Nummer 6. Zondag 19 Januari 1890. 13e Jaargang.
De blinde Gravin
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
18 Emilie Heinrich's.
en Uifstmlsrie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden1,00.
Franco per post door het gcheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Stjsiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Bijna eenstemmig (en dat wil zoo iets zeg
gen) is de Europeesche pers (die van Enge
land zelf uitgezonderd natuurlijk) van oordeel,
dat Engeland „unfair" heeft gehandeld tegen
over Portugal, inzake het conflict, al moge
John Bull's gewelddadigheid dan ook eenigs-
zins verschooning vinden door het feit, dat
de gouverneur van Mozambique tegen de
instructiën van de Portugeesche regeering in
en zonder rekening te houden met de gevoerd
wordende onderhandelingen een proclamatie
uitvaardigde, dat Shiréland onder Portugee
sche bescherming stond en zou blijven.
In het Britsche ultimatum staat dan ook
nadrukkelijk, dat het een gevolg is van een
telegram van den Britschen consul te Mo
zambique. Volgens dit telegram legde Pinto's
expeditie bezettingen op bepaalde punten in
Makololo-land en op grond van die mcde-
deeling eischte Salisbury de ontruiming van
Shire, Makololo land en Mashona-land. Men
meent, dat de ontruiming door Portugal niet
gelijk staat met de opgeving van alle rechten
en dat dus de zaak nog menige verrassing
kan brengen.
Gelukkig draagt de agitatie te Lissabon en
Oporto tegen Engelands handelwijze geen
geprononceerd republikeinsch karakter maar
is van meer nationalen aard. De kreten
bepalen zich tot „Leve Portugal„Leve
Serpa Pinto!" enz. Te Lissabon werden
manifestaties gehouden voor de gezantschaps
hotels van Frankrijk, Spanje en Duitschland.
De regeering doet alles om beleediging van
Engelsche onderdanen te voorkomen en heett
een protest-meeting te Oporto verboden.
De leider der conservatieven Serpa-Pimental,
dien de koning heeft belast met de vorming
van een nieuw kabinet is daarmede reeds
klaar.
Het nieuwe ministerie heeft zich aan de
Cortes voorgesteld. De president- minister
de heer Serpa Pimentelheeft bij die
gedegenheid gezegd, dat Portugal in het ge
schil met Engeland het recht op zijne zijde
DOOR
//Laat hooren dan
„Deze graaf Ulrich von Wddstein, dien ik
eerst goed in oogenschouw heb genomen, is de
zelfde, met wien ik juffrouw Tomsdorl in het
park gezien heb
„Ah!" riep de gravin, terwijl zij hare van licht
beroofde oogen wijd opende, „hebt gij u werke
lijk niet vergist, Jacques
„Ik kan er zoo noodig een eed op doen, me
vrouw.'1'
„Heel goed, daar hebben wij een e rste punt,
van waar wij kunnen beginnen ga heen Jacques
zorg er voor, dat zij gestreng bewaakt wordt en
zich vóór alles niet met de doofstomme kan on
derhouden.#
„Ik zal er voor zorgen, mevrouw
Jacques verwijderde zich zegevierendhij kon
zich op schitterende wijze wreken op de trotsche
gezelschapsjuffrouw.
Toen hij de kamer zijner blinde gebiedster
verlaten had, zat deze eenige minuten onbewege
lijk, alsof zij in een steenen beeld veranderd was.
„Ulrich von Waldstein", zeide zij daarna half
luid „wat had die man in mijn park te doen
Wie heeft het ambt van wreker voor mij over
genomen Staat hij mij naar het leven? Ja, Ja,"
ging zij heftig voort„de arme drommel wilde
zich wellicht overtuigen of ik reeds een testament
gemaakt had Reeds? Hm, het wordt thans
inderdaad hoog tijd er aan te denken, ik konde
mij zelve geen grooter ondienst doen dan zonder
testament van de wereld te scheiden en dit verharde
geslacht de erfenis na te laten. Goddank," voegde
zij er fluisterende bij, „dat deze, naar ik hoop,
doodelijk getroffene de laatste van zijn naam is!"
Zij zweeg en ging achterover in haar stoel lig
gen om den arts af te wachten. Niemand van de
gasten op het kasteel scheen tot nu toe niette
genstaande de onrust en de ongewone drukte,
heeft. Het nieuwe ministerie zal de rechten
des lands handhaven, waken voor zijn eer en
voor zijne belangen zorg dragen. Voorts zal
het zich ernstig bezighouden met het invoeren
van bezuinigingen, de koloniale aangelegen
heden, benevens met leger, vloot en landbouw.
Het blijkt dus duidelijk, dat Portugal met
Engeland's ultimatum de zaak der grensrege
ling nog volstrekt niet als afgedaan beschouwt
en daarover nieuwe onderhandelingen wil
gevoerd zien. De minister-president moet
aan den koning verklaard hebben, dat de
vorige regeering wel is waar gebukt heeft
voor geweld, maar feitelijk niet heeft toege
geven, en Portugal zich al zijne rechten on
geschonden heeft voorbehouden.
De Londensche Daily News plaatst zich
op hetzelfde standpunt en acht eene regeling
der zaak „volgens de gewone methode eener
beschaafde diplomatie" thans aan de orde.
Mocht Salisbury daartoe niet geneigd zijn,
dan zal Portugal hoogstwaarschijnlijk een be
roep doen op de mogendheden, ofschoon
Engeland wel wetende aan welke zijde in
deze het recht en de sympathie is, ook daar
mede zeer weinig ingenomen zal wezen.
Reeds zouden door bevriende mogendheden
vertrouwelijke pogingen worden in het werk
gesteld om het geschil te vereffenen.
Jammer, dat in Portugal de openbare mee
ning zich nog -steeds op sterke, vaak zeer
riiwe wijze tegen Engeland blijft uiten, wat
aan Salisbury natuurlijk weer nieuwe wapenen
in de hand geeft. Zoo heeft men b.v, te
Colmbra openlijk de Britsche vlag verbrand,
terwijl elders Engelsche onderdanen en hunne
eigendommen schade hebben geleden.
Het Aardrijkskundig Genootschap te Madrid
heeft alle andere aardrijkskundige genoot
schappen opgewekt om hun stem te verheffen
tegen Engeland's gedrag ten opzichte van
Portugal.
Terwijl de zitting van Duitschlands rijks
dag van haar einde nadert hoewel Maan
dag en Dinsdag a. s. toch de socialistenwet
nog bij tweede lezing in behandeling zal ko
men en misschien nog wel onder hooge be-
ontvvaakt te zijn dit deed de blinde gravin
genoegen, daar haar de angst van gravin Hildegard
slechts pijnlijk zijn moest en graaf Weilburg zulk
een eerst ontwaken licht als een slecht voortee
ken zou kunnen beschouwen.
Na weinige oogenblikken betrad de dokter, een
oud man de kamer der gravin: hij werd door
J/.cques begeleid, die hem aandiende.
„Hoe is het, dokter!# riep de blinde, „heb ik
werkelijk twee lijken op rrijn kasteel?"
„De vreemde, die niemand kent, is helaas 1
dood, mevrouw de gravin," antwoordde de arts,
„graaf Waldstein hoop ik echter door zorgvuldige
behandeling te redden, ofschoon zijn toestand
uiterst gevaarlijk is."
De gravin hoorde deze mededeeling met vast
saarageknepen lippen aan geen enkele trek op
haar marmerbleek gelaat veranderdealleen de
bewegelijkheid der oogappels, die op huivering
wekkende wijze heen en weder roldenverried
de onrust in haar binnenste.
„Op welke wijze is de wonde toegebracht
vroeg zij haastig.
„Het schijnt dat men hem met een zwaar, doch
stomp werktuig den schedel heeft willen ver
pletteren."
„Heeft hij zijne bezinning teruggekregen?"
„Neen, mevrouw de gravin, die zal ook voor
eerst niet terugkomen."
„En waarmede heeft men de vrouw gedood?"
ging de blinde na een oogenblik zwijgens, voort,
„Door worging, zij schijnt nog jong en zeer
schoon geweest te zijn."
„Zonderling," sprak de gravin, „wij hebben
hier dus met een verliefd paartje te doen."
„Waarbij de derde persoon zeker de hoofdrol
speelt," merkte de arts aan, „doch dat uit te vor-
selien is de zaak van het gerecht, en vergis ik
mij niet, dan rijdt juist een rijtuig met de be
doelde heeren de slotpoort binnen. Veroorloof
me, mevrouw de gravin, dat ik mij tot hen be
geef."
„Ga uw gang, dokter, maar nog eene vraag
„kan de gewonde naar een hospitaal vervoerd
wurden
„Neen, mevrouw de gravin, het kon zijn oogen-
blikkelijken dood tengevolge hebben."
„Goed, dan zal ik hem op het kasteel laten
blijvende doode moet intusschen na het ge
scherming en krachtige verdediging van den
rijkskanselier is de landdag van Pruisen
geopend door minister Boetticher namens den
keizer. De troonrede bevat niets buiten
gewoons, wat betreft de buitenlandsche po
litiek.
De keizer als koning van Pruisen doet de
goede relatie» kond met al de andere mo
gendheden, kondigt voorstellen voor een in
komstenbelasting aan en betuigt zijn tevre
denheid over den geest van verzoening, door
de patroons aan den dag gelegd bij de laat
ste werkstakingen ('t kan verkeeren
De belofte aangaande de verandering van
het wezen der directie belastingen, die reeds
bij den aanvang der vorige zitting was ge
daan, maar waaraan nog niet was voldaan
dient met alle voorzichtigheid te worden aan
vaard. De troonrede zegt dan ook dat zulk
een hervorming „wordt voorbereid."
De rijksdag heeft met bijna algemeene
stemmen, zonder debat, de begrooting van
oorlog aangenomen. De verhooging eter uit
gaven tot een bedrag van 45 813,000 mark,
noodig door de verandering in de militaire
wet, benevens het krediet van 61.224.100
mark, voor den aankoop van artillerie-benoo-
digdheden werden beide toegestaan.
Spanje's koning gaat immer vooruithoe
wel de geneesheeren nog niet bepaald wil
len zeggen dat hij op den weg tot herstel is.
De ministerieele crisis zal niet worden op
gelost alvorens de koning hersteld is of ten
minste de zorg en hoede van zijn moeder
volkomen kan ontberen.
Naar men reeds weet te melden zal 'sPu.u-
sen nieuwe encycliek een beslist christelijk
karakter dragen.
De liefde voor de kerk wordt gesteld bo
ven de liefde voor 't vaderland zoodat bij
eventueele conflicten tusschen kerk en staat
(Italië wordt hier blijkbaar bedoeld), elk
goed christen aan de kerk moet gehoorzamen.
De kerk steunt den staat met waardeering
van haar rechten en buiten alle politiek om,
doch de katholieken moeten vóór alles hen
rechtelijk onderzoek terstond weggebracht wor
den."
„Ik zal er voor zorgen, mevrouw de gravin!»
De dokter nam afscheid, om zich naar de heeren
van de rechtbank te begeven, die juist aangeko
men waren.
De blinde schelde haarkamenier. „Laatervoor
gezorgd worden dat de gravin Hildegard niets
van het vreeslijke voorval bemerkt," beval zij
kortaf, „en dat'het zoo mogelijk ook voor graaf
von Weilburg verborgen blijft."
„Zeer goed, mevrouw. De graaf von Weilburg
Z'11 intusschen zeker reeds door zijn bediende
die het lijk gezien heeft, onderricht zijn."
„Ga dan maar heen, Laurette, en zorg dat de
gravin er ten minste niets van te zien of te hooren
krijgt."
De kamenier ging heen; in de voorkamer ont
moette zij Jacques, die den graaf wilde aandienen.
„O, mevrouw welk een ongeluk!" riep de laatste,
de blinde de hand kussende. „Ik ben er waarlijk
geheel van ontsteld en zeer geneigd te gelooven,
dat het een slecht voorteeken vuor mij zeiven is."
„Ei, ei, waarde graaf, hebt ge die bijgeloovig-
lieid uit Amerika medegebracht?" zeide de gravin
glimlachende; .doch zwijgen wij er van. Voor
mij is de gebeurtenis even verschrikkelijk als
noodlottig," ging zij somber voort, „en vooral
daar een bloedverwant van mijn overleden gemaal
er op zoo bloedige wijze in betrokken is."
„Hoe, hoor ik goed?" vroeg de graaf verrast.
„Helaas ja, mijn jonge vriend!' zuchtte de
blinde. „Ik zelf heb het uit den mond van den
dokter, die in den ernstig verwonden graaf Ulrich
von Waldstein herkend heeft."
„Was cr ook niet een doode bij?"
„Eene geheel vreemde vrouw, gij vindt mij
daarom meer ontsteld dan zich met mijn ka
rakter vereenigen laat, doch de graaf von Wald
stein zal er waarschijnlijk het leven afbrengen
en moet zoodra hij zal zijn genezen, natuurlijk
de feiten aan 't licht brengen. De vreemde vrouw
is geworgd, terwijl hij met een werktuig ge
vaarlijk aan het hoofd gewond is geworden.»
„Heeft men dit werktuig gevonden
„Daarvan heeft, men mij niets gezegdeen ding
echter legt hier veel gewicht in de schaal, het
geen ik u mededeelen zal, waarde graaf.Sedert
tien iaren heb ik een jonge dame uit het noor-
steunen, die de beste diensten bewijzen aan
de katholieke zaak.
De Tzechisch-Duitsche conferentie te Wee-
nen neemt een tamelijk langzaam verloop
maar men hoopt, dat de regeering de door
de conferentie genomen besluiten zal goed
keuren, waardoor de Duitschers hunne zetels
in den Boheemschen landdag weer zouden
kunnen innemen.
De Bulgaarsche leening is te Weenen zes
maal overteekend geworden en nu zij dus als
volkomen geslaagd kan worden beschouwd
begint men een nieuw geschrijf en wel over
de handelstractaten van Bulgarije, die Rus
land eveneens bij de Porte heeft ter sprake
gebracht.
Creta is andermaal in groote beroering,
daar Chakir-pacha, de Turksche gouverneur,
den president der rechtbank te Canea heeft
doen gevangen nemen. Al de presidenten
van rechtbanken op het eiland hebben nu
ontslag genomen.
Bij een militair oproer 8 December 11.
heeft de nieuwe Braziliaansche regeering
korte wetten gemaakt100 muiters werden
gedood en den volgenden dag werden er 2L
opgeknoopt.
Zooals bekend, werd in het Corvilain-
proces, door de rechtbank te Antwerpen de
vernietiging van den nog aanwezigen voor
raad buskruit bevolen. Hieraan werd dan
ook deze week gevolg gegeven, en werd
voor een waarde van 22.000 frs. aan buskruit
in het water geworpen. Billijker ware het
zeker geweest, als deze som onder de schuld-
eischers van Corvilain verdeeld was geworden.
Verleden week werden op last der recht
bank twee ijzeren schroefstoombooten, die
voor Maastricht geankerd lagen en die Cor-
den van Duitschland als gezelschapsjuffrouw in
mijn dienst, over wie ik langen tijd tamelijk
tevreden wa9. Eerst in de laatste dagen heeft zij
door haar gedrag en inzonderheid door een dag
boek mijn rechtinadgen toorn zeer gaande ge
maakt, waarom ik mij gedwongen zag haar ka
merarrest te geven. Deze gezelschapsdame nu is
door mijn kamerdienaar let wel, graaf, met
den gekwetste in het park gezien en wel in een
vertrouwelijk onderhoud.»
„Ah, dat is interressant," riep de graaf met
een zegevierenden lach „wanneer heeft hij deze
twee in 't park gezien?"
„Ik geloof eergisteren."
„En de dame heeft dadelijk kamerarrest ge
kregen
„Zoo is hel, sedert gisteren avond mocht zij
hare kamer niet verlaten."
„Hoe hoog ligt deze kamer, mevrouw de gra
vin
„Op de tweede verdieping; zij bevindt zich
juist tegenover mijn slaapkamer. Maar waartoe
deze vragen P"
„Hm, ik heb daarover mijne bizondere gedach
ten. De zaak schijnt zeer ingewikkeld te zijn,
ze interesseert mij ongemeenveroorloof mij
mevrouw, dat ik mij verwijder; zeer gaarne zou
ik de plaats, waar de moord begaan is, zien, om
u naar waarheid hiervan bericht te geven. Hoe
zal de gravin uwe nicht, ontsteld zijn; zij is van
zoo tefder gestel, een uitheemsche bloem, waar-
aa:. elk ruw windje schade kan doen.»
„Ik heb bevel gegeven de geheele geschiedenis
voor haar te verbergen het zou het arme kind
den dood kunnen doen; zij bevalt u dus, mijn
waarde graaf?
„O, mevrouw de gravin, waartoe een verzeke
ring of wat niet alledaagsche vleitaal? Wie zou
in de nabijheid van zulk een roos kunnen komen
zonder door haar geur geheel bedwelmd te wor
den
„Het is goed, graaf, ik geef u verlof naar de
hand der schoone roos te dingen. Het zal u, naar
ik hoop, niet moeilijk vallen nare genegenheid te
winnen, daar, zooals ik veronderstellen durf,
haar hart nog geheel vrij is."
(Wordt vervolgd.)