Nummer 53. Donderdag 4 Juli 1889. 12e Jaargang. feuilleton" Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. BUITENLAND/ Frankrijk. UITGEVER: Waalwijk. 84 E. Werner Echo van het Zuiden, Waalwpsclie en Langstraalsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag: en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. t Loopt met de Fransche Kamer op een eind en dat is gelukkig: 't beeld, dat de Fransche volksvertegenwoordiging bijna da gelijks aanbiedt, is lang niet verkwikkend zoo zelfs dat een bede om verlossing van de tegenwoordige Kamer in de borst van elk Franschman alleszins gegrond zou zijn. Even als het einde van een eeuw is dikwerf ook het einde van de wetgevende lichamen storm achtig en de Fransche Kamer is er een treurig voorbeeld van. Men herinnert zich nog de zitting van Dinsdag, toen de afgevaardigde Lejeune on der censuur is gesteld. Zaterdag heeft de Kamer een pendant geleverd bij die zitting in nog schriller kleuren. De afgevaardigde Pichon, (radicaal) wenschte de regeering te interpelleeren over de zaak Woestyne-Meyer. De boulangist De Woestyne moet een brief gericht hebben tot den beursspeculant Jacques Meyer, met verzoek hem papieren ter hand te stellen, compromitteerend voor de radicalen. Ook nog anderen zouden daarin betrokken zijn. De minister van justitie las brieven voor, wat ruit de laaghartige bedoelingen van de boulangisten duidelijk bleken, waarop De Cassagnac riep„Die papieren heeft uw po litie vervaardigd, en de minister van justitie was de medeplichtige van die schurken", welke ontboezemingen den onruststoker tij delijk uitsluiting van de zittingen kostten, terwijl de censuur op hem werd toegepast. Gevolgd door tal van leden der rechterzijde verliet de Cassagnac de zaal, waarna een dagorder werd aangenomen met 363 stemmen (al de aanwezigen) „de verachting uitspre kend over de handelingen van zekere tegen standers der republiek, en de regeering uitnoo- digende maatregelen tegen hun handelingen te nemen" een overwinning voor de republikeinen, maar een treurige, al wekt dan ook het gedrag van de boulangisten, die blijkbaar valsche documenten, getuigende tegen de ministers, hebben willen laten ver-* DOOR Fabian en Greta begrepen terecht, dat zij bij dit eerste wederzien overbodig waren en trokken zich terug. Maar ook Waldemar scheen zich als een vreemdeling te beschouwen want in plaats van mede binnen te treden sloot hij de deur achter den graaf en bleef in de zijkamer waar hij zijn voormaligen leermeester hartelijk de hand toestak. Fabian omklemde deze met beide handen. ,Welk een waagstuk hebt ge weer ondernomen, Waldemar Als ge eens ontdekt waart Waldemar glimlachte. „Ja aan dat *als" moet men bij zulke ondernemingen maar nooit denken. Wie over den afgrond wil, mag er zich niet in verdiepen of hij al dan niet duizelig zal worden want dan is hij verloren. Ik heb al leen bedacht wat er zou kunnen gebeurenin zoover ik tegenmaatregelen moest nemen. Ove rigens ben ik recht op mijn doel afgegaan, zonder rechts of links te zien. Met een goeden uitslag zooals ge merkt." Hij wierp zijn mantel af en kreeg een revolver uit den zak, die hij op de tafel neerlegde. Greta, die er nevens stond, week een schrede achteruit. ,Wees niet bevreesd, mevrouw Fabian/stelde Nordeck haar gerust. „Het wapen is niet ge bruikt en de zaak is zonder bloedvergieten af— geloopenhoewel 't er in het begin niet naar uitzag. Wij vonden echter een on verwachten helper in den r.ood in den assessor Hubert." ,Den nieuw benoemden regeeringsruad vroeg de jonge vrouw verbaasd. ,Ja, dat's waar, hij is regeeringsraad gewor den. Nu kan hij met zijne nieuwe waardigheid ginds in Polen opgang maken. Wij zijn met zijn rijtuig en legitimatie-papieren de grenzen over gekomen." De professor en zijne vrouw uitten beiden een kreet van verrassing. vervaardigen, den afkeer van alle wei- denkenden. 't Schijnt dat de spanning tusschen Zwit serland en Duitschland iets minder wordt en dat Duitschland zich zal tevreden stellen met de instelling van een procureur-generaal. t Blijkt John Buil ernst te zijn met zijn protest tegen de handelingen der Portugee- sche regeering in zake den Delagoa spoorweg, want reeds heeft de ministerraad besloten een tweede oorlogschip te zenden naar De- lagoa-baai, om er de belangen zijner onder danen te verdedigen, terwijl overwogen zal worden of een demonstratie van het Britsche eskader van de Indische zee in de baai ge- wenscht is. Het veld voor oorlogsbeschouwingen is weer geopend, 't is zelfs ruimer dan in langen tijd: niet minder dan drie incidenten vallen te vermelden, die op 't oogenblik nog wel van geen beteekenis zijn, maar toch juist door het geschrijf over en weer, zeer licht tot beteekenis kunnen worden. Om te beginnen met ons werelddeel De Russische regiments commandeur (andere berichten noemen eenige officieren) ter begelukwensching van den ko ning van Wurtemberg naar Stuttgart gezonden, moet of moeten bij een diner, door het officierscorps gegeven, zijn blijven zitten bij een toast op het Duitsche rijk en definitief geweigerd hebben een heildronk er aan te wijden, ondanks de opwekking van de gast- heeren, wien ten antwoord werd gegeven, dat de czaar hem of hen wel als vertegen woordiger bij het jubileum had gezonden, maar niet om op Duitschland te drinken. Men begrijpt welk een opzien en ontzetting deze zaakt baart, die 't beste bewijs is van de spanning tusschen de beide machtigste Kuropeesche Staten. Door feiten is nu be wezen, wat door woorden hehaaldelijk gezegd is. Waarschijnlijk zal Duitschlands regeering opheldering vragen. Een andere internationale quaestie valt te melden uit Zuid-Afrika, onstaan doordien de "Wel is waar heeft hij ons die beleefdheid niet vrijwillig bewezen," ging Nordeck voort. „Integendeel zal hij niet in gebreke blijven ons roovers te noemenmaar nood breekt wet. De vrijheid en het leven stonden voor ons op het spel, en we konden nu niet lang wikken en wegen. Gistermiddag bereikten wede herberg van een Poolsch dorp, eenige uren van de gren zen verwijderd. Wij wisten dat men ons op het spoor was en wilden ten koste van eiken prijs op Duitsch grondgebied komen maar de waard ried ons af vóór het invallen van de duisternis onze vlucht voort zetten, daar de geheele omtrek op ons loerde. De man was een Poolzijne beide zonen hadden bij den opstand onder graaf Morynski gediend en hun leven voor hun voormaligen aanvoerder gelaten. Die waarschuwing was onvoorwaardelijk te vertrou wen en we bleven dus. - 't Liep tegen den avond en onze paarden stonden al gezadeld in den stal, toen de assessor Hubert op zijne te rugreis van W. onverwachts in het dorp ver scheen. Zijn rijtuig had eenig letsel gekregen dat schielijk gerepareerd moest worden: hij had het in de smederij achtergelaten en begaf zich nu onderwijl naar de herberg, voornamelijk om te hooren, of men ons nog niet op het spoor was gekomen. Daar hij de taal van het land niet machtig was, moest zijn Poolsche koetsier hem tot tolk dienen en hem vergezellen. De waard verzekerde natuurlijk dat hij van niets wist. Wij hadden ons op de vliering verborgen en konden duidelijk hooren hoe de assessor zich beneden in de gang uitliet over zijn stokpaardje: voortvluchtige hoogverraders, die men eindelijk op het spoor was. Hierdoor was hij zoo vriendelijk ons op de hoogte te brengen, dat wij vervolgd werden en dat men den weg kende, dien wij gegaan waren; zelfs wist hij, clat wij met ons beiden en te paard waren. Nu bleef ons geen keus meer over Zoo schielijk mogelijk moesten wij ons uit de voeten maken. Het dreigend gevaar deed mij een gelukkig denkbeeld aun de hand. Ik liet den hospes door zijne vrouw schielijk de noodige inlichtingen geven en hij begreep'aan stonds wat hem te doen stond. Hij deelde den assessor uit naam van den smid mede, dat zijn rijtuig niet eer dan over een uur gereed kón zijn, en hoe onaangenaam dit Hubert ook mocht Portugeesche regeering de Delagoa-spoorweg- maatschappij van haar concessie heeft beroofd. De maatschappij was een Engelsch-Ameri- kaansche en natuurlijk laten de gouverne menten van Engeland en de Vereenigde Staten hun onderdanen zoo maar niet onge straft benadeelen, beiden protesteeren tegen deze, volgens hen ongemotiveerde handelin gen en ondersteunen dat protest door het zenden van kanonneerbooten naar Delagoa, zooals wij reeds hebben gemeld. Voorname lijk in Londen is men op zijn paardje, door dien men meent, dat Portugal de belangen van Engeland tegenwerkt om de boeren in de^ Tranvaalsche Republiek ter wille te zijn. t Is te hopen, dat diplomatieke behande ling de zaak regelezonder dat er bloed vergoten wordt, maar de toestand is door wederzijdschen naijver en ouden wrok tus schen Engeland en Portugal anders ernstig genoeg. Een derde incident en wel een Fransch- Italiaansch, valt te melden uit Tunis. De volgende oorzaak zou er aan ten grond leg gen. De Fransche commissaris van politie te Gabes zou tegen den zin van den consul en den gezagvoerder, eenige van smokkelarij verdachte ltaliaansche barken hebben door zocht, de ltaliaansche vlag gehoond en ge tracht hebben die te verscheuren. De consul zou hebben geprotesteerd en zijn regeering geïnformeerd hebben. t Schijnt in Bosnië, in Novi-Bazar, inder daad niet pluis te zijn. De Turken moeten kwestie hebben gekregen met de Serviers naar aanleiding van een gerucht, dat het Sandjak aan Servie was afgestaan. Wel beeft men getracht de zaak te smoren en te houden of er niets van waar was, maar het zenden van versterkingen naar de grenzen, zoo door Servie als Turkije, wekte de aandacht op en gaf de meening voet, dat 't er ernstig was. Er moeten in Novi Bazar reeds 18 Serviers zijn gearresteerd en honderden zijn gevlucht. Nog steeds wordt alles van officieuse zijde geloochend. wezen, schikte hij zich in de omstandigheden en troostte zich met het hem aangeboden avond eten. Intusschen gingen wij de achterdeur uit en naar de dorpssmederij. De zoon van den hos pes had onderwijl het rijtuig ingespannen. Ik w;w°,lïJ lVl01Tn8ki 't was de eerste maal dat Waldemar den graaf aldus noemde „oom Morynski, die op onze vlucht voor mijn bediende doorging en ook als zoodanig gekleed was, nam de teugels ter hand en zoo reden wij aan den anderen kant het dorp uit. In het rijtuig deed ik een onschatbare vondst Op de achterbank lag de overjas van den asses sor met zijn porteieuille, al zijne brieven en pa pieren bevattende, die de voorzichtige man hier had achtergelaten of vergeten een nieuw bewijs van zijne uitnemende geschiktheid als rechter lijk beambte. Van zijn pas kon ik met mijn reusachtige gestalte ongelukkig geen gebruik ma ken raaur daarentegen vond ik onder de andere papieren er verscheidene, die ons goede diensten konden bewijzen. Bij voorbeeld een machtiging van den assessor Hubert om den voortvluchtigen graaf Morynski ook op Duitschen bodem in hech tenis te nemen; een schrijven, waarbij men hem volmacht gaf om met de rechterlijke macht te W de noodige maatregelen betreffende deze zaak te beramen voorts verscheidene aanteekeningen van deze heeren omtrent de richting, die wii waarschijnlijk ingeslagen hadden en de middelen die men had aangewend om ons te achterhalen. YYij waren gewetenloos genoeg om van deze voor ons zoo gevaarlijke documenten ten onzen voor- dcele partij te trekken. De assessor had zich in de herberg laten ontvallen, dat hij 's morgens over A was gekomen; hier zou men dus het rijtuig herkend en gemerkt hebben, dat het an dere personen bevaite. Wij maakten dus een om weg tot aan de naaste grensplaats en gaven ons hier onbeschroomd voor den regeeringsraad Hu- bert cn zijn koetsier uit. Ik vertoonde de be wuste papieren en eischte ijlings doorgelaten te worden, daar ik den vluchteling op het spoor was en slechts de uiterste spoed mijn pogingen met het gewenschte gevolg kon bekronen. Dit hielp oogenbhkkelijk. Niemand vroeg naar onze passen. Onze aanwijzingen schenen voldoende en zoo kwamen wij gelukkig de grenzen over. Een kwartier uurs verder lieten wij het rijtuig, dat ons liclit had kunnen verraden, op den straat De Kossowo-feestviering is tegen aile ver wachting kalm en ordelijk verloopen onder deelneming van de autoriteiten van Servie, terwijl de bevolking niet algemeen deelnam. Overal, waar Serviers wonen, te Sofia, te Berlijn, te St. Petersburg enz. is het feest herdacht, dat van geen bepaalde politieke beteekenis is geworden. Maakt men zich overigens op 't oogenblik niet wonder druk over de dingen in het Oosten van ons werelddeel, dan is dit meer toe te schrijven aan het feit, dat men lang zamerhand aan de alarmeerende geruchten uit die streken gewend geraakt, dan aan het gebrek er aan, en bovendien stelt men nog immer vertrouwen in de verzekeringen van de grooten dezer aarde, en die zijn nu juist niet bijzonder pessimistisch. Toch valt eene zekere onrustwekkende spanning in 't Oosten niet te loochenen, evenmin als een zekere overeenkomst tus schen den toesland op het oogenblik, en dien welke den Russisch-Turkschen oorlog van 1877/78 voorafging. In hooge kringen van Rusland wordt ijverig voor den oorlog geageerd, dien sommigen reeds in den herfst verwachten, wat ook door anderen wordt geloofd, die tot staving van hun profetie het feit aanhalen, dat groote hoeveelheden gouden munt uit Zuid-Amerika naar Oostenrijk en Rusland zijn verzonden een feit, dat ook den Fransch-Duitschen oor log voorafging. De commissie van het hooggerechtshof zal den 4 Juli weder bijeenkomen om uitvoerige mededeelingen te ontvangen van den procu reur-generaal. De commissie zal zich con- stitueeren als kamer van beschuldiging. In de stukken, die de procureur-generaal kan overlehgen, zijn niet alleen de bewijzen van poging tot omkooping van ambtenaren, tot opruiing tegen de regeering, doch tevens van verduistering van 's lands gelden. weg in de buurt van een dorp achter, waar het wel door den een of ander zal gevonden worden en bereikten te voet de bosschen van Wilicza'. Bij de houtvesters woning aan de grenzen von- den wij, zooals wij hadden afgesproken, den ad ministrateur met de paarden, reden in vollen draf hierheen en daar zijn we nu 1" Greta had met open ooren en oogen geluisterd en verheugde zich in den streek, die haar vroe- geren pretendent was gespeeld maar Fabian's goedhartigheid kwam hiertegen op. "En die arme Hubert?" vroeg hij op bezorg den toon. „Die zit zonder rijtuig en zonder legitimatie papieren daar ginds in Polen," antwoordde Wal demar droogjes, en mag nog van geluk spreken, als li ij zelf niet voor een hoogverrader wordt aangezien. Geheel onmogelijk is dit niet. Als onze vervolgers althans in de herberg belanden, vlnd®n. ,ziJ daar de beide vreemdelingen en twee gezadelde paarden, en de hospes zal wel oppas sen hen uit den droom te helpen en een dwaling op te heffen, die ons een veilige vlucht verze kert. De koetsier, een echte Pool in zijn voor komen en bovendien groot en forscli van gestalte, kan desnoods voor een vermomd edelman gelden de regeeringsraad voor zijn bevrijder en mede samenzweerder. Bij gebrek aan papieren kan de laatste zijn legitimiteit niet bewijzen; de taal van het ljind kent hij ook niet en onze buren plegen bij dergelijke inhechtenisnemingen zelden veel omslag te maken of zich streng aan de vormen te houden. Misschien ondervindt de regeerings raad thans zelf het genoegen, dat hij ons bij onze aankomst op Wilicza had toegedachtals ver dacht sujet geboeid naar de naaste stad getrans porteerd te worden." ,Dat zou een prachtig besluit van zijn rech terlijke waardigheid zijn!" spotte Greta, zonder zich aan den ernstigen blik van haar echtgenoot te storen. „Maar nu zullen we dien Hubert verder laten rusten," brak Waldemar dit onderwerp af „Ik zie u immers nog als ik terugkom Dezen nacht ben ik wel is waar incognito op het kasteel; eerst over eenige dagen keer ik officieel van den 01- denhof terug, waar men denkt dat ik al dien tijd ben geweest. Thans moet ik moeder en mijne mijne nicht gaan begroeten. De eerste ontroering van het wederzien zal nu wel voorbij zijn. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 1