Nummer 73. Donderdag 13 September 1888. lle Jaargang. A Gemeenteraad van Waalwijk, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. VI1TETA, ANTOON TIELEN, UITGEVER: Waalwijk. 13 E. Werner. De Echo van het Zuiden, Waalwyhsche en langstreatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscfë land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van A.DOLI Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. OPENBARE VERGADERING op Donderdag 6 September 1888 n/m. 7V, ure. Afwezig de leden Timmermans, met ken nisgeving, en Zijlmans en de burgemeester van Grotenhuis. Voorzitter de wethouder Hoffmans. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige worden na voorlezing goedgekeurd. De voorzitter biedt den raad aan de ge meenterekening en de armen- en gasthuis rekening over 1887. In handen gesteld eener commissie, tot leden waarvan gekozen worden de heeren Timmermans, Mombers en Gragtmans. Aan de orde is het opmaken eener voor dracht tot benoeming van twee leden van 't collegie van zetters. Gekozen worden Vacature Baijens: Tot ln candidaat de heer Baijens, 2n Quirijns. Daar deze echter beslist verklaarde voor de candidatuur te bedanken, werd in zijne plaats gekozen de heer Verbunt. Vacature van den Heijden Tot ln candidaat de heer Ficq, 2n van den Heijden. Ingekomen stukken. a. Schrijven van den heer Gragtmans, vra gende toestemming om den trottoirband vóór den uitgang ten westen van zijn huis, op eigen kosten en onder toezicht van het ge meentebestuur, te laten zakken. Het dagelijksch bestuur stelt voor op dit verzoek gunstig te beschikken. De heer van der Heijden: „ik meen dat B. en W. hiermede belast zijn." De voorzitter: „B. en W. meenen van niet, omdat vroeger meer dergelijke zaken behan deld zijn in den raad en deze daarin ook DOOR „Be is gunstig, zoodat we er binnen een half uur kunnen zijn," zeide Waldemar, „en als ik dan straks de roeispanen gebruik, zijn we even schielijk weer thuis. Ge wildet immers de zon eens op den Beukenheuvel zien ondergaan Wanda weerstreefde niet langer, hoewel haar een onbestemde gewaarwording van angst over viel. Tot hiertoe had Leo hen nog altijd op alle wandelingen en uitstapjes vergezeld; roor de eerste maal was ze thans met Waldemar alleen Hoe jong Wanda ook mocht wezenze had eeen vrouw moeten zijn, om niet reeds bij Walde- mar's tweede bezoek te ontdekkenwat hem bij het eerste zoo zonderling schuw en verlegen had gemaakt. Hij kon niet veinzen en zijne ooeen spraken maar al te duidelijk, al had hij zijn ge voel nog door geen enkel woord verraden Hii was tegen Wanda nog kariger in zijn woorden en nog stijver dan tegen anderenmaar toch wist zij reedswelk een macht zij over hem uit oefende en wiet ze deze te gebruiken te mis bruiken ook van tijd tot tijd, daar de geheele zaak inderdaad slechts een speleen tijdverdrijf voor haar was, en niets meer. 'Ze vond het aar dig dat zij dien stroeven, onhandelbaren man met éen woord, ja, met een enkelen blik leiden kon 't streelde hare IJdelheid het voorwerp van die meestal stomme en zonderlinge maar harts tochtelijke vereering te zijn en bovenal vond ze't prettig, dat Leo er zich zoo over ergerde Zij dacht er in geen geval aan, zijn ouderen broe der boven hem te verkiezenwant 'Waldemar's gansche persoonlijkheid stuitte haar in de hoog ste mate. Zij vond zijn uiterlijk afschuwelijk zijne ongemanierdheid onuitstaanbaar en zijn praten vervelend. Ook had de liefde den jongen Nordeck niet beminnelijker gemaakt. Hij betoon de haar nooit de eene of andere galanterie, waar in Leoondanks zijn jeugdigen leeftijd reeds zoover was gevorderd; integendeel scheen hij beslissing heeft genomen. Met het oog daarop meenen wij er geen recht toe te hebben." De secretaris naar zijne meening gevraagd, oordeelt dat de beslissing aan den raad is aangezien het hier geldt verandering van een bestaand gemeentewerk. De heer Baijens: „'t is heel gemakkelijk als men maar denkt aan het verzoekschrift door van Riel indertijd ingezonden, om een balcon aan zijn huis te mogen aanbrengen; dat is ook in den raad behandeld." De heer van der Heijden: »Een mooie vergelijking. Het verzoek van den heer Gragtmans wordt zonder oppositie toegestaan. b. Verzoekschrift van den marktmeester F. Bogaerts, van den volgende inhoud: Aan den raad der gemeente Waalwijk. Met gepasten eerbied geeft Franciscus Johannes Bogaerts, als marktmeester te ken nen: Dat hij zich bezwaard bevindt over de handelwijze van het Jgemeente-bestuur, dat hij met kermis jl. een groote schade heeft geleden. Ten len met het plaatsen der kramen daar er genoegzame ruimte was moest ik (na be leefd verzoek een andere plaats te geven) gedwongen een oliekoekkraam voor mijn huis, waarin ik vergunningsrecht moet betalen, toe laten en die lucht de kermisdagen tot last van mijn en mijne bezoekers verduren. 2e met plaats te geven aan een spel op particulieren grond, waarvan mij p.m. vijftig gulden toekwamdaar er meer dan ruimte genoeg was op niarktgronden. Ter invordering daarvan heb ik mij tot den burgemeester gewenddie mij geantwoord heelt dat ik daar niets van te eischen had. 3e het afschrijven aan personen, een waar ik voorgaande jaren twintig gulden van ge noot, wegens plaatsgebrek en wel ruimte ge noeg op de marktgronden te hebben, daar ik de overtuiging van kan overleggen. 4e Geen genoegzame publiceering tenminste niet in den Provinciale 's Bossche courant volgens aloud gebruik. zich slechts met tegenzin voor de toovermacht te buigenwaaraan hij zich niet vermocht te ont rukken. Toch bleek het uit zijn geheele voor komenmet welk een onwederstaanbaar geweld die eerste hartstocht zich van hem had meester gemaakt. De Beukenheuvel was waarschijnlijk vroeger een klein eiland geweest; nu was het nog slechts een met booiren en struikgewas begroeide duin die 'door een strook lands met den oever was verbonden, vanwaar men haar ook te voet be reiken kon. Hoe schoon ook, werd deze plek slechts weinig bezocht; zij was te eenzaam en te afgelegen voor de meerendeels op pracht en verstrooiing gestelde badgasten van C., die meest al uitstapjes naar de naburige zeedorpen maak ten. Ook ditmaal was er niemand op den heu vel, toen de boot aanlegde. Waldemar steeg aan landterwijl zijne jonge gezellinzonder zijn hulp at te wachtenvlug op het witte oeverzand sprong en vervolgens, hem vooruit, de duin op snelde. r De Beukenheuvel deed zijn naam eer aan. Het geheele bosch, dat zich bijna een mijl ver langs het strand uitstrektekon nergens zoovele en zulks prachtige boomen van deze soort aanwijzen als hier op dit kleine plekje gronds bij elkaar stonden. Het waren prachtige, overoude beuken die hun reusachtige takken ver over de groene vlakte uitbreidenzoowel als over de grauwe en verbrokkelde puinhoopen die hier en daar ver strooid lagen volgens de overlevering de over blijfsels van een oude heidensche offerplaats. Op de plekwaar de booten gewoonlijk aanlegden, splitste liet geboomte zich in tweeën en had men een prachtig vergezicht over de zee. Donkerblauw strekte zich de onafzienbare vlakte uit- geen oever, geen eiland begrensde den blik geen zeil vertoonde zich aan den horizonniets dan de zee in al haar trotsche schoonheiden de Beu kenheuvel lag daar zoo eenzaam en afgezonderd, als ware hij werkelijk een klein eiland te midden van den oceaan. Wanda had haar strooien hoed afgezet, waarom heen slechts een eenvoudig zwart Tint was ge slagen, en ging nu op een der met mos begroei de steenen zitten. Zij was nog in den lichten rouw over vorst Baratowskihaar wit kleedje was als eenig sieraad met eenige zwarte linten atgezeten de lange einden van de evenzeer 5e De ontbrekende steun om onwillige of wanbetalende bij jaar- en weekmarkten tot betaling te dwingen. Redenen waarom adres sant zich genoodzaakt gevoelt, wil hij tot ultimo December zijne verplichtingen als pach ter gestand kunnen doen, beleefd maar drin gend tot uw geacht collegie te wenden als zijnde 't eerst aanwezende tot handhaving des rechts. Verzoekende le schadevergoeding of vermindering der pachtsom te verleenen ge- evenredigd naar geledene schade 's minstens honderd en vijftig gulden. 2e Maatregelen te nemen dat in 't vervolg gelden den pachter toekomende hem niet kunnen onthouden worden, wat zeker ook ten nadeele der gemeente is. Waalwijk Sept '88. Welk doende F. J. Bogaerts, marktmeester. De voorzitter„het dagelijksch bestuur vermeent dat er geen gronden zijn om het gevraagde toe te kennen." De heer van der Heijden: „Gronden om schadevergoeding toe te kennen zijn er ge noeg; over de hoegrootheid der som zal ik nog niet twisten, maar zeker is 't dat de man benadeeld is in zijn zaken. Ge leest allen de couranten evengoed als ik, maar gij zult nergens een voorbeeld zien dat niet de markt meester die kermiszaken regelt. Dat een spel op anderen dan gemeentegrond geplaatst wordt, als er nog ruimte genoeg is, is zeker onbillijk; en een som van 50 of 100 is voor zoo iemand een levensquaestie. Ik zou zijn voor een billijke vergoeding." De heer Verbunt: „De marktmeester is pachter, niet waar?" De voorzitter: „Ja." De heer Verbunt: „Aan die verpachting zijn zekere condities verbonden. Is daarin niet voorzien, dat spellen of kramen niet buiten gemeentegronden mogen worden op geslagen als daarop nog plaats is?" De voorzitter: „Ik geloof het niet; daar bij, de eigenaar van dat spel heeft particu lieren grond gehuurd; daartoe had hij het recht. Wat de ruimte op de markt aangaat, zwarte sjerp vielen aan hare ziide neer. Die kleur des doods op het witte gewaad gaf aan het voorkomen van het jonge meisje iets ernstigs en weemoedigsdat haar anders zelden of nooit eigen was. Ze zag er onbeschrijfelijk bekoorlijk uitterwijl ze daar met half gevouwen handen peinzend naar de zee zat te staren. Waldemar, die op den reusachtigen wortel van een beuk naast haar had plaats genomen, scheen ook van dit gevoelen te zijn, want hij hield zich uitsluitend bezig met naar haar te kijken. De ge heele overige omgeving scheen voor hem niet te be staanen hij schrikte als uit een droom op, toen Wanda op haar steenen zetel wijzendeschert- zend vroeg /Is dat nu soms een van uw oude runenstec- nen Waldemar haalde de schouders op. .Dat moet ge aan mijn gouverneurdoctor Fabian vragen," was zijn antwoord. ^Hij is in de eerste eeuwen van onze jaartelling beter thuis dan in de tegen woordige, en zou niets liever doen dan een zeer geleerd en uitvoerig betoog over runensteenen hunnebedden en wat niet al meer voor u hou den." „Als 't u belieft niet!" riep Wanda lachend. „Maar als doctor Fabian in zuik een bewonde ring over dien voortijd verkeert, verwondert het mij dat hij ook bij u den lust daartoe niet heeft opgewekt. Gij schijnt er vrij onverschillig voor te zijndunkt mij." De jonge man maakte een minachtend gebaar. „Wat kunnen mij al die oude geschiedenissen scheien Bosschen en velden zijn alleen voor mij belangrijkin zoover ze mij gelegenheid bieden om te jagen." "Hoe prozaïschriep Wanda verontwaardigd. „Dus denkt ge daarbij aan niets anders dan aan jagen Zelfs hier op den Beukenheuvel peinst ge waarschijnlijk alleen over de reeën en hazen, die er zich misschien ophouden "•Neen zeide Waldemar langzaam, „hier niet." „'t Zou ook onvergeeflijk zijn in zoo'n omge ving als deze. Let eens op die prachtige lucht Daar ginds schijnt de zee in vuur en vlam te staan Waldemar volgde onverschillig de richting, die zij hem aanwees. „Ja dat is de plek waar men zegt dat Vineta verzonken i9." dat die nie4- geheel is ingenomen, hieraan heeft het dag. best. geen schuld. Er zijn aanvragen genoeg ingekomen, en 26 toege- gestaan, waaronder 3 mallemolens dat zij echter niet komen, daaraan kunnen wij niets doen. Dat spel stond op particulieren grond, daarvan konden wij niets eischen." De heer Verbunt„De onbillijkheid waar mede de marktmeester behandeld is, is ge noegzaam gebleken. De burgemeester heeft, niettegenstaande volop plaatsruimte op de markt washem een oliekoekenkraam vlak voor het huis gezet, zoodat de bezoekers van zijn herberg niet buiten konden gaan zitten en geen uitzicht op de markt hadden hier door heeft hij hem groote schade berokkend." De voorzitter„Hiermede kan het dag. best. zich niet inlatendit raakt den burge meester als hoofd der politie." De heer VerbuntDe door den burge meester ten opzichte van Bogaerts gepleegde onbillijkheid is genoegzaam bewezenden man komt dus schadevergoeding toe." De heer van der Heijden „Verleden jaar stond de schuitjesmallemolen ook op parti culieren grond die heeft toch aan den markt meester staangeld betaald. Dit had nu met dat spel evengoed gekunnen, als de burge meester maar gewild had." De heer Quirijns„Ik zou in overweging geven de zaak eens aan te houden en dan intusschen te onderzoeken." De voorzitter„Het dagelijksch bestuur stelt voor geen schadevergoeding te verlee nen maar wil men de zaak aanhouden dan kunnen we er nog eens over praten." De heer van der Heijden „Ik vind dat men de zaak heel goed af kan doen en stel voor aan adressant 50% toe te staan van de gevraagde schadevergoeding." De heer Verbunt: »Ik vereenig mij met dit voorstel." De heer Baijens„Ik ben er voor de zaak aan te houden dan kunnen we er nog eens over denken." De voorzitter„Als de schadevergoeding verleend wordt kan ieder wel komen klagen, die een kraam voor zijn huis krijgt." "Wat is daar verzonken vroeg de jonge da me, belangstellend tot hem opziende. „Hebt ge daarvan nog nooit iets gehoord? 'tls een van onze oude zeesprookjes. Ik dacht dat gij 'tal kendet." J „Neen. Vertel 't mij eens!" //Ik kan niet goed sprookjes vertellen," veront schuldigde Waldemar zich. „Vraag onze zeelui er maar eens naar. Elke oude visscher kan u dat vrij wat beter en uitvoeriger verhalen dan ik." „Maar ik wil 't nu van u en van niemand anders hoorenhield Wanda aan. „Vertel dus op Op Waldemar's voorhoofd vertoonde zich een diepe rimpel dat bevel klonk voorwaar al te gebiedend. „Wilt ge dat?" herhaalde hij met nadruk. Wanda merkte dat ze hem beleedigd had, maar ze was overmoedig geworden door de macht, die zij, gedurende de laatste weken dikwijls ge noeg op de proef had gesteld. „Ja, ik wil 't!' verklaarde zijniet minder vastberaden dan de eerste maal. De rimpel op het voorhoofd van den jongen man nam toe. Het was weer een van die mo menten waarin zijn geheele wezen in opstand kwam tegen de betoovering, die hem in boeien hield geslagen maar thans ontmoette hij de don kere oogendie het bevel in een verzoek schenen te veranderen en 't was gedaan met al zijn trots en tegenstand. Zijn voorhoofd ontplooide zich, hij glimlachte zelfs. „Nu dan, zooals ik het vertellen kan, korten - prozaïsch," zeide hijop dit laatste woord den klemtoon leggende. „Volgens de overlevering is Vineta een oude zeevesting geweest, de hoofdstad der toenmalige bevolking, die de zee en de kus ten in het rond beheerschte en in weelde en pracht nergens haars gelijke vondterwijl on metelijke schatten haar uit alle landen toestroom den. Maar de hoogmoed en de zonden barer be woners lokten het oordeel Gods over haar uit en zoo werd zij door de golven verslonden. Onze schippers zijn er bepaald van overtuigd, dat ginds, waar het strand zoover terugwijkt.de vesting Vi neta nog in hare heerlijkheid op den bodem°der zee ligt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 1