Nummer 62.
Zondag 5 Augustus 1888. lle Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
YINETA,
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
UITGEVER:
Waalwijk.
4 E. Werner.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijhsclic en Lanptraaiselie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden.ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De zeetocht van keizer Wilhelm behoort
tot de geschiedenis. Nog nimmer had een
Duitsche keizer met zulk een aanzienlijke
oorlogsvloot vreemde havens bezochttot
den tijd der Hansasteden moet men terug
gaan om den tocht van zulk een talrijk es
kader Duitsche schepen in de Oostzee te
vinden. De hulde door den keizer aan de
Duitsche marine gebracht, door haar tot zijne
eerewacht te verheffen, zal niet nalaten tot
in het hart van Duitschland de belangstel
ling voor de oorlogsmarine op te wekken.
Massowah brengt Italië niet veel voordeel.
Eerst kostte het bloed en geld en nu het
geregeld bestuur zijne onkosten door belas
tingen wil dekken, weigeren de vreemdelin
gen eenvoudig het recht daartoe te erkennen.
De kennisgeving aan Frankrijk over het in
bezit nemen van Massowah werd niet gun
stig ontvangen, en nu weigert Griekenland,
die aan te nemen.
De Daily News meldt voorts uit Konstan-
tinopel, dat de Porte aan de mogendheden
een protestnota gezonden heeft tegen Italie's
bezetting van Massowah.
Het moet het Italiaansche kabinet sterk
tegenvallen, dat zijn verbond met de beide
keizers geen dieperen indruk op de andere
mogendheden maakt. Nu reeds wordt ge
meld dat bij het bezoek aan koning Hum-
bert, de keizer door dezen aan het station
ontvangen zal worden om terstond daarna
het eerste bezoek aan den paus te brengen.
Naar het Vaticaan zal hij zich begeven in
Duitsche galakoetsen.
De toon der nota's, die tusschen Frankrijk
en Italië gewisseld worden, duidt ten dui
delijkste aan hoe ontstemd beiden zijn over
het niet slagen van de onderhandelingen
over het handelsverdrag. Door den steun
der midden-Europeesche keizerrijken acht
Italië zich sterk en slaat tegen Frankrijk een
toon aan, dien dit land zich niet kan laten
welgevallen.
Cri8pi deelde aan de mogendheden mede,
dat Turkije, na een tijd lang geaarzeld te
hebben, zich had nedergelegd bij het vol-
DOOR
De landheer zat in.zijn leunstoel aan het ven
ster, bijna geheel bedolven onder dikke rookwol
ken, die hij uit zijn meerschuimen pijp blies. Hij
was om en bij de zestig, maar zag er ondanks
eijn witte haren nog betrekkelijk jeugdig uit en
verheugde zicli blijkbaar nog in zijn volle kracht
en gezondheid. Hij was groot en gezet van ge
stalte; het min of meer blozende gelaat verried
juist geen groote mate van verstand, maar had
daarentegen een onmiskenbaar goedaardige uit
drukking. Zijn kleedinghalf huisgewaad en
half jachtkostuum was tamelijk slordig, en de
forscne gestalte met de forsche stem vormde een
scherpe tegenstelling met de magere en schrale
figuur van den onderwijzer voor hem.
De doctor had waarschijnlijk x-eeds de drie
kruisjes achter den rughij was van middelbare
grootteen zijn gebogen houding liet hem nog
kleiner schijnen aan hij was. Zijn gelaat was
niet bepaald leelijk te noemen, maar het droeg
te zeer de uitdrukking van zwakheid en afhan
kelijkheid, om eenige aanti-ekkelijkheid te bezit
tel. Hij zag er bleek en ziekelijk uit, zijn voor
hoofd was met diepe rimpels doorploegd en zijne
oog en hadden dien verstrooiden en onzekeren
blik, zoo eigen aan menschen, die zelden of nooit
hun gedachten bij de alledaaesche zaken bepalen.
Zijn zwarte kleeding getuigde van een pijnlijke
netheid en het geheele voorkomen van dien man
had iets angstigs en schuchters, dat zich ook in
lijn stem verried, toen hij zacht antwoordde
#Ge weet, mijnheer Witold, dat ik mij slechts
in de uitei-ste noodzakelijkheid toi, u wend. Dit-
riaal moet ik echter uwe autoriteit te hulp roe-
dongen feit, dat Italië Massowah in bezit
had genomen en dat slechts Frankrijk op
poneerde, op wiens aanraden ook Grieken
land zich verzet had. Het drijven van Frank
rijk was alleen toe te schrijven aan de om
standigheid dat men daar te lande de
vreedzame ontwikkeling van Italie's macht
met leede oogen aanzag, uit vrees dat dit
het gezag en de macht der Franschen be
nadeelt.
Dit weder in verband met het vroeger
medegedeelde, de waarschuwing van Italië
aan de Porte betreffende Tripoli, zoo zal
men moeten toestemmen, dat Crispi uitste
kend de kunst verstaat van stoken. Wat
echter de bedoeling kan wezen om Frankrijk
zoo te ontstemmen, is weinigen duidelijk,
evenmin als men in het buitenland begrijpt,
waarom de Italiaansche vloot steeds op voet
van oorlog gehouden wordt, gereed om in
enkele dagen uit te stoomende lauweren
van Massowah zijn toch te duur gekocht,
dan dat weder een minister^ zich aan een
dergelijke romantische onderneming zou wa
gen.
In Weenen is men niets gerust over dat
opspelen van Crispi en tracht men het warme
Ilaliaansche bloed wat tot rust te brengen;
het verbond der keizers met Italië is geslo
ten, om te helpen, in geval dit voor de
handhaving van haar macht in de Middel-
landsche zee noodig was, maar niet om zich
in eene wisselvallige politiek te begeven.
Oostenrijk neemt te meer eene gereserveerde
houding aan, daar Rusland nóg maar steedsN
voortgaat het leger op de Oostenrijksche grens
te versterken, terwijl proviandmagazijnen wor
den aangelegd, die ten duidelijkste aantoo-
nen, dat het leger op een aanvallende bewe
ging wordt toegerust.
Ter gelegenheid van het tienjarig bezit
van Bosnië en Herzegowina (eerst heette het
eene tijdelijke bezetting) laat de Oostenrijk
sche regeering alom vermelden, hoe gunstig
de toestand geworden is dier provinciën na
de annexatie.
Was er vroegerg een berijdbare weg, nu
doorkruisen spoorwegen het land. Het on
derwijs, vroeger geheel verwaarloosd, werd
door het invoeren van staatsscholen georga
niseerd en nu reeds getuigen de welbezochte
gymnasia van den vooruitgang.
pen. Ik zie geen uitweg meer."
„Wat heeft Waldemar dan weer begonnen
vroeg de landheer verstoord. „Dat hij onhandel
baar is, weet ik even goed als gij; daarvoor weet
ik geen raad. Mii is de jongen al lang boven
het hoofd gegroeidhij gehoorzaamt niemand
meer, zelfs mij niet. En dat hij u met uw
boeken laat zitten en liever jaagt en door de
bosschen zwerft wel, dat heb ik in mijn jeugd
ook gedaan. Ik kon ook niet met al die geleerd
heid terecht. En dat hij geen manieren Iieeft
dat's ook van minder belang. Wij leven hier
geheel onder ons, en als wij eens met de buren
samenkomen, gaat het ook zonder plichtplegingen
toe. Dat weet gij zelf het best, doctor. Ge gaat
altijd op de vlucht voor onze jacht- en drink
partijen/
♦-Maar bedenk toch bi'acht de gouvei-neur
hiertegen in, »als Waldemar later met zijn on
handelbaar karakter in andere kringen moet
vei'keeren, als hij eens gaat trouwen."
„Trouwen?" riep Witold, werkelijk beleedigd
door deze onderstelling. „Dat zal hij niet I Waar
toe zou dat dienen Ik ben ook jonggezel ge
bleven en bevind er mij opperbest bij, en Nor-
déck zaliger zou ook vrij wat beter gedaan heb
ben als hij nooit die dwaasheid had onilernomen.
Nu, met onzen Waldemaar heeft't Goddank, geen
nood voor alle vrouwen loopt hij mijlen ver
weg en daarin heeft hij groot geb.k.'
Met een welgevalligen glimlach leunde hij ach
terover in zijn stoel. De doctor trad een schrede
nader. „Om nu echter op het uitgangspunt terug
te komen zeide hij aarzelend. „Ge stemt
zelf toe dat mijn pupil mij totaal ontgroeid is
zou 't dan niet hoog tijd worden om hem naar
de academie te zenden?"
De heer Witold sprong plotseling van zijn stoel
op en dit wel niet zulk een vaart, dat de gou
verneur weer even schielijk achteruitweek. „Dacht
ik 'tniet, dat ge mij daarmee weder aan boord
zoudt komen 1 Sedert vier weken hoor ik niet
anders van u. Wat zou Waldemar op die aca
demie doen Zich het hoofd door al die profe6-
De mijnen worden geëxploiteerd om niet
te spreken van de vlucht, die de landbouw
nam, welke voorheen zijn produkten slechts
in het land zelf ter markt kon brengen, daar
er geene vervoermiddelen waren. De han
del herleefde, daar de invoering van nieuwe
rechtbanken rechtszekerheid verschafte. Rust
heerschte in de landen onder Oostenrijk's
scepterwat Rusland vermocht leerde de
treurige geschiedenis van Bulgarije.
Sedert .eenigen tijd namen de diefstallen
te Leuven en omstreken onrustbarend toe; na
langdurige nasporingen is een Duitscher
vroeger herbergier te Antwerpen en tegen
woordig als een groot heer een buitenplaats
bewonende te Jette, als de dader aangehou
den. Deze man, 30 jaar oud en als deftig
burger levende, ging 's nachts vermond naar
de stad om er zijn slag te slaan
In den toestand van de arbeiders te Parijs
is nog geen verandering gekomen. Hunne
houding is kalm en zij hebben goeden moed
dat zij slagen zullen, want de tentoonstelling
van 1889 nadert en er zijn zeker aantal
werken die ondernomen zijn om tegen dat
oogenblik gereed te zijn. Daarmede worden
hier niet bedoeld de eigenlijke werken op
het Champ de Marswaaraan geregeld ge
arbeid wordt.
Het is zeker, dat onder de oorzaken der
werkstaking de naderende wereldtentoonstel
ling eene ruime plaats inneemt. Maar voor
dat die gouden eeuw aangebroken isheeft
het werkvolkdat verhoogde loonen eischt,
een harden tijd te doorleven. Het is deze
week juist acht-en-vijttig jaren geleden dat
de Parijsche werklieden zich ter wille van de
staatkundige vrijheid lieten doodschieten op
de barricades en den koning verjoegen. Thans
heeft men de staatkundige vrijheidmaar
die vrijheid is niet heel voedzaam voor den-
geen, die niet te eten heeft, of die zijn werk
heeft gestaakt, omdat hij zijn loon te gering
vindt.
soi'S met nog meer geleei'dheid laten volstoppen?
Mij dur.kt, dat gij dat al voldoende gedaan nebt.
Hij heeft allss geleex-d wat een flink landheer
noodig heeft te weten. Hij is even goed op de
hoogte van de landhuishoudkundige zaken als
mijn opzichterhij heeft er beter slag van dan
ik om het werkvolk in ontzag te houden en als
ruiter en jager is hij ieder de baas. Hij is een
prachtstnk van een jongen
De onderwijzer scheen deze opgewonden be
schouwing niet in alle opzichten te deelen. Wel
is waar durfde hij niet openlijk voor zijn mee
ning uitkomenmaar toch raapte hij al zijn, zij
't slechts kleinen voorraad van moed bijeen, en
antwoordde schuchter:
„Voor den erfgenaam van Willicza wordt naar
mijn gevoelen nog iets meer vereisclit, dan dat
hij de eigenschappen van een goed opzichter of
rentmeester bezit. Ik acht het noodzakelijk en
wenschelijk dat zijn opvoeding aan een onzer
hoogescholen voltooid wordt."
„fk volstrekt niet," riep de heer Witold. „Is't
niet erg genoeg, dat ik den jongen die nu eens
een plaats in mijn hart heeft veroverd, later moet
zien heengaan, omdat zijn goederen juist in dat
verwenschte land van de Polakken liggen Zou
ik mij nu al van hem scheiden en hem naar de
academie zenden, wat hij evenmin wenscht als
ik Neendat gebeurt niet daar is geen
denken aan. Hij blijft hier totdat hij naar Wil
licza gaat
En grimmig deed hij een paar trekken aan zijn
pijp, zoodat zijn gelaat verscheidene minuten lang
achter de dichte rookwolken onzichtbaar werd.
De gouverneur zweeg zuchtend maar iuist die
kalme berusting scheen den barschen landheer
op het gemoed te werken.
„Denk maar niet langer over die academie,
doctor," hernam hij op geheel veranderden toon.
♦Ge zult cr Waldemar nu noch ooit toe kunnen
overhalen en voor u zelf is 't ook veel beter; dan
blijft ge hier immers op den Oldenhof. Ge voelt
er u zoo thuis onder al die Hunnebedden en dat
Runenschrift en zooals al die zaken verder heeten,
in Frankrijk heeft altijd
aan de groote massamaar
De staatkunde
veel beloofd
dikwijls is zij tekortgeschoten in hare belof
ten en heeft zij bankroet gemaakt, als het
aankwam op het betalen der coupon.
In de Nouvelle Revue komt een rapport
voor van Bismarck aan keizer Frederik III
over het huwelijk van diens dochter Victoria
met prins Alexander Van Battenberg. De
redactricemevrouw Adamstaat voor de
juistheid van dit rapport in.
Een gewezen Fransch officierAlbert
Cayro is te Parijs gevangen genomen als
hoofd van een inbrekersbende. Hij heeft
sedert 1882, toen hij den krijgsdienst ver
liet ruim honderd diefstallen gepleegd te
Parijsmaar vooral in de villa's der voor
steden welke gedurende de winteravonden
onbewoond waren. Hij had in de Rue Le-
gendre eene fraaie woning met kostbare
meubelen, welke, naar hij den commissaris
van politie verzekerdebijna uitsluitend van
zijn diefstallen afkomstig waren.
Ten gevolge van de hevige regenbuien
waren in Londen in de wijk Poplar de rio
len niet meer in staat de buitengewone hoe
veelheden water op te nemenzoodat zij
barstten, met het gevolg dat de huizen onder
liepen en spoedig in elk daarvan 2 of meer
voeten diep een smerige vloeibare massa stond.
De woningen in deze wijk zijn meestal door
armen bewoond die niet in staat waren iets
te redden. Toen het water daalde bleef een
smerige massa achter.
Ook op andere punten van Londen zijn
dergelijke ongevallen voorgekomeno. a. in
Linehouse en Peckham. De weg tusschen
de wijken East Dulwick en Nunhead is geheel
overstroomd.
Peckham Rye is een groot meer. Er is
belangrijke schade aangerichtdie vooral in
deze zwaar gevoeld wordt.
Zes weken op een onbewoond eiland.
Te Liverpool kwamen twee matrozen aan
van een schip dat op weg van Nieuw Zuid-
Wales naar San Francisco in de Stille Zuid
zee vergaan was. De bemanning en zes pas
sagiers bereikten in een boot het onbewoonde
waarmede ge u den geheelen dag het hoofd,
breekt. Ik begrijp wel is waar volstx-ekt niet,
hoe die oude lxeidensche rommel u eenig belang
kan inboezeiuenmaar ieder meosch heeft zijn
afzonderlijke lielhebberij en ik gun u deze van
harte, daar Waldemar u het leven dikwijls genoeg
verbittert en ik ook al."
De doctor maakte een afwei'endc beweging.
„O, mijnheer Witold stamelde hij verlegen.
Stem het maar gerust toe/ hernam deze goed
aardig. „Ik weet immers wel, dat gij het hier
een ellendig leven vindt en dat ge al lang, even
als uw zes voorgangers, het hazenpad zoudt ge
kozen hebben als die oude lieidensche rommel
u niet terughield, waaraan nu eens uw geheele
hart hangt en waaraan gij u niet weer kunt
ontrukken. Nu, ge weet, er is nog wel huis met
mij te houden, al stuif ik nu en dan eens op,
en daar gij met uw gedachten steeds bij de Hei
denen zijt, zal u dit niet bijzonder hinaeren. Ik
heb wel eens hooren zeggen, dat de menschen in
dien tijd volstrekt geen maniei-en hadden en dat
ze elkaar soms uit pure vriendschap doodsloegen."
De historische kennis, die de landheer aan den
dag legde, kwam den doctor eenigszins bedenke
lijk voor; misschien vreesde hij een praktische
toepassing daarvan op zijn eigen persoon. Hij
trok zich althans onmerkbaar naar de sofa terug.
„Neem mij niet kwalijk, de oude Germanen—
„Waren andere kei'els dan gij, doctor!" ï'iepde
landheer, wien de beweging niet ontgaan was. Ik
geloof dat van ons allen Waldemar nog het
meest op hen gelijkt en begrijp dus volstrekt
niet, wat ge eigenlijk op hem aan te merken
hebt."
„Maar, mijnheer Witold, in de negentiende
eeuw De doctor kwam niet verder met zijue
vei'klaring, want op dit zelfde oogenblik knalde
een schot, dat vlak bij het open venster werd
afgevuurd. De kogel floot door de kamer en
het groote gewei, dat boven de schrijftafel hing,
stortte met een vervaarlijk gedruisch naar beneden.
Wordt vervolgd.