Nummer 61. Donderdag 2 Augustus 1888. lle Jaargang
fi
m
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
VINETA,
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
3 E. Wekneb.
De Echo van het Zuiden,
IIU,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De te Petersburg ter eere van Duitsch-
lands keizer gegeven feesten zijn afgeloopen;
de twee monarken zijn van elkander ge
scheidenonder betuiging van de grootste
vriendschap en de levendigste sympathie, en
toch lekt er nog niets bepaalds uit omtrent
den uitslag hunner besprekingen en van die
hunner ministers. Zal de samenkomst gevol
gen hebben ten opzichte der internationale
staatkundevan de groepeering der mo -
gendheden en van de rust van Europa? Dit
zijn de vragen, welke zich opdringen en
welker oplossing nog niet heel duidelijk
is. Te oordeelen nochthansnaar de taal
der officieuse Duitsche pers, zou de groote
kanselier niet geheel voldaan zijn over den
indrukdien zijn meester van zijn reis naar
de oevers van de Newa medebrengt. Zou
de czaralhoewel de meest vredelievende
verzekeringen gevende, geweigerd hebben zich
te verbinden, en zou hij zijn geheele vrijheid
van handelen hebben willen behouden? Dit
is waarschijnlijk en wij gaven dit bereids als
onze meenig te kennen. Ook beweert men
thans dat Wilhelm II in geenendeele te St.
Petersburg de regeling der hangende vraag
stukken was gaan zoeken. Zijne reis heeft
geen ander doel meer dan den ongunstigen
indruk weg te nemendie onlangs te St.
Petersburg tegen Duitschland heerschte en
aldus de waarborgen voor den Europeeschen
vrede te vermeerderen zonder iets aan het
drievoudig verbond te veranderen. Men ziet
het, dit programma verschilt veel van dat
bij het vertrek.
Van den anderen kant schijnt de bezorgd
heid, welke Rusland aan Oostenrijk inboe
zemt, eer toegenomen te zijn, en te Weenen
DOOR
„Wanda wilde 't,« verontschuldigde Leo zich.
•Zij was er bepaald op gesteld dat we onzen
twist terstond zouden beslechten.'
„Ja, tantelief, ik wilde 't,' herhaalde de jonge
dame met een bepaalden nadruk op dit woord,
wat zij waarschijnlijk niet gewaagd zou hebben
zonder de beschermende nabijheid van haar vader,
„en toen wist Leo maar al te goed, dat 't vergeefs
zou zijn geweest mij terug te houden."
Uit de houding der vorstin kon men opmaken,
dat zij het hoog noodzakelijk achtte de eigen
zinnigheid harer nicht op strenge wijs te keer
te gaan. Ze stond dan ook op het punt deze een
ernstige vermaning toe te dienen, toen haar broe
der haar schielijk voorkwam
•Mag ik Wanda met mij medenetcen? Ik ben
wat moe van de reis en ga een poos op mijn
eigen kamer uitrusten. Tot weerziens dusl' Dit
zeggende stond hij op, legde den arm zijner dochter
in den zijnen en verliet met haar het vertrek.
„Oom schijnt voor niets of niemand ooren of
oogen te hebben dan voor Wanda," zeide Leo,
zoodra beiden vertrokken waren.
De vorstin zag hen zwijgend na. „Hij zal haar
bederven 1" barstte zij eindelijk uit. „Hij zal
haar op dezelfde dwaze manier vergoden als
vroeger hare moeder, en Wanda zal schielijk
genoeg hare macht leeren kennen en gebruiken.
Ik vreesde 't terstond, toen er sprake was dat ze
tot haar vader zou terugkeeren. En reeds dit
eerste uur merk ik, dat ik 'tgoed heb ingezien. Wat
bedoelde zij eigenlijk met dat avontuur in het
bosch
Leo haalde de schouders op. „Ik weet 'tniet.
Waarschijnlijk heeft Wanda dat geheele verhaal
bedacht om mij te plagen. Eerst maakte ze mij
door al hare toespelingen nieuwsgierig en wei
gerde toener mij iets verder van te vertellen
terwijl ze mij nog op den koop toe uitlachte.
Ge weet hoe zij is.'
,3a, wél weet ik dat/ stemde de vorstin toe,
de wenkbrauwen samentrekkend. Wanda schept
er nu eens behagen in met ieder te spelen en
haar moedwil te koelen op alien/, met wie zij in
aanraking komt. Ge moest haar dat, althans
en te Pesth blijft men de militaire voorbe
reidselen bespoedigen. De bevrediging in
de betrekkingen der staten onderling en de
zoo gewenschte ontwapening zullen dus nog
niet voortvloeien uit de keizersbijeenkomst.
Iedere mogendheid integendeel schijnt hare
pogingen te verdubbelen, om hare militaire
hulpmiddelen op de hoogte te houden van
die der naburen in 't vooruitzicht van
den dag, waarop de eindstrijd onvermijdelijk
zal geworden zijn. In afwachting daarvan
zullen de zaken ongetwijfeld blijven, wat zij
sedert lang zijn; Europa zal blijven voort
gaan zich door buitensporige uitgaven te
ruineeren en, evenals vroegerzal het ver
trouwen in de toekomstontbreken.
Wat de bezoeken betreft van den Duitschen
keizer aan de hoven van Stockholm en Ko
penhagen deze moeten ongetwijfeld van den
eenen kant dienen om Zweden meer en meer
in den kring van Duitschland te trekken, en
van den anderen kant om de wonden te
heelendoor den Sleeswijk-Holsteinschen
oorlog den Deenschen harten geslagen. Zoo
dringen de sterken hunne vriendschap nog
op aan de zwakkendie zij vooraf beroofd
hebben
Bij zijne terugkomst in zijne hoofdstad zal
Wilhelm daar niets veranderd vinden. Al
leen is zijne toch reeds talrijke familie tij
dens zijne afwezigheid met een vijfden zoon
vermeerderd. Te Stockholm heeft hij de
tijding der gelukkige verlossing van de kei
zerin vernomendie eerst tegen half Au
gustus werd tegemoet gezien.
Te Berlijn teruggekeerd denkt Wilhelm II
een paar maanden rust te nemen. Eerst
tegen einde September zal hij zich naar
Oostenrijk begeven, terwijl de eerste week
van October bestemd is voor zijn bezoek aan
Italie's koning te Rome. De Neue Freie
Presse meldt zelfs dat 's keizers komst naar
wat u betreft, Leo, niet zoo gemakkelijk maken.'
Het bloed steeg den jongen vorst naar het voor
hoofd. „Ikmama Ik ben 't dikwijls genoeg
oneens met Wanda.*
•En toch laat ge u tot een speelpop van haar
luimen gebruiken, zooveel 't haar slechts belieft.
Maar 't zij zoo, mijn zoon ik weet wie bij
uw oneenigheden ten slotte triomfeert. Voor 't
oogenblik is alles nog maar kinderspel. Ik moet
eens ernstig met u sprekensluit de deur aan
het balkon en kom hier naast mij zitten!''
Leo gehoorzaamde; zijn gelaat verried dat hij
zich beleedigd gevoelde; misschien minder door
de ontvangen terechtwijzing dan door de uit
drukking «kinderspel.*
De vorstin nam nochtans niet de minste notitie
van zijn stemming. „Ge weet," dus begon zij,
•dat ik al eens getrouwd was geweest, toen ik
uw vader mijne hand reikte, en dat er een zoon
uit dat eerste huwelijk leeft. Ge weet ook dat
hij in Duitschland werd opgevoed, maar tot dus
ver hebt ge hem nog nooit gezien. Dat zal nu
geschieden. Ge zult hem leeren kennen.'
Leo sprong verrast van zijn stoel op. „Mijn
broeder Waldemar riep hij.
„Ja, Waldemar Nordeck."' De toon, waarop
de vorstin dezen naam uitsprak, drukte een mis
schien onwillekeurig, maar niettemin bepaald
Pr°tfs'; tegen elke overeenstemming van dien
Nordeck met een Baratowski. „Hij woont hier
in den omtrek op het landgoed van zijn voogd.
Ik heb hem bericht gezonden van onze aankomst
en verwacht hem dezer dagen bij mij."
Leo s boosheid van straks was nu geheel ver
dwenen. Het gesprek scheen hem blijkbaar groot
belang in te boezemen.
•Mama," zeide hij aarzelend „mag ik einde
lijk eens iets naders van die geheimzinnige fa
miliegeschiedenissen vernemen Ik weet alleen
dat uw eerste huwelijk niet gelukkig is geweest
en dat ge met Waldemar's familie, zoowel als
met zijn voogd, in onmin geraakt zijt; maar ook
dit weet ik alleen uit eenige los daarheen gewor
pen gezegden van oom en onzen ouden knecht.
Noch aan u, noch aan mijn vader heb ik ooit
het een of ander hieromtrent durven vragen. Ik
merkte dat ik hem beleedigde en u boos maakte.
Ge scheent. beiden elke herinnering daaraan te
willen verbannen."
Een zonderling harde uitdrukking vertoonde
zich op het gelaat der vorstin en ook hare stem
klonk hard, toen zij antwoordde
Voorzeker! Beschaming en vernedering bedekt
men het best met den mantel der vergetelheid,
en beide heeft die rampzalige verbintenis
Rome reeds officieel aan Humberto zou zijn
medegedeeld. Er wordt bijgevoegd dat
Wilhelm II aan het Quirinaal zou afstappen.
Van den anderen kant wordt bericht dat
mgr. Galimbertidie nu met verlof is, bin
nenkort op zijn post te Weenen terugkeert.
Hem is opgedragen alle pogingen bij den
keizer van Duitschland in het werk te stellen,
opdat deze zijn bezoek aan koning Humbert
niet brenge in de stad Rome zelve.
De werkstaking der grondwerkers te Parijs
en in de omstreken neemt onrustbarende
verhoudingen aan. Een ernstige botsing
heeft plaats gehad te La Villettewaar de
werkstakers een zeker aantal arbeiders heb
ben willen dwingen met werken op te hou
den. Een agent werd in het water gewor
pen maar is gered. De grevisten zijn slchts
teruggetrokken voor het besliste optreden der
agenten, die met de blanke sabel tegen hen in
gingen.
Er vielen verscheidene gewonden. Een
vijftigtal arrestaties hebben plaats gehad.
De prefect van politie heeft een besluit
genomen, krachtens hetwelk alle vreemdelin
gen die bij een bende werkstakers gepakt
worden, voor der rechtbank zullen gebracht,
en onverschillig welke de uitspraak zij over
de grenzen zullen gezet worden.
Ook heeft Zaterdagavond nog een botsing
plaats gehad in de rue de Flandre. De
werkstakers hebben zich op een escouade
agenten geworpen en er ongemakkelijk op
ingeslagen. Een hevige worsteling was hier
van het gevolgde agenten moesten voor
de overmacht wijken.
Overigens herademt Frankrijk op 't oogen
blik. De kamers zijn in vacantie en dus zijn
de driften der partijen eenigszins gekalmeerd.
In alle geval zal niet Boulanger ze weer aan
stoken. Zijne populariteit vermindert meer
en meerbij de laatste verkiezingen is hij
in ruime mate voor mij opgeleverd. Vraag mij
thans geen nadere bijzonderheden, Leo. Gij weet
het voornaamstelaat dit u voldoende zijn! Ik
kan noch wil u stap voor stap een familiedrama
binnenleiden, waaraan ik zelfs thans nog niet
kan denken, zonder dat de haat tegen een afge
storvene weer met nieuwe kracht bij mij ont
waakt. Ik had drie jaren voor goed uit mijn
leven willen wegvagen en vermoedde niet, dat
ik eens zou gedwongen worden, ze weer in mijn
geheugen terug te roepen."
„En wie of wat dwingt u daartoe vroeg Leo
snel. „'loch niet onze terugkeer? Wij gaan im
mers naar oom op Rakowicz P"
„Neen, mijn jongen; wij gaan naar Wilicza."
„Wilicza?" herhaalde Leo verbaasd. „Dat is
immers Waldemar's heerlijkheid?"
„'t Zou mijne douairie geweest zijn, als dat
testament mij niet had buitengesloten," zeide de
vorstin op bitteren toon. „Thans is 't het eigen
dom van mijn zoon zeker zal er wel plaats
zijn voor zijne moeder."
Leo trad driltig eene schrede achteruit. „Wat
bedoelt ge daarmede?" riep hij heftig. „Wilt ge
u vernederen een gunst van dien Waldemar te
vragen? Ik weet dat wij arm zijn, maar eer wil
ik liever alles verdragen, alles ontberen, dan toe
laten dat gij om mijnentwil
De vorstin stond eensklaps van de sofa op.
Haar blik en houding waren zoo gebiedend, dat
haar zoon te midden van zijn hartstochtelijk
protest bleef steken.
«Acht ge uwe moeder in staat zich te verne
deren vroeg zij. „Kent ge haar dan zoo wei
nig Laat 't gerust aan mij over, mijn zoon,
mijne en uwe eer op te houden.
Gij behoelt mij waarlijk niet te zeggen tot hoe
ver ik gaan mag. Dat weet ik wel zonder u."
Leo zweeg en zag voor zich. Zijne moeder
naderde hem en greep zijne hand.
„Zal die jonge driftkop dan nooit kalm leeren
denken hernam zij op wat zachter toon. „Leo,
ge zult 't toch zoo noodig hebben in uw volgend
leven! Mijn plan met Waldemar zal ik aJleen
uitvoeren. Gij, mijn kind, zult niets merken van
het bittere, dat er misschien voor mij aan ver
bonden is. Gij moet een vrijen blik en goeden
moed behouden voor de toekomst, die u wacht.
Dat is uwe taak. 't Is de mijne u die toekomst
ten koste van eiken prijs te verzekeren. Vertrouw
dus op uwe moeder."
Zij trok haren zoon naderbij, die als met een
zwijgende bede om vergiffenis hare hand aan
z.jne lippen drukte, en toen zij zich daarop naar
hem o verboog, om hem een kus op het schoon e,
overal verre in de minderheid gebleven, er
is alle reden om aan te nemen, dat hetzelfde
lot voor hem is weggelegd in de andere
kiesdistricten, waar hij zich wil candidaat
stellen.
In een der dokken van Antwerpen is een
lichter plotseling aan het draaien geraakt
tegen den boeg van een Hollandschen kotter
geloopenen zou met zijn kostbaren laat
waarvan een deel reeds in het water viel,
geheel gezonken zijn, als hij niet was blij
ven hangen op de ankerkettingen van het
Hollandsche schip.
Dit voorval is niet zeer merkwaardig, maar
wel de oorzaak, wijl er uit blijkt, dat ook,
wat havens aangaat „elk huis, zijn kruis heeft.
Omtrent de oorzaak toch lezen .wij in het
Hbl. v. Antw. het volgende
„De duivel in 't water. Onze lezers die
aan de dokken wonen, of wier bezigheden
hen aan den waterkant roepen, zullen onge
twijfeld weten, dat wanneer de vloed gedaan
iser een oogenblik in 't water eene sche
ring ontstaateene soort van draaiende be
weging waartegen de grootste schepen, niet
bestand zijn doch meegesleept worden. De
jongens van den havenkant noemen dat „den
duivel in 't water."
„Dezen morgen nu te 5 uur werd de
lichter Energie, patroon Lowagedoor den
duivel gepakt.»
Verder volgt het reeds bekende verhaal.
Een troepje wilden van Afrika, thans
tentoongesteld te Brussel, heeft voor de eerste
maal de hulp van de Westersche gerechtig
heid ingeroepen en dit met een gevolg
frissche gelaat te geven, toen zag men dat die
koele, strenge vrouw althans de kunst verstond
van moeder te zijn, en dat Leo, ondanks de ge
strengheid waarmede zij hem behandelde, toch
de algod van die moeder was.
„Doe mij het genoegen, doctor, en houd einde
lijk eens op met die eeuwigdurende klaagliederen.
Ik zeg u, er is niets aan dien jongen te veran-
deren. Ik lieb liet dikwijls genoeg geprobeerdj
zes leermeesters, de een na den ander, hebben
mij daarbij een handje geholpen. We konden
niets met hem uitrichten en gij kunt 't nog het
minst van ons allen laat hem dus zijn eisen
hoofd volgen I"
't Was de grondeigenaar Witold van den 01-
denhof, die deze krachtige toespraak tot den leer
meester van zijn pupil richtte. De beide heeren
bevonden zich in de groote hoekkamer van het
woonhuis, welker vensters wegens de hitte wijd
geopend waren en welker geheele inrichting ge
tuigde, dat de bewoners elegantie en comfort en
dergelijke zaken ten eenemale overtollig, zoo al
niet als schadelijk beschouwden. De eenvoudige
deels zeer ouderwetsche meubels, waren, zonder
in het minst op smaak of regelmaat te letten
her- en derwaarts geschoven, zooals het gemak
van het oogenblik dit meebracht. Aan de mu
ren hingen geweren, jachtgereedschappen en her
tekoppen in even groote wanorde dooreen. Daar
waar een plaats open was, had men een spijker
geslagen en het bewuste voorwerp hieraan be
vestigd, zonder er zich verder over te bekomme
ren of 't hier al dan niet voldeed. Op de schrijf
tafel lagen rekeningen, pijpen, sporen en een half
dozijn nieuwe rijzweepen, tusschen en onder el
kander verspreid. De courant lag op het tapijt
dat werkelijk aanwezig was, ten minste in naam'
doch dat de kamer alles behalve tot sieraad ver
strekte, daar 't maar al te duidelijke sporen ver
toonde, dat de groote jachthonden het tot hun
dagelijksche rustplaats hadden verkozen. Boven
dien stond noch lag er één ding op de plaats
waar het eigenlijk thuis behoorde, maar waar
dit het laatst gebruikt was geworden en nu
wachtte totdat 't weer ter hana werd genomen.
Van den kunstzin des bewoners getuigde slechts
één voorwerp in het vertrek, en wel een met de
schrilste kleuren geschilderd jachtstuk, dat ie
mand de haren te berge deed rijzen, maar dat
boven de sofa liine en de eereplaats in de kamer
scheen aan te duiden.
(Wordt vervolgd.)