Nummer 5. Donderdag 17 Januari 1889. 12e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEUILLETON. YINÈTA ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Belgie. UITGEVER: Waalwijk. 44 E. W ERNE R. De Echo van het Zuiden, faalwijksdie en Laiigstatsdie Uimf, it blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daart-o en 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentieu 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De vredelievende strooming heeft op 't oogenblik den boventoon in den staatkundi gen toestand van Europageen enkele wan klank is tot nu toe de geruststellende, op nieuwjaarsdag afgelegde verklaringen komen storen. De gezondsheidstoestand van onzen geliefden koning baart wel eenige bezorgheid aan de diplomatieke wereld maar, daar alles omtrent de troonsopvolgingzoowel in Ne derland als in laet groothertogdom Luxemburg, geregeld iszal het ophanden schijnend onheil geen ernstige verwikkeling tengevolge hebben. De man die het lot van Europa in han den heeft, de ijzeren kanselieris te Berlijn teruggekeerdna maanden lang te Frie- drichsruhe vertoefd te hebben, geduiende welke de leiding der rijks-aangelegenheden oogenschijnlijk in handen was van graaf Her bert von Bismarck sedert de troonbestijging van Wilhelm II. Deze terugkeerblijkbaar door geen enkel moeilijk internationaal vraag stuk vereischt, vindt waarschijnlij zijn beweeg reden in de ongelukken, welke 's kanseliers staatkunde den laatsten tijd getroffen hebben, en die een gevolg zijn van den treurigen veldtocht door hem ondernomen tegen de nagedachtenis van den ongelukkigen en be treurden keizer Frederik III. Van den eenen kant is het incident tusschen den staatsse cretaris des rijks en Engelands gezant te St. Petersburg sir Robert Morrierdoor de of- ficieuse pers, blijkbaar met het doel om zijn terugroeping te bewerkenbeschuldigd in 1870, terwijl hij zaakgelastigde te Darmstadt wasmaarschalk Bazaine op de hoogte te hebben gebracht van de operaties van het Duitsche leger, een incident, dat uitgeloopen is op een armzalig échec der keizerlijke staatkundewant het ziet er minder dan ooit naar uit, dat het Britsche kabinet de Duitsche regeering zal komen raadplegen omtrent de keuze harer vertegenwoordigers in het buiten land. Van den anderen kant wordt prins Bis marck rechtstreeks getroffan door de niet- ontvankelijk-verklaring door het opperste gerechtshof te Leipzig uitgesproken in het proces, wegens hoogverraad tegen dr. Geff- cken ingesteld wegens de openbaarmaking van het dagboek van keizer Frederik. De openbare meening wordt ten slotte de op- houdelijk herhaalde en steeds van dezelfde zijde komende beschuldigingen moede. Men ziet, 'tis tijd dat de machtige hand van den grooten minister de leiding der staatszaken weder aanpakt om aan zijne staatkunde al haren luister en al hare kracht terug te geven. De Fransche kamers zijn weder bijeen maar de zittingen trekken niet zeer de aan dacht die geheel wordt in beslag genomen door de aanstaande verkiezing te Parijsal het overige is voor 't oogenblik van geen belangaller oogen zijn gevestigd op den stembusstrijd tusschen generaal Boulanger en den heer Jacques voorzitter van den al- gemeenen raad der Seinecandidaat der republikeinsche concentratie, 't Is vooralsnog onmogelijk te oordeelen over de waarschijn lijke kans dezer candidaturenzeker schijnt het echter dat alle conservatieven het eens zijn om op Boulanger te stemmen dit zal natuurlijk grooten invloed hebben op den uitslag der stemmig van 27 Januari. Wie ook de uitverkorene van het algemeen stemrecht zijde binnenlandsche toestand van Frankrijk zal er niet minder bedenkelijk om zijn want de toekomst zijner instellin gen, de binnenlandsche vrede, de waardig heid en de kracht van zijn standpunt zullen de speelbal blijven van onvoorziene gebeur tenissen. De Fransche minister van financien heeft voor de desbetreffende commissie zijn voor stel aangaande de inkomsten belasting nader ontvouwd. Hij wees er nadrukkelijk op dat het geen nieuwe belasting bedoelt, maar een belasting ter vervanging van die op de dranken welke zeer ongelijk verdeeld en bovendien hoogst impopulair is. Eerst door DOOR „Dat dunkt mij niet," zeide Waldemar kalm. „Die man is den geheelen dag dronken en heeft zijn pachthoeve door eigen schuld op de onver- antwoordelijkste wijs ten gronde gericht." De vorstin beet zich op de lippen. „Wie heeft u dat verteld De administrateur soms P» De jonge landheer zweeg, terwijl zijne moeder op eenigszins geprikkelden toon voortging: „Ik verstout mij natuurlijk niet invloet te wil len uitoeienen op de keus uwer beambten, maar in uw eigen belang waarschuw ik u toch, niet onvoorwaardelijk geloof te schenken aan Frank's lasterlijke praatjes. Die pachter hindert hem als zijn waarschijnlijke opvolger en daarom intri geert hij tegen hem." „Dat geloof ik niet," antwoordde Waldemar even bedaard als straks, „want hij weet reeds, dat ik geen plan heb hem een opvolger te geven. Voor de dagelijksche werkzaamheden zijn de beide Duitsche inspecteurs voldoende, en wat het op perbestuur betreft, zoo hoop ik zelf dit op mij te nemen." De vorstin schrikte. Het was alsof de adem haar plotseling in de keel stokte. „Gij zelf?'» herhaalde zij. „Dat komt mij vreemd voor." „Waarom? Er is immers altijd sprake van ge weest, dat ik mijn goederen zelf zou gaan be stieren De iaren aan de academie en op reis door gebracht, hebben de uitvoering van dit plan wel vertraagd, maar niet verhinderd. Ik heb genoeg kennis van landhuishoudkunde en boschzaken, om 't te durven ondernemen; daarvoor hebben mijn voogd zoowel als mijn gouverneur gezorgd. Wel zal t mij eenige moeite kosten, mij in de ver schillende toestanden hier in te werkenmaar tot het voorjaar blijft Frank mij nog ter zijde.» Hij zeide dit alles zoo onverschillig, alsof het van zelf sprak en voor geen tegenspraak vatbaar was, en scheen daarbij zoo ten eenenmale in de beschouwing van een aquarel verdiept, dat hij do ontsteltenis zijner moeder niet eens opmerkte. Deze had zich uit haar achtelooze houding opge richt en zag hem vorschend en onafgebroken a*an maar zij kwam tot hetzelfde besluit als hare nicht den vorigen dag uit dat gelaat liet zich niets opmaken. „'t Is toch zonderling dat ge u nooit een woord over dat besluit hebt laten ontvallen," merkte zij aan. „Ge liet ons allen in den warn, dat ge hier slechts een vluchtig bezoek bracht.» „Dat was ook eerst mijn plan, maar nu zie ik dat de goederen het oog van den meester noodig hebben. Mede naar aanleiding hiervan," ging hij na eene korte pauze voort, „wensch ik een enkel woord met u te spreken, moeder." Hij sloot het bock en wierp het op de tafel. En nu, voor de eerste maal, kwam het denkbeeld ook bij de vorstin op, dat Wanda's „instinct" wellicht juister kon gezien hebben dan haar eigen, gewoonlijk zoo onfeilbare blik zij zag den storm aankomen, maar ze was ook terstond bereid dien weerstand te bieden, en de vastberaden uitdruk king op haar gelaat liet voorzien, dat 't een zware strijd zou zijn, dien haar zoon met haar had te voeren. „Spreek dan," zeide zij koel. „Ik luister.» Waldemar was opgestaan en hield den blik somber op haar gevestigd. „Toen ik u nu vier jaren geleden aanbood om op Wilicza uw ver blijf te houden, achtte ik mij verplicht de positie mijner moeder derwijze te regelen, dat zij zich hier als meesteres van het kasteel kon laten gel dende goederen zelf bleven immers mijn ei gendom „Heelt iemand ooit het tegendeel beweerd?» vroeg de vorstin op denzelfden toon. „Het recht, dat gij op uwe goederen hebt, zal wel door nie mand betwijfeld worden.» „Neen, maar ik zie thans wat het gevolg is, als men ze jaren lang in handen van de Bara- towski's en Morynski's laat." Ook de vorstin verhief zich nu van haar zetel. Met al den haar aangeboren trots stond ze te genover haar zoon. „Wat wilt ge daarmede zeggen Wilt ge het mij soms wijten, als het bestuur hier veel, ja, alles te wenschen overlaat? Beschuldig daarvan uw voogd, die tal van jaren heeft geduld, dat het bestuur hier enkel aan uw beambten werd overgelaten. Dat heb ik lang genoeg ge- een algeheele belasting-hervorming zal men komen tot een proportioneele belasting en na een verheerlijking van zijn plannen ging de minister over tot de artikelsgewijze be handeling van zijn voorstel. De gebeurtenis van den dag in Belgie is een vlugschrift over 's lands politieken, mili tairen en huishoudelijken toestand. De schrij ver, waarschijnlijk een hooggeplaatst officier (zelfs heeft men den koning als den schrijver gedoodverfd, die steeds oneening is met het clericale ministerie) houdt zich voornamelijk bezig met de wederinstelling van de marine, de erkenning van den Congostaat als Bel gische kolonie de invoering van persoon lijken dienstplicht en versterking van het staand leger. Het ministerie Christitch in Servie zal tot half Februari het bewind voeren, aldus wordt uit Belgrado gemeld. De melding dat het niet zeker was,of de Amerikaansche kamer de reeds door den senaat aangenomen bepaling dat geen vreemde mogendheid zich zou mogen mengen in het Panama kanaal zou aannemen, wordt weersproken door het bericht dat bevel is gegeven eenige oorlogsschepen uit te rusten. Deze zouden naar Samoa of Pa nama gaan een nieuwtje dat zoowel te Parijs als te Berlijn lang niet welkom zal zijn. Een commissie van aandeel- en obligatie- houders in de Panama-kanaal-maatschappij is door den premier Floquet ontvangen eri heeftbij monde van den voorzitter aangeduid welk groot belang de maatschap pij er bij heeft dat ook de senaat vóór 26 dezer het wetsvoorstel aangaande de faillissementen aanneme wijl daardoor een nieuwe maatschappij uit de oude zou kunnen worden gevormd. De premier betuigde zijn belangstelling in de grootsche onderneming en daarmede uit. (Zie onder Frankrijk.) Of het besluit van den Amerikaanschen senaat ook niet van eenigen invloed is geweest op 's ministers gereserveerde hou ding De stand van zaken in Zanzibar trekt te Londen meer en meer de aandacht, voor al daar deskundigen beweren dat de op positie der ingeborenen tegen de blanken aan de Duitschers geweten moet worden. Mr. Asherdie voor eenigen tijd uit Uganda terugkeerde verklaarde, dat zijn doortocht volstrekt niet bemoeielijkt werd ja dat de negerhoofden hem voorthielpen tot op 200 mijlen van 'de kust, waar hij de eerste onaan genaamheden ondervond. Het ergste is te vreezen voor de zende lingen in het binnenland, daar de geest van ongenoegen zich snel landwaarts ver spreidt, doordien de handel vertraging onder vindt nu de slavenhandeldie steeds een aanzienlijk deel daarvan uitmaakte belem merd wordt. Anderen spreken er nu reeds over, dat de oorlog tusschen Oostenrijk en Pruisen op de gemeenschappelijke expeditie tegen Denemarken volgde en zien in de blokkade van Zanzibar een poging van de Duitsche regeering om de kracht de Engel- sche marine te peilen. weten, maar dat moet ge met uw ondergeschik ten uitmaken, mijn zoon, en niet met mij.» „Mijne beambten?» riep Waldemar bitter. „Ik gelouf dat Frank nog de eenige is, die mij als heer en meester erkent: de overigen staan allen tezamen in uw dienst, en zoo zij 't al niet zul len wagen mij openlijk te trotseeren, zoo weet ik toch dat elk mijner bevelen met een zee van uitvluchten, kuiperijen en tegenstribbelingen te kampen heeft, zoodra gij het in den zin krijgt, uw „neen» daartegenover te stellen." „Ge dioomt, Waldemar,» zeide de vorstin op half spottenden, half berispenden toon. „Ik had niet gedacht dat ge zoo onder den invloed van den administrateur stondt; maar ik verzoek u althans u te mijnen opzichte aan dien invloed te onttrekken." „En ik verzoek u, geen verdere pogingen aan te wenden om mij tegen hem in het harnas te jagen," viel de jonge landheer haar in de rede. .Eens hebt ge 't wel is waar vermocht, mij door de vrees voor een vreemden invloed, die zich van mij zou meester maken juist den uwen op te dringen eerst sedert ik een eigen wil hebis het mij onverschillig of ik den schijn daarvan al dan niet op mij laad. Ik heb weken lang gezwegen, juist 'omdat ik de berichten van den administrateur niet ver trouwde; ik wilde uit mijn eigen oogen zien; maar thans vraag ik u: wie heeft de pachthoe ven, die voor vier jaren nog alle in Duitsche handen waren, aan uwe landslieden afgestaan er. wel op ongeloöfelijke voorwaarden, zonder eeni gen waarborg, zonder eenig onderpand voor het verval, waaraan zij die pachthoeven blootstellen? Wie heeft in het bestuur over de bosschen al lengs een personeel gebracht, dat uwe nationale belangen waarschijnlijk uitmuntend bevordert, maar de opbrengst van mijn houtgewas tot op de helft heeft doen verminderen Wie heeft ein delijk den administrateur zoo tegengewerkt, dat zijne betrekking hem onverdraaglijk werden hij er voor bedankte? Gelukkig had hij nog geest kracht genoeg overgehouden om mij te hulp te roepen anders was ik waarschijnlijk nog langer uitgeblevenen toch was het hoog tijd dat ik terugkwam. Zonder u aan iets of aan iemand te storen, hebt ge alles aan de tradities van uw geslacht ten offer gebracht: mijn beambten, mijn positie zelfs, want ieder denkt natuurlijk dat dit Zooals men zich herinnert, heeft kardinaal Lavigerie hier pogingen gedaan een korps jongelieden bijeen te krijgen om met hem de slavernij in Afrika te bestrijden. Tot dus ver hebben zich 6 a 700 Belgische jonge lieden doen inschrijven. Zeer beleidvol is men hierbij te werk gegaan. Eerst heeft men een paar maanden na de aanmelding laten verloopen, tot de eerste geestdrift voorbij was en thans heeft men per circulaire aan de inschrijvers gevraagd of zij bij hun voornemen blijven en in het bevestigende geval een aantal inlichtingen omtrent hun verleden en persoon gevraagd. Bovendien is den jongelie den nadrukkelijk er op gewezen, dat hun bij hun terugkeer geen enkele belooning wacht, en dat, wat hun verblijf in Afrika betreft, zij alles met mijne toestemming is geschied. Tijdens het leven van mijn voogd zijn de goederen slecht beheerd geworden, m-ar dit kon hen niet veel schade berokkenen, daar zij ontuitputtelijke hulp bronnen in zich bevatten eerst de laatste vier jaren zijn ze onder uw bestuur aan den rand van den ondergang gebracht. Dit kon niet voor u verborgen blijven. Ge zijt scherpziend genoeg om na te gaan, wat hiervan het eind moest zijn, en ge hebt geestkracht genoeg om paal en perk te stellen aan dat verval, zooara ge dit verlangdet; maar 't is waar, deze belangen konden en moch ten niet in aanmerking komen Ge had slechts een doel voor oogen Wilicza tot de revolutie voor te bereiden.» De vorstin had dit alles zwijgend aangehoord met een onverholen verbazing, die met elke mi nuut toenam en nog meer de houding dan de woorden van haar zoon gold. 't Was voorwaar niet de eerste maal, dat er zulke woorden tus schen die vier muren geuit werden de overleden Nordeck had zijne gemalin dikwijls genoeg ver weten, dat zij, „zonder zich; aan iemand of iets te storen, alles aan de tradities van haar geslacht ten offer bracht»i hij had echter nog bij tijds we ten te verhinderen, wat thans zoo goed als vol bracht was; maar nooit had er zulk een tooneel plaats gehad, zonder dat de natuur van den land heer zich in al hare ruwheid en onbeschaafdheid had geopenbaard. Met een woedende drift, met een stroom van scheldwoorden en bedreigingen, trachtte hij zijne rechten als heer en meester té handhaven, zonder dat hij de trotsche, onver schrokken vrouw ooit iets' anders dan een min achtenden glimlach had ontlokt. Ze wist immers dat die parvenu noch karakter, noch overtuiging bezut en dat zijn haat zoowel als zijn partijzucht hem door de laagste beweegredenen waren' inge geven en als iets tegen hare verachting opwoog, dan was het de verontwaardiging, dat men haar zulk een man als echtgenoot had opgedrongen, Had aldemar zich op dezelfde manier aange steld, 't zou haar volstrekt niet verrast hebben; dat hij bedaard bleef, deed haar juist zoo ont stellen. Kalm eu bezadigd stond hij tegenover haar en wierp haar koel, maar met verplette rende gestrengheid woorü, voor woord, bewijs op bewijs voor de voeten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 1