Nummer 78. Zondag 30 September 1888. lle Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. VIIÜBTA, ANTOON TIELEN Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Belgie. UITGEVER: Waalwijk. STAAT VAN BRIEVEN 17 E. "Werner. en Langstrafsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels ƒ0,60 daarbo/eu 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal ter plaatsing opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscli- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Verzonden gedurende de le helft der maand September Geadresseerd aan onbekenden. Van Waalwijk. 1. Mevr. van Dijk Amsterdam. 2. Louwerens Kohijn, Rotterdam. Kunnende de brieven door tusschenkoinst van het postkantoor terugbekomen worden. De directeur, VIS. Floquet, Frankrijks premier zit met zijn schoo- ne belofte van grondwetsherziening, waarme de hij zijn partijgenooten (de radicalen) heeft weten te paaien. De regeering heeft zeer wei nig lust een zoo gevaarlijke taak als grondwets herziening te aanvaarden, want zij weet, dat monarchisten, bonapartisten, orleanisten, bou- langisten enz. slechts op een gunstige ge legenheid wachten om hun slag te slaan, en zulk een grondwetsherziening biedt tal van gelegenheden om te speculeeren ten koste van hen die nu het roer in handen hebben. Ora aan alle luchtkasteelen een einde te ma ken heeft het kabinet nu reeds te kennen gegevendat het er eerst dan eens over zou denken de grondwetsherziening onder handen te nemen, als zij urgent is verklaard. „Veel beloven en weinig geven doet de gekken in vreugde leven," zal president Flo quet gedacht hebben maar ongelukkig heeft hij zich deerlijk vergist, het „belofte maakt schuld" rijst met vlammende letteren voor hem op. Met de vastelling der begrooting gaat het in Franrijk ook lang niet meer van een 1 eien dakje. De beslissing, die door de be-* grootings-commissie is genomen om de ma rine-begrooting vast te stellen op hetzelfde cijfer als verleden jaar, op 200 millioen, en DOOR Waldemar wachtte te vergeefs op een antwoord; t scheen hem bijna te krenken dat het zoolang uitbleef, fik heb moeder straks medegedeeld dat ik niet dadelijk mede naar Wiilicza kan gaan/ hernam hij. „Ik zal niet eer dan over drie of vier weken kunnen komen." „Nu, dat's een korte tijd," meende Wanda. „Een korte tijd? 't Is een eeuwigheid!" riep de jonge man heftig. „Ge begrijpt niet wat 't mij kost, hier achter te blijven en u alleen te laten vertrekken." „Waldemar, houd u bedaard!" viel Wanda hem met zichtbaren angst in de rede, doch hij luisterde niet en ging met dezelfde opgewondenheid voort: „Ik heb u beloofd te zullen wachten totdat wij op Wiilicza warenmaar toen hoopte ik nog u te vergezellen. Nu zal er bijna een maand ver- loopen eer ik u wederzie, en zoolang kan ik niet zwiigen, zoolang kan ik u niet in Leo's nabijheid laten zonder te weten dat ge mij mij -alléén toebehoort." Deze bekentenis kwam hem zoo onverwachts en met zulk een onstuimigheid over de lippen dat de jonge gravin als het ware geen tijd had om er tusschen te komen wat haar trouwens weinig zou gebaat hebben. Hij had reeds weer hare hand gegrepen en drukte deze even vast in de zijne als op den Beukenheuvel. „\Vend u niet zoo verstoord van mij af, Wanda! Ge moet het reeds lang begrepen hebben, wat mij hier eigenlijk heentrok ik kon 't immers nooit verbergen en gij hebt 't geduld, hebt mij niet teruggewezen. Mag ik dat zwijgen dan nu niet eindelijk verbreken Ik weet wel dat ik niet ben als anderen, dat mij veel, bij ra alles ontbreekt om u te behagen, maar ik kan en wil 'tleeren. 'tls eenig en alleen om uwentwil, dat ik mij getroost naar de academie te gaan. Wat geef ik om al dat studeeren, om het leven in den vreemde? Voor mijzelf ben ik er niet op daardoor op de aangevraagde som van den minister van marine 5 millioen te korten heeft niet alleen tot een conflict geleid tus schen de commissie en den betrokken minis ter maar bovendien heeft de rapporteur der commissie zijn ontslag genomen omdat hij die vermindering te kras vond. Ook de be grooting van oorlog komt de commissie veel te hoog voormaar, evenals zijn col lega van marine, laat de minister van oor log niet met zich sollen; hij wil niet laten afdingen en zal Zaterdag nadere inlichtingen geven. Als een donderslag is de openbaarmaking van het gedeelte van keizer Frederiks dagboek te Berlijn de rustige rust komen verstoren alles is er in rep en roer. Natuurlijk is de indrukdien de belang rijke bijzonderheden gemaakt hebbenver schillend al naar mate de gevoelens en mee ningen verschillen. In de offlcieele (Bismarckiaansche) kringen was men eerst te versteld om een woord te uiten maar met de kalmte kreeg men ook het bewustzijn dat die bijzonderheden het conservatieve beginsel lang niet gunstig zijn, en sedert stelt men alle pogingen in het werk om den indruk er van te verzwakken. Onder de liberalen en progessisten groot ge juich en gejubel, en onder het groote publiek wekken zij nog meer het besefwelk een groot verlies men geleden heeft door keizer Frederik's dood, en Bismarck, dien men als den stichter van het Duitsche keizerrijk be schouwde is bij een menigte een paar pro cent gedaald. Uit Rome wordt gemelddat aan de ver schillende pauselijke gezanten een krachtige nota gezonden is tegen het doel der mani- lestatien van 20 dezer. Het Vatikaan protes teert tegen de verklaringen als zou het genoe gen nemen met de tegenwoordige verhouding van kerk en staat in Italië. Er loopen slechte gerucht omtrent den ge zondheidstoestand van koning Humbert van gesteld, maar ik lieb gezien, dat gij dikwijls voor mij terugscliriktet, dat ge mij soms uitlachtet en 'dat zal niet meer gebeuren. Alleen moet ik de zekerheid hebben, dat gij de mijne zijt, dut ik u ééns terugvind. Wanda, van mijne kindsheid ai' ben ik alleen geweest, heb ik mij soms zoo alleen gevoeld. Hebt gij mij dikwijls ruw en wild gevonden bedenk dat ik geen moeder, geen liefde gekend heb. Ik kan niet zoo worden als Leo, wien dat alles ten deel is gevallen, maar liefhebben kan ik, misschien meer en vuriger dan liij. Gij zijt het eenige wezen, dat ik ooit heb liefgehadéén enkel woord van u kan mij mijn verleden vergoeden. Spreek dan dat ééne woord, Wanda! Geef mij althans de hoop, dat ik'teens uit uw mond zal vernemen; maar zeg niet neen, want dat verdraag ik nietl" Inderdaad lag hij voor haar op de knieën, maai de jonge gravin dacht er nu niet meer aan om zich over den triomf te verheugen, dien ze zich eens in haar kinderlijken overmoed had voorge steld. Wel had ze nu en dan een duister voor gevoel gehad, dat het spel ernstiger zou worden dan ze gedacht had en niet met een vluchtige grap zou afloopen; maar met al de lichtzinnig heid van haar leeftijd had zij die gedachten van zich afgezet. Nu moest ze een besluit ne men, moest het gevaar trotseeren, moest een open lijke, hartstochtelijke liefdesverklaring met een afdoend „ja" of „neen" beantwoorden. Dat aan zoek was wel is waar alles behalve aanlokke lijk 't had niets van dat teedre en smachtende zóoals een jong meisje dit verlangt en zich voor stelt zelfs lerwijl hij haar zijne liefde beleed, had Waldemar zijne harde natuur niet kunnen verloochenenmaar uit elk woord sprak een on stuimig, lang weerhouden gevoel, sprak de harts tocht in al zijn kracht. Voor de eerste maal be greep Wanda ten volle, hoe ernstig hij het met de zaak meende, en als een brandend verwijt schoot haar de gedachte te binnen: „Wat heb ik gedaan „Öta op, Waldemar!" hare stem klonk ge jaagd en angstig. „Ik smeek u er om." „Zoodra ik „ja" van uwe lippen hoor anders niet." „Ik kan niet nu niet sta toch op 1" Hij gehoorzaamde niet, maar knielde nog voor haar neder, toen de deurdie naar het voorver trek leidde, onverwachts geopend werd en Leo Italië. Reeds op zijne reis door de Romag- na zou hij herhaaldelijk aan toevallen en flauwten onderhevig zijn geweestveroor zaakt door aandoeningen aan hart en lever. Nu wordt zelfs aan een Parijsch blad uit Rome gemeld, dat Z. M. door tering is aan getast en dat zijne dagen geteld zijn. In de Italiaansche ministerieele organen worden de berichten omtrent 's konings on gesteldheid tegengesproken. Het Journal de St. Pétersbourg maakt mel ding van het bericht in de Mémorial diplo matique volgens hetwelk lord Salisbury van prins Bismarck en graaf Kalnoky de verze kering had ontvangendat zij eene candida- tuur van den prins van Coburg als vorst van Bulgarije willen ondersteunen en men der halve eene bevredigende oplossing der Bul- gaarsche,quaestie kan tegemoet zien. Het Journal geeft zijne verbazing er over te ken nen dat een ernstig blad zulk een bericht heeft kunnen opnemen. De toestand in Oost-Afrika wordt er voor de Europeanen, Engelschen zoowel als Duitschers, niet beter op de bevolking wil niets meer weten van de Christenen zij wil alleen gehoorzamen aan den sultan en dan nog wel aan een Arabisch gouverneur, want generaal Matthews een Engelschman, opper bevelhebber der troepen des sultaus is uit Pangani verdreven. Men denktdat kui perijen van Arabische zijde dezen plotselingen omkeer hebben teweeggebracht. In Kiloa zijn twee Duitsche beambten en hun bedienden door de inboorlingen ver moord de Engelsche zendelingen zijn uit het binnenland teruggeroepen en verdere voorzorgen als noodig worden geacht, zijn genomen. Er wordt gesproken van militaire toebe reidselen van Duitsche zijde. De tweede groote jaarmarkt van paarden te Brussel zal den 27en October a. s. gehouden worden in de „Zuid-en Slachthuislanen" al daar. Er worden dezelfde belooningen als ver leden jaar uitgeloofd voor het grootste getal paarden en de schoonste trek en weeldepaarden en ponies, nl. premiën van 100, 150, 200, 3C0 en 500 francs, alsmede medailles van verguld zilver, zilver en brons. Te beginnen met 1889, zullen er twee paardenmarkten te Brussel gehouden wor den, een in Mei en een in October. Even over de grenzen, in het dorpje Eec- keren, bij Antwerpen, is een zeer ernstig, maar ook zeer bijzonder stoomtramongeluk gebeurd. Er is daar een lijn naar het dorp Wilmarsdonck, welke officieel nog niet ge bruikt werd, en daarom had men er geen bezwaar in gezien ter gelegenheid van de dorpskermis kramen op de rails te laten zetten. Alles ging dan ook goed, totdat er op een avond een der kramers de lichten van den tram snel ziet naderen. Voordat hij kon waarschuwen had de locomotief reeds een kraam met porselein omvergereden en den inhoud totaal verbrijzeld. Ongelukkig was dat niet het ergsteonder de overblijf selen vond men het deerlijk verminkte lichaam van een dochtertje van de eigenares van die kraam, en aan een anderen kant het lijk van een bediende uit eene wafelkraam. Het dochtertje is kort daarna bezweken. De locomotief zou zeker nog meer onheil aangericht hebben, want ze was geheel on beheerd, doch een moedig werkman wist er op te springen en het gevaarte tot staan te brengen. In de puinhoopen van de verbrij zelde kraam ontstond brand door de petro leumlampen gelukkig werd men hem spoe dig meester, anders ware de geheele kermis in vlammen opgegaan. binnentrad. Een oogenblik bleef deze als vast- geworteld staan, maar daarop barstte hij toornig uit„'t Is dus zoover Waldemar was opgesprongen; zijne oogen scho ten vonken. „Wat komt gij hier doen?" voerde hij zijn broeder heftig tegemoet. Leo was bleek van inwendige ontroering, maar die toon joeg hem het bloed in hel aangezicht. Met een paar haastige schreden stond hij voor Waldemar. „Gij schijnt mijne tegenwoordigheid hier over compleet te vinden/ zeide hij met gedwongen bedaardheid. „En toch zou juist ik u de beste verklaring kunnen geven van het tooneel, dat ik zoo even bijwoonde." „Leo, zwijg 1" riep Wanda, half op smeekenden, half op bevelenden toon; maar de ijverzucht liet den jongen vorst alle andere consideratiën over het hoofd zier.. „Ik zwijg niet/ antwoordde hij verbitterd. „Ik heb slechts beloofd te zwijgen, totdat de wed denschap zou beslist zijn, en ik heb nu dien uitslag met eigen oogen gezien. Hoe dikwijls heb ik u verzocht een eind te maken aan dat spel! Gij wist dat 't mij hinderde, dat 't mij tot wanhoop dreef. Toch hebt gij het ten einde toe volgehouden. Zal ik 't mij nu soms laten welgevallen, dat Waldemar in het gevoel van zijn veronderstelden triomf mij als een facheux troisième de deur wijst, mij, dien gij tot getuige hebt genomen, dat gij u, het kostte wat het wilde, sterk maaktet om hem voor n te laten knielen Nu ge hebt het gedaan gekregen, maar hij zal ten minste de toedracht van de zaak vernemen." Waldemar had reeds bij het woord „wedden schap» onthutst opgezien nu stond hij als aan den grond genageld. Zijne hand omspande kramp achtig de leuning van zijn stoel, terwijl zijne oogen zich met een zonderlinge uitdrukking op de jonge gravin vestigden. „Wat wat beteekent dat?" vroeg hij op bij na onhoorbaren toon. Wanda boog het hoofd. Zij was zich van hare schuld bewust. In haar binnenste kampte de toorn tegen Leo met hare eigen schaamte om den voorrang, maar bovenal bezielde haar een onbe schrijfelijke angstzij wist nu immers dat die slag doodelijk trof. Ook Leo antwoordde niet: de plotselinge verandering in het gelaat van zijn broeder bracht hem tot zwijgen. Bovendien kwam hij nu allengs tot besef, op welk een onverant woordelijke wijs hij Wanda prijs gaf en dat hij geen stap verder mocht gaan. „Wat beteekent dat?" herhaalde Waldemar, terwijl hij uit zijne onbeweeglijke houding op rees en dicht voor het jonge meisje kwam staan. „Leo spreekt van een weddenschap, van een spel, waarvan ik het voorwerp ben geweest. Antwoord mijWandaIk geloof n u alleen. Zeg gij mij dat 't een leugen is. „Dus ben ik een leugenaar in uwe oogen?" viel Leo uit, maar zijn broeder luisterde niet naar hemhet zwijgen der jonge gravin was voor hem genoeg hij had geen nadere beves tiging noodig. Met de ontdekking dier waarheid, echter, kwam ook zijne onstuimige natuur weer in al haar kracht boven en deed hem, nu de be- toovering verbroken was, waaraan hij zich zoo lang had onderworpenalle perken te buiten gaan „Ik wil antwoord hebben!» barstte hij woe dend uit. „Ben ik wezenlijk niets anders dan een speelbal, een tijdverdrijf voor u geweest? Hebt ge over mij gelachen en gespot, terwijl ik Ge zult mij antwoorden, Wanda, onmid dellijk antwoorden, of Hij eindigde den volzin niet, maar blik en toon waren zoo dreigend, dat Leo naderbijkwam, als om Wanda te beschermen. Zijn verregaande drift gaf haar echter hare be zinning terug. „Ik laat mij niet op die manier rekenschap afvragen/ verklaarde zij, op het punt van al haar trots te hulp te roepen maar daar ont moette zij Walderaar's blik en zweeg. Zijn aan gezicht drukte enkel woede en toorn uit, maar zijn oogen verrieden het grenzenlooze leed van den man die zijne liefde versmaad en verraden zagwiens aangebeden ideaal op dat moment reddeloos vernietigd werd. Hare stem scheen hem tot bezinning te hebben gebracht De ge balde handen ontsloten zichterwijl zijn lippen zich zoo vast opeenklemden, alsof ze elk woord achter slot en grendel wilden honden. Zijne borst hijgde van de geweldige inspanning, waar mede hij zijn toorn ten onder brachthij wan kelde, en leunde tegen den stoel. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 1