Nummer 2. Zondag 5 Januari 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. Waalwijk, 30 Dec, 1889. Aan de Redactie van het „Nieuwsblad voor Neder landsche Leerlooierijen en Aan verwante Vakken.' In uw nummer ran 25 December j.l komt een hoofdstuk voor, getiteld: Bescher-' ming In dat artikel, verder overgenomen door „de Echo van het Zuiden,' worden woorden aangehaalddoor mij gesproken op eene vergadering van leerlooiers en schoen fabri kanten in het jaar 1885. Om verkeerde opvatting en uitlegging te voorkomen, was het noodzakelijk geweest, M. H. de redacteur, dat LEd., bij het aan halen mijner woorden, meer in het bijzonder aan de omstandigheden herinnerd hadt, waarin deze gesproken werden. Voor die aanvulling ben ik zoo vrij UEd. beleefd eenige plaatsruimte in uw geacht blad te verzoeken. Op de bewuste vergadering, waar alle aan wezige vakmannen, (een enkele uitgezonderd misschien?) inet raij hunne overtuiging te kennen gaven, da4- beschermende rechten noodzakelijk waren tot opheffing onzer industrie, werd door eeuige aanwezigen de opmerking gemaakt, dater van de reeds vroeger gepresenteerde petitiën zoo weinig was terecht gekomen, ja, dat daarop zelfs geen antwoord ontvangen was. Onder verdere bespreking daarover gaf ik als mijne opinie te kennen, dat ik zeer weinig hoop koesterde, ook voor het goede resultaat dezer vergadering, omdat wij ons moesten wenden tot eene regeering, dm vrijhandel is toegedaan en dit mijn inziens niet anders kon in een land, waar handel de hoofdbron van het bestaan is en de industrie slechts op de tweede plaats komt. Gaf ik daardoor toen wel eenigszins mijn twijfel te kennen omtrent het nationaal of algemeen belang van protectie als indu strieel, in het bijzonder als looier, was ik toen even als vu overtuigd, dat bescherming, inpratcischen zin, bedachtzaam toegepastvoor onze industrie onontbeerlijk, is. Dan voeg ik hierbij nog ronduit de verklaring, dat mijn twijrel omtrent het nationaal belang van protectie verdwenen is, na lezing en besttTdeering van verschillende brochure?» over Hat vraagstuk geschreven speciaal de brochure van onzen grooten kampvechter, den heer Ar.uand Diepen, verschenen in 1887 onder den titel: „Bescherming conti a vrijhandel' heeft over tuigend op mij gewerkt, en thans ver plicht door de aanhaling mijner woorden waaruit reeds door sommigen (zeer zeker buiten uwe bedoeling) het tegenovergestelde werd gedistilleerdwensch ik hierbij nog uitdrukkelijk te verklaren, dat ik mij wel degelijk onder de voorstanders van protectie wensch gerekend te zien. Verder, M. H. de redacteur, kan ik bij deze gelegenheid niet verzwijgen, dat het mij, en vele anderen met mij, ten zeerste verwondert, dat het Nieuwsblad voor Ne derlandsche Leerlooierijen, eene courant, die de belangen der looiers heeft voortestaan in de onderhavige zaak steeds gedeclareerd tegen den geest hunner overgroote meer derheid werkzaam is. Ten slotte aarzel ik niet op de bevoor oordeelde partijdigheid te wijzen van hen die de industriëelen welke hunne zaken in onhoud laren toestand gedompeld achten, (ik spreek in algemeenen zin) en van pro tectie verbetering wachten eenvoudig van uit de hoogte toeroepen: Het is eene premie op uwe lamlendigheid, die gij vraagt! Dit zijn groote woorden, zij bewijzen niets. Alleen zaakrijke degelijke besprekingkalme over weging van het vóór en het tegenkunnen ons waarborg geVen, dat ook in dit kardinale punt het spreekwoord zal worden bewaarheid: Du choc des opinions jaillit la verité. U dankzeggende voor de verleende plaats ruimte, teeken ik met de meeste achting Uw getrouw lezer, H. W1TLOX, Leerlooier. Eene repliek op bovenstaand schrijven achten wij noodig, vooral omdat ons daaruit blijkt, dat onze bedoelingen door den ge- achten inzender en, naar hij zegt, door vele anderen met hem, verkeerd worden begrepen. Vooraf echter iets anders. De heer Witlox schrijft„Op de bewuste „vergadering, waar alle aanwezige vakman- „iien (een enkele uitgezonderd misschien?) „met mij hunne overtuiging te kennen ga- ven, dat beschermende rechten noodzakelijk „waren tot opheffing der industrie' enz. Ten einde nu meer in het bijzonder aan de omstandigheden te herinneren, waaron der de heer Witlox gesproken heeft, halen wij hier het verslag zelf aan. Hieruit blijkt, naar onze bescheiden mee- ning, niet heel duidelijk, dat alle aanwezige vakmannen met den heer Witlox de overtui ging te kennen gavendat beschermende rechten noodzakelijk waren, evenmin als uit het adres, naar aanleiding dier vergadering aan den minister gezonden en waarin we lezen: Wij hebben overigens de woorden van den heer Witlox alleen aangehaald, om aan te toonen, dat ook anderen dan wij niet veel hoop hrbbeu op gunstigen uitslag van pogingen tot verkrijging van beschermende rechten. Wat nu het verwijt aangaat, dat het Nieuwsblad voor Nederlandsche Leerlooierijen in de onderhavige zaak steeds gedeclareerd tegen den geest van de overgroote meerder- der beid der looiers werkzaam is, hiertegen protesteeren wij ten sterkste. Het tegendeel blijkt uit geheel ons verleden. Nogmaals herinneren wij o. m. aan de adresbeweging van 188-3, door ons op touw gezet en onder zeer groote deelneming ten einde gebracht. Het totaal gemis van eenig resultaat op deze onze poging om voor de lederindustrie verhoogde invoerrechten te krijgen, gepaard aan het even vruchtelooze streven van andere takken van nijverheid en vereenigingen in gelijken geest, heeft langzamerhand bij ons de mecning doen rijpen, dat 't zeker in 't voordeel van looiers en schoenmakers zijn '•noet j hen aan te zetten meer op eigen krachten te steunen en te trachten dcor eigen energie hun vak te releveeren. Komt het dan ooit tot wijziging der handelspolitiek in ons land, dan zullen zij, die onzen raad gevolgd hebben, gewis hunne confraters, die dit niet deden, een heel eind vóór zijn, zooals zij dit trouwens nu reeds zijn en het allermeest van den nieuwen staat van zaken profiteeren. Wij sluiten met de rerklaring, dat de redactie van het Nieuwsblad voor Neder landsche leerlooierijen en aanverwante vakken niet is tegen bescherming voor de leerlooierij, eveniniu als de heer Witlox en de groote meerderheid der Nederlandsche looiers, maar dat zij, bij de geringe kans, welke in ons land bestaat om daartoe te geraken, den looiers den raad geeft: Petitionneert als gij gegronde vooruitzichten meent te hebben op slagen, maar verzuimt vooral niet in de allereerste plaats te trachten u zeiven te helpen. DE REDACTIE. Het jaar 1890 is begonnen zooals 1889 is geëindigdop politiek gebied is een kalmte en vreedzaamheid, die haar weerklank vin den in de redevoeringen, door vorsten en grooten bij gelegenheid der nieuwjaars re ceptiën uitgesproken. Wolkeloos is de hemel boven Europa niet; in het Oosten is de hemel niet geheel vrij van wolken, in het Westen minder dan in lang het geval was, maar alles te zamen genomen is er op het oogenblik weinig reden tot ongerustheid. Er bestaat alle recht tot de meening, veel meer dan in de laatste jaren, die achter ons liggen, dat het onweder zich in 1890 niet over ons werelddeel zal ont lasten. Europa heeft behoefte aan vrede en den hemel zij dank— de groote staatslie den zien dit in en zij schijnen vast besloten al hun krachten in te spannen tot het behoud van den vrede, als is het dan ook een ge wapende. De heeren staatslieden meenen, dat een enorme krijgsmacht te water en te land het beste onderpand is voor een duur- zamen vrede; nu, zij zijn mannen van 't vak, zij kunnen het weten, hopen wij, dat wat zij doen, welgedaan is. President Sadi Carnot sprak bij de recep tie Woensdag middag eene korte redevoering uit, die bijzondere vermelding verdient we gens haar vredelievend karakter. Frankrijks wensch noemde hij 't in goede betrekkingen te leven met alle natiën evenals in 1889. Vooral te Berlijn heeft deze nieuwejaars- rede een zeer gunstigen indruk gemaakt en wordt als een nieuwe waarborg voor den vrede beschouwd. De koning van Italië noemt de vooruit zichten voor 1890 beter dan die voor 1889, omdat meer en meer alle natiën den vasten wil toonen den vrede te bewaren. De toena dering tusschen de regeering en het parle ment gaf den koning blijdschap, naar hij zeide. De Hongaarsche premier Tisza achtte in zijn beantwoording der nieuwjaars-toespraken de triple-alliantie hecht en sterk in het belang van den vrede van Europa en deed het be sluit der regeering kond, het parlementarisme te handhaven onder onder alle omstandig heden tegen de tyranie der minderheid. De laatste politieke manifestatie in het oude jaar is die gewe ist van Paus Leo XIII, Maandag 11. uitgesproken in het consistorie. De vooruitgang van het catholicisme in de Nieuwe Wereld werd met vreugde gecon stateerd, maar groote smart bereidt Italië in 't bijzonder, Europa of liever Europa's staats lieden in 't algemeen aan het Vaticaan. De Paus bracht de Bruno-manifestatie in herinnering en beschuldigde er de Italiaan- sche regeering van dat zij de natie van de Kerk zoekt af te trekken en den Paus met alle middelen bestrijdt. Alleen de wereldlijke macht kan den Paus zijn onafhankelijkheid en vrijheid weergeven en ten slotte protes teerde hij tegen de uitbreiding der macht van de burgerlijke autoriteiten (nieuwe straf wet en wet op de vrome werken.) De Riforma, die gehouden wordt voor het orgaan van den minister-president Crispi zegt, naar aanleiding dezer allocutie, dat 's Pausen heftige taal niet verhinderen zal dat Ita'ie bestuurd wordt overeenkomstig de eischen van den vooruitgang en de wenschen des volks. De Duitsche keizer zond den rijkskanselier bij gelegenheid van het nieuwjaar een eigen handig schrijven, bevattende een hartelijken gelukwensch, terwijl verder het behoud van den vrede en de versterking van de waar borgen tot instandhouding van den vrede in het keizerlijk schrijven op den voorgrond ge steld worden. De keizer verklaart zich bij - zonder ingenomen met het tot stand komen der levensverzekering voor oudenen gebrek- kigen, als eene belangrijke schrede op den weg naar de hem bijzonder ter harte gaande Lauplraalsclii! Courant, D t, blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonneraentsprijs per 8 maanden/1,00. Franco per pos door het gelieele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden 'ian den Uitgever Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2inaal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Op verzoek van den geachten inzender nemen wij onderstaand artikel over uit het „Nieuwsblad voor Nederlandsche leerlooie rijen en aanverwante vakken De heer Kievits, de belegger der vergadering, heette de aanwezigen welkom en zeide, dut liet aanvankelijk zijn plan was geweest aan do ver gadering voor te stellen een adres aan de re geering te richten om van haar te verkrijger', dat de invoerrechten op gemaakt schoeisel aan merkelijk werden verhoogd. Sedert echter was hij van idee veranderd. Hadden wij vroeger veel last van buitenlandsch schoenwerk, sedert de Amsterdamsche tentoonstelling is dit gaandeweg verminderd en op 't oogenblik beteekent het om zoo te zeggen niets meer. Wij hebben toclrreeds een voordeel op de buitenlanders van 5 pet. en hiermede kunnen wij het heel goed stellen wij kunnen zeer goed met hen concurreeren, zoowel wat qualiteit als prijs aangaat. Het eenige is,dat het inkomei d recht, door de wijze waarop de hef- fing geschiedt, ontdoken wordt, en dit is zeker ten nadeéle der Nederlandsche schoenenindustrie. Heter was het b.v. een vast recht van iederen schoen te heffen, onverschillig welke de waarde er van is; fraude bij de aangifte was dan on mogelijk. Eenigen tijd geleden is door den minister van financien eene commissie ingesteld tot onderzoek naar eene betere wijze van heffing der invoer rechten. Spreker wenschte nu aan de vergade ring in overweging te geven in een adres aan die commi-sie of aan den minister van financien het belang der schoenmakerij aan te bevelen. De heer Groenen wenschte aaneensluiting van alle fabrikanten over het gelieele land in alle takken van nijverheid, teneinde, door eene alge- meene beweging op touw te zetten, de regeering en de kamers te noodzaken de industrie tegen buitenlandsche concurrentie te beschermen. De heer Kievits vond dit idéé zeer goed en zou den kamerleden willen doen weten, dat zij niet zullen herkozen worden als zij de industrie niet helpen; wij zullen dan enkel indnstrieelen kiezen. De heer Hasting wenschte het maken van een adres op te dragen aan den afgevaardigde ter tweede kamer voor het district. De heer Tielen wijst er op, dat dit nuttelooze moeite zal zijn; twee jaar geleden is er een alge- meene petitie van de gansche lederindustrie uit gegaan; een zeer gemotiveerd adres is toen der regeering aangeboden, dat door ongeveer 1000 belanghebbenden was geteekend. Een afgevaar digde ter tweede kamer had druk aan de debatten over dat adres deel genomen. De schoenmakerij was in dit adres niet vergeten; (spreker leest eenige zinsneden uit hetzelve voor) voor al de moeiten en kosten heeft men niets gehad, zelfs geen antwoord. De heer C. G. van der Heijden raadt den heer Kievits aan, zijne vrienden in Amsterdam in den arm te nemen, opdat die trachten de leden der kamer van koophandel aldaar over te halen om het eventueel in te dienen adres te steunen; want zoolang de kamers van koophandel der beide grootste koopsteden van ons land voor vrijhandel zijn, zal geene regeering protectionistische maat regelen nemen. De hee- li. Witlox ziet evenmin als de beide vorige sprekers heil in een adres. De Neder landsche regeering is vrijhandel toegedaan en naar zijne meening kan dit niet anders in een land, waar handel de hoofdbron van het bestaan is en de industrie slechts op de 2e plaats komt. Er zijn in ons land veel meer handelaren en ver bruikers, die allen belang hebben bij vrijen han del, dan industrieelen, die belang knnnen hebben bij protectie. Geelt met verschuldigden eerbied te kennen er.z: dat hij en zijne vakgenooten meer en meer in hun bedrijf belemmerd worden, niet door gemis aan inkomende rechten, maar door ongelijkma tigheid in de heffing der bestaande dat hij de vrijheid neemt ten bewijze daarvan de aandacht uwer excellentie te vestigen op het feit, dat sommige expeditiekantoren thans het buitenlandsch schoenwerk leveren tegen betaling van 5 pet. boven de waarde, vracht en expeditie- loon inbegrepen; daar het inkomend recht op het artikel zelf 5 pet. bedraagt, is het duidelijk dat alleen onnauwkeurige hefling der rechten dit thans zeer loonend en toenemend bedriif moge lijk maakt; dat de uitoefening van zijn bedrijf het invoe ren van verscheidene hulpartikelen uit liet bui tenland noodig maakt; dat hij mitsdien geene verhooging van inko mende rechten vraagt of verlangt dat hij alleen wenscht dat voorkomen worde te lage en onnauwkeurige aangifte der waarde van het ingevoerde schoenwerk

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1