N a miner 68. Donderdag 29 Aug. 1889. 12e Jaargang
TONI.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Naar het Duitsch van v. d. Horst.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpsée en Langstraatsclie Conrant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00.
Franco per posf door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Een der kenmerken van den jongste tijd
is, dat de diplomaten stilzitten en de regeeren-
de vorsten reizen. Het vertoon van militaire
praal, dat daarbij te pas komt, moge men be
treuren als een bewijs, dat het geweld nog
altijd gereed staat om elke gevestigde orde
van zake te verstoren en macht boven recht
te doen gelden toch is het heen en weer
trekken der vorsten een teeken, dat op dit
oogenblik in Europa geen oorlog zal uitbre
ken. Ruslands begeerigheid wordt in bedwang
gehouden door de goede verstandhouding
tusschen Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en
Italië, waarbij zich nu ook stilzwijgend Enge
land heeft gevoegd. Gereede aanleiding om
twist te zoeken wordt zelfs door Rusland
niet aanvaard; de toestand in de Balkan-
landen en de opstand in Creta, beide zoo
uitnemend geschikt om wat diplomatiek ru
moer te maken en de Oostersche quaestie
uit hare tijdelijke sluimering te wekken,
brengen niet de minste verandering teweeg
in de atmosfeer der politiek. Vorst Ferdi
nand van Coburg kon zelfs dezer dagen met
feestelijkheden herdenken, dat hij al twee
jaren in Bulgarije is en de Russen hem nog
niet konden verjagen en zelfs geen poging
van beteekenis durlden aanwenden.
De Parijzenaars zijn dit jaar te druk bezig
met hun groote tentoonstelling van nationale
ijdelheid en financieel gewin, om aan Elzas-
Lotharingsche veroveringsplannen meer dan
de gewone aandacht te wijden. De veroor
deeling van Boulanger heeft daarbij eene kal-
meerende uitwerking op alle lieden, die bij
eene omwenteling hun voordeel zochten.
Parijs is op het oogenblik rustigen als de
hoofdstad van het nog altoos naar verloren
grondbezit en getaanden krijgsroem dorstende
volk rustig is, blijft ook de natie in vrede.
Het Fransche gouvernement de oude
stokebrand in Europa durft niet meer al
leen den kamp met den machtigen nabuur
wagen. De eenige gewenschte bondgenoot
Rusland is van geheel anderen geest
door
6. Q. Q.
Hij was, door alles, wat hem dien dag was we
dervaren, diep geschokt. Toni's beeld wilde hem
niet uit de gedachte en toen hij iets later, tegen
over zijne moeder stond, vroeg hij met bevende
stem en neergeslagen oogen: „Mamatje, vertel mij
toch eens eenige bijzonderheden omtrent mijn
nichtje, dat hier in huis is opgevoed. Toni Arm-
feld, niet waar W. ar is zij thans
Mevrouw Verning schrok hevig. «Heeft zij u
geschreven, Oscar
Hij schudde ontkennend het hoofd. «Geen let
ter, moederlief. Heette zij niet Toni Armfeld P"
Het was hem alsof een ijzeren vuist hem de
keel toeschroefde, doch met alle kracht, die in
hem was, en met het vaste voornemen om dat
gene, wat hij vermoedde, tot waarheid te bren
gen, vroeg hij verder: Zeg mij toch, moeder,
waar is zij op dit oogenblik.
«Ik weet het niet, Oscar," sprak mevrouw Ver
ning met moeite, doch daarop, als moed vattende,
vervolgde zij „Doch, wat kan dit u en mij sche
len Het kind heb ik nooit mogen lijden."
Het was een volleerde huichelaarster, het spre
kend evenbeeld van hare moeder. Coquet en
met iets in de oogen, waardoor zij alle mannen
betooverde."
De trotsche vrouw was lijkbleek geworden en
beefde zoodanig, dat een kopje, hetgeen zij haren
zoon wilde toereiken, haar uit de handen en op
den grond in scherven viel.
Oscar bemerkte het niet en vroeg verder. „Gij
schijnt Toni's moeder dus gekend te hebben
mama
«Ja-, neen-, ik-, ik was haar gouvernante."
Hij vroeg niet verder. Stil en in zichzelf ge
keerd zat hij droomend op zijn fauteuil en zag
zonder een letter te lezen of de troostelooze blik
ken op te merken, die zijne moeder van tijd tot
tijd op hem wierp, de couranten in.
„Neen," riep hij ten laatste opspringende en
als ontwakende uit een diepen aroom. «Neen,
en zijn sterkte maakt grooter indruk op het
papier dan in de werkelijkheid.
Toch heeft deze vredestoestand eene be
denkelijke zijde. De toebereidselen tot den
oorlog blijven onverminderd voortduren en
de treurige wetenschap van den krijg wordt
telkens met uitvindingen verrijkt, die den
eerstvolgenden oorlog als eene ongeëvenaarde
moordpartij zal kenmerken. Nu repeteer
geweer en voortdurend doelmatiger kanon is
thans het buskruit zonder rook aan de orde.
De Duitsche en Oostenrijk-Hongaarsche legers
worden er al mee geoefend en weldra zullen
alle mogendheden er gebruik van moeten
maken.
Bij dit alles is echter één troost. De strijd
om het bestaan, die kleine volken noopt voort
durend rekening te houden met hetgeen
hunne machtige naburen verrichten, is niet
zoo hopeloos als velen wel meenen. De
krijgswetenschap is geen gesloten boek en
de numerieke meerderheid van het eene volk
boven het andere in weltoegeruste krijgers,
zal hoe langer zoo meer van minder betee
kenis worden. Op den afstand, door een ka
nonskogel niet te bereiken, kan de druk van
een kinderhand op een knopje duizende
vijanden tegelijk, als zij de grenzen over
trekken, de lucht inslingeren.
Persoonlijke moed heeft afgedaan en de
geoefende kracht van legioenen legt niet
meer het grootste gewicht in de schaal. De
kunde en het beleid van slechts weinigen
zijn voldoende om een talrijken vijand te
doen deinzen. Maar daarin ligt ook juist het
bewijs, dat bij den voortgang der wetenschap
kleine volken al meer en meer in staat zul
len zijn hunne onafhankelijkheid te verdedi
gen. Een aanvallende oorlog wordt hoe langer
zoo moeielijkerzij, die toegerust met de
hulpmiddelen van den nieuweren tijd hun
nationalen erfgrond willen verdedigen, kunnen
den vijand gerust afwachten. Maar daarom
is het noodig dat men werkelijk toegerust
zijen dat de wachters de wel geoefende
mannen op de muren der vesting niet
ontbreken. (A. N.)
zoe kan het niet blijven. Ik moet van hier, ik
moet reizen, trekken; naar Amerika of naar de
Noordpool, dit is mij onverschillig, maar hier
blijven kan ik niet."
„Oscarsprak de weduwe op treurig verwij
tenden toon. „Oscar! dit kunt ge toch niet mee
nen. Wilt gij uwe oude moeder dan alleen laten
om haar wellicht nooit meer terug te zien P....
Neen, mijn jongen," ging zij voort, terwijl zij
zijn hand in de haren nam. „Neen mijn jongen,
dit zult ge niet doen, wel Ge zult bij mij blij
ven en gelukkig worden. Vraag eravin Harten-
stein ten huwelijk, zij bemint u, dat weet ik en
gij kunt dan ook hier nog gelukkig worden, zon
der uwe arme moeder het hart te breken."
Oscar voelde een traan in zijn oog opwellen.
„Vaarwel, moeder," sprak hij, „vaarwel. Slaap
zacht." Meer kon hij niet zeggen. Innig omhelsde
hij de vrouw, wier afgod hij was, en snelde
daarna het vertrek uit om zich ter i uste te be
geven.
„Hij is niet gelukkig," zuchtte de bedroefde
vrouw, toen zij alleen in de kamer was achter-
febleven, „niet gelukkig, na alles wat ik voor
em heb opgeofferd."
Den volgenden morgen vroeg kwam een brief
van den jongen advokaat, aan Oscar gericht en
waarin hij met eenige koel beleefdewoorden
voor de verdere behartiging van diens zaken be
dankte.
„Gij moet uwe uitgaven verminderen en zor
gen dat binnén weinige dagen twintigduizend
thaler gereed liggen of anders loopt alles ver
keerd," schreef de man van zaken. „Doch," 'ver
volgde hij in zijn brief, nu uw oom uit Austra
lië hier is, hetgeen u zonder twijfel bekend zal
zijn, kan alles goed en gemakkelijk worden ver
etiend, naar ik hoop. In elk geval zijt gij ge
waarschuwd."
Oscars hart klopte geweldig. Uit iederen re
gel sprak bittere jaloesie en alles geschiedde om
Toni, dat was hem duidelijk. Vol woede en wre
vel verscheurde hij den brief, en eerst later her
innerde hij zich dat hij zijne moeder de aankomst
van haar schoonbroeder, dien hij niet kende en
waarvan hij zelfs nooit gehoord had, moest me-
dedeelen, omdat de oude heer waarschijnlijk op
Schorndorf zijn intrek zou nemen.
Mevrouw Verning zag haar zoon, toen deze
haar de aankomst van den bloedverwant had
bericht, aan met een uitdrukking van ontzetting
op het gelaat. „Karei Verning?" stamelde zij
Een der grootste zorgen der Fransche
regeering is thans om de verspreiding van
alle boulangistische geschriften en verkiezings
manifesten van die zijde te voorkomen. Er
werd de vorige week de verschijning van een
nieuw boulangistisch orgaan aangekondigd
„La République," maar onmiddellijk werden
de biljetten, waarop aanhalingen uit de ma
nifesten van Boulanger, afgescheurd. Deze
maatregelen zijn geoorloofd, omdat Boulanger
door het hooggerechtshof alle zijne politieke
rechten zijn ontzegd.
Welke de plannen van Boulanger ten op
zichte der aanstaande verkiezingen zijn, kan
niet met zekerheid gezegd worden; vermoe
delijk wacht hij den uitslag van een groote
meeting af, die in het circus Fernando ge
houden zal worden.
Zal de czaar eindelijk komen of niet
aldus is de slotsom van alle beschouwingen,
welke men in de Duitsche bladen vindt over
het bezoek, dat de Russische vorst aan den
Duitschen keizer verschuldigd is. Zooals men
zich herinnert, luidden de laatste berichten,
dat het plan bij den czaar bestond de Duit
sche keizerlijke familie te bezoeken, wanneer
hij naar Kopenhagen zou gaan, om eenige
weken bij zijn schoonouders door te brengen.
Thans is het tijdstip gekomen, dat de czaar
met zijn gemalin op reis zal gaan oor
spronkelijk was het vertrek uit Petersburg op
Zaterdag bepaald en nu hoort men niets
van het bezoek aan Berlijn of een andere
plaats, welke geschikt is voor een samen
komst der beide keizers. Wel liepen Zaterdag
te Berlijn geruchten, dat te Potsdam groote
toebereidselen gemaakt werden voor de ont
vangst van den Russischen heerscher, die
aldaar zou aankomen, maar die geruchten
„maar dit is onmogelijk Die is doodSinds
verscheidene jaren dood
„Dahlberg schriift het moeder Maar, mijn God!
wat overkomt U Moeder, Moeder!" riep hij he
vig verschrikt, terwijl hij de wankelende en als
waanzinnig om zich heen ziende vrouw in zijne
armen opving. „Moeder, zeg mij, wat deert u?"
Hij geleidde haar naar een stoel en beschouwde
angstig de door schrik en ontsteltenis verwron
gen gelaatstrekken der bezwijmde vrouw. Lang
zaam opende deze de oogen en, als tot bezinning
komende, sprak zij haastig: „Oscar, als hij komt,
verlaat mij dan niet, mijn jongen, blijf dan bij
mij. Doch, neen ga heen ga liever heen
gij móogt hem niet zien, niet spreken. Doch,
misschien is alles ook bedrog," voegde zij, schijn
baar kalm, hieraan toe, terwiil zij eene poging
deed om zich te herstellen; „wellicht is het de
een of ander avonturier, die ons wil trachten te
bedriegen. „En',besloot zij, „ik zal hem de deur
wijzen, indien hij het waagt hier te komen."
Oscar begreep zijne moeder niet. Zoo had hij
de moedige, vastberaden vrouw nog nooit gezien.
„Moeder," sprak hij zacht, doch ernstig, „gij
verbergt iets voor mij."
„Ik?" riep de geschokte vrouw uit, terwijl zij
zich in hare volle lengte oprichtte. „Ik? Wie
dat zegt, belastert mij. Maar, misschien hebt gij
uw oom reeds gesproken en heelt hij u dingen
wijsgemaakt, waar niets van waar is. Ja, ontken
het maar niet, daarom vroegt gij mij gisteren
avond zoo uitdrukkelijk naar dat meisje."
Hij schudde het hoofd, terwijl een onaangenaam
gevoel zich van hem meester maakte. „Gij ver
gist u, moeder," was alles wat hij antwoordde.
Plotseling en als aan een invallende gedachte
gehoorzamende wierp zij zich weenende aan den
hals haars zoons: „O, mijn lieveling, o, mijn
jongen," snikte zij „ga heen, ga heen, hij mag' u
niet zien. Ik zal hem ie woord staan, ik zal ge
heel alleen met hem spnken, maar ga dan heen,
ga dan toch oogenblikkelijk heen."
Oscar streelde werktuigelijk haar bleek voor
hoofd. „Neen moeder, integendeel, ik zal hem
ontvangen" zeide hij kalm. „Er is niets, waar
voor ik bevreesd behoef te zijn en bovendien,
waarom zou die man ons eenig kwaad willen
doen? Waarom zou hij hier niet eenigen tijd kun
nen logeeren en vriendelijk worden ontvangen?"
De oude vrouw scheen te willen spreken, doch
de woorden bleven haar in de keel steken. Eerst
na geruimen tijd had zij zich in zooverre her
zijn ongegrond gebleken. Blijkbaar heeft men
den wensch met de daad verward, want het
kan niet ontkend worden, dat men in Duitsch
land gaarne zag dat het lang voorgenomen
bezoek eindelijk een feit werd. Het heeft er
allen schijn van, dat de czaar een beetje met
de Duitschers solt, ofschoon men mag aan
nemen dat er wel degelijke gronden zullen
zijn, waarop het herhaalde uitstel berust.
Keizer Wilhelm is thans te Postdam
teruggekeerd en heeft nu veertien dagen
voor zich om gasten te ontvangen, wanneer
zij zich voordoen. Maakt dus de czaar van
deze veertien dagen geen gebruik, dan kan
hij vooreest niet afgewacht worden. Den 8
of 9 September gaat de keizer naar de groote
manoeuvres en zijn deze achter den rug, dan
moet hij gereed zijn om over Italië naar
Griekenland te gaau tot bijwoning van het
huwelijk zijner zuster. Tot het laatst van Oc
tober is dus over 's keizers tijd beschikt.
Toen de keizer in de Rijkslanden was,
hoorde men voortdurend van luide toejuichin
gen, geestdriftige ontvangst enz. Thans echter
doen de wanklanken zich hooren. Het meest
wordt keizer Wilhelm kwalijk genomen dat
hij niet een praatje heeft willen houden over
de afschaffing der passen. Men heeft dan
ook spijt zich niet tot de keizerin gewend
te hebben met een petitie; deze toch
hiervan is men overtuigd zou hoffelijker
zijn geweest en bij haar gemaal een goed
woordje hebben gedaan. De algemeene opinie
over de keizerin is dan ook dat zij zich met
veel gratie van haar moeielijke taak gekweten
heeft.
De paspoortbeweging in den Elzas neemt
intusschen een ernstige wending.
Uit Straatsburg wordt thans b:ncht, dat
onder de leden van den rijksraad het plan
besproken wordt en bloc ontslag te nemen
indien de keizer weigert aan hun verzoek
om verzachting der verordening gevolg te
geven.
steld, dat zij uiterlijk rustig kon antwoorden: „Ik
ken den broeder van mijn overleden man niet.
Toen ik in de familie kwam, was hij reeds ver
trokken of liever gevlucht, daar de politieke ge
beurtenissen van het jaar 1848 hem gedwongen
hadden Europa te verlaten. Sedert hield elk hem
voor doodwat wil hij dus hier komen doen?"
Nog was Oscar niet gerustgesteld. „Maar schreef
oom dan nooit?" vroeg hij.
Mevrouw Verning schudde het hoofd, maar
geen geluid kwam over hare lippen.
Er volgden eenige oogenblikken van stilte;
slechts het gebrom van heen en weer vliegende
insecten en het eentoonig getik van de pendule
op de secretaire werden gehoord. Oscar bedacht,
dat een eenvoudig bezoek zijne moeder onmoge
lijk op deze wijze had kunnen treffen hij kwam
tot het besluit dat er iets moest wezen, dat zij
voor hem verborgen hield en deze nieuwe drei
gende zorg verdrong de schrikbeelden van zoo
even geheel op den achtergrond. Slechts nu en
dan kwamen hem Dahlbergs mededeeling, om
trent het testament zijns Yaaersen den geldnood,
waarin hij verkeerde, voor een oogenblik in de
gedachte, om spoedig daax-na door angst en nieuws
gierigheid te worden verdrongen.
Een lange vervelende dag was ten einde ge
bracht. Tegen den avond hield een wagen voor
de deur stil. Mevrouw Verning verbleekte op
nieuw en scheen van schi-ik veiTamd op het hoo
ren van dit gerucht.
„Ga, Oscar!" fluisterde zij, „ga heen."
Doch zonder te antwooi-den of op de woorden
zijner moeder te letten, bleef hij vol verwachting
naar de dingen, die komen zouden, tot dat eenige
oogenblikken later een bediende den heer Karei
Verning aandiende. Een grijsaard, wiens trek
ken zoo duidelijk het beeld van zijnen overle
denen vader weergaven, dat hij hem onwillekeu
rig de hand toestak, vertoonde zich aan den in
gang der zaal. Hier was aan geene vex-gissing
te denken. Hier sprak de stem der natuur zoo
duidelijk, dat woorden en toelichtingen overbo
dig werden. De oude man had zulk een vrien
delijk, goedig gezicht en zulke eerlijke oprechte
oogen, dat zijn neef niet kon nalaten hem een
hartelijk welkom toe te roepen, nog voor hij
den tijd gehad had zijne bloedverwanten te
gi'oeten.
(Wordt vervolgd.)