Nummer 12.
Zondag 9 Februari 1890.
13e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TÏELEN,
UITGEVER:
Waalwijk.
INSTALLATIE van den Edel Acht
baren heer C. G. VER WIEL
als burgemeester van Besoijen,
op Donderdag 6 Febr. 1890.
en Lanpfraalsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Besoijen was verleden Donderdag in feest
dos gehuld. Van alle huizen wapperde de
nationale driekleur vroolijk in den koesterenden
zonneschijn, die ook de ingezetenen der na
burige gemeenten uitlokte den plechtigen in
tocht van den nieuwen burgemeester te gaan
bijwonen, zoodat er eene buitengewoon groote
menschenmassa vereenigd was
Drie eerebogen waren opgericht, een in
het oostelijk en een in het westelijk ge
deelte der gemeente, en een in de Besoijen-
sche Steeg. Blijkbaar had men bij geen en
kele moeite of kosten gespaard om hem zoo
schoon mogelijk te maken en was men hierin
naar wensch geslaagd.
Ze waren alle zeer elegant met groen en
bloemen, vlaggen, kronen en lampions ver
sierd en prijkten met toepasselijke inscripties.
Voor het raadhuis was eene zeer nette de
coratie aangebracht, waarin wij het volgende
lazen
Heil u, Burgervader Ruste
's Heeren zegen op uw werk,
Zie Besoijen groeien, bloeien,
Steeds door vrede en eendracht sterk.
Mastenboompjes met bloemen getooid wa
ren aan weerszijden geplant en maakten een
zeer gunstig effect.
Voor de woning des burgemeesters was
van groen en bloemen een zeer net portaal
opgericht, waarin een prachtige kroon en
mooie ballons waren opgehangen.
Het droeg het volgende opschrift
Leel, Burgervader, lang,
Voor 't Heil der Burgerij,
Hierna het zilvren feest,
Ook 't gouden jubeltij.
Aan verschillende particuliere huizen en
lokalen van vereenigingen merkten wij ook
zeer nette inscripties op't zou echter te
veel ruimte vergen om die alle in ons blad
op te nemen, 't Zij genoeg te conslateeren
dat de ingezetenen met de feestcommissie
hadden gewedijverd, om Besoijen een
zoo feestelijk mogelijk aanzien te geven en
duidelijk te doen blijken van hunne ingeno
menheid met het nieuwe hoold der gemeente.
Na aldus een kort denkbeeld te hebben
gegeven, hoe het er Donderdag tegen den
middag in Besoijen uitzag, gaan wij over tot
het eigenlijk verslag van den feestelijken in
tocht des burgemeesters.
Ten 12 ure was de eeiewacht te paard
bijeengekomen en had zich, onder bevel van
den heer G. Brokken begeven naar den
Nieuwen-weg, waar zij den burgemeester op
wachtte, die bij aankomst door den com
mandant werd gecomplimenteerd op de vol
gende wijze
Edel Achtbare Heer
Bij gelegenheid van uwe feestelijke installatie
als burgemeester onzer gemeente, roep ik u namens
mijne garde d'honneur een hartelijk welkom toe
en heb ik de eer u haar geleide naar uwe gemeente
aan te bieden.
Leve de burgemeester
De burgemeester antwoordde
Mijnheer de commandant en eerewacht.
Aan u mijne heeren, ga ik mijnen eersten dank
uiten, aan u, die zijt vooruit gesneld om mij als
uwen burgemeester te komen begroeten en mij
in triomf in onze dierbare gemeente te geleiden;
ik ben zeer gevoelig voor die eer en hoop die
immer te mngen waardig blijven.
Intusschen waren tegen 1 uur op het ter
rein voor het raadhuis alle corporatien, ge
zeischappen enz. verschenen, die aan den
optocht zouden deelnemen.
Na regeling van den stoet door de feest
commissie trok men door de Besoijensche
ateeg den held van het feest tegemoet tot
aan de spoorlijn. Het gemeentebestuur reed
verder tot aan de grens van Sprang, waar
ZEd. Achtbare door den secretaris werd wel
kom geheeten
Bij aankomst aan de spoorlijn werd de
burgemeester met een luid gejubel door de
daar verzamelde menigte ontvangen en ver
volgens door den president der feestcom
missie, den heer G. Rubbens, toegesproken
in deze termen
EdelAchtbare Heer Burgemeester!
Als president der commissie van het feest, dat
wij, ingezetenen van Besoijen, heden mogen vieren,
is het mij zeer aangenaam UEdelAchtbare, bij
uwe installatie als burgemeester dezer gemeente,
namens de genoemde commissie en tevens namens
al de ingezetenen van Besoijen een hartelijk wel
kom toe te roepen.
De eerebogen die we hebben opgericht, de
inwoners, welke allen met zooveel belangstelling
en vreugde heden feest vieren, de versieringen op
zooveel plaatsen te uwer eere aangebracht, dit
alles zal voor UEd. Achtbare een sprekend bewijs
zijn van de groote ingenomenheid der Besoije-
naars met uwe benoeming als hoofd onzer dier
bare gemeente.
Ik houd mij overtuigd de tolk te zijn van alle
ingezetenen, met het uitspreke.i van den wensch,
dat het UEd. Achtb. gegeven zal worden eene
lange reeks van jaren aan het hoofd onzer ge
meente te blijven, de eendracht en welvaart der
ingezetenen te bevorderen, en bij al uwe kennis
sen en vrienden in achting te zullen toenemen
en dat de toekomst zal bewijzen, dat we steeds
gaarne zullen wenschen
Lang leve onze burgemeester
Lang zal hij leven
Hierna zong de lieclertafel „Oefening en
Vermaak" van Waalwijk en Besoijen"
Bij 't blijde welkomstgejubel,
Dat feestelijk alom weerklinkt,
lluischt ook der zang'ren feesttoon
Die u het welkom zingt.
't Klinkt ongekunsteld, luide,
Op dezen plechtigen stond
Wees welkom, Burgervader,
Op d'ons zoo dierb'ren grond.
Gods gunste ruste op uw streven,
Gods zegen bekroon' uw werk
Besoijen groeie en bloeie
Door vreae en eendracht sterk.
Dat voor uw edel pogen
Dit uw belooning zij.
Leef lang, o Burgervader.
Voor uwe burgerij.
De rede van den heer Rubbens, waarmede
het publiek zijne instemming door luide toe
juichingen betuigde, en de welkomstgroet
der liedertafel werden door den burger
vader, blijkbaar diep getroffen door de hem
aangedane eer, op de volgende wijze be
antwoord
Geachte president der feestcommissie en
liedertafel Oefening en Vermaak.
Zulk eene hartelijke verwelkoming als ik thans
bij de intrede in onze zoo dierbare gemeente als
burgervader reeds ondervindtreft mij zeer; ik
mag gerust zeggen het gaat mijne meeste ver
wachtingen te boven ik dank u van ganscher
harte voor uwe betoonde sympathie en zal trach
ten ook die eer en achting waardig te zijn, welke
mijnen dierbaren, onvergetelijken vader immer
zijn ten deel gevallen.
Thans zette zich de stoet, onder de vroo-
lijke tonen der beide harmonieën, in beweging
in de volgende orde
1. Eerewacht te paard.
2. Gilde St. Crispijn Besoijen.
3. Vriendenkring.
4. Liedertafel „Oefening en Vermaak"
5. Praalwagen met bruidjes.
6. Zangvereeniging „Cecilia."
7. Harmonie „St. Crispijn."
8. Feestcommissie.
9. De burgemeester in een met twee paar
den bespannen open landauer, waarin
zich met hem bevonden een zijner broe
ders, de president der feestcommissie en
de gemeente-secretaris.
10. Gemeenteraad in rijtuigen.
11. Familieleden in rijtuig.
12. Harmonie „l'Espérance.
13. Mannenkoor „Ons Genoegen."
14. Armbestuur.
15. Rederijkerskamer „Oefening kweekt ken
nis."
16. Maatschappelijken bond met praalwagen,
vooi stellende de verschillende in de ge
meente uitgeoefend wordende ambachten.
17. „Onderling Genoegen."
18. Doelen „De Hoop."
19. Eerewacht.
Onder den eereboog in de Besoijensche
steeg zong de zangvereeniging „Cecilia" Hij
Leve lang, van v. Paschen.
Bij het hotel Brokken aangekomen, hield
de stoet even halt. Hier overhandigde de
jonge juffrouw Mina Fransen den burgemees
ter namens de sociëteit „De Vriendenkring"
een bouquet.
Daarna zong het mannenkoor „Ons Ge
noegen" den volgenden welkomstgroet
Welkom, welkom, hoor dee'z tonen,
Op uw feestdag toegewijd,
Dat z'in aller narten tronen,
Zich verbreiden wijd en zijd.
Toen g'als hoofd ons werd verkoren
Kwam er vreugd in ons gemoed,
Onze hoop begon te gloren,
Burgervader, wees gegroet!
Onze hoop begon te gloren,
Burgervader, wees gegroet!
Leef in voorspoed, leef in vrede,
Stuur het roer met vaste hand,
Toon uw moed bij iedre schrede,
Bind ons door een hechten hand.
Moogt ge steeds hier vreugde smaken,
Harten winnen vroom en vroed,
Ook wij willen voor U waken,
Burgervader, wees gegroet!
Ook wij willen voor U waken,
Burgervader, wees gegroet!
Nadat de burgemeester zijnen dank be
tuigd had toog men verder naar 't raadhuis.
De burgemeester, vergezeld van den ge
meenteraad en de feestcommissie, begaf zich
naar de raadkamer, waar de oudste wethou
der, de heer J. Schalkende vergadering
opende en den burgemeester verzocht de
stukken op zijne benoeming en beëediging
betrekking hebbende, over te leggen.
De secretaris Lis die voor, waarna de wet
houder den heer C. G. Verwiel met het tee-
ken zijner waardigheid omhing en hem het
voorzitterschap overgaf, na hem gefeleciteerd
te hebben met zijne betrekking.
De nieuwe voorzitter nam plaats op den
versierden voorzitterszelel en sloot, daar nie
mand het woord verlangde de vergadering.
De secretaris bood vervolgens namens den
raad den eerewijn aan in de volgende be
woordingen:
Het doet mij zeer veel genoegen, dat mij mede
de gelegenheid wordt gegeven 's raads hooge in
genomenheid te betuigen met 's konings keuze.
De raad vertrouwt, geachte burgemeester, dat
die goede harmonie en die prettige stemming,
waardoor zich steeds de vergaderingen onder onzen
zoo vroeg ontslapenen voorzitter hebben geken
merkt, onder uw bestuur zal blijven bestaan, waar
voor uwe goede hoedanigheden van geest en hart
ons allen waarborg geven.
De raad wijdt hieraan dit glas, met de
bede dat het UEd. Achtb. gegeven zal zijn
tal van jaren die betrekking met eere te vervullen.
De wethouder de Bakker hield de volgende
toespraak
Edelachtbare burgemeester!
Uit naam der burgerij van harte gefeliciteerd
met uwe plechtige installatie, zoo eren voltrokken
Zoodra de blijde mare weerklonk, dat het zijne
majesteit onzen geëerbiedigden koning behaagd
had u als burgemee ter onzer gemeente te benoe
men was de geestdrift hierdoor ontstaan een
zichtbare uiting van alle burgersdat zij uwe
benoeming op prijs stelden.
De feestelijke ontvangst, welke uwe gemeente
naren door de opofferende leestcommissie zoo
fljnk daar gesteldu heden aanbieden, is een
overtuigend bewijs hoe welkom u als hoofd onzer
gemeente zijt.
De burgemeester, de verschillende sprekers
beantwoordende, zeide:
Mijne heeren.
Mijnheer de wethouder.
Ik betuig u mijnen welgemeenden dank voor
uwe schoone woorden en was het voor mij zeer
vereerend om door Z M. onze geëerbiedigden ko
ning tot burgemeester onzer gemeente benoemd
te inogen zijn. Ik heb daarom dezen morgen in
handen van ZEx. den commissaris des koninffs
den duren eed van trouw gezworen, om steeds ae
belangen onzer dierbare gemeente trouw te zullen
behartigen. En thans, mijnheer de wethouder, door
u op eene plpchtige wijze geïnstalleerd zijnde in
deze vergadering, zoo uit ik volgaarne den wensch,
dat ik hoop hetzelfde vertrouwen waardig te mogen
wordendat immer mijn dierbare overledene
vader van u allen mocht ondervinden.
Leve Z. M. de koning.
Leve |Besoijen.
Hierna begaf de burgemeester zich op het
balkon van het raadhuis, waar hij met luid
gejubel door de opeengepakte menigte werd
begroet. Hij sprak haar toe als volgt:
Op de eerste plaats betuig ik mijnen hartelijk-
sten dank aan Z. M. onzen geëerbiedigden koning
voor mijne benoeming als burgemeester onzer
gemeente, alsook aan ZEx. den commissaris des
konings voor zijne voordracht.
Voor u, geachte gemeentenaren, kan ik bijna
geen woorden genoeg vinden om u mijnen aller-
hartelijksten dank te komen betuigen voor de
hulde'en eer, mij heden door u bewezen. Te aan
genamer is mij die hulde, omdat ik in zulke
ruime mate mocht ondervinden, üat de keuze van
Z. M. onzen geërbiedigden koning u allen zoo
welgevallig was.
Evenwel, geachte gemeentenaren mag ik vol
strekt niet bogen op persoonlijke verdienste, maar
terecht wijzen op mijnen voorganger, mijnen dier
baren onvergetelijken vader, die toch zooveel ge
daan heeft in het belang der gemeente en zich
immer zoo opofferde voor zijne gemeentenaren.
Wilt dien waardigen vader nog lang gedenken,
want hij heeft het ten volle verdiend.
Gaarne wi! ook ik mij nu opofferen voor u,
mijne gemeentenaren, en heb daarom dezen mor
gen in handen van ZEx. den commissaris des
konings den duren eed van trouw gezworen en
hoop ik alsdan ook, dat door uwe gezamenlijke
medewerking mijne zware taak eenigszins moge
verlicht worden dit zoude mij aangenaam zijn.
Tevens betuig ik ook mijnen allerhartelijksten
dank aan alle corporaties, die zoo wel willend wa
ren om aan mijne installatie den meest mogelijken
luister bij te brengen.
Leve Z. M. den koning!
Leve Besoijenl
Stormachtige toejuichingen en fanfares volg
den op deze rede.
Nadat de burgemeester en de hem verge
zellenden weder waren ingestegen en allen
hunne plaats in den stoet hadden hernomen,
werd de tocht naar de Oostelijke grens der
gemeente aangevangen. Vóór de openbare
school hield de heer G. van Oudenhoven de
volgende redevoering:
Mijnheer de burgemeester.
Indien er nog eenige twijfel bij U mocht be
staan hebben, of de blijdschap hier wel algemeen
was, toen het bekend werd dat Z M. de koning
u had aangewezen als opvolger van wijlen uw
hooggeachten vader, dan zal die twijfel zeer
zeker, bij de feestelijke ontvangst u heden be
reid, wel voor goed verdwijnen. Ook het onder
wijzend personeel der openbare school stemt van
harte in met ds vreugde, allerwege aan den dag
gelegd over uwe eervolle benoeming en roept u
welgemeend het welkom toe als burgemeester
van Besoijen.
Bij de vele en zware zorgen, die deze betrek
king u oplegt, durven wij en ik spreek hier
ook namens mijne medeonderwijzers met be
scheidenheid ook een weinig uwe welwillende
aandacht vragen voor het onderwijs. Er is bo
vendien reden om dat met vertrouwen te doen.
Immers, u is reeds op zoo betrekkelijk jongen
leeftijd geroepen het ho: gste gezag in den lande te
vertegenwoordigen, dat het n minder moeilijk
zal zijn, dan voor ouden van dagen, om in te
zien, dat goed onderwijs in de tegenwoordige
samenstelling der maatschappij een eiscli voor
het leven is. Toch is 't niet ter wille daarvan
alleen of voornamelijk, dat wij rekenen durven
op eenige belangstelling van uwe zijde.
Hooger dan het beste onderwijs staat een goede
opvoeding. En wij geven u de belolte, dat wij
trouw en stiptelijk het voorschrift der wet zul
len volgen, dat óns voorschrijft, de kinderen op
te leiden tot alle christelijke en maatschappelijke
deugden. Het is heden ten dage en te dezer plaatse
niet overbodig misschien daaronder afzonderlijk
te r.oemen, eerbied voor het gezag en de gestelde
macht. Wanneer wij onderwijzers dus ook in
het vervolg met gestrengheid de orde en de
tucht in de school zullen handhaven, geschiedt
dat niet, omdat streng zijn tegenover kinderen
zoo gemakkelijk valt of zoo aangenaam is, maar
wijl het een der eerste plichten van onzen staat
heet, wijl het noodzakelijk is voor hun later ge
luk, dat kinderen vroegtijdig leeren gehoorzaam
te zijn. U voorzeker, die steeds zulk een voor
beeldig zoon waart, U zou liet als burgervader
diep leed doen te moeten zien, dat een dezer
kleinen zou verloren gaan voor de samenleving,
dat een van hen uit haar midden zou moeten
gebannen worden door de harde, maar recht
vaardige wijsheid der gerechtigheid.
Moge derhalve, mijnheer de burgemeester, on
der uw bestuur al deze kinderen later eens brave
en flinke burgers worden! Mocht het u gegeven
zijn als hoofd der gemeente de voldoening te ge
nieten, dat zij allen opgroeien tot mannen en
vrouwen voor God, voor de maatschappij en voor
het vaderland