Euro peesche staathuishoudkundigen het dreigend onheil van ons zullen weten of te weren. Staatkundig nieuws van eenige beteekenis wordt den laatsten tijd schaarsch. Steeds spreekt men van op handen zijnde conflic ten en de dagbladen bespreken geregeld de verschillende gebeurlijkhedendie zich kun nen voordoenmaar tot nu toe schijnen de feiten, welke die vrees zouden kunnen recht vaardigen, nog te ontbreken. De overal heerschende onzekerheid schijnt wel geen gevolg te zijn van een onmiddellijk gevaarmaar van de vruchtelooze pogingen van Duitsch'and, om op vriendschappelijker voet te komen met zijne naburen. De hevige toon der half officieele bladen tegenover Rusland spreekt voor zich zelve. Van hare zijde heeft de „Nordd. Algem. Zt." tegen de Fransche grensautoriteiten aanvallen gericht, die schijnen aan te duiden, dat Duitschland de grondstoffen bijeenverzamelt voor een veld tocht in de pers tegen Frankrijk. Wat de malaise onderhoudt isdat men nog geen einde ziet aan de wapeningen. De vrede zells moet onrust barenals hij zich voordoet onder een zoo ontzaglijke toerus ting en de omstandigheid dat Engeland zich gereedmaakt om het voorbeeld der groote mogendheden van het vasteland te volgen en zich nieuwe opofferingen te getroosten, stemt natuurlijk tot nadenken. In Engeland houdt men zich op dit oogen- blik bezig met een nieuw artikel van sir Charles Dilke, handelende over den toestand van Europa en over de bijzondere stelling van het Vereenigde Koninkrijk. De schrijver spreekt de overtuiging uit, dat Engeland op een gegeven oogenblik te strijden zal hebben Frankrijk en Ruslandmet de twijfelachtige medehulp van Italiëwant Duitschland en Oostenrijk zouden zich buiten spel houden. Sir Charles Dilke komt tot de slotsom, dat ventasch aan haren boezem, deed al hare sieraden aan, die zij bij zich had, deed haren pels om en zette haren bruinen ronden hoed op. Zoo uitgerust stond zij voor het venstex-, ang stig en met kloppend hart op elk gerucht acht gevend. Op den gewonen tijd kwam mx's. Borne binnen, als altijd alieen; Nina wist dat zich niemand in de vooi'kamer bevond, daar Celeste bezig was mrs. Luttrcll te bedienen, die met den dag al meer aanmatigend werd. Mrs Borne verschrok, toen zij Nina gekleed zag als om uit te gaan; zij bleef nabij de deur staan, hare gevangene met argwaan beschouwende. „Wat," zijt gij gekleed als om te gaan wan delen riep zij uit. „Ja, mevrouw/' antwooi'dde Nina op zachten inaor toch beslisten toon. „Ik ben deze gedwon gen werkeloosheid moede. Ik haak naar bewe ging, naar frissche lucht en vogelenzang/ „Gij weet onder welke voorwaarden gij dit alles hebben kunt?' zeide Victoria nog steeds achterdochtig. „Ja, mevrouw/ ik weet het. „Het gelaat van mrs. Borne helderde op. In het neerslachtig uiterlijk van het jonge raeiaje meende zij hare eigene overwinning te zien. Zij trad op Nina toe, liare harde zwarte oogen schit terden, hare wangen gloeiden, en om hare lippen speelde een zegeviei*end lachje. „Mijn lief kind!* riep zij, (le handen naar haar uitstrekkend. „Ik was overtuigd dat deze gevan genschap en slechte kost u zouden overtuigen van uwen plicht. Ik doe u echter geen verwijt, ik ben te gelukkig over de overwinning. Ik heb gezegevierd. Gij moet nu nog slechts een plechtigen eed doen, Ralph Borne bij onzen terugkeer op Rookhurst te zullen huwen, en nog dezen morgen breken wij hier op. Zult gij Nina wachtte het einde van den volzin niet af. Vlug overzag zij dat de deur open en niemand in de voorkamer wasbliksemsnel als een vogel schoot zij mrs. Borne voorbij, de voorkamer in grendelde de deur en sloot hare verblufte vijandin op hare kamer op. Zij vloog de voorkamer door naar het portaal en keek rond. Boven, beneden, op de trappen was alles ledig; niemand van de huisgenooten was te zien. Vlug als eene huide sprong Nina de trappen af. De huisdeur stond aan. Nina trok ze open, sprong naar buiten en begaf zich onder de schaduw van het geboomte. Op dat oogenblik hoorde zij het luide gillen van mrs. Borne door het huis klinken, dat niet alleen mr. Borne, mrs. Luttrell en Celeste, maar tevens alle bedienden op de been bracht. Nauwelijks was er eene minuut verloopen of Nina hoorde luid gedruisch, dat haar verried dat zij vervolgd werd. Nina waagde het niet naar de bocht te vlieden om te beproeven de matrozen van het yacht voor zich te winnen. Hare zekerheid was slechts daarin gelegen zoover mogelijk van de Wildernis te komen. Zij liep dus langs de bergzijde, in de hoop daar eenen weg te vinden naar het dal. Het lage hout onttrok haar aan de oogen barer vij anden, maar hinderde haar ook gedeeltelijk in hare vlucht. Verder en verder liep zij voort, hijgend en bui ten adem, maar een vreeselijke pijn in de zijde dwong haar eindelijk haren loop te matigen en nog slechts langzaam kon zij vooruitkomen. Haar hart klopte tot berstens toe, alle hare zenuwen trilden en beefden van pijn en hare voeten waren zoo zwaar, alsof zij lood in hare schoenen had. Onbekwaam om vei'der te gaan zonder eerst te rusten ging zii zitten op een steen onder een vooruitspringenden rotsblok. De grauwe moi'gen- schemering was nog te nauwernood doorgedron gen tot de donkei'e plaats waar zij zat. Zij was omgeven door lage dennenboomen, door welker takken een koude wind waaide. Zij kon nieta zien van de „Wildernis* noch van eenig ander huis. Zij was in dien onvriendelijken morgen ver loren in het ongebaande gebergte en bemerkte nu eerst dat er een fijne stofregen viel. „In alle geval ben ik ten minste vrij," dacht zij, verrukt naar de donkere lucht ziende. „Vrij o hemel, ik dank u!" Maar, terwijl dit dankge bed nog op hare lipppen zweefde en hare ziel met vreugde vervuld was, hoorde zij plotseling hondengeblaf luid roepen, het gedruisch eener ijverige, schrikkelijke vervolging. Hare vijanden zaten haar kort op de hielen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 1