Nummer 94. Donderdag 28 November 1889. 12e Jaargang. De blinde Gravin Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Staatkundig overzicht. FETJILLETOiï. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Waalwijk. 6 Erailie Heinrichs. De Echo van het Zuiden, Waalwijksche en Langstraatsche Courant Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per pos! door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden san den Uitgever. Advcrtenticn 17 regelt J 0,60 daaroo/en cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het misverstand want zoo is men dit incident gaan noemen tusschen Frankrijks regeering en Frankrijks kamer is Zaterdag uit den weg geruimd 's minister Rouvier's positie is gered en met haar die van het kabinet-Tirard Constans. Toch geeft het gebeurde reden tot ernstig nadenken. Zou de kamer in dezelfde fouten vervallen als haar voorgangster Donderdag werd door de kamer het begin sel aangenomen van de vrijheid van lucifers fabricatie zij stemde vóór het voorstel Leydei-Peytral en Zaterdag d. a. v. stemde diezelfde kamer vóór het monopolie van die fabricatie (dat het land 17 millioen per jaar opbrengt) en verwerpt dus het voorstel van beide genoemde afgevaardigden, met 244 tegen 237 stemmen. Of er nu eenig verband moet worden ge zocht tusschen dezen uitslag en de tusschen- komst van den premier, die den heeren aan 't verstand zocht te brengen, dat het mono polie 't meest winstgevend is en dat men de dubbeltjes in Frankrijk ook wel noodig heeft, weten wij niet, maar door de verwer ping van art. 3 werd Peytral genoodzaakt zijn voorstel in te trekken. De overwinning aangenomen dat zij dien naam mag dragen is er dus eene bij 't kantje af. De afgevaardigde Felix Faure heeft het initiatief genomen tot een ontwerp-besluit, waarin hij aandringt op de benoeming van een commissie, die een onderzoek zal instel len naar het in te voeren invoerrechtstelsel Deze commissie zou bestaan uit 45 leden, gekozen volgens het „scrutin de ïiste" door de kamer, en zou daarvoor inlichtingen in winnen bij industrieelen, kooplieden, kamers van koophandel enz. Faure brengt hierbij in herinnering, dat alle handelsverdragen met vreemde mogendheden einde 1891 of begin 1892 eindigen, zoodat, daar de opzeggingen een jaar van te voren moeten geschieden, DOOR „Dat is een verschrikkelijke, een gruwelijke dwang, lieve tante," antwoordde Hilda, terwijl zij met droevig gelaat naast de gravin ging zit ten; „hoezeer benijd ik die kinderen, die vroolijk en natuurlijk kunnen blijven !r „Ei, ei, welke ongeoorloofde wenschen er. ge dachten," riep de gravin, hare hand verschrikt opheffende. „Vroolijk en natuurlijk noemt gij de manieren van onopgevoede kinderen van onfat soenlijke ouders? Uwe mama heeft bij uwe opvoe ding een groote fout begaan, terwijl zij te achteloos is geweest in de keuze een er opvoedster." „O, lieve tante, beleedig mijn goede moeder niet," smeekte Hilda, terwijl zij haren arm lief— koozend om de blinde sloeg; „tot nu toe leefde zij alleen voor mij en wat mijne gouvernante betreft, het goede mensch was een voorbeeld in de opvoedkunde, geduldig als een lam, een model in de kunst van onderwijzen, lief en goed jegens alle menschen." „Ik weet genoeg van deze soort goedheid," viel de gravin haar met ironie in de rede, „en kan mij het overige voorstellen. Liefderijk en goed voor iedereen, zeer geschikt voor dorps schoolmeester of düminé, doch om 's hemelswil niet voor gouvernante eener jonge dame van een oud geslacht. Een model in de kunst van onder wijzen hoe ongerijmd! Wat beduidt dat, voo.' eene dame van stand, die zich presenteeren doch niet doceeren zalIk had van zoo iets een voor gevoel, toen ik u uitnoodigde hier te komen, en zul mij beijveren deze fout in uw opvoeding te verbeteren. Onze tegenwoordige tijd is, helaas! reeds gewoon, de geheiligde voorrechten van onzen stand te ondermijnen, en den ouden adel van geboorte, waarin nog de echte eer woont, met burgerlijke elementen te vermengen." „Gij schildert den toestand veel te donker, tante!" antwoordde Hilda met een lachje, dat de blinde, dank zij haar geziehtsgebrek, gelukkig voor het voorgestelde onderzoek naar het nieuwe economische stelsel slechts één jaar tijd is. Wederom wordt verzekerd, dat de aan staande Britsche parlements-zitting door H. M. de koningin in persoon zal worden ge opend, wanneer het waar is, natuurlijk eene bijzondere onderscheiding voor den markies van Salisbury en diens kabinet. Voor Disraeli heeft H. M. ook nog eens eene uitzondering gemaakt op den, in de laatste jaren door haar gevolgden regel, maar Glad stone heeft nooit de eer gehad. Uit Bombay komt bericht, dat de stam der Kals, een millioen zielen sterk, in de provincie Chota (Maypore) in opstand is ge komen, eenige van de openbare gebouwen heeft vernield en verscheidene ambtenaren gedood. De leiders eischen verlaging van huren en afschaffing van heerendiensten. l)r. Peters, de leider der Duitsche Emin- pacha-expedilie, is niet dood, de Somalis hebben een Engelsche expeditie aangevallen, niet de Duitsche van Peters; deze is gezond en frisch en hij zal zich bij zijn thuiskomst kunnen verheugen in al de lofrijke „Nachrufe" die hem door de Europeesche pers in het algemeen, door die van Duitschland in het bijzonder gewijd zijn. De toestand in Oost-Afrika is, dank zij majoor Wissmann's optreden, van dien aard, dat de Duitsch-Oojtafrikaansche compagnie spoedig het beleid der zaken weder zal aan vaarden. In de berichten, die uit Engelsche bron van Zanzibar worden ontvangen, wordt nog steeds volgehouden, dat de expeditie van Peters een jammerlijke einde vond. In Italiaansche financieele kringen is men ernstig bevreesd, dat de Fransche financiers, de grootste houders der Italiaansche fondsen, een veldtocht tegen de rijks- en spoorweg- waarden zullen openen, even als de Duitsche bankiers met succes tegen Rusland hebben ondernomen. Nu de toestand der groote Ita- niet kon bemerken„ik houd den vooruitgang van onzen tijd niet voor zoo kwaad, daar het verstand hem leidt en grondige kennis eene hool'd- vereischte is in de tegenwoordige samenleving." „Indien ik den indruk van het oogenblik vol gen wilde," antwoordde de gravin op ijskouden toon, „zoude ik u verzoeken dadelijk naar uw familie terug te keeren en mijne ooren niet lan ger met zulk deiuokn-tisch gebabbel te beleedi- gen. Doch ik zal maar denken, dat gij nog een kind zijt, dat gij mij zeer nabij in den bloede bestaat en mij den plicht oplegt in 't bizonder voor u te zorgen. Vergeet gij evenwel ook niet, Hilda, dat gij wel is waar een gravin von YVil- denfels zijt, en alzoo uit een der oudste families van Duitschland gesproten, doch ook ten ecnen- male zonder tijdelijke middelen, en dat mijne bescherming u zoo noodig is als de lucht di,e gij inademt. Ik verlang daarom in de eerste plaats onbepaalde onderwerping van u, en verder 't vertrouwen, dat ik u in alle opzichten een zeer schitterend lot bereiden wil en kan. En nu daar over geen woord meerlaat ons over iets anders praten. Is het waar, dat uw buurman, graaf vValdstein, zijne zaken zoo in de war heeft, dat zijn schuldeischers, de rijke industrieelen, hem gedwongen hebben, om onder hun vaandel dienst te nemen en front tegen de regeering te ma ken üp dit oogenblik zegende Hilda in stilte de blindheid der gravin, die deze verhinderde hare verwarring te bemerken. „Ik weet er niets van, lieve tante antwoordje zij. zich geweld aandoende. „Gij kent dus den jongen graaf in 't geheel niet „Ik heb hem eenige keeren op een partij ont moet," stotterde Hilda. „Men noodigt hem dus, niettegenstaande zijn benarde omstandigheden en zijn daaruit voort vloeiende demagogische gezindheid, toch uit?' vroeg de blinde verbaasd. „Ja, lieve tante," antwoordde Hilda niet zonder een zeker leedvermaak, „om zon te zeggen, vecht men met elkander om den jongen graaf, dewijl hij even onderhoudend in gezelschap, als een geestig dichter is." „Ilij maakt dus verzen,schrijft misschien wel boeken „Ik geloof het wel, lieve tante." liaansche financieele instellingen zorgbarend is, zou zulk een actie treurige gevolgen na zich slepen. In de troonrede getuigt de koning van het gevoel van trots, waarin alle Italianen kunnen deelen, als men ziet dat het werk der een heid en der vrijheid van Italië zoo gegrond vest is, dat er voor geene overrompelingen of gevaren meer vrees behoeft te bestaan. De koning herinnert vervolgens aan de voltooide kiesrechtshervorming en kondigt de indiening aan van wetsontwerpen tot her vorming van de weldadigheids-instellingen, tot bescherming van het leven van den werk man, tot verbetering van het lot der onder wijzers en tot vereenvoudiging en bezuiniging in het bestuur. De koning herinnert daarna, dat Italië eene crisis heeft doorleefd, waar onder landbouw en handel gedurende jaren hebben geleden; ten einde hun tijd te laten tot volkomen herstel, zal de regeering geen nieuwe belasting van het parlement vragen. Als het evenwicht in het budget is hersteld, zal de regeering overwegen of cn welke nieuwe belastingen aanbeveling zouden kun nen verdienen. De bescherming der Italiaan sche voortbrengselen moet niet in wantrouwen en kwaad vermoeden wortelenmen moet niet het tot standkomen beletten van her vormingen, welke, door verlaging der tolrech ten, de ruiling der voortbrengselen gemak kelijker en de internationale betrekkingen vriendschappelijker maken. Nu door de ver tegenwoordiging de ontwikkeling onzer nij verheid op hechten grondslag is verzekerd, zal de regeering u voorsteller, tot het afschaffen te besluiten der differentieele tarieven tusschen Italië en Frankrijk, welke, werden zij gehand haafd, zouden beletten tot een vrijzinniger commercieel stelsel te geraken. Met deze maatregelen en met een even standvastige als rechtvaardige staatkunde streven wij er naar, die rust in de gemoederen te brengen, welke de hechtste waarborg des vredes is. Meer dan ooit schijnt de vrede voor Europa verzekerd, vooral ook door den wijzen raad der groote mogendheden en door de staat- „Welk een schandaal een graaf Waldstein, neef van graaf Löracli, onder dichters en roman schrijversGod zij dank dat mijn gemaal deze schande niet meer beleefd heeft!" „Maar beste tante," riep Hilda, van misnoegen blozende, „gij oordeelt inderdaad te streng en schijnt geheel te vergeten, dat zelfs koningen tot den gewijden kring van dichters en schrijvers behooren, en menig vorst trotscher is op zulke lauweren dan op een schitterenden diadeem. Ik herinner u eenige der meest uitstekenden, b. v. Frederik de Groote, koning bodewijk van Beieren en prinses Amalia van Saksen, die, ofschoon van zoo hoogen stand, hun roem er in stelden, ook op Duitschlands geestelijk gebied hunne plaats te bekleeden, in ctede van, zooals gij meent, lieve tante, dit als verachtelijk te beschouwen." De gravin zag zich overwonnen en was ver standig genoeg van dit voor haar gevaarlijk thema af te stappen, om niet op nieuw haar ge zag op het spel te zetten. Zij verborg haar geraaktheid en zeide „Dezer dagen, misschien heden of morgen reeds, zullen wij een gast uit Amerika krijgen „Uit Amerika vroeg Hilda verwonderd. „Ja, kindlief, een graai' Weilburg, wiens fa milie eenigen tijd geleden, wegens ongelukkige omstandigheden, Europa verlaten heeft. Zeker hebt ge nooit daarvan gehoord." „O ja wel, lieve tante," riep Hilda haastig, „ik hoorde zelfs eene zeer romantische geschiedenis van zekeren graaf Weilburg." „Werkelijk?" vroeg de blinde. „Wie heeft u daarvan iets verteld „Een oude freule Von Mcerheim." „En wat heeft die dame u van graaf Weilburg verteld ond.erzocht de blinde met- in 't oog val lende drift „Veel treurigs, tante, hij moet even schoon als arm zijn geweest en tot zijn ongeluk tot waan zinnig wordens toe verliefd op eene gevoellooze kokette." „Uw oude freule Von Meerheim schijnt het in de kunst van kwaadspreken zeer ver gebracht te hebben," viel de gravin haar met scherpen nadruk in de rede; „overigens schijnen mij zulke romantische geschiedenissen ten hoogst ongepast voor het oor eener achttienjarige jonge dame van stand. Noemde zij u wellicht ook den naam der dame, op wie graaf Weilburg zoo hartstochtelijk kunde mijner bondgenooten. Toch zijn de vraagstukken, welke den vrede in gevaar zouden kunnen brengen, nog niet alle opge lost; wij zullen voortgaan in de behoeften van leger en vloot, zonder de begrooting te zeer te belasten, te voorzien; maar ik koester de innige overtuiging, dat de wijsheid der regeeringen en volkeren voorkomen zal, dat de aldus door ons gereed gehouden wapenen zullen gebiuikt moeten worden. De wapenen zullen wij neerleggen in Afrika, waar ons succes ons een ruim gebied van nieuwe werkzaamheden geopend heeft. Deze rede is luide en langdurig toege juicht. Te Sofia vierde men Zaterdag met opge wektheid den jaardag der overwinning, op de Serviers bij Slivnitza behaald. Vorst Ferdinand heeft bij die gelegenheid in de infanterie-kazerne eene toespraak gehouden, waarin hij verklaarde niet te kunnen gelooven, dat Oostenrijk en Duitschland Bulgarije ooit in den steek zouden laten. De keizer van Oostenrijk, die pas onlangs zoo vleiende woorden over Bulgarije sprak, kan onmogelijk zoo spoedig van gevoelen zijn veranderd, en Duitschland stelt te zeer prijs op de vriendschap van dezen vorst, dan dat het zich met kuiperijen zou inlaten, als waarvan sprake is. De Bulgarijen blijven dus besloot de vorst er steeds naar streven zich de sym pathie der groote mogendheden te verwerven, maar zoodra het de onafhankelijkheid des lands geldt, zijn ze niet van zins iets toe te geven. Deze toespraak en de toon van gezag, waarop ze werd geuit, hebben veel indruk gemaakt. Naar uit Odessa aan de Daily News ge meld wordt, zou in ambtelijke kringen gefluis terd worden dat er geheime onderhandelingen tusschen Rusland en Turkije geopend zijn in zake Armenie, hetwelk de Porte gedeel telijk zou afstaan, tegen zekere waarborgen en tegen kwijtschelding van wat zij nog ver schuldigd is wegens de oorlogsschatting. verliefd zou geweest zijn „Neen, tante!" antwoordde Hilda bedaard; „zij vertelde mij alleen, dat die dame verwonderlijk schoon geweest was en den armen graaf liefde had gehuicheld, om later den spot met hem te drijven en met een ander te huwen. Daarop was deze zoo wanhopig geworden, dat hij waarschijn lijk een zelfmoord begaan heeft: ten minste se dert dien tijd had men niets meer van hem ver nomen en ligt daarom het vermoeden voor de hand...." „Om aan zijn dood te gelooven-," viel de blinde met buitengewone heftigheid in, „natuurlijk de wereld gelooft altijd gaarne het ergste. Doch laten wij deze oude geschiedenis voor 't geen ze is, de Amerikaansche graaf Weilburg, dien ik ver wacht, staat met dezen in niet de minste betrek king hij is mij aanbevolen door een ouden vriend, baron von liönnerig „Die voor zijn pleizier naar Amerika ging?" „Dezelfde, hij schildert mij den jongen graaf als een zoo prachtig gentleman, dat ik reeds bij voorbaat de gunstigste meening, de levendigste belangstelling voor hem heb opgevat en ook u verzoek, hem als mijn gast vriendelijk te beje genen." „Voor zoover de etikette het veroorlooft, tante..." „O ja, dat spreekt immers van zelf, mijn kind, gij moogt nimmer vergeten wat gij u zelve en uwe familie verschuldigd zijt. En nu zullen wij aan tafel gaan, mijn kleine gravin," voegde zij er vroolijk bij; „geef mij uw arm en bewijs mij steeds kinderlijke gehoorzaamheid." Zij stond met raajesteuse bevalligheid op, nam den arm der gravin en ging met naar naar den tuin, waar in de heerlijke oranjerie eene keurig# tafel gereed stond en juffrouw Tomsdorf de da mes reeds zat op te wachten. „Hoe verheug ik mij de lieve Tomsdorf terug te zien, beste tante." babbelde Hilda, zich naast de gravin nedeizettende, terwijl zij Mathilde een vriendelijken blik toewierp, 't Kasteel Lörach zou mij erg vreemd voorgekomen zijn zonder haar, die reeds zoo lang zich binnen deze muren heeft bevonden, ja, zonder wier tegenwoordig heid ik mij mijn waarde tante niet meer zoo lief en trouw konde voorstellen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 1