Nummer 63. Donderdag 9 Augustus 1888. lle Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
"VIÜSTIET-A.,
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
5 E. Werner.
De Echo van het Zuiden,
Waalw(jksche cd Lufstrutsrtc Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiön 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.dolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het antwoord van den Franschen minister
op de strijdlustige nota van het Italiaansche
kabinet is in één woord waardig. Goblet
herinnert de onderteekenaren van het Ber-
lijnsch congresdat Italië 5 Februari 1885
in Massowah handelend optrad terwijl
26 Februari het congres het slotprotocol
teekendezonder eenig punt desbetreffend
daarin op te nemen. Italië had dan ook
opgegevendat het slechts bescherming be
oogde van de daar wonende Italianen en dat
iedere gedachte van vergrooting van grond
gebiedhieraan vreemd was. Het terug
trekken der Egyptische troepen gaf Italië
nog niet het recht zich als eigenaresse te
beschouwenwant Egypte had op aanraden
der Porte daar indertijd slechts eenige
afdeelingen heen gezonden voor politie-dien-
sten.
Wat Italië in Egypte wenscht wordt overi
gens steeds duisterder. De Massowah-quaestie
is nog niet opgelost en nu neemt dit rijk de
kust van Zula in bezit, officieel door Abes-
sinie aan Frankrijk afgestaan in 1840. Ter
wijl nu Frankrijk betreffende Massowah op
poneert en Turkije formeel ontkent, dat
Italië recht heeft op souvereiniteitsrechten
die de Porte toekomen komt het bericht
dat de Negus van Abessinie zijn leger op
nieuw verzamelt om tegen de Italianen op
te trekkenmen meldt, dat de strijdmacht
ongeveer 300,000 man bedragen zalnu be
ter gewapend dan verleden jaar.
In Piemont, noordelijk Italië, gaan luide
stemmen opom aan de onhoudbare positie
een einde te makendie daar allen handel
vernietigt nu de grootste afnemer van pro
ducten de grenzen gesloten houdt. De groen-
DOOR
I)e landheer sprong van zijn leunstoel op. «Wal
demar! Wat moet dat beteekenen Zijn we nu
zelfs in huis niet meer veilig voor zijn kogels 1
Wacht, ik zal 't hem wel afleeren!*
Hij wilde naar buiten gaan, maar werd door
het binnentreden van een jongen man hierin
verhinderd, die de deur opende of liever openstiet
en haar daarop even ruw achter zich liet dicht
vallen. Hij was in jachtkostuum, had een grooten
jachthond bij zich en het afgeschoten geweer nog
in de hand. Zonder te groeten of zich wegens
lijn onstuimig binnentreden te verontschuldigen,
stapte hij op Witold toe en zeide op triomfeerenden
toon
«Nu, wie heelt gelijk? Gij of ik?*
De landheer was werkelijk verstoord.
«Wat zijn dat voor manieren om de raenschen
over het hoofd heen te schieten 1'riep hij toornig!
«Men is niet meer zeker van zijn eigen leven als
gij in den omtrek zijt. Wilt gij den doctor en
mij soms naar de andere wereld helpen
Walderaar haalde de schouders op. «Wel mo
gelijk. Maar mijn weddenschap wilde ik eerst
winnen. Ge zeidet gisteren dat ik den nagel niet
zou treffenwaaraan dat gewei met de twaalf
takken hangt. Daar zit nu de kogel 1*
Dit zeggende, wees hij naar den muur.
«Waarachtig, daar zit hij?" zeide Witold, vol
bewondering en volkomen verzoend. «Doctor,
zie eens I Maar wat is u overkomen
«Mijnheer Fabian heeft waarschijnlijk weer een
zenuwtoeval,, zeide Walderaar spottendterwijl
hij zijn geweer in een hoek plaatste, maar niet
de minste aanstalten maakte om zijn leermeester
bij te staan, die half bezwijmd van schrik op de
sofa was neergezonken en aan al zijn leden beefde.
Witold richtte hem goedhartig op en bemoedigde
hem op zijn manier.
«Wees toch bedaard! Wie valt er nu dadelijk
flauw als hij een weinig kruit hoort knallen
't Is niet de moeite waard er van te ontstellen-
t Heelt niets te beteekenen. t Is waar, wij had.
den gewed, maar hoe kon ik weten dat de jongen
die zaak op zulk een onverstandige wijs zou
beslechten, In plaats van ons te roepen om buiten
te komenwaar we alles in alle kalmte mede
tenmarkt vooral geeft ten duidelijkste te
kennendat de Fransche grenzen geopend
moeten worden. Lang zal Crispi Piémont
niet kunnen weerstaan want dit geeft als de
rijkste provincie den hoofdtoon aan.
Naar thans beweerd wordtzijn de beide
keizers te Petersburg overeen gekomen te
trachten met Zweden en Noorwegen en
Denemarken een verbond te sluiten, waarbij
de Oostzee als een „Mare Clausum", een ge
sloten zee verklaard wordt. Vreemde oor
logsschepen worden daarin dan niet toe
gelaten zoo min in vredeals in tijd van
oorlog.
De Oostzee kan bij de Sond met eene
kleine macht worden afgesloten. Het groote
voordeeldat de contracteerende mogend
heden daarmede behalenis dat men de
Oostzeekusten in tijden van gevaar niet mede
behoeft te bewaken en dus slechts de Noord
zeekust met de marine moet dekken. Ook
het landleger heeft dan geen bezettingstroe
pen af te staan.
Verder meldt Figaro onder voorbehoud
dat Duitschland en Rusland een overeenkomst
hebben aangegaan en wel op een basis, welke
niet zonder invloed op de verhouding tus-
schen Oostenrijk en Rusland zal blijven.
Deze basis zal zijn het regelen der Ooster-
sche quaestiealsmede een belangrijke ver
laging der douane-tarieven. Tegen einde
Augustus zullen de beide keizers het stuk
teekenendat door de Duitsche kanselarij
wordt opgemaakt. De OostenrijkscheIta
liaansche en waarschijnlijk nog andere vorsten
zullen mede onderteekenen.
Naar het schijnt zal de najaarsreis van
keizer Wilhelm naar Baden-Baden achterwege
moeten blijven, en wel omdat de personen,
die hij aldaar had willen bezoeken, zijn beide
grootmoeders, er alsdan hoogstwaarschijnlijk
hadden kunnen aanzienschiet hij zonder com
plimenten de kamer binnen waar wij zitten. Zijt
gij nu wat beter? Gelukkig!'
Doctor Fabian was opgestaan en deed zijn
uiterste best om zijn beven te bedwingen, wat
hem echter nog niet wilde gelukken.
«Ge had ons kunnen doodschieten, Waldemar!"
zeide hij met bleeke lippen.
«Neen, doctor, dat was een bepaalde onmoge
lijkheid," antwoordde Waldemar, juist niet op
eerbiedigen toon. Gij stond met oom voor het
venster rechts en ik schoot door het linksclie,
misschien vijf stappen van u af. Ge weet immers
dat ik nooit misschiet."
«Dat's ééns, maar nooit weer 1" zeide Witold,
met een zwakke poging om zijn gezag als voogd
te laten gelden. «Een ongeluk zit in een klein
hoekje en dan is 't te laat. Ik verbied u hierbij
eens en voor altijd op de binnenplaats te schie
ten."
De jonge man sloeg driest de armen over el
kaar. «Dat moogt ge doen, oom, maar gehoor
zamen doe ik niet Ik schiet toch."
Hij stond voor zijn pleegvader als het verper
soonlijkte beeld van trots en eigenzinnigheid.
Waldemar Nordeck's uiterlijk had het echt Ger-
maansclie type en verried in geen enkel opzicht,
dat zijne moeder aan een anderen volksstam was
ontsproten. De bijna reusachtig groote gestalte
verhief zich nog eenige duimen boven de statige
van Witold, maar het lichaam miste alle eron-
redigheid en elke lijn trad scherp en hoekig te
voorschijn, Het blonde haar scheen in zijn weel
derige volheid het hoofd tot een last te zijn,
want het viel tot laag op het voorhoofd neer en
werd van tijd tot tijd met een ongeduldige be
weging naar achteren geworpen. De blauwe
oogen staarden somber voor zich uit en als hij
opgewonden was, zooals thans, lag er zelfs iets
vijandigs in zijn blik. Zijn gelaat was werke
lijk leelijk, ook hier was iedere lijn scherp en
hoekighet bezat niets meer van de ronde vor
men van den knaap, maar ook nog niets van de
vaste trekken van den mande overgang open
baarde zich hier bijna op stuitende wijs en de
ruwheid, die de jonge man in zijn geheele voor
komen ten toon spreidde, de veronachtzaming
van alle mogelijke vormen, was niet geschikt om
den ongunstigen indruk te verdrijven, dien zijne
geheele verschijning teweegbracht.
De heer Witold behoorde blijkbaar tot die
menschen, wier persoonlijkheid een energie doet
onderstellen, waarvan zij in werkelijkheid zelfs
geen greintje bezitten. Ir. plaats dat hij den trots
en de vermetelheid van zijn pupil op afdoende
wijs bestrafte, achtte de voogd het niet beneden
niet zullen wezen. Keizerin Augusta wenscht
haren altijd te Baden-Baden als een groot
familiefeest in eere gehouden verjaardag dit
maal wegens de droevige gebeurtenissen der
laatste maanden, in alle stilte en kalmte,
misschien zelfs wel elders, te vieren, en van
koningin Victoria meldt het Londensche Court
Journal tamelijk kortaf, dat H. M. dit jaar
geen reis naar het vasteland meer denkt te
ondernemen.
Grootmama Victoria schijnt er dus niet
op gesteld te zijn haar kleinzoon Wilhelm
te ontmoeten.
Gladstone, „the great old man," heeft me
degedeeld, dat hij weldra uit het publieke
leven dacht terug te treden en wel na den
afloop en de regeling der Iersche quaestie.
Engeland heeft een buitengewoon succes
met de expeditie tegen de Zoeloes. Zon
der slag of stoot onderwerpen zich allen;
men vermoedt, dat het ministerie aan het
parlement zal voorstellen, dit land maar te
annexeeren.
In Brussel spreekt men over een vorstelijk
huwelijk en wel van prinses Clementine
met Albert Victor van Walesoudsten zoon
van den Engelschen troonopvolger. De jonge
dame is genoodigd naar Schotland op bezoek
te komen ter kennismaking. De kroonprins
van Italië schijnt dus niet de gelukkige te
zijn. Deze was tot voor korten tijd een ern
stig pretendent.
De berichten uit onze landbouwende
streken luiden allertreurigstde oogst is nu
reeds stellig voor een groot deel als verloren
zich de minste te zijn.
«Heb ik 't u niet gezegd, doctor, dat de jon
gen zelfs mij niet meer gehoorzaamt?' zeide hij
met een gemoedsrust, waaruit men kon opmaken
dat dit het gewone eind van dergelijke geschillen
was en dat, als het den jongen neer geliefde, de
zaak ook van zijn kant ernstig te behandelen,
de pleegvader evenmin als de gouverneur iets
had in te brengen.
Waldemar bekommerde zich niet verder over
de beide anderen. Hij wierp zich zoo lang als
hij was op de sofa, zonder acht te slaan dat zijn
natte laarzen, waarmede hij door de plassen ge
stapt had, met de kussens in aanraking kwamen,
terwijl zijn groote jachthond, die evenzeer te wa
ter geweest was, het voorbeeld van zijn meester
volgde en zich niet minder gemakkelijk op het
tapijt uitstrekte.
Er volgde een eenigszins pijnlijke stilte. De
landheer trachtte brommend zijn pijp weer aan
te steken, die onderwijl was uitgegaan, en doc
tor Fabian was naar het venster gevlucht en zond
een blik hemelwaarts, die duidelijker uitdrukte
dan woorden, dat hij het leven hier werkelijk
«ellendig" vond.
De landheer had onderwijl zijn tabakszak ge
zocht en eindelijk op de scnrijftafel tusschen de
sporen en zweepen gevonden. Op het punt van
hem er onder heen te halen, viel hem een nog
ongeopende brief in de hand. Hij nam dien op.
«Dat had ik bijna vergeten! Waldemar, daar
is een brief voor u.'
«Voor mij?" vroeg Waldemar onverschillig.
«Ja. Met een kroon op het zegel en een groot
schild daaronder met allerlei gedierten, 't Zal
wel van de vorstin Baratowska zijn. Nu 't is
lang geleden, sedert wij met zulk een vorstelijk
schrijven vereerd werden.*
De jonge Nordeck verbrak het couvert en door
liep den inhoud. Hij scheen slechts weinige re
gels groot te zijn, maar toch trok het voorhoofd
van den lezer als een onweerswolk samen.
«Nu wat is er aan de hand Zit die samen
zweerderstroep nog altijd te Parijs Ik heb niet
op het postmerk gelet."
«De vorstin is met haar zoon te C." deelde
Waldemar hem mede; maar 't was alsof hij met
opzet de namen van moeder en broeder vermeed.
Zij erlangt mij daar bij zich te zien; ik zal er
morgen eens heenrijden."
«Dat zult ge wel laten," zeide de landheer.
«Die vorstelijke familie heeft zich jaren lang niet
over u bekommerd, en ze hoeft het nu ook niet
te doen. Wij hebben haar waarachtig niet noo-
dig ge blijft hier.'
«Oom, thans is 't gedaan met dat eeuwig kom-
te beschouwenen daarbij dreigt de nog
grootere ramp van overstrooming, daar over
al het water door de aanhoudende regens op
onrustbarende wijze stijgt. Vooral in het
land van Waes en in de omstreken van
Mechelen is de toestand hachelijk.
Ook voor de tentoonstelling officieel de
<Grand Concours> geheeten, is het ongunstige
weder allernoodlottigst. De onderneming van
den heer Somzée heeft met een aantal be
zwaren en tegenspoeden te kampen maar
toch geen is er grooter dan de aanhoudende
regen. De entrées zijn onbeduidenden de
kosten dag aan dag zeer groot.
Op die wijze zal de heer Somzée de her
nieuwing van zijn mandaat voor vier jaren
ontzettend duur betalen
Dezer dagen heeft de fotografie hier
eene nieuwe toepassing gevonden. Onze lezers
herinneren zich het oploopje bijL het huwelijk
van prins de Croy-Dulmen met prinses van
Arenberg. Aanstonds werd er een gerechte
lijk onderzoek geopendmaar zonder veel
succeswant niemand wist wie er alzoo zou
kunnen getuigenterwijl oproepingen van
vrijwillige getuigen weinig gehoor vonden.
Toevallig vernam de rechter van instructie
echter, dat een tegenover de kerk wonende
fotograaf tijdens het oploopje verscheidene
„instantannées" had genomen daarvan ver
schafte hij zich afdrukken welke hij stuks
gewijze belangrijk liet vergrooten en zoo is
hij er waarlijk in geslaagd sommige perso
nen te ontdekken, die een „werkzaam" deel
aan het opstootje genomen hebben. Reeds
moeten er twee personen voor den rechter
gedagvaard en elke deelneming aan het ge
beurde ontkennende ja zelfs verzekerende
niet ter plaatse tegenwoordig te zijn geweest,
voor het verpletterend argument gezwicht zijn,
dat de fotografie hen zich zeiven in tref-
mandeeren en verbieden I* barstte Walderaar uit,
zoo woest en onstuimig, dat de ander hem met
open mond aanstaarde. «Ben ik een schooljongen
die bij alles moet vragen wat hij doen en laten
moet? Heb ik op mijn eenentwintigste jaar nog
niet eens het recht om te beslissen of ik mijn
moeder al dan niet ontmoeten wil Ik heb 't
reeds beslist en morgen vroeg rijd ik naar C."
«Nu, word maar niet terstond zoo woedend 1"
zeide Witold, meer verbaasd dan geërgerd over
die plotselinge uitbarsting van toorn, waarvan
hij de reden niet begreep. «Wat mij betreft, kunt
ge overal heenrijden, waar ge wilt. Ik wil niets
met al die Polen te doen hebben, dat zeg ik u!"
Waldemar achtte het beneden zich om te ant
woorden hij nam zijn geweer, floot zijn hond
en verliet het vertrek. Zijn voogd zag hem hoofd
schuddend na, maar op eens scheen liera iets te
binnen te schieten. Hij nam den brief, dien Wal
demar achteloos op de tafel had laten liggen, en
las den inhoud. Nu was 't mijnheer Witold, die
bij de lezing .het voorhoofd fronste en bij vvien
eindelijk een onweer losbarstte.
«Dacht ik 't nietriep hij, met de vuist op
de tafel slaande. «Dat's juist een stukje van me
vrouw de vorstin In zes regels zet zij den jon-
fen tot opstand tegen mij aan. Daardoor werd
ij op eens zoo weerspannig. Hoor eens, doctor,
wat er staat:
«Mijn zoon I Jaren zijn voorbij gegaan sedert
ik eenig teelten van leven van n heb ontvan
gen.'„Zij heeft er ons evenmin een gegeven,"
voegde de lezer hier in. «Slechts door vreemden
weet ik, dat gij bij uw voogd op den Oldenhof
woont. Ik ben op het oogenblik te C. en het
zou mij zeer aangenaam zijn, als ik u daar be
groeten en u uw broeder voorstellen kon. Ik
weet nu wel is waar niet,"let wel op, doctor,
daar komt 't! „of gij vrij genoeg zijt om mij
te komen bezoeken. Zooals ik hoor, zijt gij, on
danks de meerderjarigheid, die ge onlangs bereikt
hebt, nog in 'alles ondergeschikt aan den wU van
uw voogd." Doctor, gij zijt er getuige van, hoe
de jongen ons beiden dagelijks mishandelt. „Aan
uwe bereidwilligheid om tot mij te komen, twij
fel ik geenszinsik ben echter niet zeker of de
heer Witold u daartoe verlof zal geven. Niette
min wilde ik mij liever tot uzelf wenden en zal
afwachten of ge zooveel zelfstandigheid bezit om
dezen wensch uwer moeder, den ee sten dien ze
u kenbaar maakt, te vervullen, dan of ge haar
zelfs dit verzoek niet moogt toestaan." Dat „moogt"
is onderstreept! «In het eerste geval verwacht ik
u eerstdaags en sluit hier den groet van uw broe
der, zoowel als den mijnen voor u in. Uwe
moeder.* (Wordt vervolgd.)