Nummer 76. Donderdag 26 Sept. 1889. 12e Jaargang.
TONI.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
Naar het Duitsch van v. d. Horst,
11" I "II' I II I I I II II I II I I I——I—a—mmm
De Mo van het Zuiden,
Waalwijkscli» en L<iiigslr<iats<lie fonraiil.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. U I T G E VER: j Advertentiën 1-7 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
per i 5Daaïdeï^!fÖ' mTT,T Tv-^-r Sroote lGtters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
VÏLV *00T J1?, geheel,V'ljk f J'V5 ANTOON TIELEN opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
Brieven ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden L land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
aan oen uitgever. Waalwijk. Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De dag van Zondag heeft voor een gerui-
men tijd moeten beslissen over de geschie
denis van Frankrijk. De kamerverkiezingen
hebben moeten uitmaken of de mannen der
republiek dan wel de zoogenaamde revisio
nisten (de boulangistische, keizerlijke en or-
leannistische elementen), het land in hun
macht zullen hebben.
Men heeft reden te gelooven dat de eersten
zullen hebben gezegevierdtot voldoening
en geruststelling van allen in ons wereld
deel die den vrede al zij 't dan ook
een gewapenden verkiezer, boven den oor
log want een oorlog zou naar alle waar
schijnlijkheid den val der republiek gevolgd
zijn een revanche-oorlog, en liever nog zien
wij een tegenhanger ontstaan van de triple-
alliantie in den vorm van een bondgenoot
schap tusschen het czarenrijk en deFransche
republiekdan nu reeds de lont zóo nabij
het kruit gebracht te weten.
Van 567 verkiezingen is de uitslag thans
bekend. Daaronder komen 180 herkiezingen
voor. Van de 387 andere is de uitslag als
volgt 227 republikeinen en 160 opposanten
De opposanten bestaan uit 87 monarchisten,
51 bonapartisten en 23 boulangisten. Van
de herkiezingen beschouwt men er 95 gun
stig voor de republikeinen en 71 voor de
opposanten. Van 4 districten is de uitslag
nog onbekend.
Het wel en weeziet men, is voor de
republikeinen tot nu toe tamelijk wel door
een gemengd. Maar dit is reeds zeker
het lijkt waarlijk niet naar eene verpletterende
eindnederlaag van het ongelukkige Boulan-
gisme.
Ziehier voorts eenige feiten, waaruit blijkt,
dat het zoogenaamde hart der wereld, Parijs
namelijk,tamelijk boulangistisch heett gestemd
De generaal zelf is in het 18e arrondissement
met 7816 st. gekozen; zijn tegen-candidaat,
de heer Joffrin, verkreeg er 5507. Ook de
verkiezing van RochefortLaisant, Laguerre,
Naquet allen te Parijs schijnt verze
kerd. In tien Parijsche arrondissementen
komen de boulangisten in herstemming.
Bij de verkiezingen van 27 Januari ver
kreeg Boulanger in dat arrondissement 4841
stemmen en de republikein Jacques 3374, dus
1467 minder, en als men nu in aanmerking
neemt 's generaals achteruitgang en de veel
grootere populariteit van Joffrin dan Jacques
in dit werklieden-centrum, dan kan men best
begrijpen dat 's generaals tegenstanders zijn
val ditmaal zeker achtten en zal men gewis
versteld staan over den uitslag, die met die
berekeningen in lijnrechten strijd is.
't Schijnt dus, dat de regeering de candi-
daatsteiling van den veroordeelde door het
hooggerechtshof, bij monde van eendeurwaar
der, toch nog heeft aangenomen, en zij alleen
aan de kamer de beslissing laat over de al
of niet verkiesbaarheid ingevolge die ver
oordeeling.
Indien de generaal zijn woord wil houden
moet hij nu naar Parijs gaan, want aan een
journalist heeft hij Zaterdag 11. gezegd dat
hij dien stap zou ondernemen, zoodra zijn
verkiezing bevestigd zou zijn, om zich dan
aan het hootd te stellen van de revisio
nistische meerderheid maar hij zal wel zoo
dwaas niet zijn de generaal loopt ook over
geen ijs van één nacht, dat laat hij liefst aan
een ander over.
't Zal, naar 't schijnt, niet zulk een vaart
loopen tusschen Marokko en Spanje; de sul
tan zal wel de wijsste partij kiezen, wetende
dat 't met groote heeren slecht kersen eten
is en dan zal den Spanjaarden het bloed ook
weer gelijkmatig door de aderen gaan vloeien.
't Schijnt dan ook in Marokko alles even
kalm te zijn, van een beweging tegen de
christenen geen spoor, terwijl men meent,
dat de gevangen gehouden kapitein en zijn
lotgenooten spoedig reeds zullen worden in
vrijheid gesteld.
De minister van buitenlandsche zaken in
Spanje is vol hoop, dat alles met een sisser
zal afloopen.
De vrijzinnige pers van Duitschland houdt
zich onafgebroken bezig met de enorme
prijsverhooging van de eerste levensbehoef
ten. Zooals men weet, is de prijs van het
graan aanmerkelijk gestegen na de heffing
van de invoerrechten.
Op het oogenblik ondergaat het varkens-
vleesch, dat zulk een groote rol speelt in de
voeding der Duitsche natie, eene gelijke prijs
verhooging, gedeeltelijk ingevolge het verbod
van invoer er van. Tegelijkertijd hebben de
aardappelen, die eveneens een der voornaam
ste voedingsmiddelen vormen van de arbei
dende klasse, een buitengewoon hoogen prijs
bereikt.
Nu hadden de grensbewoners gemeend een
uitweg gevonden te hebben door hun provisie
tegen meer matigen prijs over de grenzen
te gaan koopen, maar de gestrenge douane
maatregelen hebben er een stokje voor ge
stoken.
De pers der oppositie beweert niet dat
deze crisis alleen en geheel te wijten is aan
de verhooging der tarieven, maar zij meent,
dat het eenige middel om de bevolking hulp
te verleenen, zou zijn voorloopig de buiten
gewone rechten op te heffen.
Als een bewijs hoe gestreng de hand wordt
gehouden aan de voorschriften, kan dienen,
dat aan onze grenzen b. v. te Emmerik da
gelijks kinderen, zelfs van twaalf jaar en
daar beneden, voor de rechtbank van schepe
nen moeten verschijnen om bestraft te wor
den, omdat zij kleine hoeveelheden brood en
rijst uit ons land over de grenzen hebben
gebracht zonder dat dit aan het tolkantoor
gemeld is. Er is dus niet eens sprake van
smokkelarij, maar slechts van invoer van
kleine, voor de grensbewoners tolvrije Hoe
veelheden, onder vermijding van den menig
maal grooten omweg over de tolkantoren.
Met de verduitsching van Elzas Lotharingen
wordt steeds voortgegaan. Zoo heeft de
onder-secretaris van de rijkslanden een
schrijven gericht tot de burgemeesters van
alle gemeenten, niet gerechtigd de Fransche
nende, naar de ondergaande zon, die langzaam
en als in een purperen bad, aan den horizon
verdween.
Het was een verlaten, ongelukkig man, dit kon
men hem duidelijk aanzien, een man voor wien
de groote gebeurtenis, die aller tongen op de
„Farm" in beweging hield, geene beteekenis had,
die niets meer hoopte of vreesde, voor wien het
leven reeds sinds jaren een last was.
Somber staarden de groote oogen, als wilden
zij het oneindige blauw des hemels peilen, en
een bittere glimlach speelde langs de dunne lip
pen.
De eenige makker, de eenige vriend van den
balling kwam langzaam nader en legde zijn groote
zwarte kop Vertrouwelijk op de schouders van
den herder; het was Tom de herdershond.
Bob, in zijn gepeins gestoord, keek om en zag
zijn trouwen metgezel in de groote eerlijke hon-
denoogen.
Er scheen iets bij hem te ontwaken, een ge
dachte aan vroeger dagen, aan lang vervlogen
gelukhij streelde den hond en drukte het
gloeiend gelaat tegen den ruigen kop van zijn
makker, terwijl het trouwe dier hem de hand
likte als om den zwerveling moed in te spreken.
Terwijl dit daar buiten in het hooge gras voor
viel, hadden intusschen de nieuwe eigenaar en
zijne nicht hunne nieuwe woning betrokken.
//Het is de rijke Verning van Oakhill" fluis
terden de bouwknechts. „Nu behoeft niemand bang
te zijn, dat hij var. honger zal omkomen."
Als ware het om de meening der werklieden
te bevestigen, verkondigde de administrateur een
oogenblik later, dat de nieuwe „Farmer" het per
soneel voor dien dag vrij gaf en bovendien een
extra rantsoen aan een ieder toestond.
Een luid hoera! bewees hoezeer de arbeiders
met dezen maatregel waren ingenomen en een
oogenblik later was alles op de „Farm" leven en
vroolijkheid.
Eene was er echter, die niet lachte en wier
droevig bleek gezichtje een geheim verdriet ver
ried het was Toni die niet kon vergeten en
wier hart nog steeds bloedde aan de wonde haar
eens te onzaliger uur geslagen.
«Zijt gij gelukkig. Toni?" vroeg oom Karei
zacht aan zijn nicht, die stil aan zijne zijde ging,
terwijl hij haar rondleidde in huis en hóf, in tui
nen en stallen en haar alle bizonderhedeu toonde.
taal te bezigen, waarin hij hunzelven, hun
beamten en alle onder hun gezag ressor-
teerende administratien alshospitalen, lief
dadigheids instellingen, spaarkassen enz. ver
biedt het publiek anders aan te spreken dan
in 't Duitsch.
Naar_ men verzekert, zou de Italiaansche
gezant m Marokko den sultan hebben doen
toetreden tot schikkingen, die niet alleen
van commercieel belang, maar ook van zeer
groote staatkundige beteekenis zijn.
De opneming in het Oostenrijksche leger
van vijf hoofd-officieren van Bulgarije, doet
te Weenen veel van zich spreken; men ziet
er een duidelijk bewijs is, van de goede
verstandhouding tusschen het kabinet te
Weenen en prins Ferdinand van Bulgarije. De
officieren zullen een soort delegatie vormen
en tot taak hebben practisch de militaire
instellingen van Oostenrijk te bestudeeren.
Men ziet er nog in de bevestiging van de
geruchten, sinds eenigeu tijd verspreid, aan
gaande een toenadering tusschen beide re
geeringen met toestemming en goedkeuring
zelfs van Bismarck en Crispi.
Zoo zou de prins van Coburg op een
goeden voet staan met de mogendheden van
de triple-alliantie voor hem een groote stap
vooruit.
Aangaande Servië loopen allerlei vreemde
geruchten: de regenten zouden beslist partij
willen kiezen voqr koningin Nathalia, omdat
koning Milan in het geheim tegen hen intri
geerde, koning Milan zou een staatsgreep
willen uitvoeren om zich gedurende de min
derjarigheid van zijn zoon van het gezag te
verzekeren enz. geruchten, die geen ge
loot verdienen en bepaald met een bedoeling
worden verspreid.
Volgens een ander gerucht zou men in
regeeringskringen bepaald besloten zijn, tenzij
er een spoedig einde kome aan de familie
twisten in het vorstenhuis Obrenovitch die
ruziemakers eenvoudig aan den wal te zetten
en prins Alexander Karageorgewitch naar
Belgrado te roepen, voor 't oogenblik nog
Het meisje knikte hem vriendelijk toe, doch
de droevige trek, die sedert haar vertrek uit Eu
ropa nog door geen vroolijk lachje was verdron
gen, bleef op haar goedig zacht gelaat als inge
groefd.
.Oomlief," fluisterde zij, terwijl een traan van
raededoogen aanhaar schoone wimpers glinsterde,
//mag ik u eens iets vragen maar vergeef raij[
wanneer ik u misschien grief. Ik dacht onwil
lekeurig, te midden van al dezen overvloed, aan
de arme oude tante RegineGij hebt haar toch
immers in haar ongeluk niet geheel verlaten
niet waar oompje
„O, kind," sprak de grijsaard getroffen, „maak
u omtrent haar niet ongerust, zij is bezorgd
doch dat gij Toni, gij mijn engel, voor haar
smeekt, daarover zullen de engelen in den hemel
zeker een loflied aanheffen,"
Toni wendde het gelaat af om den tranenvloed
te verbergen, die de herinnering aan de dagen
van weleer bij haar verwekt had. „Kom oom,"
zeide zij, terwijl zij den arm van den ouden man
greep. „Kom, laat ons nu eens naar het dorp
aan zien en niet meer spreken over Duitschland,
at doet mij zoo pijnlijk aan."
Hij hoorde hoe haar stem beefde, terwijl zij
deze woorden sprak, hij zag maar al te wel, dat
haar arm, jong hartje verteerd werd door een
ondermijnend verdriet, een verdriet dat haar se
dert hun vertrek uit Duitschland niet verlaten
had, dat langzamerhand rimpels groefde in dat
lieve vriendelijke gezichtje, dat bestand bleek te
zijn tegen alle pogingen om het te verdrijven.
De oude man zuchtteRosehill was de derde
„Farm" die hi. in deze streek gekocht had, enkel
en alleen om Toni afleiding te bezorgen, om hare
zwaarmoedigheid door invloeden van buiten zoo
mogelijk te bezweren, doch alles was en bleef
te vergeefs.
Zwijgend wandelde hij met haar het dorp door,
wees haar op de ellendige hutten der bewoners,
liet haar geld verdeelen en stelde de nieuwe mees
teres aan de knechts en bedienden voor.
Ook nu was de schaapherder afwezig. „Het is
een zonderling," zeide de administrateur, toen
Verning hem naar den herder vroeg, hij komt
zelden thuis en zwerft doorgaans met zijn kudde
in de weide rond, maar het is een doodeerlijke
kerel, daarvoor durf ik instaan."
(Wordt vervolgd.)
door
!3 Q. Q.
Toni weende ook thans niet. „Het komt mij
voor," fluisterde zij als tot zich zelve, „dat deze
reis voor mij een begrafenis zal zijn. Vaarwel
Duitschland! Vaarwel Schorndorfmijn hart is
gebroken en noch hier, noch daar aan den over
kant van den oceaan, zal de wonde, die mij
geslagen is kunnen genezen. Vaarwel!"
„Karei," vermaande de dokter ernstig. „Gij
hoort hetZeg haar liever de waarheid ik smeek
het u I"
Doch de eigenzinnige man wendde zich af.
„Het is om haar eigen bestwil, Rudolf, ik neem
alle verantwoordelijkheid op mij."
Nog eenmaal kuste de oude dokter, de verzor
ger harer jeugd, de koude lippen van zijn be
mind pleegkind nog eens schudder. de oude
trouwe vrienden elkander de mannelijke hand
en toen legde de koetsier de zweep over de paar
den en bleef Rudolf Arning alleenten prooi
aan duizende gedachten een uur later had de
mailboot haar ankers gelicht.
Van verre beschouwde een man, zorgvuldig
achter een partij koopwaren verborgen, het ver
trek van de boot; het was Dahlberg, die alles
op een kaart gezet en alles verloren had, wiens
verraad den val van Oscar had veroorzaakt en
Wederom zijn twee jaren langs den stroom
des tijds in de zee der eeuwigheid gevloeid, ja
ren van bijna geene beteekenis voor het kind,
dat aan den schoot zijner moeder dartelt en speelt,
zonder zorg voor de toekomst, doch gewichtig
voor den grijsaard, wiens begrip van het toeko
mende zien oplost in eenige getelde dagen.
In de dienstbodenvertrekken van een prachtige,
schoon bebouwde plantage, zaten op zekeren dag
een aantal knechts en daglooners bij elkander,
bezig met het nuttigen van hun avondeten.
De alekruik werd vlijtig aangesproken en alles
sprak tegen en door elkander. Het was een waar
mengelmoes van nationaliteilen, die knechts, zoo
als zij daar vereenigd waren. Engelschen, Ieren
en Duitschers zaten broederlijk naast elkander
en gaven hunne meening te kennen in een brab
beltaal, die geen nieuweling, al was hij Engelsch-
man van geboorte, kon verstaan en' waardoor
dus een soort van band gevormd wordt tusschen
de verschillende elementen, waaruit de arbeidende
klasse in deze koloniën is samengesteld. In hoofd
zaak kwamen hunne gesprekken op hetzelfde on
derwerp neer nl. opde verandering van eigenaar,
die de „Farm," eenige dagen geleden had onder
gaan, doordien de gewezen „Farmer" het goed
aan een ander heer verkocht had.
Zij spraken over hunne goede en kwade ver
wachtingen, over de veranderingen, die naar hunne
meening zouden worden aangebracht en die, welke
naar hunne meening in de eerste plaats de aan
dacht verdienden, doch het centrum, waar al hunne
gesprekken om draaiden en waar alles op uitliep
was het feit, dat de nieuwe „Farmer" een jonge
dame had medegebracht, die met hem „Rosehill,"
zou bewonen.
„Zij is zeer schoon," meende Ralph de rijknecht,
„bekoorlijk, maar naar mijn idee veel te bleek
en te slank. Zij heeft zoo iets van een heilige,
weet ie, die oude zieke vrouwen bezoekt en Zon
dagscholen sticht. Neen, ik zou je danken I"
Een der knechts was niet aan tafel gekomen en
wist derhalve opk niet dat „Rosehill" verkocht
wa9. Het was Bob, de schaapherder, die thans
lang uit en te midden zijner kudde en zijner
honden, in het gras lag uitgestrekt. In zijne han
den hield hij eene verzameling bladen, die vroe
fer een boek had geheeten, en waarin hij aan-
achtig las. Het was „Goethe's Faust," waarvoor
hij dienzelfden ochtend zijn laatsten dollar aan
den huisknecht gegeven had, die er zeeppapier-
tjes van had willen snijden. Soius scheen het
alsof hij den inhoud van buiten kende, en dan
weer was het alsof elk woord van dit grootsche
treurspel de geheimste snaren van zijn borst deed
trillen, maar hij las en las onafgebroken voort,
totdat zijne blikken het laatste woord verslonden
hadden en hem niets meer overbleef om zijn lees
lust te bevredigen. Het boek gleed langzcain uit
de handen en als in gepeinzen verzonken, staarde
hij onafgebroken, het hoofd op de handen steu-