Frankrijk. Engeland. Duitschland. Oostenrijk. Italië. Rusland. BINNENLAND. hield, die nil als bedrijfskapitaal zullen wor den aangewend. Aan het legaat is de voor waarde verbonden, dat bij het gebouw een observatorium zal worden opvericht, dat in verband met het Brusselsche dienen zal om den scheepsgezagvoerders den waren tijd te doen kennen voor het rectifieeren hunner chronometers. Floquet heeft in den ministerraad het ver zoek overgelegd van het instituut, strekkende tot intrekking van het decreet tot verbanning van den hertog van Aumale van Fransch grondgebied. De ministers zijn van meening, dat de tijdsomstandigheden een gunstig besluit op dit verzoek niet veroorloven. Bij gelegenheid van den nationalen feest dag 14 Juli a.s. zullen te Parijs drie stand beelden worden onthulddat van Etienne Marcel, den eersten verdediger der burger lijke vrijheden, van Gambetta, den grooten patriot, en van Robillotden heldhaftigen soldaat. Frankrijk ziet nieuwe voorstellen van Italië tegemoet betreffende het Fransch-Ita- liaansch handelstractaat. Een bekend toonkunstenaar, Olivier Métra, heeft het ongeluk gehad, in een huur rijtuig zittende, op den Boulevard Montmartre te Parijs door een ander rijtuig te worden aangereden, waardoor het zijne omviel. Hij heeft een kakebeen gebroken, en een der wielen is hem over het gezicht gegaan, zoo dat zijn toestand zeer gevaarlijk is. De stad Parijs wordt onvoldoende van drinkwater voorzien. De dagelijksche aan voer van bronwater is er 130,000 kubieke meter, en men heeft er ruim 300,000 kub. meter per dag noodig. Men voorziet er zoo goed mogelijk in de behoeften door rivier water, maar er zijn 23,000 huizen waar vol strekt geen water wordt aangevoerd, en zeer vele andere waar de bewoners der boven verdiepingen, hoewel geabonneerd op bron water, daarvan verstoken blijven, juist als zij de meeste behoefte er aan hebben. Er is nu bij de Fransche kamer een plan in overweging van een leiding, welke het water van eenige bronnen in Eure en Loire et Eure naar de hoofdstad zal voeren. Maar dat plan vindt veel tegenstand in de streken waarvan dat water ontleend zou worden, om het nadeel dat men daar er van vreest. Het is dus lang niet zeker dat die water leiding tot stand zal komenmaar al wordt het plan uitgevoerd, dan zal men naar mid delen moeten omzien om nog 100,000 kub. meter bronwater per dag te verkrijgen, zal de aanvoer voldoende zijn voor het verbruik in de Fransche hoofdstad. Tot zoolang moe ten de inwoners zich blijven behelpen met het lang niet onberispelijk rivierwater. Algemeen wordt verzekerddat de paus een tweede schrijven heeft gericht tot de bisschoppen van Ierlandinhoudende voor de tweede maal een veroordeeling van het plan of campaign en boycottage, maar nader aanduidende, dat de nationale liga daardoor geenszins wordt veroordeeld. Bij dit schrijven zou de opmerking gevoegd zijn, dat de paus de rechtvaardige bewegingen ten gunste der Iersche zaak genegen is, voor zoover zij overeenkomen met de Christelijke beginselen. LONDEN, 25 Juni. De stoomboot „Al- gean" van Leith en de „Northampton" van de Duitsche Lloyd zijn gisternacht, 35 mij len ten noordoosten van Long-Hisps in aan varing geraakt. Binnen 25 minuten zonken beide stoombooten. De opvarenden, op twee Duitsche matrozen na, werden gered en te Plymouth aan wal gezet. Sedert de afkondiging van het Duitsche keizerrijk te Versailles in 1871 heeft er geene zoo glanzende en beteekenisvolle uiting van het rijk plaats gevonden als Maandag in de groote pronkzaalde Witte zaal van het oude Berlijner slot. Alle Duitsche rijksvorsten waren gekomen om tegenwoordig te zijn bij de opening van den rijksdag door den kei zer. Vóór het slot was het, terwijl de rijtui gen voorreden, een bont gewoel van glanzende uniformen. Zondagavond reeds hielden de keizer en de keizerin hunnen intocht uit Potsdam te Berlijn. Maandag middag werd tegen 12 uur de plechtigheid door de klokken van den Protestantschen dom en de Roomsche hoofd kerk, die nabij het slot gelegen zijn, ingeluid. De leden van den rijksdag woonden aldaar eerst eene godsdienstoefening bij. Hetzelfde had te gelijker tijd in de slotkapel plaats voor alle vorstelijke personen, den keizer en de keizerin. Uit den grooten achthoekigen koepel van de slotkapel was het een oogver blindend gezicht- De wanden prijken in veelkleurig marmer, versierd met frescoschilderingen op gouden grond. Achterin schittert het van goud stra lende altaarvóór hetwelk de geestelijken den kerkelijken dienst deden en den zegen des Allerhoogsten voor keizer en rijk afsmeek ten. Na de godsdienstoefening gingen alle aan wezigen in statigen optocht naar de Witte Zaal, waar intusschen de leden van den rijksdagdie van den bondsraad en andere gasten hunne plaatsen hadden ingenomen. De naar binnenvallende zonnestralen op dezen schoonen zomerdag deden de Witte Zaal schitteren als eene groote kleinoodiénkast in zilver gewerkt op de manier van het fijnste filigraan. Want den grondtoon van alle archi tectonische versieringen in dit lokaal is het zuiverste witslechts hier en daar gebroken door de rouwkransen die nog aan den dood van Frederik III herinneren. De nadering des keizers wordt aangekon digd door het herhaalde stooten van den hof maarschalk met zijn gouden staf op den vloer. Op dat teeken springen de vleugel deuren der zaal open en stormt als eene van goud stralende wolk de vorstelijke stoet naar binnen. Eerst een zwerm gegalonneerde hotbeambten dan de mannen der lijfgarden, lang en recht als boomendan de ministers, die gouden en zilveren kussens dragen, waar op de rijkssieraden liggen. Daaronder de van edelgesteenten schitte rende kroon. Rechts en links begeleiden garde-offieren met ontbloot zwaard, als eere- eerewachtde insigniën. En eindelijk als kern eene afzonderlijke groep van meeren- deels oude heerenin wier midden de jeug dige gestalte van den keizer. Deze voor een deel reeds door de jaren gebogen en met ordeteekeneu overdekte heeren zijn de Duit sche bondsvorsten: de groothertog van Baden, de koning van Saksen, de prins-regent van Beierenenz., kortom alle vorsten die niet zooals de koning van Wurtemberg door zware ziekte gedwongen waren te huis te blijven. Hun verschijnen ter plaatse is onwederleg- baar eene staatkundige huldigingzij willen der wereld toonendat de jeugd des keizers geene verandering hoegenaamd brengt in zijne staatkundige verhouding tot de bonds vorsten. Van de ter zijde gelegen hoogste galerij welke voor uitgenoodigde toeschouwers is ge reserveerd, vertoont zich het volgende beeld Aan de lange zijde der zaal ten oosten ver heft zich de half met floers bedekte troon met purperen treden, waarop de keizer plaats neemt; boven zijn hoofd welft zich met goud gestikte baldakijnwaarop de rijksadelaren zijn geborduurd, terwijl rechts en links daar van de rijksbanier en het ontbloote rijkzwaard zich verheffengedragen door wit gebaar de generaals. In den reusachtigen hal ven cirkel der regeerende Duitsche vorsten en der niet regeerende Duitsche prinsen vormt de gestalte des keizers het hoogste punten is deze voor allen in de groote zaal zichtbaar. Naast den keizerstroon was op eenen zetel van purper satijn de jonge keizerin gezeten gekleed in een rouwgewaad van zwarte wol len stof, met een gouden keten om denhals, haar schoon blond haar in weelderige lok ken golvende. Vóór haar stond de zesjarige kroonprins een flinke blonde knaap in zwarte jongens- kleeding. Alle bondsvorsten droegen purpe ren mantels met eene zilveren ster gebor duurd ter hoogte van het hart, zijnde dit de galakleeding der ridders van de Zwarte Ade laarsorde. Onder de afgevaardigden van den rijksdag ontbraken alleen alle sociaalde mocraten en Elzassers. Bismarck in zijne witte kurassiers-uniform zag er vrij lijdend uitook de maarschalk von Moltke schijnt eenigszins vermoeid door de gebeurtenissen der laatste maanden. Tegenover de vorsten langs de andere lange zijde der zaal, vormen de leden van den rijksdagmeerendeels in het zwart ge kleed eene breede groep. Aan de noord en zuidzijde der zaal zijn schitterende tribu nes opgericht, waarop het diplomatieke korps en de dames uit de hoogste kringen gezeten, wier rouwkleeding een somberen indruk maakt te midden van het overigens kleuren- rijk tafereel. Daartusschen staan ook nog de ridders der Johanniter- en der Zwarte Ade laarorde, in ouderwetsche mantels gehuld. Plotseling werd het doodstil. De jonge keizer ontblootte het hoofd en stond op, ter wijl prins Bismark met eene flauwe buiging hem het keizerlijk exemplaar der troonrede, in fluweelen band besloten overhandigde. Te midden van de grootste spanning begint keizer Wilhelmeerst met eenigszins beven de maar weldra met vaste en duidelijke stem de troonrede te lezenterwijl hij zich nu eens tot de bondsvorsten dan weder tot de rijksdagleden wendde. De troonrede begint met eene herinnering aan de zware beproevingen door welke het keizerlijke huis getroffen is geworden. De keizer spreekt het voornemen uit zijnen grootvader en vader zich tot voorbeeld te kiezen. Hij is besloten dezelfde wegen te bewandelen op welke zijn grootvader het ver trouwen zijner bondgenooten de liefde van zijn volk en de welwillende erkentelijkheid van het buitenland verworven heeft. De taak die den keizer is opgelegd, bestaat in de militaire en staatkundige beveiliging des rijks; in het toezicht op de uitvoering der rijkswetten, in het bijzonderder rijksgrondwet, in het handhaven der rechten welke deze aan de wetgevende lichamen, aan ieder Duitscher, aan den keizer en aan de vorsten der afzon derlijke staten waarborgt. In haren vol len omvang wordt de keizerlijke boodschap van 17 November 1881betreffende de maatregelen tot bescherming der arbeiders bevolkingdoor den keizer beaamd. De keizer beschouwt het als zijnenen plicht, de ontwikkeling van staatswezen en samenleving op den wettelijken weg te houden en alle ondermijnende richtingen standvastig het hoofd te bieden. De keizer wenscht vrede met ieder. Nim mer zal zijne liefde voor het leger hem in verzoeking brengende weldaden des vre- des prijs te geven. Wordt hij niet tot oor log gedwongen door eenen aanval van ande ren, nimmer zal de keizer eraan denken zelf iemand aan te vallen. Duitschland heeft evenmin behoefte aan nieuwen krijgsroem als aan veroveringen. Aan het bondgenootschap met Oostenrijk houdt de keizer vast als aan een der grond slagen voor het Europeesche evenwichtals eene nalatenschap van Duitschlands verleden en als overeenstemmende met de gevoelens van het Duitsche volk. Gelijksoortige histo rische betrekkingen en nationale behoeften vormen den band des rijks met Italië. Deze bondgenootschappen makentot 's keizers groote voldoening het mogelijk de persoon lijke vriendschap met den keizer van Rus land met zorg te onderhouden en te hand haven de sedert eene eeuw bestaande vre delievende betrekking tot het Russische rijk, welke zoowel met 's keizers persoonlijke ge voelens als met Duitschlands belangen in overeenstemming is. Met ingenomenheid wijst de keizer op de door het verleden ge ijkte betrekkingen tot alle vreemde mogend heden, welke het mogelijk maken naar het behoud van den vrede te blijven streven. Hij vertrouwt er in te zullen slagen, datgene wat door zijne voorgangers verworven en tot stand gebracht iste kunnen bevestigen. De geheele rijksdag heeft de troonrede met levendigen bijval begroetin het bijzonder alles wat betrekking had op de eenheid des rijks en op de buitenlandsche staatkunde. Onder het voorlezen hield de keizer den helm op het hoofd. Toen Bismarck hemde rede overhandigde, schudde de keizer hem hartelijk de hand, en de rijkskanselier kuste die des keizers. Een buitengewonen indruk maakte de ver zekering betreffende de vredelievende buiten landsche politiek en de handhaving der bondgenootschappenwelke de keizer met eenige verheffing van stem uitsprak. Vooral werd daarbij opgemerkt de nadruk op de woorden dat de keizer den vrede bewaren zou „voor zoover dit van mij afhangt". De voorzitter van den rijksdag heeft in warme woorden hulde gebracht aan de nagedachtenis van den ontslapen keizer Fre derik. De vergadering bracht met geestdrift een driewerf Iiochop keizer Wilhelm uit. Het zitting hebbende bureau van den rijks dag werd bij handgeklap opnieuw benoemd. De rijksdag droeg den voorzitter op aan de keizerin, de keizerin-weduwe en de keizerin moeder de betuiging van oprecht rouwbeklag namens de vergadering over te brengen. Be sloten werd den keizer een adres van ant woord op de troonrede aan te bieden, waar van de voorzitter morgen het ontwerp zal aanbieden. Bijna alle bladen houden beschouwingen over de scherp door den keizer onderstreepte uitdrukking„vrede te willen bewaren met iedereen, zooveel dit van mij afhangt." De National Zeitung zegt, dat men onder „ieder een" ook Frankrijk mag verstaan. Evenzoo oordeelt het Tageblatt, en de Vossische Zei tung schrijft„de geheele rede ademt geest kracht, vastberadenheid en vredelievendheid zonder eenig teeken van zwakte." De Post doet opmerken, dat de jonge keizer in de binnenlandsche staatkunde ten opzichte der sociale hervormingen zich geheel aansluit bij de politiek van Wilhelm I. De Börsen Ztg. deelt als vertrouwbaar bericht de aanstaande verzoening mede tus- schen den hertog van Cumberland met den Duitschen keizer. De hertog zou van den troon van Han nover afzien en tot den troon van Brunswijk worden gekozen. Een telegrafisch bericht uit Bingen aan de Kölnische Zeitung luidt Van Zaterdagavond 6 tot 's nachts 2 uur heeft in deze omstreken een hevig onweder gewoed, gepaard met eene wolkbreuk. De spoorweg Bingerbrück-Oberwesel werd op ver scheidene plaatsennabij Trechlinghausen zelfs een heel eind, beschadigd. De spoor lijn Bingerbrück-Kreuznach werd bij Lau- benheim vernield. Er zijn manschappen met reddingswagens daarheen gezonden. De be ken in het Bingerwald, bij Kreuznach, bij Oberwesel en bij Bacharach overstroomden de spoorlijnen met geduchte watermassa's. Ook in de omstreken van Munster am Stein heeft het water groote schade aan velden en huizen en onder het vee aangericht. Het water stond op sommige plaatsen een meter hoog, schuren en stallen werden weggerukt; in de dorpen die het dichtst bij de bergen liggen, zijn vele huizen en molens vernield. De menschen moesten met schuiten van de daken gehaald worden. Er zijn eenige per sonen om het leven gekomen. De vernieling in de wijnbergen is nog niet te overzien. De treinen uit Keulen zijn voorbij Bacharach, en de trein Frankfort-Metz-Parijs bij Binger- brllck tegengehouden. De reizigers hebben gedeeltelijk te Bingen hunnen intrek geno men. Het spoorwegverkeer zal waarschijn lijk nog een dag gestremd blijven. Volgens een later telegram uit Bingen was de Rijnspoorweg, linkeroever, tusschen Ober wesel en Bacharach Zondag middag weder vrijgekomen, maar moesten de reizigers bij Trechlinghausen nog overstappen. Sinds dien avond kon ook het Rijnspoor weder worden bereden, maar daarlangs stonden de man schappen nog tot aan de borst in het water te werken. De begrootingscommissie der beide Oosten- rijksche delegatiën heeft Zaterdag de reeds door de Hongaarsche delegatie aangenomen buitengewone kredieten van 40 millioen flo rijnen aaugenoraen in vereenigde zitting. In een korte redevoering zeide de minister van financien, dat niemand zou kunnen zeggen dat de oorlog niet kan vermeden worden dat hij den vrede wenscht, maar dat noch hij, noch de minister van buitenlandsche zaken, den oorlog kunnen voorkomen een oud liedje op een nieuwe wijs. Terwijl het Italiaansch parlement de dood straf afschaftheeft een man, die wegens manslag en diefstal door de rechtbank te Benevento onlangs ter dood veroordeeld werd, een brief aan den koning gericht met verzoek hem geen gratie te verleenen, doch het geld, dat de staat zou moeten uitgeven om hem in de gevangenis te onderhoudenin plaats daarvan te geven tot onderstand van zijne ongelukkige familie. Men maakt zich in Italië zeer bezorgd over het groot aantal misdadigers, 't welk wanneer het nieuwe strafwetboek aangenomen wordt (zooals men weet moet het nog door den senaat in behandeling genomen worden), wegens de terugwerkende kracht van het wet boek uit de gevangenissen ontslagen zullen worden. De Perseveranza herinnert naar aanleiding daarvan hoe Silvio Spaventa, die in 1856 met Settembrini en eenige andere levenslang ver oordeelden wegens politieke misdrijven, zijn vonnis te midden van zes zevenhonderd andere misdadigers onderging, weigerde de bevrijding aan te nemen, welke hem door Pisacane werd beloofd, omdat zijne bevrijding vergezeld zou moeten gaan van die der ge wone misdadigers, die zich met hem in de gevangenis bevondenen hij zijn vaderland niet zulk een vreeselijk geschenk wilde mede brengen, en zulks niettegenstaande zijne wei gering hem in levensgevaar bracht, daar de misdadigers het aanbod en de weigering vermoedden. Nu echter, zoo besluit het blad, heeft Italië een dergelijk vreeselijk, bloedig geschenk van den staat te wachten, ter wille van de zege viering van eene theorie ROME, 26 Juni. De nieuwe encycliek, aan gaande de menschelijke vrijheidis uitge vaardigd. Na het bestaan en den aard der vrijheid te hebben omschreven, bespreekt de paus ook het liberalisme, hetwelk hij beschrijft als zijnde het streven der menschheid om zich van alle verplichtingenbehalve die, welke men egoïstische verplichtingen zoude kunnen noemen, te bevrijden. De paus neemt de geschiedenis tot getuige, dat de kerk steeds de menschelijke vrijheid beschermd heeft, ia den persoon, zoowel als in de familie en in den staat. Na de grondbeginselen van het liberalisme uiteengelegd te hebben, veroor deelt hij zeomdat zij zich lijnrecht tegen over het natuurlijk en goddelijk recht stellen. De paus zegt, dat het iederen katholiek opgelegd is, deel te nemen aan het politieke leven van zijn land; evenwel geeft hij eenige bepalingen aanwelke veranderen kunnen met de tijdsomstandigheden en ondergeschikt zijn aan den toestand van het land. De ballingen in Siberie zijn in opstand gekomen en trekken gewapend in geregelde troepen zuid-westwaarts. Het zijn in hoofdzaak politieke veroordeel den en zij schijnen te handelen naar een vooraf opgemaakt plan. Een der beide troepen is Klein Azie binnengedrongen en reeds zijn troepen tegen hen afgezonden, daar de plaat selijke politie niets tegen hun wanhopig optreden vermag. WAALWIJK, 27 Juni 1888. De matinée, op kermis-Maandag door de liedertafel „Oefening en Vermaak" van Waal wijk en Bezooien op Musis Sacrum te geven, belooft veel; verschillende nieuwe prachtige nummers zullen worden ten gehoore gebracht; mejuffrouw Adriana van Hemert, die verleden jaar hier zoo uitstekend voldaan heeft, zal hare gewaardeerde medewerking verleenen. We raden dus ieder, die gaarne iets goeds hoort, aan, niet te verzuimen de matinée bij te wonente meer daar Zaterdags door de liedertafel bepaald geen concert wordt gege ven. 's Maandags namiddags schijnt voor de leden nog een verrassing weggelegd. Niettegenstaande de ter verlegging van den Maasmond onteigende perceelen van de diaconie der Hervormde gemeente alhier reeds in het begin van Maart door den staat in bezit waren genomen bleef de betaling der koopsom (f27,000) onvergolden. Dien- w

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 2